Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
Beschikbaarheid van ademlucht onder water (vervolg) Noodzakelijke maatregelen/voorzieningen Toelichting (huidige situatie, consequenties et cetera) 11 De totale handeling om over te gaan op reservedruk moet na een onverwachte opdracht reflexmatig en binnen 3 seconden kunnen worden uitgevoerd, ook zonder zicht en met dikke handschoenen aan. 12 13 De geoefendheid op dit punt en het periodiek testen zijn kritisch. In de wagen of bij de check op de wal is het mechanisme om over te gaan op reservedruk (ademweerstand) gecontroleerd. De duikploegleider houdt daar toezicht op. De geoefendheid op dit punt en het periodiek testen zijn kritisch. Na elke duik worden de goede werking van de reservedruksignalering en het mechanisme om over te gaan op reservedruk bij alle gebruikte toestellen getest. Aan het einde van elke oefenduik gebeurt dit door de duiker zelf onder water op een veilige locatie bij de wal. Het onderhoud van het ademweerstandmechanisme is een kritisch punt. Het risico van storing door vervuiling of anderszins moet tot het uiterste worden teruggebracht. Advies: Nog nagaan of het huidige onderhoud nadere toelichting of aanvulling behoeft. Uit duikongevallen en bijna-ongevallen is gebleken dat toestellen met ademweerstand een extra risico kunnen geven. Beschikbaarheid van ademlucht onder water; drijfvermogen voor noodopstijging Noodzakelijke maatregelen/voorzieningen Toelichting (huidige situatie, consequenties et cetera) 14 Bij ademnood of andere urgente redenen om snel op te stijgen creëert de duiker extra drijfvermogen door lood af te werpen. De duiker kan na een onverwachte opdracht ten minste 6 kg lood (als richtwaarde) in de loodgordel binnen 3 seconden en reflexmatig afwerpen. Dit geldt ook in voorzienbare noodsituaties en met dikke duikhandschoenen aan. De geoefendheid op dit punt en het periodiek testen zijn kritisch. In de leerstof staat dat de loodgordel pas aan de oppervlakte mag worden afgeworpen. Dit is een onnodige en gevaarlijke beperking bij decompressievrij duiken. Bovendien gelden dergelijke regels voor normale omstandigheden en niet voor een noodopstijging. Dan staat meestal het risico van verdrinking centraal. Twee van de drie brandweerduikers, die door verdrinking zijn overleden, kwamen even aan de oppervlakte en verdwenen daarna weer onder water. Zij hadden na afloop de loodgordel nog om. Bij een ander ongeval heeft de duiker ook zijn loodgordel niet afgedaan toen hij onder water geen lucht meer kreeg. Hij kwam niet snel genoeg omhoog, ondanks dat hij aan de seinlijn omhoog werd getrokken. Deze 169
Beschikbaarheid van ademlucht onder water; drijfvermogen voor noodopstijging (vervolg) Noodzakelijke maatregelen/voorzieningen Toelichting (huidige situatie, consequenties et cetera) duiker heeft de noodsituatie ternauwernood overleefd. Om voldoende (extra) drijfvermogen te creëren moet voldoende lood ineens kunnen worden afgeworpen. 15 16 Duikers gebruiken niet meer lood dan noodzakelijk is. Uitgangspunt is de hoeveelheid lood conform de benaderingsmethode voor de basistrim, die in principe voldoende is. Door met een hand de bodem af te tasten kan de duiker zich bij weinig zicht toch ‘verticaal oriënteren’. De hoeveelheid lood voor de basistrim is voor elke duiker geregistreerd. De kans dat bij het openen van de loodgordel ook de sluiting van het harnas van het toestel open gaat moet zoveel mogelijk worden beperkt. De meest gangbare oplossing is dat beide sluitingen tegengesteld open gaan. In éénzelfde verzorgingsgebied moet de sluiting van de loodgordel bij alle brandweerduikers, die daar kunnen worden ingezet, op dezelfde wijze open gaan. Daarmee wordt de kans op vertraging bij het losmaken door de reserveduiker van de loodgordel van een duiker in nood beperkt en de kans dat per abuis (ook) het harnas los gaat. Dit De risico’s van te veel lood zijn in de leerstof en in de overige documentatie niet benoemd. Op dit moment lijkt het gebruikelijk te zijn dat brandweerduikers aanzienlijk meer lood gebruiken dan nodig is. Gebleken is dat het gebruik van teveel lood (ook) een groot extra risico oplevert voor het tijdig naar het wateroppervlak komen in een noodsituatie. Verder kost dit extra tijd en energie en wordt hierdoor snel troebel met onder meer als gevolg dat de drukmeter niet meer is af te lezen en de duiker zich nog minder goed kan oriënteren. Ook is de kans op beschadiging van het pak groot door het schuren over en haken in obstakels op de bodem. Zie verder punt 37. Gesignaleerde misverstanden: Men gebruikt extra lood om snel onder water te komen, voor stabiliteit in stromend water en voor de verticale oriëntatie. Bij een voldoende beheersing van de duiktechnieken en het goed toepassen van specifieke procedures zoals voor het werken in stromend water is (veel) extra lood niet noodzakelijk. Bij werken in stromend water is onder meer het gebruik van een hulplijn van belang. Advies: nagaan of en in hoeverre in bepaalde omstandigheden toch een beperkte hoeveelheid extra lood gewenst en verantwoord is. 170
- Page 119 and 120: houder nodig. Bij een duikdiepte to
- Page 121 and 122: e. Overige taken van de TS-bemannin
- Page 123 and 124: 10.3 D U I KO P L E I D I N G E N ,
- Page 125 and 126: Verder kan een verschuiving van (ac
- Page 127 and 128: duik’ worden getoetst1 . Voor dez
- Page 129 and 130: c. Bij het combineren van veilighei
- Page 131 and 132: de Taak-risico analyse wordt de inv
- Page 133 and 134: verleden opgelegde duikverboden met
- Page 135 and 136: geworven binnen het potentieel van
- Page 137 and 138: en de loodgordel en de seinlijn los
- Page 139 and 140: Eens in de 4 jaar moet de brandweer
- Page 141 and 142: Aanvulling II T E KO RT KO M I N G
- Page 143 and 144: Aanvulling III O N D E R D E L E N
- Page 145 and 146: Beschikbaarheid van ademlucht onder
- Page 147 and 148: Effectiviteit van de reserveduiker
- Page 149 and 150: Vastraken onder water beperken (ver
- Page 151 and 152: De werkgever moet (mede) voor het d
- Page 153 and 154: 7 8 9 10 11 12 13 Op basis van de R
- Page 155 and 156: De werkinstructie en procedures voo
- Page 157 and 158: g. Investeren in het verwerken van
- Page 159 and 160: II Bijlage: Samenstelling beschouwi
- Page 161 and 162: 160
- Page 163 and 164: 162
- Page 165 and 166: 5 Beschikbaarheid van ademlucht ond
- Page 167 and 168: 6 7 Beschikbaarheid van ademlucht o
- Page 169: Beschikbaarheid van ademlucht onder
- Page 173 and 174: Effectiviteit van de reserveduiker
- Page 175 and 176: Effectiviteit van de reserveduiker
- Page 177 and 178: Effectiviteit van de reserveduiker
- Page 179 and 180: Vastraken onder water beperken (ver
- Page 181: 180
Beschikbaarheid van ademlucht onder water; drijfvermogen voor noodopstijging (vervolg)<br />
Noodzakelijke maatregelen/voorzieningen Toelichting (huidige situatie, consequenties et cetera)<br />
duiker heeft de noodsituatie ternauwernood overleefd.<br />
Om voldoende (extra) drijfvermogen te<br />
creëren moet voldoende lood ineens kunnen<br />
worden afgeworpen.<br />
15<br />
16<br />
Duikers gebruiken niet meer lood dan noodzakelijk<br />
is. Uitgangspunt is de hoeveelheid lood conform<br />
de benaderingsmethode voor de basistrim, die in<br />
principe voldoende is. Door met een hand de<br />
bodem af te tasten kan de duiker zich bij weinig<br />
zicht toch ‘verticaal oriënteren’.<br />
De hoeveelheid lood voor de basistrim is voor elke<br />
duiker geregistreerd.<br />
De kans dat bij het openen van de loodgordel ook<br />
de sluiting van het harnas van het toestel open gaat<br />
moet zoveel mogelijk worden beperkt. De meest<br />
gangbare oplossing is dat beide sluitingen tegengesteld<br />
open gaan.<br />
In éénzelfde verzorgingsgebied moet de sluiting<br />
van de loodgordel bij alle brandweerduikers, die<br />
daar kunnen worden ingezet, op dezelfde wijze<br />
open gaan. Daarmee wordt de kans op vertraging<br />
bij het losmaken door de reserveduiker van de<br />
loodgordel van een duiker in nood beperkt en de<br />
kans dat per abuis (ook) het harnas los gaat. Dit<br />
De risico’s van te veel lood zijn in de leerstof en in<br />
de overige documentatie niet benoemd.<br />
Op dit moment lijkt het gebruikelijk te zijn dat<br />
brandweerduikers aanzienlijk meer lood gebruiken<br />
dan nodig is.<br />
Gebleken is dat het gebruik van teveel lood (ook)<br />
een groot extra risico oplevert voor het tijdig naar<br />
het wateroppervlak komen in een noodsituatie.<br />
Verder kost dit extra tijd en energie en wordt hierdoor<br />
snel troebel met onder meer als gevolg dat de<br />
drukmeter niet meer is af te lezen en de duiker zich<br />
nog minder goed kan oriënteren. Ook is de kans op<br />
beschadiging van het pak groot door het schuren<br />
over en haken in obstakels op de bodem. Zie verder<br />
punt 37.<br />
Gesignaleerde misverstanden:<br />
Men gebruikt extra lood om snel onder water te<br />
komen, voor stabiliteit in stromend water en voor<br />
de verticale oriëntatie. Bij een voldoende beheersing<br />
van de duiktechnieken en het goed toepassen<br />
van specifieke procedures zoals voor het werken in<br />
stromend water is (veel) extra lood niet noodzakelijk.<br />
Bij werken in stromend water is onder meer het<br />
gebruik van een hulplijn van belang.<br />
Advies: nagaan of en in hoeverre in bepaalde<br />
omstandigheden toch een beperkte hoeveelheid extra<br />
lood gewenst en verantwoord is.<br />
170