Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Holland</strong>se Herleving rond Amsterdam<br />
rengracht 493 (en mogelijk ook Herengracht 466) in 1766, Herengracht 14 en 615 in 1767,<br />
en Herengracht 109 in 1770. 19<br />
De gevels van de eerste twee wat uitbundiger panden zijn nog in natuursteen uitgevoerd,<br />
van de laatste drie daarentegen in baksteen. Bij sommige gevels vormde het pediment een<br />
nieuw element; voor andere is zeker, dat ook de oude 17e- of 18e-eeuwse gevel die bij deze<br />
operatie werd vervangen al op deze wijze was bekroond. 20<br />
Vier van de vijf genoemde panden<br />
zijn vijf vensterassen breed, met het pediment boven de middelste drie. Alleen Herengracht<br />
14 bezit een breedte van vier ramen (met het pediment boven de middelste twee), zodat de<br />
klassieke grondregel dat zich, als bij een tempel, in het midden van de gevel een lichtopening<br />
en geen muurdam behoort te bevinden, noodgedwongen werd geschonden. Het fronton<br />
treedt bij alle vijf gevels telkens nog slechts geïsoleerd op, zonder dat van pilasters gebruik<br />
is gemaakt; het vormt daarmee het enige beeldbepalende klassieke element. Een dergelijke<br />
opzet is kenmerkend voor het vroegere stadium van het neoclassicisme dat direct op de rococo<br />
volgt. Pas in de jaren zeventig zou het, overigens al in 1766 eenmalig bij de Korenbeurs<br />
toegepaste, klassieke gevelschema met vier pilasters plus pediment furore maken.<br />
Helaas is van geen van de vijf zoëven genoemde gevels de ontwerper bekend, maar gezien<br />
het particuliere karakter ligt enige structurele bemoeienis van de zijde van de stadsfabriek<br />
niet voor de hand. Ook voor een zesde grachtenpand dat hoogstwaarschijnlijk uit deze jaren<br />
stamt, 21<br />
moeten we de ontwerper vermoedelijk elders zoeken. Het betreft Herengracht 527,<br />
gebouwd voor Johanna Sara Pels, de weduwe van de vermogende bankier Jan Bernd Bicker.<br />
Dit pand wijkt in zoverre van de andere af, dat de facade grotendeels in blokwerk is uitgevoerd,<br />
en dat op een hoge onderverdieping vier pilasters zijn geplaatst, die het prominente<br />
pediment schragen. 22<br />
Daarmee is deze gevel voor Amsterdam volstrekt uniek; hij was dan<br />
ook meer op een Leids dan op een Amsterdams 17e-eeuws schema geënt. Aan een serieuze<br />
suggestie met betrekking tot de ontwerper heeft zich nog nauwelijks iemand gewaagd, maar<br />
het is aannemelijk dat deze tot de kleine kring van geschoolde architecten heeft behoord. 23<br />
(1963) 25-30, met handzaam lijstje van alle vergrotingen en verhogingen van de huizen aan Herengracht en<br />
Keizersgracht tussen 1759 en 1772. Ook over het Grachtenboek: J.P. Mieras, 'Het Grachtenboek', Jaarboek<br />
Amstelodamum, 50 (1958) 189-195.<br />
19 Zie de Bijlage (op grond van het lijstje van Van Eeghen, 'De geheimen achter de tekeningen', 29-30).<br />
20 Herengracht 493 kreeg bij de bouw in 1673 een eenvoudige rechte lijst, blijkens een schilderij van GA. Berckheyde<br />
(P. Spies e.a. (red.), Het Grachtenboek (Hen Haag 1991) 154). Herengracht 466, een pand van Vingboons<br />
uit 1669-71, bezat van de aanvang af al een fronton: Vier eeuwen Herengracht 562-564; K. Ottenheym, Philips Vingboons<br />
(1607-1678) (Zutphen 1989) 265 pl. II 63. Van de voorganger van Herengracht 14 is niets bekend, terwijl<br />
Herengracht 615 al bij de bouw in 1717 een pediment kreeg ter bekroning van de middenrisaliet, welke opzet<br />
in 1767, toen het pand met één verdieping verhoogd werd, gehandhaafd bleef; bij Herengracht 109 verving<br />
het fronton in 1770 een trapgevel: Vier eeuwen Herengracht, resp. 398, 382 en 218.<br />
21 Dit pand komt namelijk in het in 1771 voltooide Grachtenboek van Caspar Philips voor.<br />
22 De datering is omstreden, of tenminste onzeker. J.C. Breen, 'Geschiedenis van het huis Heerengracht 527',<br />
Jaarboek Amstelodamum 17 (1919) 67-72, laat zich hier niet over uit. Slothouwer, Amsterdamse huizen, 73, komt op<br />
ca 1760; Roosegaarde Bisschop, 'Herengracht', 347, geeft, omdat het op het lijstje van Van Eeghen, 'Grachtenboek',<br />
29-30, ontbreekt, een datering vóór 1759, welke argumentatie door J. Korthals Altes, 'Herengracht 527.<br />
Een uitzonderlijk huis in Amsterdam', scriptie UvA-KHI nr 939 (1983) 22, wordt afgewezen, omdat een vermelding<br />
op de verpondingslijst, die aan Van Eeghens lijstje ten grondslag lag, slechts na ruimtewinst noodzakelijk<br />
werd, en bij Herengracht 527 alleen een nieuwe gevel werd geplaatst, bij behoud van het aantal bestaande verdiepingen.<br />
Zij noemt als bouwjaar ca 1770, evenals K. Ottenheym, 'Van Architectura Moderna tot moderne<br />
architectuur. Eerste deel: Architectuur aan de grachtengordel uit de zeventiende en achttiende eeuw', in: Spies<br />
e.a. (red.), Het Grachtenboek, 55.<br />
23 Korthals Altes, 'Herengracht 527', 25, suggereert op grond van stilistische overeenkomsten met diens andere<br />
grachtenpanden en Franse invloeden Jacob Otten Husly, die in 1768 in Parijs was geweest. Meischke e.a., Hui-<br />
li!