Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bij het onderzoek van ongevallen valt soms op dat de druk wel aan het begin van de<br />
duik wordt doorgegeven, maar niet meer vanaf de laatste 100 bar, als dit kritisch wordt.<br />
6.9 N O O D L U C H T V O O R Z I E N I N G<br />
Het restrisico van de duiker kan aanzienlijk worden teruggebracht als die over een<br />
eigen noodluchtvoorziening kan beschikken als de reguliere luchtvoorziening wegvalt,<br />
bijvoorbeeld als het gelaatstuk plotseling wordt afgestoten of als het niet lukt om over<br />
te gaan op reservelucht. De voorzieningen voor noodlucht variëren sterk. In sommige<br />
korpsen heeft elk toestel een zogenaamde octopus of back-up automaat, en in sommige<br />
korpsen is geen enkel toestel hiermee uitgerust; dit terwijl het duikwater in het<br />
verzorgingsgebied, de werkwijze en de rest van de duikuitrusting vergelijkbaar zijn. Ook<br />
komt het voor dat de octopus wel aanwezig is, maar geen of te weinig rekening wordt<br />
gehouden met het gebruik daarvan.<br />
Uit duikongevallen en bijna-ongevallen is gebleken dat toestellen met ademweerstand<br />
bij het <strong>brandweerduiken</strong> in combinatie met de huidige wijze van geoefendheid en<br />
andere omstandigheden een extra risico kunnen geven.<br />
Ieder SCUBA-toestel met ademweerstand moet daarom zijn voorzien van een 2e (gescheiden) automaat met bijtmondstuk (back-up automaat) een octopus of een<br />
vergelijkbare noodluchtvoorziening buiten het gelaatstuk om. Deze noodluchtvoorziening<br />
moet ook buiten de ademweerstand om lopen zodat die ook werkt als het<br />
niet lukt om over te schakelen op reservelucht. Een back-up automaat is iets bedrijfszekerder<br />
dan een octopus, omdat die ook nog werkt bij een storing in de eerste trap van<br />
de normale luchtvoorziening.<br />
Een ‘standaard’ spare air wordt niet geadviseerd13 . De inhoud daarvan is nog geen halve<br />
liter. Een zogenaamde ‘pony-bottle’ heeft een grotere inhoud, bijvoorbeeld van 2 liter.<br />
Een fles van die omvang kan de duiker echter belemmeren in zijn reddingswerk onder<br />
water.<br />
Uit veiligheidsoogpunt is het gewenst dat, in aanvulling op de toestellen met ademweerstand,<br />
alle SCUBA-toestellen beschikken over een voorziening voor eigen noodlucht<br />
zoals hiervoor is omschreven.<br />
De noodzaak van deze aanvullende zelfredvoorziening is mede afhankelijk van het<br />
totale veiligheidsniveau van het duiken door het korps of de duikploeg. Het is van groot<br />
belang dat, als een korps deze aanvullende maatregel niet treft, dit in de risico-inventarisatie<br />
en -evaluatie is onderbouwd.<br />
13 De gebruikelijke spare air (octopus met eigen fles) heeft een flesje met een inhoud van nog<br />
geen halve liter bij een druk van 200 bar. Op een diepte van 6 m en bij een normaal luchtverbruik<br />
van 40 l/min SAC.is dit slechts anderhalve minuut toereikend. Bij grotere flessen<br />
spreekt men over een pony bottle. Als de norm voor de reservelucht in punt 18 wordt<br />
gehanteerd van ten minste 2 minuten op de maximale duikdiepte voor het betreffende korps<br />
bij een extra hoog luchtverbruik als gevolg van stress, is bij 15 m diepte een fles van 2 liter<br />
nodig. Een extra fles, zeker met die inhoud, is voor reddingsduiken ongewenst omdat die de<br />
duiker kan belemmeren bij zijn werk en de kans op vastraken vergroot.<br />
75