Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
houder nodig. Bij een duikdiepte tot 9 meter is zelfs een ploeg toegestaan van duikploegleider,<br />
tevens reserveduiker en duiker (2 personen), mits er geen voorzienbare kans is dat<br />
de duiker in moeilijkheden komt. De duikploegleider treedt dan zonodig als reserveduiker<br />
op. Een duikploeg van 4 personen bij de brandweer, met een (extra) assistent duikploeg,<br />
is dus ruim. Gezien het risicovolle reddingswerk van de brandweer echter, de drukte<br />
rondom de eigenlijke duikactiviteit en de relatief geringe ervaring van de gemiddelde<br />
brandweerduiker is dit zeker op zijn plaats.<br />
Onder normale omstandigheden staat de duikploegleider als meest ervaren persoon aan<br />
de seinlijn. Bij een noodsituatie echter heeft de reserveduiker een zware taak en kan ook<br />
het contact met de duiker verbroken zijn. De duikploegleider moet dan kunnen bepalen<br />
of hij zelf als signaalhouder van de reserveduiker gaat optreden en niet de assistent<br />
duiker, die geen duiker hoeft te zijn.<br />
Ook de aansturing door een duikploegleider van twee duikers met elk een signaalhouder<br />
introduceert onduidelijkheid over de invulling van de functie van signaalhouder. Een<br />
duikgroep met een duikploegleider, 2 duikers, 2 signaalhouders, een reserveduiker en<br />
een assistent zoals is omschreven in bijlage 9 van de Leidraad BWB onder ‘middel<br />
waterongeval’ komt overeen met een reguliere duikploeg die met 2 signaalhouders is<br />
uitgebreid. Bij de inzet van 2 complete duikploegen is immers voor elke duiker een<br />
duikploegleider als signaalhouder beschikbaar. Als beide duikers dicht bij elkaar duiken is<br />
een van de reserveduikers niet als zodanig nodig en kan die als signaalhouder optreden,<br />
zodat een van de duikploegleiders vrij kan blijven om te coördineren. Bij een middel<br />
waterongeval heeft in het algemeen het werken met twee duikploegen daarom de<br />
voorkeur.<br />
9.6 V O O R B E R E I D I N G VA N E E N D U I K<br />
De voorbereiding van een duikoefening en duikinzet ten aanzien van de veiligheid is van<br />
groot belang. Bij een oefening moet daar voldoende tijd voor worden genomen en<br />
moeten de duikploeg en de overige functionarissen die daarbij betrokken zijn worden<br />
‘gebriefd’. Bij een inzet zijn voor die voorbereiding en briefing soms maar enkele minuten<br />
beschikbaar op weg naar het ongeval. Op dit moment voorzien de Leidraad BWB en de<br />
model Werk-instructie nog niet in een format voor de voorbereiding en de briefing van<br />
oefeningen en een inzet, waaronder een Taak-risico analyse. Praktijkgerichte ondersteuning<br />
bij de aanpak en het opstellen van een Taak-risico analyse voor oefeningen en in<br />
verkorte vorm voor een inzet is noodzakelijk. Meer informatie hierover is opgenomen in<br />
de beschouwing Risico-analyse en -beheersing.<br />
118