23.09.2013 Views

Oefenexamen Wft-Pensioenverzekeringen Kennistoets - NIBE SVV

Oefenexamen Wft-Pensioenverzekeringen Kennistoets - NIBE SVV

Oefenexamen Wft-Pensioenverzekeringen Kennistoets - NIBE SVV

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Oefenexamen</strong><br />

<strong>Wft</strong>-<strong>Pensioenverzekeringen</strong><br />

<strong>Kennistoets</strong>


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

Wat moet een adviseur doen als hij een ongebruikelijke transactie van een klant<br />

vermoedt?<br />

A. Hij beoordeelt de transactie aan de hand van bepaalde indicatoren. Als hieruit<br />

blijkt dat de transactie ongebruikelijk kan zijn, dan is er een verplichte melding bij<br />

de AFM.<br />

B. Hij beoordeelt de transactie aan de hand van bepaalde indicatoren. Als hieruit<br />

blijkt dat de transactie ongebruikelijk kan zijn, is er een verplichte melding bij<br />

FIU-Nederland.<br />

C. Hij meldt de transactie bij zijn werkgever. Deze neemt contact op met de klant en<br />

stelt vragen. Als het vermoeden bevestigd wordt, dan volgt een melding bij de<br />

AFM.<br />

2. Na een jarenlange teruglopende omzet gaat Reinders BV failliet. Voor de DGA is<br />

de pensioenregeling ondergebracht bij een verzekeraar als B-polis. In 2007 is<br />

NIET geopteerd voor de PW en de curator die belast is met het faillissement, wil<br />

de pensioenpolis dan ook afkopen na toestemming van de rechtbank.<br />

Kan de curator hiertoe overgaan?<br />

A. Ja, als de begunstiging van de pensioenpolis NIET is aanvaard door de DGA.<br />

B. Ja, de PW is NIET van toepassing dus kan een curator een B-polis altijd afkopen.<br />

C. Nee, een verzekering met een pensioenclausule kan NOOIT afgekocht worden.<br />

3. Met welke taken zijn de AFM en DNB belast en op grond van welke wet gebeurt<br />

dit?<br />

A. De AFM is verantwoordelijk voor het gedragstoezicht. DNB is verantwoordelijk<br />

voor het prudentieel- en systeemtoezicht. Beide op grond van de <strong>Wft</strong>.<br />

B. De AFM is verantwoordelijk voor het gedragstoezicht op grond van de <strong>Wft</strong>. DNB<br />

is verantwoordelijk voor het prudentieel- en systeemtoezicht, op grond van het<br />

BW.<br />

C. De AFM is verantwoordelijk voor het gedragstoezicht en het prudentieel toezicht.<br />

DNB is verantwoordelijk voor het systeemtoezicht. Beide op grond van de <strong>Wft</strong>.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 2


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

4. Stefan werkt sinds 1996 bij Plato BV en is deelnemer in een middelloonregeling.<br />

In welk situatie wordt zijn pensioenopbouw in ieder geval gecontinueerd?<br />

A. Alleen bij ziekte.<br />

B. Alleen bij ziekte en bij volledige arbeidsongeschiktheid.<br />

C. Zowel bij ziekte, als bij volledige arbeidsongeschiktheid en ook in periodes van<br />

onbetaald verlof.<br />

5. Een werknemer is op 24-jarige leeftijd in dienst getreden bij een bedrijf. Op 30jarige<br />

leeftijd doet de werkgever een pensioentoezegging over alle dienstjaren.<br />

Uitgangspunten van de pensioentoezegging zijn:<br />

Opnameleeftijd : 21 jaar;<br />

Opbouw : 1,75%;<br />

AOW-franchise : EUR 15.000,-;<br />

Pensioensysteem : eindloon;<br />

Jaarsalaris<br />

- leeftijd 24 jaar : EUR 25.000,-;<br />

- leeftijd 30 jaar : EUR 30.000,-.<br />

Hoeveel bedraagt de backservice-aanspraak bij opname in de regeling?<br />

A. EUR 525,-.<br />

B. EUR 788,-.<br />

C. EUR 1.575,-.<br />

6. Het verpakkingsbedrijf AC BV heeft twee afdelingen. Een afdeling waarin de<br />

producten worden verpakt. Op deze afdeling zijn voornamelijk vrouwelijke<br />

medewerkers parttime werkzaam. Daarnaast is er een verkoopafdeling die zorgt<br />

voor de verkoop en cliëntcontacten. Hier zitten voornamelijk mannelijke<br />

medewerkers met een hogere opleiding en zij zijn voornamelijk fulltime aan het<br />

werk. AC BV wil uitsluitend voor de verkoopafdeling een pensioenregeling<br />

aanbieden.<br />

Is dit juridisch toegestaan?<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 3


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

A. Het mag alleen na goedkeuring van de bevoegde belastinginspecteur. Deze<br />

inspecteur moet de regeling als zuiver aanmerken.<br />

B. Nee, er is sprake van discriminatie van vrouwelijke parttime medewerkers.<br />

C. Ja, als er een duidelijke groepsomschrijving in het pensioenreglement is<br />

opgenomen.<br />

7. Wat is het verschil tussen pensioeninkoop en pensioeninhaal?<br />

A. Er is sprake van pensioeninkoop bij verbetering van pensioenrechten opgebouwd<br />

bij vorige werkgevers. Pensioeninhaal ziet op verbetering van pensioenrechten bij<br />

de huidige werkgever.<br />

B. Pensioeninkoop is van toepassing als er als gevolg van waardeoverdracht minder<br />

dienstjaren worden toegekend dan daadwerkelijk zijn doorgebracht bij de vorige<br />

werkgever. Pensioeninhaal is het optimaliseren van het basispensioen.<br />

C. Pensioeninkoop is slechts mogelijk in een salarisdiensttijdregeling.<br />

Pensioeninhaal is bij alle pensioenregelingen mogelijk.<br />

8. Bij een overgang van een onderneming door overdracht van activa/passiva gaan<br />

alle rechten en verplichtingen uit bestaande arbeidsovereenkomsten van<br />

rechtswege over op de verkrijger. De verkrijger heeft in dit geval echter een<br />

mindere pensioenregeling dan de vervreemder.<br />

Kan de verkrijger dezelfde aanbod tot het sluiten van een pensioenovereenkomst<br />

aan de overgekomen werknemers doen, als hij gedaan heeft aan zijn eigen<br />

werknemers?<br />

A. Ja, op grond van Burgerlijk Wetboek is dit mogelijk.<br />

B. Nee, op grond van het Burgerlijk Wetboek geldt de hoofdregel dat de<br />

pensioenregeling van de vervreemder over gaat op de verkrijger.<br />

C. Nee, op grond van het Burgerlijk Wetboek moet de regeling minimaal<br />

gelijkwaardig zijn.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 4


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

9. In verband met een pensioenadvies is een klant van mening dat hij ONJUIST is<br />

geadviseerd en dat hij hierdoor schade heeft geleden.<br />

Op grond van welke wet- of regelgeving kan de klant een beroep doen op<br />

schadevergoeding?<br />

A. Alleen op grond van de Pensioenwet en de <strong>Wft</strong>.<br />

B. Alleen op grond van de <strong>Wft</strong> en het Burgerlijk Wetboek.<br />

C. Alleen op grond van het Burgerlijk Wetboek.<br />

10. In de fiscale wetgeving staan wettelijke bepalingen voor een DGA die zijn<br />

pensioen in eigen beheer heeft.<br />

In welke fiscale wetgeving staan de regels voor de waardering van de voorziening<br />

pensioenverplichtingen, als er sprake is van een open indexatie?<br />

A. In de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.<br />

B. In de Wet inkomstenbelasting 2001.<br />

C. In de Wet op de omzetbelasting 1968.<br />

11. In 2012 gaan Klaas en Rita uit elkaar na jarenlang samengewoond te hebben.<br />

Klaas is DGA en heeft een pensioenregeling die volledig is ondergebracht bij een<br />

verzekeraar. Klaas heeft in 2007 NIET geopteerd voor de PW. De<br />

pensioenregeling omvat een ouderdomspensioen en een op te bouwen<br />

partnerpensioen (PP). Rita eist dat al het opgebouwde PP haar toekomt als<br />

bijzonder PP op grond van wettelijke bepalingen.<br />

Zijn er wettelijke bepalingen waarin wordt aangegeven dat Rita rechtsgronden<br />

heeft om het opgebouwde PP op te eisen?<br />

A. Nee.<br />

B. Ja, art 57 PW.<br />

C. Ja, art 3a WVPS.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 5


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

12. De woekerpolis affaire heeft, samen met de opkomst van banksparen, ervoor<br />

gezorgd dat het premievolume van de levensverzekeringssector daalt (bron:<br />

DNBulletin 25 oktober 2011). Verder is per 1 januari 2011 de PPI (Premie<br />

Pensioen instelling) een feit, met ogenschijnlijk lage kosten en een transparant<br />

karakter. Stel dat een gepensioneerde DGA zijn pensioen in eigen beheer heeft.<br />

Kan hij dan de uitkeringsperiode overdragen aan de PPI?<br />

A. Nee, een DGA kan alleen de opbouwfase door een PPI laten uitvoeren.<br />

B. Nee, alleen kapitaal wat onder de PW valt, kan bij een PPI worden ondergebracht.<br />

C. Ja, het pensioen kan dan ondergebracht worden bij een PPI.<br />

13. De uitwerking van een pensioenadvies voor een DGA bevat de volgende<br />

besproken zaken:<br />

- pensioen in eigen beheer;<br />

- verzekerde regeling;<br />

- combinatie eigen beheer/verzekeren;<br />

- vermogensvorming in de BV;<br />

- mogelijkheid deelname collectieve regeling;<br />

- BPF-deelname.<br />

Wat zou nog toegevoegd moeten worden?<br />

A. Sparen in de derde pijler.<br />

B. Deelname aan de oudedagsreserve.<br />

C. Beleggingsmogelijkheden voor overtollige liquide middelen van de BV.<br />

14. De ingangsdatum van een partnerpensioen bij overlijden van de deelnemer is<br />

onder meer vastgelegd in fiscale wetgeving.<br />

Welke wetgeving staat uitstellen van de ingangsdatum toe als er recht is op een<br />

ANW-uitkering?<br />

A. De Wet op de loonbelasting.<br />

B. De Wet inkomstenbelasting.<br />

C. De Pensioenwet.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 6


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

15. Wat is GEEN voorwaarde voor verplichte waardeoverdracht?<br />

A. Er moeten pensioenaanspraken worden verworven bij de ontvangende<br />

pensioenuitvoerder.<br />

B. Het dienstverband bij de nieuwe werkgever moet aansluiten op het dienstverband<br />

bij de oude werkgever.<br />

C. De begunstigde van het partnerpensioen moet akkoord gaan met de<br />

waardeoverdracht van het ouderdomspensioen.<br />

16. Bakkerij Jansen, opgericht in 2011, ontvangt van het pensioenfonds voor het<br />

Bakkersbedrijf de mededeling dat verplichtstelling geldt. De eigenaar wil het<br />

pensioen voor zijn medewerkers echter liever zelf regelen en overlegt met een<br />

pensioenadviseur.<br />

Waar kan de pensioenadviseur toetsen of dispensatie mogelijk is?<br />

A. In de vrijstellings- en boetebesluit wet Bpf 2000.<br />

B. In de Wet BPF.<br />

C. In de Pensioenwet.<br />

17. Jantine is werkzaam bij een van de grootste ingenieursbedrijven binnen<br />

Nederland. Haar arbeidsvoorwaarden zijn prima geregeld. Haar werkgever heeft<br />

in de cao de hoofdlijnen voor de arbeidsvoorwaarden vastgelegd.<br />

Hoe wordt deze cao ook wel genoemd?<br />

A. Een raam cao.<br />

B. Een cao à la carte.<br />

C. Een minimum cao.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 7


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

18. Maaike van Summeren werkt vier dagen in de week (32 uur). De<br />

pensioenregeling, die haar werkgever biedt, gaat normaal gesproken uit van een<br />

40-urige werkweek. Haar pensioengevend jaarsalaris is EUR 40.000,-. De AOWfranchise<br />

is EUR 16.000,-.<br />

Hoe hoog is haar pensioengrondslag?<br />

A. EUR 12.000,-.<br />

B. EUR 19.200,-.<br />

C. EUR 27.200,-.<br />

19. Door de komst van haar eerste kind gaat Petra minder werken. Ze gaat van 40 uur<br />

terug naar 24 uur per week. Het nieuwe pensioengevende jaarsalaris van Petra<br />

wordt dan EUR 22.000,-. De pensioenregeling hanteert 10/7 x de enkelvoudige<br />

gehuwden AOW als franchise, die is in 2013 EUR 13.227,-.<br />

Hoeveel bedraagt de pensioengrondslag van Petra?<br />

A. EUR 22.000,- minus (de franchise x 60%).<br />

B. EUR 22.000,- minus de franchise van EUR 13.227,-.<br />

C. EUR 22.000,- minus de franchise van 10/7 x EUR 13.227,-.<br />

20. Een werkgever heeft een pensioenregeling waarin de bepaling staat dat het<br />

pensioengevend salaris maximaal EUR 50.000,- bedraagt. Jan heeft een bruto<br />

inkomen van EUR 30.000,-, Piet van EUR 50.000,- en Erik van EUR 80.000,-. De<br />

werkgever wil de pensioenregeling voor zijn werknemers optimaliseren door<br />

middel van een excedentregeling in de vorm van een beschikbare premieregeling.<br />

De franchise bedraagt EUR 15.000,-.<br />

Wie gaat/gaan door de invoering van de excedentregeling meer pensioen<br />

opbouwen?<br />

A. Alleen Erik.<br />

B. Alleen Piet en Erik.<br />

C. Zowel Piet, Erik als Jan.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 8


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

21. Plater BV heeft voor zijn 200 medewerkers een pensioenregeling ondergebracht<br />

bij verzekeraar X. Aan het eind van het contract wenst Plater BV de regeling te<br />

continueren bij verzekeraar Y, de regeling zelf blijft ongewijzigd. Er is GEEN<br />

sprake van een CAO. Na drie gesprekken tussen de pensioenadviseur en de<br />

werkgever gaat de werkgever akkoord met de offerte van verzekeraar Y.<br />

Wie ontbreekt bij deze instemming?<br />

A. De HR-medewerker.<br />

B. De ondernemingsraad.<br />

C. De vertegenwoordiger van verzekeraar X.<br />

22. Bij Pensioenbureau “later is al begonnen” geldt een gedragscode voor de<br />

medewerkers. Deze gedragscode is vastgelegd en de medewerkers moeten die<br />

naleven als zij uit naam van het pensioenbureau handelen.<br />

Wat zal de belangrijkste doelstelling van de gedragscode zijn?<br />

A. Het bevorderen van integer gedrag.<br />

B. Het behalen van omzettargets.<br />

C. Het voorkomen van financiële claims.<br />

23. Een pensioenbrief van een DGA vermeldt dat van de toezegging een deel eigen<br />

beheer wordt gehouden en 40% wordt verzekerd. Daarnaast wordt het volledige<br />

partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum extern verzekerd.<br />

Is hier sprake van bepaald of onbepaald deel verzekeren?<br />

A. Bepaald deel verzekeren.<br />

B. Onbepaald deel verzekeren.<br />

C. Beide, een deel is bepaald en een deel is onbepaald verzekerd.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 9


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

24. Op pensioendatum wil een DGA zijn pensioenuitkeringen onderbrengen bij een<br />

verzekeraar. De pensioenverplichting volgens de balans bedraagt EUR 412.000,-<br />

gebaseerd op een eindloonregeling. De verzekeraar vraagt een koopsom van EUR<br />

536.000,- om de toegezegde aanspraken levenslang uit te keren. Ondanks het feit<br />

dat de BV de koopsom kan betalen, kiest de DGA voor afstorting van de<br />

pensioenverplichting volgens de balans en de BV vervolgens te liquideren.<br />

Is hier sprake van een verboden handeling?<br />

A. Ja, want dit is afzien van pensioen.<br />

B. Ja, want dit is afkoop van pensioen.<br />

C. Nee, de aanspraak is slechts verwezenlijkbaar voor EUR 412.000,-.<br />

25. Een DGA (alleenstaand) heeft een pensioentoezegging op basis van:<br />

- eindloon, 2% opbouw per dienstjaar;<br />

- partnerpensioen vanaf pensioendatum 1,4% per dienstjaar;<br />

- pensioenleeftijd 65 jaar;<br />

- franchise AOW 10/7 x AOW voor alleenstaanden.<br />

Wanneer is er sprake van een fiscaal zuivere pensioenregeling?<br />

A. Beide regelingen zijn fiscaal zuiver.<br />

B. Bij een verzekerde regeling.<br />

C. Bij eigen beheer.<br />

26. Een DGA wil zijn pensioen opbouwen door een combinatie van verzekeren en<br />

eigen beheer. De adviseur vindt het NIET noodzakelijk de pensioenregeling eerst<br />

voor te leggen aan de inspecteur.<br />

Is het zinvol om in de pensioenbrief een glijclausule op te nemen?<br />

A. Nee, deze bepaling geldt NIET voor een DGA die zijn pensioen geheel of<br />

gedeeltelijk in eigen beheer houdt.<br />

B. Ja, deze bepaling kan altijd worden toegepast.<br />

C. Nee, deze bepaling werkt NIET als deze NIET ter beoordeling wordt voorgelegd<br />

aan de inspecteur.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 10


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

27. Karel adviseert een DGA (aandelenbelang 100%). Het passende advies resulteert<br />

in een volledige kapitaalverzekering op eindloonbasis waarbij zowel het<br />

ouderdoms- als het partnerpensioen worden opgebouwd. De DGA heeft GEEN<br />

partner en kinderen. De klant wil als verzekeringsvorm een gemengde<br />

verzekering.<br />

Is deze verzekeringsvorm toegestaan?<br />

A. Ja, mits op de polis de werkgever als begunstigde voor deze uitkering wordt<br />

aangemerkt.<br />

B. Ja, de uitkering bij overlijden valt onder de uitzonderingssituatie van restbegunstiging.<br />

C. Nee, er is GEEN erfgenaam die behoort tot de kring van verzorgden, zoals<br />

bedoeld in de Wet op de Loonbelasting 1964.<br />

28. Philip BV wil de pensioenregeling voor haar werknemers verbeteren. Zij heeft op<br />

dit moment een middelloonregeling met een opbouw van 2,25%. De directie van<br />

Philip BV heeft besloten om deze opbouw te verhogen tot 3%.<br />

Wat is hiervan het fiscale gevolg?<br />

A. Er zal een splitsing moeten worden aangebracht tussen het zuivere deel van de<br />

pensioenregeling en het onzuivere gedeelte.<br />

B. Op grond van de pensioenwet is dit verboden.<br />

C. De omkeerregel is NIET meer van toepassing.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 11


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

29. Een DGA wil of een dekkingspolis of een polis met loonbelastingclausule sluiten<br />

om de pensioenuitkeringen zeker te stellen.<br />

Wat is JUIST voor het faillissementsrisico?<br />

A. Een polis met loonbelastingclausule biedt meer bescherming dan een<br />

dekkingspolis.<br />

B. Een dekkingspolis die wordt verpand aan een bank, biedt dezelfde bescherming<br />

als een polis met loonbelastingclausule.<br />

C. Een dekkingspolis biedt meer bescherming tegen faillissement, omdat deze NIET<br />

gekoppeld is aan de pensioenverplichting. De begunstigde moet dan wel de DGA<br />

zijn.<br />

30. Een DGA heeft in 2008 een volledig verzekerde pensioenregeling gesloten. De<br />

verzekeringnemer op de loonbelastingpolis is de werkgever. De werkgever BV<br />

gaat failliet.<br />

Wat betekent dit voor de al opgebouwde rechten?<br />

A. De opgebouwde aanspraken mogen NIET door de curator worden afgekocht,<br />

omdat er een afkoopverbod op de polis staat vermeld.<br />

B. De opgebouwde aanspraken mogen NIET door de curator worden afgekocht.<br />

Deze zijn ondergebracht in een polis bij een professionele verzekeraar. Ze zijn<br />

daardoor GEEN vermogensbestanddeel van de failliete vennootschap.<br />

C. De curator mag de verzekerde pensioenen afkopen. De DGA kan wellicht een<br />

beroep doen op bepalingen in de faillissementswet en het Burgerlijk Wetboek.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 12


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

31. Een DGA heeft pensioen toegezegd op basis van een beschikbare premieregeling.<br />

De toezegging wordt volledig gefinancierd door een beleggingsverzekering. De<br />

DGA wil de beschikbare premieregeling met terugwerkende kracht omzetten in<br />

een eindloonregeling.<br />

Is het fiscaal toegestaan om de beschikbare premieregeling om te zetten in een<br />

eindloonregeling?<br />

A. Ja, als er rekening wordt gehouden met een eventueel onderrendement.<br />

B. Ja, dit kan zonder enige beperking.<br />

C. Nee, de omzetting mag slechts voor in de toekomst. De terugwerkende kracht is<br />

een onzakelijke handeling.<br />

32. Hieronder volgen twee beweringen.<br />

I. Omdat de directeur grootaandeelhouder als eigenaar van de BV kan worden<br />

beschouwd, heeft hij de bescherming van de Pensioenwet NIET nodig. Hij kan<br />

zelf zijn belangen behartigen.<br />

II, Als de directeur grootaandeelhouder ten minste 10% van de aandelen van de BV<br />

bezit, hoeft de pensioentoezegging NIET aan de eisen van de Wet Loonbelasting<br />

te voldoen.<br />

Wat is JUIST?<br />

A. Alleen I is juist.<br />

B. I en II zijn juist.<br />

C. GEEN van beide is juist.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 13


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

33. Henk is DGA en bouwt pensioen op in eigen beheer. Mede door geldzorgen loopt<br />

zijn huwelijk met Sandra op de klippen. Sandra vordert een afstorting van het<br />

verevende ouderdomspensioen en het opgebouwde partnerpensioen naar een<br />

verzekeraar.<br />

Is Henk verplicht om de verevening af te storten?<br />

A. Nee, als Henk kan aantonen dat er een continuïteitsrisico ontstaat.<br />

B. Ja, maar Henk hoeft alleen het opgebouwde partnerpensioen afstorten.<br />

C. Ja, Henk moet het opgebouwde partnerpensioen en van het verevende<br />

ouderdomspensioen afstorten.<br />

34. Mag een medisch specialist, in dienst bij zijn B.V., een pensioen in eigen beheer<br />

toezeggen?<br />

A. Ja, maar dan wel rekening houdend met het pensioen dat wordt opgebouwd uit<br />

hoofde van de verplicht gestelde pensioenfondsregeling.<br />

B. Nee, de medisch specialist bouwt al pensioen op via de verplicht gestelde<br />

pensioenregeling.<br />

C. Nee, als deelnemer in een maatschap mag je GEEN pensioen in eigen be-heer<br />

opbouwen.<br />

35. De uitvoering van de pensioentoezegging van de DGA kan op verschillende<br />

manieren plaatsvinden.<br />

Hieronder volgen twee beweringen.<br />

I Als de pensioentoezegging NIET wordt ondergebracht bij een verzekeraar, dan<br />

kan de pensioentoezegging worden ondergebracht bij een pensioenstichting.<br />

II Pensioenopbouw in de werk-BV is een vorm van extern eigen beheer.<br />

Wat is JUIST?<br />

A. Alleen I is juist.<br />

B. Alleen II is juist.<br />

C. I en II zijn juist.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 14


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

36. Vóór de implementatie van een pensioenregeling voor de werknemers van Zapino<br />

BV wordt een overzicht gemaakt van het personeelsbestand en de<br />

toekomstverwachtingen van het personeelsbestand.<br />

Wat is het voordeel van dit risicomanagement?<br />

A. De toekomstige pensioenlasten voor de werkgever kunnen hierdoor vooraf<br />

worden ingeschat.<br />

B. De toekomstige pensioenlasten voor de werkgever staan hier mee vast.<br />

C. Door voorfinanciering kan nu onder andere backservice worden voorkomen.<br />

37. Wat is het doel en belang van een goede en structurele risicomanagementaanpak?<br />

A. Het vermijden van alle risico’s bij het opstellen van de ondernemingsstrategie.<br />

B. Het nemen van beter onderbouwde beslissingen en een grotere kans dat<br />

doelstellingen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd.<br />

C. De risico’s zodanig beheren dat ze buiten de risico-acceptatiegrens van de<br />

onderneming vallen.<br />

38. Vóór de implementatie van een pensioenregeling wordt met de werkgever onder<br />

meer de doelstellingen van de onderneming bepaald ten aanzien van een<br />

pensioenregeling voor zijn werknemers. Verder wordt na een gedegen<br />

inventarisatie en analyse van bijvoorbeeld de financiële risico’s bepaald of de<br />

doelstelling haalbaar is.<br />

Welke stappen van het proces ‘Plan, Do, Check en Act’ zijn hiermee doorlopen?<br />

A. De stappen Plan en Do.<br />

B. De stappen Do en Check.<br />

C. De stappen Check en Act.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 15


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

39. De organisatiecultuur is bepalend voor de wijze waarop met risico’s in het bedrijf<br />

wordt omgegaan. Zo is voorbeeldgedrag van bestuurders en management van<br />

essentieel belang voor de juiste bedrijfscultuur en risicobewustzijn.<br />

Wat wordt met dit voorbeeldgedrag bewerkstelligd?<br />

A. Dat werknemers naast successen ook risico’s rapporteren.<br />

B. Door het niet zichtbaar maken van de risico’s, wordt imagoschade voorkomen.<br />

C. Dat communicatie over risico’s alleen intern op bestuurdersniveau plaatsvindt.<br />

40. Bij de inrichting van een pensioenregeling voor een werkgever is GEEN rekening<br />

gehouden met de instroom van nieuw personeel waardoor de premielast buiten de<br />

acceptatiegrens van de werkgever valt.<br />

Welke risicosoort wordt hier bedoeld?<br />

A. Personele risico's.<br />

B. Financiële risico's.<br />

C. Economische risico's.<br />

41. Een onderneming heeft op basis van risicomanagement de risico’s beoordeeld als<br />

‘Acceptabel’, ‘Zorgelijk’ of ‘Onacceptabel’. Dit is gebeurd door de verwachte<br />

kans en het verwachte gevolg in te schatten.<br />

Wat moet gebeuren als een risico optreedt dat als onacceptabel wordt<br />

gekwalificeerd?<br />

A. Het risicoprofiel van de onderneming wordt opnieuw vastgesteld.<br />

B. Er zal actie moeten worden ondernomen om het risico binnen de risico-tolerantie<br />

te krijgen.<br />

C. De risicotolerantie wordt opnieuw vastgesteld zodat het risico als zorgelijk kan<br />

worden gekwalificeerd.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 16


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

42. Bij werkgever A is ongeveer 30% van de werknemers gehuwd of geregistreerd<br />

partner. In verband met deze verhouding wil werkgever A voor zijn gehuwde en<br />

geregistreerde werknemers een partnerpensioen op opbouwbasis in de pensioenovereenkomst<br />

opnemen.<br />

Wat moet de werkgever over het partnerpensioen meegedeeld worden?<br />

A. Een toename van het aantal gehuwde medewerkers heeft aanzienlijke financiële<br />

consequenties.<br />

B. Het is mogelijk om op grond van de Pensioenwet onderscheid te maken tussen<br />

gehuwden en samenwoners. Hierdoor blijven de lasten van het partnerpensioen<br />

slechts voor een beperkte groep gelden.<br />

C. Als het partnerpensioen op opbouwbasis is toegezegd, moet dit ook voor<br />

ongehuwden gelden op grond van de Pensioenwet.<br />

43. Het bestuur van BV X bestaat uit een CEO en een CFO. Mary adviseert de CFO<br />

van BV X in verband met een nieuwe pensioenregeling. Hiervoor bemiddelt zij<br />

tussen BV X en verzekeraar Y. Er komt een uitvoeringsovereenkomst tot stand<br />

met een jaarlijks premievolume van EUR 500.000,-. Uit de statuten blijkt dat de<br />

CFO zelfstandig bevoegd is transacties aan te gaan tot een bedrag van EUR<br />

250.000,-. De CFO heeft de uitvoeringsovereenkomst ondertekend.<br />

Is deze overeenkomst rechtsgeldig?<br />

A. Ja, de vertegenwoordigingsbevoegdheid van een bestuurder is onbeperkt en<br />

onvoorwaardelijk. Een begrenzing tot een bedrag berust NIET op de wet en kan<br />

NIET tegen derden worden tegengeworpen.<br />

B. Nee, de CFO is als bestuurder bevoegd transacties aan te gaan in naam van BV X.<br />

Hierbij is zijn bevoegdheid begrensd op grond van de statuten. Dit moet wel in het<br />

handelsregister zijn opgenomen.<br />

C. Nee. In beginsel is het voltallige bestuur onbeperkt en onvoorwaardelijke<br />

bevoegd. Maar voor transacties die naar aard en omvang NIET dienstig zijn aan<br />

de gewone bedrijfsvoering geldt dat die alleen door het bestuur gezamenlijk<br />

genomen mogen worden.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 17


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

44. BV A draagt haar activiteiten over aan BV B, een zogenaamde bedrijfsfusie. De<br />

werknemers van BV A hebben een premievrije 2,25% geïndexeerde middelloonregeling.<br />

BV B heeft voor haar werknemers een 1,75% geïndexeerde middelloonregeling<br />

met een eigen bijdrage van 50%.<br />

Wat betekent dit voor de pensioenregeling van de werknemers van BV A?<br />

A. De pensioenregeling wordt voortgezet. Werkgever B kan de werknemers NIET in<br />

haar regeling opnemen omdat deze slechter is.<br />

B. De pensioenregeling wordt voortgezet. Werkgever B kan echter de werknemers<br />

opnemen in haar eigen regeling, als zij gebruik maakt van art. 7:664 BW.<br />

C. De pensioenregeling wordt NIET voortgezet. De werknemers van BV A moeten<br />

worden opgenomen in de regeling van BV B. Gebeurt dit NIET, dan is er sprake<br />

van ongelijke behandeling.<br />

45. Het personeelsbestand van werkgever X verloopt al jaren grillig. Er zijn veel<br />

oudere medewerkers in dienst en er is veel verloop van jonge deelnemers die na<br />

een paar jaar werken weer uit dienst treden. Om de leegloop van jonge<br />

werknemers te beperken, wil de werkgever een pensioenregeling toezeggen en<br />

daarnaast het salaris in de toekomst stapsgewijs verhogen. De werkgever vindt het<br />

belangrijk de pensioenkosten vooraf zelf te kunnen bepalen.<br />

Welke pensioenovereenkomst past hier het beste bij?<br />

A. Een premieovereenkomst.<br />

B. Een kapitaalovereenkomst.<br />

C. Een uitkeringsovereenkomst.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 18


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

46. Liza en Charles zijn beiden voor 50% eigenaar en bestuurder van Plots BV. Bij de<br />

onderneming werken zes medewerkers in loondienst. Statutair is bepaald dat voor<br />

transacties met derden die een bedrag van EUR 25.000,- te boven gaan, de<br />

goedkeuring is vereist van beide bestuurders. Een pensioenadviseur is met een van<br />

de bestuurders in gesprek over een collectieve pensioenregeling voor de<br />

werknemers met een jaarpremie van EUR 47.000,-.<br />

Waar kan een pensioenadviseur vooraf informatie inwinnen of de bestuurder de<br />

BV mag vertegenwoordigen?<br />

A. Bij het gemeentehuis in de vestigingsplaats van de BV.<br />

B. Bij de notaris die de oprichting van de BV heeft geleid.<br />

C. In het handelsregister bij de Kamer van Koophandel.<br />

47. Via een activa/passiva overdracht gaat onderneming A over in onderneming B.<br />

Bij onderneming B geldt een pensioenregeling voor al het personeel op basis van<br />

een salaris/diensttijdregeling. Onderneming A heeft GEEN pensioenregeling.<br />

Op grond van welke wet(ten) krijgen de overgekomen werknemers (van<br />

onderneming A) nu een pensioenaanbod?<br />

A. Op grond van de Wet op de loonbelasting.<br />

B. Op grond van de Pensioenwet.<br />

C. Op grond van de Pensioenwet en het Burgerlijk Wetboek.<br />

48. Laura heeft een eenmanszaak met twee vertegenwoordigers in loondienst. Voor<br />

beiden heeft ze een pensioenregeling en daarvoor betaalt ze jaarlijks in januari<br />

ineens de jaarpremie van EUR 4.500,- aan een verzekeraar. Het boekjaar is gelijk<br />

aan het kalenderjaar.<br />

Waar vindt u de betalingen terug in de financiële jaarstukken?<br />

A. Alleen op de winst- en verliesrekening.<br />

B. Op de winst- en verliesrekening en op de balans.<br />

C. Alleen op de balans.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 19


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

49. Het eigen vermogen van onderneming Stielel BV bedraagt EUR 140.000,-. De<br />

vlottende activa bedragen EUR 70.000,-, de vaste activa EUR 80.000,- en de vaste<br />

passiva bedragen EUR 60.000,-.<br />

Hoeveel bedraagt het nettowerkkapitaal?<br />

A. EUR 20.000,-.<br />

B. EUR 120.000,-.<br />

C. EUR 160.000,-.<br />

50. Werkgever X betaalt op 1 juli van elk kalenderjaar de jaarlijkse pensioenpremie<br />

ineens aan een verzekeraar. Van de jaarpremie slaan zes maanden op het lopende<br />

kalenderjaar, het restant op de zes maanden van het opvolgende kalenderjaar.<br />

Waar is de vooruitbetaalde premie terug te vinden in de jaarstukken?<br />

A. Bij de kortlopende passiva.<br />

B. Bij de langlopende passiva.<br />

C. Bij de overlopende activa.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 20


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

Antwoord <strong>Wft</strong>-<strong>Pensioenverzekeringen</strong> <strong>Kennistoets</strong><br />

1. B<br />

2. A<br />

3. A<br />

4. A<br />

5. C<br />

6. C<br />

7. A<br />

8. A<br />

9. C<br />

10. B<br />

11. A<br />

12. A<br />

13. A<br />

14. A<br />

15. B<br />

16. A<br />

17. A<br />

18. C<br />

19. A<br />

20. A<br />

21. B<br />

22. A<br />

23. A<br />

24. A<br />

25. B<br />

26. A<br />

27. A<br />

28. C<br />

29. A<br />

30. C<br />

31. A<br />

32. A<br />

33. A<br />

34. A<br />

35. A<br />

36. A<br />

37. B<br />

38. A<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 21


Oefen examen<br />

<strong>Wft</strong> Pensioen kennistoets<br />

39. A<br />

40. B<br />

41. B<br />

42. C<br />

43. A<br />

44. B<br />

45. A<br />

46. C<br />

47. B<br />

48. A<br />

49. C<br />

50. C<br />

U dient 35 van de 50 vragen goed te hebben om te slagen.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!