Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
e. Afleesbaarheid van de druk en locaties met niet afleesbare druk De flesdruk moet voor de duiker onder water afleesbaar zijn, dit voor zover redelijkerwijs mogelijk is, afhankelijk van het zicht in het water. Als referentie geldt een fluorecerende manometer die tegen het gelaatstuk wordt gehouden en waar vooraf voldoende licht op is gevallen. De signaalhouder moet kennis kunnen nemen van de druk via de spreekverbinding met de duiker dan wel door de druk rechtstreeks op de wal uit te lezen. De geoefendheid op dit punt is kritisch. Er moet zijn geborgd dat fluorescerende manometers voldoende licht hebben opgevangen vóór het begin van een duik. Van drukmeters met verlichting op batterijen moet zijn geborgd dat die voldoende opgeladen zijn. Met een losse lamp onder water op een manometer schijnen om de druk af te kunnen lezen is geen adequate voorziening bij reddingduiken. Bij duikwater waar de druk desondanks niet kan worden afgelezen is dit op de bereikbaarheidskaart vermeld en wordt het duiken hierin als een duik met verhoogd risico beschouwd met de daarbij behorende maatregelen. f. Noodluchtvoorziening Ieder SCUBA-toestel met ademweerstand is voorzien van een 2e (gescheiden) automaat met bijtmondstuk (back-up automaat), een octopus of een vergelijkbare noodluchtvoorziening buiten het gelaatstuk om. Deze noodluchtvoorziening loopt tevens buiten de ademweerstand om, en werkt dus ook als het niet lukt om over te schakelen op reservelucht. Een back-up automaat is iets bedrijfszekerder dan een octopus, omdat die ook nog werkt bij een storing in de eerste trap van de normale luchtvoorziening. Een ‘standaard’ spare air wordt niet geadviseerd. In aanvulling op de noodluchtvoorziening van toestellen met ademweerstand zijn alle SCUBA-toestellen voorzien van een voorziening voor eigen noodlucht zoals hiervoor omschreven. De noodzaak van deze aanvullende zelfredvoorziening is mede afhankelijk van het totale veiligheidsniveau van het duiken door het korps of de duikploeg. Als een korps deze aanvullende maatregel niet treft, moet dit in de risico-inventarisatie en -evaluatie zijn onderbouwd. Alle duikers, die niet te allen tijde beschikken over een noodluchtvoorziening, kunnen hun gelaatstuk na afstoten of dergelijke op de tast en met dikke handschoenen aan weer routinematig opzetten en klaren in het buitenwater. Aanbevolen wordt om verder te onderzoeken in hoeverre het weer opzetten en klaren, ook na voldoende oefening, kan worden belemmerd door een lage watertemperatuur. De reserveduiker en de overige duikers die zijn uitgerust met een eigen noodluchtvoorziening buiten het gelaatstuk om, kunnen na een onverwachte opdracht in 6 seconden op de tast en met dikke handschoenen aan reflexmatig op noodlucht overgaan. De geoefendheid op deze punten en het periodiek testen zijn kritisch. Advies: Aanbevolen wordt om na te gaan of na voldoende oefening blijkt dat het tijdscriterium kan worden aangescherpt. Ook wordt aanbevolen om te onderzoeken in hoeverre het overgaan op noodlucht, ook na voldoende oefening, kan worden belemmerd door een lage watertemperatuur. 79
6.12 C O N S E Q U E N T I E S VA N H E T A D V I E S a. Gebruiksgemak Registreren en monitoren van de druk zijn extra handelingen. b. Oefenen De inhoud van de volgende paragrafen verwerken: • Overgaan op reservelucht. • Inschatting van de duiktijd. • Monitoring van het luchtverbruik. Duiken in water waar de druk niet kan worden afgelezen behandelen als ‘duiken onder verhoogd risico’. c. Veiligheidsmanagement Duiktijdinschatting en aandacht voor het monitoren, voor zover dat nu niet gebeurt. d. Kosten (eenmalig/permanent) Zonodig flessen met een grotere luchtvoorraad aanschaffen, afhankelijk van de diepte, stroming et cetera. Te kleine flessen kunnen aanleiding geven om door te blijven duiken tot de reservedruk. Zonodig een voorwaarschuwing bij een ademweerstand of vervangen van de ademweerstand. Beter afleesbare manometers aanschaffen als de afleesbaarheid, ook bij een juist gebruik en genoeg lichtinval vooraf, teveel te wensen overlaat. De kosten van een octopus (noodluchtvoorziening) zijn circa € 600,00 exclusief BTW per toestel. Het gaat om eenmalige kosten. e. Leerstof, opleiding en examen De inhoud van de volgende paragrafen verwerken: • Luchtverbruik. • Hoeveelheid reguliere ademlucht en duiktijd. • Overgaan op reservelucht. • Inschatting van de duiktijd. • Monitoring van het luchtverbruik. f. Bijscholing Conform de leerstof en het oefenen. g. Hercertificeren Geen; met uitzondering van de uitvoering van noodmaatregelen tijdens verplichte oefeningen. h. Beheersmatig veiligheidsmanagement Niet kunnen aflezen van de druk checken en zonodig vermelden op de bereikbaarheidskaarten (zie ook opmerking bij veiligheidsmanagement). Onderhoud ademweerstandmechanisme en controle zonodig aanscherpen. De situatie dat de druk niet kan worden afgelezen benoemen en behandelen als ‘duiken onder verhoogd risico’ 15 . 15 Het opnemen van zichtspecificaties op waterkaarten moet niet absoluut, maar indicatief worden beschouwd. Bepaalde locaties hebben heel goed tot heel slecht zicht, afhankelijk van de omstandigheden zoals waterstroming, turbulentie door scheepvaart en het jaargetijde waarin wordt gedoken; denk aan algvorming en dergelijke. 80
- Page 29 and 30: Om die redenen wordt dit samenhange
- Page 31 and 32: genomen preventieve veiligheidsmaat
- Page 33 and 34: 2 Verschillende onderdelen van dit
- Page 35 and 36: Toepassing van de schema’s in de
- Page 37 and 38: De goede werking van het totale vei
- Page 39 and 40: 2 Aanvulling I H O O F D - E N D E
- Page 41 and 42: Detailschema voor ‘Extra drijfver
- Page 43 and 44: 1 Ongewenste situatie: Reguliere lu
- Page 45 and 46: 2 2.2 2.3 (Gedeeltelijk) Falen van
- Page 47 and 48: 2 2.5 3.2 (Gedeeltelijk) Falen van
- Page 49 and 50: 4 Ongewenste situatie: Seinlijn loo
- Page 51 and 52: 6 Ongewenste situatie: Lekkend volg
- Page 53 and 54: 4. Duiker kan gevaren niet goed waa
- Page 55 and 56: 5.3 TA A K F U N C T I E S • Het
- Page 57 and 58: In de leerstof staat ten onrechte d
- Page 59 and 60: 5.5 V E I L I G T O E PA S S E N VA
- Page 61 and 62: De mogelijkheden die een duiker hee
- Page 63 and 64: . Creëren van extra drijfvermogen
- Page 65 and 66: De kosten van het afhuren van een b
- Page 68 and 69: Beschouwing Luchtverbruik, maximale
- Page 70 and 71: Duiktijd op een bepaalde diepte (vo
- Page 72 and 73: 6.6 O V E R G A A N O P R E S E R V
- Page 74 and 75: In de Leidraad BWB en de model Werk
- Page 76 and 77: Bij het onderzoek van ongevallen va
- Page 78 and 79: Toestellen met een reserveluchtwaar
- Page 82: i. Leidraad, model Werkinstructie e
- Page 85 and 86: De belangrijkste, voorzienbare nood
- Page 87 and 88: In een noodsituatie telt iedere sec
- Page 89 and 90: e. Beschikbaarheid van noodlucht Ge
- Page 91 and 92: Die aanvullende maatregelen, zowel
- Page 93 and 94: Tijdens oefeningen zal regelmatig m
- Page 95 and 96: Aanvulling P R A K T I J K P RO E V
- Page 97 and 98: Die functie is van toepassing bij o
- Page 99 and 100: duiken verplicht. Het gaat dus om e
- Page 101 and 102: In een aantal gevallen heeft (eerst
- Page 103 and 104: Daarom mag alleen aan de lijn worde
- Page 105 and 106: De kleur van de seinlijn moet duide
- Page 107 and 108: h. Door middel van een stopmarkerin
- Page 109 and 110: c. Handelingsvolgorde van de duiker
- Page 111 and 112: 110
- Page 113 and 114: De duikploeg wordt bij een spoedeis
- Page 115 and 116: van het duiken en het inschatten va
- Page 117 and 118: Opvallend is dat de bevelvoerder vo
- Page 119 and 120: houder nodig. Bij een duikdiepte to
- Page 121 and 122: e. Overige taken van de TS-bemannin
- Page 123 and 124: 10.3 D U I KO P L E I D I N G E N ,
- Page 125 and 126: Verder kan een verschuiving van (ac
- Page 127 and 128: duik’ worden getoetst1 . Voor dez
- Page 129 and 130: c. Bij het combineren van veilighei
e. Afleesbaarheid van de druk en locaties met niet afleesbare druk<br />
De flesdruk moet voor de duiker onder water afleesbaar zijn, dit voor zover redelijkerwijs<br />
mogelijk is, afhankelijk van het zicht in het water. Als referentie geldt een fluorecerende<br />
manometer die tegen het gelaatstuk wordt gehouden en waar vooraf voldoende<br />
licht op is gevallen. De signaalhouder moet kennis kunnen nemen van de druk via de<br />
spreekverbinding met de duiker dan wel door de druk rechtstreeks op de wal uit te<br />
lezen. De geoefendheid op dit punt is kritisch.<br />
Er moet zijn geborgd dat fluorescerende manometers voldoende licht hebben opgevangen<br />
vóór het begin van een duik. Van drukmeters met verlichting op batterijen moet<br />
zijn geborgd dat die voldoende opgeladen zijn. Met een losse lamp onder water op een<br />
manometer schijnen om de druk af te kunnen lezen is geen adequate voorziening bij<br />
reddingduiken.<br />
Bij duikwater waar de druk desondanks niet kan worden afgelezen is dit op de bereikbaarheidskaart<br />
vermeld en wordt het duiken hierin als een duik met verhoogd risico<br />
<strong>beschouwd</strong> met de daarbij behorende maatregelen.<br />
f. Noodluchtvoorziening<br />
Ieder SCUBA-toestel met ademweerstand is voorzien van een 2e (gescheiden) automaat<br />
met bijtmondstuk (back-up automaat), een octopus of een vergelijkbare noodluchtvoorziening<br />
buiten het gelaatstuk om. Deze noodluchtvoorziening loopt tevens buiten de<br />
ademweerstand om, en werkt dus ook als het niet lukt om over te schakelen op reservelucht.<br />
Een back-up automaat is iets bedrijfszekerder dan een octopus, omdat die ook<br />
nog werkt bij een storing in de eerste trap van de normale luchtvoorziening. Een<br />
‘standaard’ spare air wordt niet geadviseerd.<br />
In aanvulling op de noodluchtvoorziening van toestellen met ademweerstand zijn alle<br />
SCUBA-toestellen voorzien van een voorziening voor eigen noodlucht zoals hiervoor<br />
omschreven. De noodzaak van deze aanvullende zelfredvoorziening is mede afhankelijk<br />
van het totale veiligheidsniveau van het duiken door het korps of de duikploeg. Als een<br />
korps deze aanvullende maatregel niet treft, moet dit in de risico-inventarisatie en<br />
-evaluatie zijn onderbouwd.<br />
Alle duikers, die niet te allen tijde beschikken over een noodluchtvoorziening, kunnen<br />
hun gelaatstuk na afstoten of dergelijke op de tast en met dikke handschoenen aan<br />
weer routinematig opzetten en klaren in het buitenwater. Aanbevolen wordt om verder<br />
te onderzoeken in hoeverre het weer opzetten en klaren, ook na voldoende oefening,<br />
kan worden belemmerd door een lage watertemperatuur.<br />
De reserveduiker en de overige duikers die zijn uitgerust met een eigen noodluchtvoorziening<br />
buiten het gelaatstuk om, kunnen na een onverwachte opdracht in 6 seconden<br />
op de tast en met dikke handschoenen aan reflexmatig op noodlucht overgaan.<br />
De geoefendheid op deze punten en het periodiek testen zijn kritisch.<br />
Advies: Aanbevolen wordt om na te gaan of na voldoende oefening blijkt dat het tijdscriterium<br />
kan worden aangescherpt. Ook wordt aanbevolen om te onderzoeken in hoeverre het overgaan<br />
op noodlucht, ook na voldoende oefening, kan worden belemmerd door een lage watertemperatuur.<br />
79