Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Holland</strong>se Herleving rond Amsterdam<br />
De aanzet van de stadsfabriek: Rendorp en Maybaum<br />
De degeneratie van de Nederlandse bouwkunst hield volgens één van de contemporaine<br />
kenners, de Amsterdamse burgemeester Pieter Rendorp (1703-60), direct verband met de<br />
afwezigheid van goed opgeleide bouwmeesters en de daardoor veroorzaakte overvloed aan<br />
ontwerpende metselaars, aannemers en timmerlieden. Bij gebrek aan daadwerkelijk talent<br />
vulden deze nauwelijks geschoolde ambachtslieden, wier educatie zich tot wat vlugge tekenlessen<br />
in de avonduren had beperkt, de leemte op. 7<br />
Rendorp hekelde in zijn manuscript voor<br />
een Nederlandstalig handboek hun lust tot versieren, die zijns inziens voortkwam uit de wijd<br />
verbreide misvatting dat overvloedige decoratie in plaats van harmonische proporties een<br />
fraai gebouw opleverden. 8<br />
Rendorp had daarom de nieuwe vleugel van zijn landhuis Marquette<br />
bij Heemskerk, zoals dit rond 1750 tot stand zou komen, maar zelfontworpen. 9<br />
Toen<br />
in 1746 de Amsterdamse stadsfabriek grondig werd gereorganiseerd, was hij het ongetwijfeld<br />
die ervoor zorgde dat de leiding niet in handen kwam van een ongeletterde ambachtsman,<br />
maar van een intellectuele ingenieur, in de persoon van Gerard Frederik Maybaum. 10<br />
Rendorp en Maybaum maakten inderdaad bij de eerstvolgende grote opdracht voor een<br />
stedelijke instelling - het Oudemannenhuis tussen Kloveniersburgwal en Oudezijds Achterburgwal<br />
(1754-57) - een einde aan de Nieuwe Zwier. Waarschijnlijk leverde de burgemeester<br />
de hoofdlijnen van het ontwerp, nadat een eerder plan van de vaste gestichtstimmerman<br />
Jan van der Streng door hem persoonlijk als onwelvoegelijk terzijde was geschoven. 11<br />
Het nieuwe gesticht was sober gedecoreerd, en bezat, net als Rendorps Marquette, een middenpartij<br />
die bekroond werd door een driehoekig fronton.<br />
Voor het overige was het gebouw evenwel weinig '<strong>Holland</strong>s' van karakter, zodat we van<br />
<strong>Holland</strong>se Herleving hier nog niet kunnen spreken. Daarvoor zijn ten eerste de feitelijke<br />
overeenkomsten met de bouwstijl van de 17e eeuw nog veel te gering. De reactie op de als<br />
decadent verworpen rococo bleef hoofdzakelijk beperkt tot een verwerping van het overvloedige<br />
ornament. De risalieten waren nog in natuursteen uitgevoerd en de dakvorm van het<br />
centrale gedeelte was eveneens uitheems. Ten tweede was het Oudemannenhuis, samen met<br />
Marquette, voorlopig het enige Noordhollandse voorbeeld van een zuiverder klassieke<br />
bouwstijl. Een directe chronologische aansluiting met het komende sobere baksteenclassicisme<br />
van de jaren zeventig en tachtig ontbreekt.<br />
De enige mogelijke verbindingsschakel wordt in dit opzicht gevormd door de nieuwe Korenbeurs,<br />
die in 1767 een houten voorganger verving. Met zijn onversierde strakke, slechts<br />
door vensters en vlakke hoeklisenen gelede wanden en zijn blokvormige door schilddaken<br />
gedekte hoekpaviljoens zonder enige zwierige kuif of krul, paste het al geheel in de nieuwe<br />
7 Voor dit 'architectenloze' tijdperk: R. Meischke e.a., Huizen in Nederland. Amsterdam. Architectuurhistorische verkenningen<br />
aan de hand van het bezit van de Vereniging Hendrick de Keyser (Zwolle 1995) 76-88.<br />
8 CA. van Swigchem, Abraham van der Hart 1747-1820. Architect. Stadsbouwmeester van Amsterdam Publikaties van<br />
de Gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam 'Stichting KJ. Duyvisfonds' nr 6, dissertatie RUU (Amsterdam<br />
1965) 76-81; E. de Jong, 'Eenvoudige grootheid. Architectuur in Nederland 1765-1800', in: Grijzenhout<br />
en Van Tuyll van Serooskerken (red.), Edele Eenvoud, 46-47.<br />
9 Over Marquette: H.W. M. van der Wijck, 'Marquette, Assumburg, Beeckesteyn en Waterland', Bulletin van de<br />
K.N.O.B. 66 (1967) 30-38.<br />
10 Over Maybaum: T.H. von der Dunk, 'Vier ingenieurs als stadsbouwmeester. Gerard Frederik Maybaum<br />
(1746-68), Cornehs Rauws (1768-72), Jacob Eduard de Witte (1772-77) en Johan Samuel Creutz (1777-87) aan<br />
het hoofd van de Amsterdamse stadsfabriek', Bulletin van de K.N.O.B. 94 (1995) 94-95.<br />
1 1 Van Swigchem, Abraham van der Hart, 78; Van der Wijck, 'Marquette'; Meischke e.a., Huizen in Amsterdam, 87<br />
en 90.<br />
84