Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd Rapport: Veiligheid brandweerduiken beschouwd
De Leidraad geeft aan dat bij een noodsituatie tijdens een oefening in eerste instantie de instructeur de taken van de bevelvoerder zal overnemen. Er is niet bij elke oefening een instructeur aanwezig. Die taken kunnen daarom beter - meer algemeen - aan de oefenleider worden toegewezen. 9.3 TA K E N E N V E R A N T W O O R D E L I J K H E D E N D U I K P L O E G L E I D E R E N B E V E LV O E R D E R In deze paragraaf wordt de organisatie van een duikinzet behandeld. Daarbij is geput uit de Leidraad BWB en de model Werkinstructie, beide van de NVBR, en de (aanvullende) module Brandweerduiker (leerstof brandweerduiker) en de leerstof voor duikploegleider. Taken duikploegleider Volgens de Leidraad BWB heeft de duikploegleider de volgende taken/verantwoordelijkheden: • voorbereiden van de duik (bereikbaarheidskaarten doornemen, et cetera); • leiding geven aan de technische uitvoering van het brandweerduiken door de duikploeg; • fungeren als signaalhouder van de duiker; • (zonodig) leiding geven aan twee signaalhouders die elk één duiker aansturen (in Leidraad, bijlage 9); • communiceren met de bevelvoerder; • bij een noodsituatie: • de noodprocedure opstarten; • de reserveduiker opdracht geven om de duiker in nood te redden (met de assistent duikploeg als signaalhouder); • doorgeven van de noodsituatie aan de bevelvoerder en de assistent duikploeg; • eerste medische hulp verlenen aan een brandweerduiker in nood. De model Werkinstructie formuleert de verantwoordelijkheid van de duikploegleider ruimer dan de Leidraad BWB, namelijk de specifieke verantwoordelijkheid voor het duiktechnische gedeelte van de inzet, met een accent op de veiligheid. Volgens de leerstof brandweerduiker is de duikploegleider belast met het toezicht op de duikwerkzaamheden. Hij moet in staat zijn om te bepalen hoe de werkzaamheden het best kunnen worden uitgevoerd en hij bepaalt (ook) de te volgen inzettactiek. Verder moet de duikploegleider er volgens de leerstof brandweerduiker voor zorgen dat alle benodigde werkzaamheden aan de kant worden genomen en moet hij overleggen met de bevelvoerder over de inzet en de verdeling van de taken. Deelconclusie: De documenten zijn over de taken van de duikploegleider niet consistent. Ook bieden zij teveel interpretatieruimte over de verantwoordelijkheid van de duikploegleider. Dit is ongewenst. De functie van duikploegleider is essentieel voor het beheersen van de risico’s 113
van het duiken en het inschatten van afwijkende situaties en welke (nieuwe) risico’s dit kan introduceren. Verder is de toedeling van taken ook van toepassing bij een noodsituatie. Dan is eenduidigheid over de taken extra kritisch. Ook de omschrijving dat een duikploegleider verantwoordelijk is voor het duik(technische) gedeelte van de inzet laat te veel ruimte voor interpretatie open. De inzet is immers in zijn geheel een duikinzet. Overigens wordt de model werkinstructie in de korpsen niet zonder meer overgenomen. Vanuit het Platform BWB is aangegeven dat die in veel korpsen is aangepast en verbeterd. Taken bevelvoerder Volgens de Leidraad BWB zijn de taken van de bevelvoerder als volgt: • de bevelvoerder is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de inzetplaats; • hij zorgt voor ondersteuning, logistiek en dergelijke (bijvoorbeeld de ambulance ter plaatse vragen); • hij geeft leiding aan de (duik)inzet en draagt na aankomst van de OvD de operationele leiding over; • hij coördineert de taken van specifieke ondersteunende eenheden; • hij zorgt bij inzet van meerdere duikploegleiders voor onderlinge afstemming; • bij een noodsituatie voert hij de volgende taken uit: • doorgeven van de noodsituatie/het duikongeval aan de meldkamer; • zorgen voor ondersteuning van de noodprocedure en redding1 door bemanning TS; • zorgen voor de veiligheid van het ondersteunend personeel. Volgens de model Werkinstructie berust de algemene leiding over de duikinzet bij de bevelvoerder. Hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de inzet en voor de veiligheid en het naleven van alle vastgestelde procedures en voorschriften. Daarbij worden de duikaspecten niet uitgezonderd. Dit is echter niet in lijn met de beschrijving van de verantwoordelijkheid van de duikploegleider in diezelfde werkinstructie, namelijk dat de duikploegleider de specifieke verantwoordelijkheid heeft voor het duiktechnische gedeelte van de inzet. Wél wordt in de werkinstructie opgemerkt dat de bevelvoerder niet in de verantwoordelijkheden van de duikploegleider treedt ten aanzien van de specifieke duikaspecten en dat de samenwerking tussen bevelvoerder en duikploegleider goed beoefend moet worden om misverstanden te voorkomen. Ook volgens de leerstof brandweerduiker is de bevelvoerder verantwoordelijk voor de gehele inzet en de duikploegleider alleen over het gedeelte dat direct met de duikwerkzaamheden te maken heeft. In het verlengde hiervan is bepaald dat de bevelvoerder in overleg met de duikploegleider ‘het inzetplan moet maken en het inzetbevel moet geven’. Dit is in strijd met de omschrijving van de taken van de duikploegleider in dezelfde leerstof. 1 Overige ondersteuning van de bemanning TS bij een noodsituatie: • de zuurstofkoffer en verbandtrommel naar de waterkant brengen; • eventueel een extra ladder plaatsen; • ambulancepersoneel naar de waterkant begeleiden; • voldoende ruimte vrij maken voor behandeling van het slachtoffer; • afhankelijk van de situatie overige hand- en spandiensten verlenen. 114
- Page 63 and 64: . Creëren van extra drijfvermogen
- Page 65 and 66: De kosten van het afhuren van een b
- Page 68 and 69: Beschouwing Luchtverbruik, maximale
- Page 70 and 71: Duiktijd op een bepaalde diepte (vo
- Page 72 and 73: 6.6 O V E R G A A N O P R E S E R V
- Page 74 and 75: In de Leidraad BWB en de model Werk
- Page 76 and 77: Bij het onderzoek van ongevallen va
- Page 78 and 79: Toestellen met een reserveluchtwaar
- Page 80 and 81: e. Afleesbaarheid van de druk en lo
- Page 82: i. Leidraad, model Werkinstructie e
- Page 85 and 86: De belangrijkste, voorzienbare nood
- Page 87 and 88: In een noodsituatie telt iedere sec
- Page 89 and 90: e. Beschikbaarheid van noodlucht Ge
- Page 91 and 92: Die aanvullende maatregelen, zowel
- Page 93 and 94: Tijdens oefeningen zal regelmatig m
- Page 95 and 96: Aanvulling P R A K T I J K P RO E V
- Page 97 and 98: Die functie is van toepassing bij o
- Page 99 and 100: duiken verplicht. Het gaat dus om e
- Page 101 and 102: In een aantal gevallen heeft (eerst
- Page 103 and 104: Daarom mag alleen aan de lijn worde
- Page 105 and 106: De kleur van de seinlijn moet duide
- Page 107 and 108: h. Door middel van een stopmarkerin
- Page 109 and 110: c. Handelingsvolgorde van de duiker
- Page 111 and 112: 110
- Page 113: De duikploeg wordt bij een spoedeis
- Page 117 and 118: Opvallend is dat de bevelvoerder vo
- Page 119 and 120: houder nodig. Bij een duikdiepte to
- Page 121 and 122: e. Overige taken van de TS-bemannin
- Page 123 and 124: 10.3 D U I KO P L E I D I N G E N ,
- Page 125 and 126: Verder kan een verschuiving van (ac
- Page 127 and 128: duik’ worden getoetst1 . Voor dez
- Page 129 and 130: c. Bij het combineren van veilighei
- Page 131 and 132: de Taak-risico analyse wordt de inv
- Page 133 and 134: verleden opgelegde duikverboden met
- Page 135 and 136: geworven binnen het potentieel van
- Page 137 and 138: en de loodgordel en de seinlijn los
- Page 139 and 140: Eens in de 4 jaar moet de brandweer
- Page 141 and 142: Aanvulling II T E KO RT KO M I N G
- Page 143 and 144: Aanvulling III O N D E R D E L E N
- Page 145 and 146: Beschikbaarheid van ademlucht onder
- Page 147 and 148: Effectiviteit van de reserveduiker
- Page 149 and 150: Vastraken onder water beperken (ver
- Page 151 and 152: De werkgever moet (mede) voor het d
- Page 153 and 154: 7 8 9 10 11 12 13 Op basis van de R
- Page 155 and 156: De werkinstructie en procedures voo
- Page 157 and 158: g. Investeren in het verwerken van
- Page 159 and 160: II Bijlage: Samenstelling beschouwi
- Page 161 and 162: 160
- Page 163 and 164: 162
van het duiken en het inschatten van afwijkende situaties en welke (nieuwe) risico’s<br />
dit kan introduceren. Verder is de toedeling van taken ook van toepassing bij een noodsituatie.<br />
Dan is eenduidigheid over de taken extra kritisch.<br />
Ook de omschrijving dat een duikploegleider verantwoordelijk is voor het duik(technische)<br />
gedeelte van de inzet laat te veel ruimte voor interpretatie open. De inzet is immers in zijn<br />
geheel een duikinzet.<br />
Overigens wordt de model werkinstructie in de korpsen niet zonder meer overgenomen.<br />
Vanuit het Platform BWB is aangegeven dat die in veel korpsen is aangepast en verbeterd.<br />
Taken bevelvoerder<br />
Volgens de Leidraad BWB zijn de taken van de bevelvoerder als volgt:<br />
• de bevelvoerder is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de inzetplaats;<br />
• hij zorgt voor ondersteuning, logistiek en dergelijke (bijvoorbeeld de ambulance ter<br />
plaatse vragen);<br />
• hij geeft leiding aan de (duik)inzet en draagt na aankomst van de OvD de operationele<br />
leiding over;<br />
• hij coördineert de taken van specifieke ondersteunende eenheden;<br />
• hij zorgt bij inzet van meerdere duikploegleiders voor onderlinge afstemming;<br />
• bij een noodsituatie voert hij de volgende taken uit:<br />
• doorgeven van de noodsituatie/het duikongeval aan de meldkamer;<br />
• zorgen voor ondersteuning van de noodprocedure en redding1 door bemanning TS;<br />
• zorgen voor de veiligheid van het ondersteunend personeel.<br />
Volgens de model Werkinstructie berust de algemene leiding over de duikinzet bij de<br />
bevelvoerder. Hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de inzet en voor de veiligheid<br />
en het naleven van alle vastgestelde procedures en voorschriften. Daarbij worden de<br />
duikaspecten niet uitgezonderd. Dit is echter niet in lijn met de beschrijving van de<br />
verantwoordelijkheid van de duikploegleider in diezelfde werkinstructie, namelijk dat de<br />
duikploegleider de specifieke verantwoordelijkheid heeft voor het duiktechnische gedeelte<br />
van de inzet. Wél wordt in de werkinstructie opgemerkt dat de bevelvoerder niet in de<br />
verantwoordelijkheden van de duikploegleider treedt ten aanzien van de specifieke<br />
duikaspecten en dat de samenwerking tussen bevelvoerder en duikploegleider goed<br />
beoefend moet worden om misverstanden te voorkomen.<br />
Ook volgens de leerstof brandweerduiker is de bevelvoerder verantwoordelijk voor de<br />
gehele inzet en de duikploegleider alleen over het gedeelte dat direct met de duikwerkzaamheden<br />
te maken heeft. In het verlengde hiervan is bepaald dat de bevelvoerder in<br />
overleg met de duikploegleider ‘het inzetplan moet maken en het inzetbevel moet geven’.<br />
Dit is in strijd met de omschrijving van de taken van de duikploegleider in dezelfde leerstof.<br />
1 Overige ondersteuning van de bemanning TS bij een noodsituatie:<br />
• de zuurstofkoffer en verbandtrommel naar de waterkant brengen;<br />
• eventueel een extra ladder plaatsen;<br />
• ambulancepersoneel naar de waterkant begeleiden;<br />
• voldoende ruimte vrij maken voor behandeling van het slachtoffer;<br />
• afhankelijk van de situatie overige hand- en spandiensten verlenen.<br />
114