NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz - Messiaans het levend ...

NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz
34Parasjah Bemidbar 'rbdmb
Tora: Bemidbar 1:1-4:20
Haftarah: Hosjea 2:1-22 (Hebreeuws) ; Hosea 1:10-2:20 (NBG)
Indeling: Telling 1 van de Israëlitische mannen.
Telling 2 van de Levieten.
Telling 3 .van de Eerstgeborenen.
Telling 1 van de Israëlitische mannen:
Mosje telde in de woestijn van Sinaï alle mannen van Israël boven de 20 jaar per stam en per hoofd in
opdracht van de Eeuwige.(Hfst l)
Redenen voor de aantallen bij de stammen:
a) Het Leger. - Suggestie: G'd stelde een leger op om een samenhangende eenheid met de Heer te verkrijgen.
Een formidabele gedisciplineerde vechtmachine.
b) Het Wonder van Israël’s Bestaan: Ondanks lijden, vervolgingen demonstreerden de aantallen het
overleven van Israël’s volk door de Heilige!
c) Een Israëliër was meer dan een radertje in een grote organisatie: De volkstelling per stam per familie gaf
aan elke getelde de onvervalste waarde van hem aan, in zijn eigen wereld!
d) Het Kamp van de Heer: Een verdere reden om een geordend kampement te verkrijgen. Het hielp om een
relatief gelijk aantal mensen op elk van de vier zijden van het Israëlische kamp te plaatsen. Hoofdstuk 2
beschrijft hoe de orde in het kamp eruit zag. Het hield alles in zich van orde en eenheid. Niet alleen was
het hun orde om het kampement op te zetten, maar het functioneerde ook als een formatie om op te
trekken: "Zoals ze gelegerd waren, zo moesten ze ook optrekken; ieder op de voor hem bepaalde plaats
volgens hun vaandels." (2:17) Het was belangrijk voor G'ds leger om geordend en gedisciplineerd te zijn!
(Orde is de eerste wet van de hemel!) De orde van het Israëlische kamp was een groot vierkant. Er waren
drie stammen naast elkaar aan elke zijde van het vierkant. De stam Levi in het midden was de leiderstam
met de drieledige afbeelding op zijn vlag. Zo waren er twaalf stammen (Menasse en Efraïm, de zonen van
Joséf, afzonderlijk geteld) aan de buitenste rand van dit vierkant. Op de binnenlaag van het vierkant
waren de zonen van Levi: de Merarieten op het Noorden, de Gershonieten op het Westen, de Kehathieten
op het Zuiden en de zonen van Aharon op het Oosten. Het belangrijkste deel van het kampement was
precies in het midden - de Misjkan met de Sjechinak Daarom werd de Sjechinah het eerst door de
Levieten bewaakt, dan door de overige zonen van Ja'akov. Eén van de mooiste beelden van de kamp
vormden de vlaggen en banieren. Er waren vijf hoofdvlaggen of degliem, ~ylgd. Die van Juda, die van
Ruben, die van Efraïm en die van Dan. Iedere hoofdvlag stond voor een groep van drie stammen, die
samen in een kampement aan één zijde van het vierkant waren geplaatst en de vijfde hoofdvlag was voor
de Levieten. Vervolgens had iedere stam zijn eigen kleiner banier of teken, ta. Deze banier was
werkelijk een teken of symbool van de betreffende stam. De Midrasj "Bemidbar Rabbah" vertelt ons hoe
ieder teken er uitzag. Ons wordt verteld, dat iedere vlag van een stam gekleurd was in overeenstemming
met hun steen in Aharon's Borstschild en een eigen stamordeteken had, bepaald uit een deel van Ja'akovs
profetie voor hen, in het centrum van de vlag geborduurd. Volgens de Oorlogsrol van de Dode Zeerollen
had "iedere eenheid van de drie stammen tot op de kleinste eenheid – of het één van tienduizend, één van
duizend, één van honderd, één van vijftig of één van tien was – zijn eigen standaard."
Hier is de beschrijving naar de Midrasj "Bemidbar Rabbah":
1. Judah - een Leeuw op hemelsblauw;
2. Ruben - liefdesappelen op rood;
3. Simeon - de stad Sjichem geborduurd op groen;
4. Levi - de Uriem en de Tummiem geborduurd op 1/3 zwart, 1/3 rood en 1/3 wit;
5. Issachar - de zon en de maan op zwart;
6. Zebulon - een schip op wit;
7. Dan - een slang op saffier-blauw;
8. Gad - een kamp soldaten op grijs;
9. Menasse - een os op gitzwart;
10. Efraïm - een stier op gitzwart;
11. Naftali - een hinde op licht rood;
12. Asjer - een olijfboom op de kleur van de "kostbare steen waarmee vrouwen zich tooien"
- 1 -

NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz
De vlag van Benjamin ontbrak in deze Midrasj “Bemidbar Rabbah”. Uit andere bronnen weten we dat dit
teken vermoedelijk een wolf was (Beresjiet 49:27). De aartsvader Ja'akov regelde volgens Rashi dezelfde
orde van optrekken bij zijn begrafenis en ook de ordetekens van de stammen.
e) Het kamp van de Sjechinah: De Talmoed deelt mee dat er drie kampementen waren: Het buitenste kamp
van de Israëlieten, het middelste kamp van de Levieten en het binnenste kamp van G'ds
tegenwoordigheid, de Sjechinah. G'd is de Hoofdcommandant, die spreekt vanuit Zijn commandopost, de
Tent der Samenkomst. Hij is Ad-na Tsewa'ot, de Heer der Heerscharen! Hoe kan de Goddelijke
Tegenwoordigheid heden tot ons spreken? Met de juiste wapenuitrusting van G'd, volgens Efeze 6:11-17,
van ons binnenste uit, worden we Zijn strijders.
Telling 2 van de Levieten:
Deze eerste telling (3:17) van één maand oud en daarboven, van het mannelijk geslacht, ging over de drie
zonen van Levi: Gershon, Kehath en Merarie. Er waren 7500 Gershonieten (v.22), 8600 Kehathieten (v.28) en
6200 Merarieten (v.34) Totaal 22300 mannelijke Levieten. Mosje zegt echter in v.39 dat er 22000 mannelijke
Levieten zijn. De Gershonieten vallen in twee families uiteen: de Liwnieten en de Shirnieten, naar de zonen
van Gershon Liwni en Shirn'ie. De Kehathieten waren in vier families opgesplitst naar de vier zonen van
Kehath: Amrarn, Jitshar, Chewron en 'Oeziél. De Merarieten waren onderverdeeld in twee families naar de
twee zonen van Merarie: Machlie en Moeshie. Er waren dus acht families voor de dienst rond en in de
Misjkan.
De taakbeschrijving van de Levieten:
Eén keer per acht weken had één familie één week dienst of wacht. Deze bestond:
1. Uit bewaking, dat geen onbevoegde of iemand met tamei in de Misjkan kon komen.
2. uit assistentie van de kohaniem (priesters) in de rituele diensten.
3. uit de dienst voor vervoer van de onderdelen van de Misjkan en de bedekte heilige voorwerpen onder
supervisie van de kohaniem bij het verder trekken van Israël. De Kehatieten tussen dertig en vijftig jaar
oud (4:3) moesten de bedekte heilige voorwerpen dragen op aanwijzingen van Aharon en zijn zonen
(4:19). De Eeuwige was bezorgd voor het voortbestaan van de Kehatieten (4:18-20)! Bij fouten konden
zij sterven! Zij droegen aan draagstangen de Ark der Getuigenis bedekt met het afscheidingsgordijn met
daaroverheen een dekkleed van tachashvel en daaroverheen een kleed van hemelsblauwe wol (4:4-6).
Ook droegen zij aan draagstangen de Tafel met de Toonbroden bedekt met een kleed van hemelsblauwe
wol, met daaroverheen een kleed met karmozijnrode wol en daaroverheen een dekkleed van tachasbvel
(4:7-8). Evenzo werd gehandeld met het gouden wierookaltaar, met de kandelaar (v.9), met het
dienstgerei op een draagbaar, steeds eerst een kleed van hemelsblauwe wol en dan daar een tachashvel
overheen. Alleen het hemelsblauwe kleed van de Ark was zichtbaar tijdens het optrekken en herinnerde
Israël aan het Verbond met de hemel, met de Eeuwige.
- 2 -

NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz
De vervangers:
De Levieten waren aan de Eeuwige gegeven als vervangers voor de eerstgeborenen van Israël. Iedere
eerstgeborene was immers van de Eeuwige. Er waren blijkens 3:43 tweeëntwintigduizend tweehonderd drie
en zeventig eerstgeborenen; dat zijn er 273 meer dan er Levieten waren, nl. tweeëntwintigduizend (v.39).
Daarvoor werd 1365 shekel losprijs aan Aharon betaald.
De marsorde volgens Ibn Ezra en Ramban
Juda (Hoofdvaandel)
Gershon en Merarie (met onderdelen van de Misjkan)
Ruben (Hoofdvaandel)
Mosje, Aharon en zonen
Kehath (met de ark, de tafel, de menorah en de heilige voorwerpen)
Efraïm (Hoofdvaandel)
Dan (Hoofdvaandel)
Telling 3 van de Eerstgeborenen:
De regelingen voor de tellingen van de eerstgeborenen, in vergelijking met het aantal Levieten boven één
maand en ouder, staan in 3:40-51. Een losprijs van vijf shekels per hoofd van 273 teveel aan eerstgeborenen
werd betaald. We moeten eerst begrijpen waarom de eerstgeborenen zo apart werden gezet!
Het uniek zijn van de Eerstgeboren zoon:
Het is goed bekend dat de eerstgeboren zoon een unieke status in het oude Midden-Oosten bezat. Zowel de
Tenach (OT) als de buiten-bijbelse literatuur spreekt over "het recht van de eerstgeborene". De Torah spreekt
over Israël als G'ds eerstgeborene (Sjemot 4:22) .De bilchorah of het recht van eerstgeborene van G'd, gaf
Israël het Land als erfdeel. Andere speciale privileges werden Israël eveneens geschonken. Shaoel van Tarsus
beschrijft enkele ervan in Romeinen 9:4-5, als hij zegt: "Hun is de aanneming tot zonen, hun is de goddelijke
heerlijkheid, de verbonden, het ontvangen van de Torah, de Tempeldienst en de beloften. Van hun zijn de
Aartsvaders en uit hen volgt de menselijke afstamming van de Messias." De Eeuwige zette de eerstgeboren
zoon van de Israëliër extra apart door het aanbrengen van het bloed van het Pesachlam aan de deurposten in
Gosen tijdens de laatste plaag. Hij schonk genade en leven. De Eeuwige had een speciaal recht op hen
(Sjemot 22:28-30). Waarom kregen de Levieten de taak bij de Misjkan en niet de eerstgeborenen? Rashi zoekt
een verklaring daarvoor bij dat de eerstgeborenen betrokken waren bij de zonde met het gouden kalf. En dat
de Levieten toen trouw bleven aan de Eeuwige en Mosje. Bemidbar 8:15-19 geeft echter aan dat de Eeuwige
de dood van de eerstgeborenen van Israël ten gevolge van fouten in de Misjkan wil voorkomen! Vandaar dat
de Levieten vervangers voor de eerstgeborenen werden.
Jesjoea werd gepresenteerd in de Tempel, want ieder eerstgeboren zoon is gewijd aan Adonai. Jesjoea werd
verklaard de Eerstgeboren Zoon van G'd te zijn (Lucas 2:22-24).
Studievragen bij Bemidbar:
1. Waarom denk je, dat G'd nu sprak vanuit de Tent der Samenkomst in plaats van ergens anders vandaan,
zoals Hij tot nu toe had gedaan?
2. Waarom denk je dat G'd Mosje en Aharon instrueerde om de Israëliërs te gaan tellen?
3. Waarom denk je, dat het nodig was om al de juiste namen in deze parasjah mee te delen?
4. Waarom wordt er niet een som van het totaal gegeven van hoeveel er waren?
5. Waarom werden alléén mannen van twintig jaar oud of ouder geteld?
6. Beschrijf de orde, waar de stammen in het kamp geplaatst werden. Was er enige betekenis voor deze
orde?
7. Waarom denk je dat iedere Stam zijn eigen vaandel had?
8. Waarom werden de Levieten geplaatst tussen de Israëlieten en de Misjkan?
9. Waarom werden Mosje, Aharon en Aharon's zonen gescheiden geplaatst van de rest van de Levieten en
aan de Oostzijde van de Misjkan?
10. Wat is de betekenis van de eerstgeborene?
11. Waarom gaf G'd de Levieten in plaats van de eerstgeborenen? Wat betekent dat?
12. Waarom waren er twee tellingen van de Levieten?
- 3 -

NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz
13. Hoe beschermde G'd de Kehathieten tegen de dood voor het contact met de Ark?
14. Wat is, als er een is, de betekenis van de verschillende kleuren voor de dekleden over de inhoud van de
Misjkan?
15. Op welke manieren werd Israël door G'd omgevormd tot een militaire eenheid?
16. Waarom werd de Misjkan precies in het midden van het kamp geplaatst, in plaats van bijvoorbeeld
vooraan?
Appendix:
- 4 -
7-5-2002, J.H. ten Kate (naar Ariel Berkowitz)
Wanneer het vroegere volk Israël stond opgesteld, dan werd het in vier groepen opgesteld. Dit staat
bijvoorbeeld in Numeri 2 dat gaat over de legering van de stammen van Israël rond de tabernakel. In vers 2
staat: “De kinderen Israëls zullen zich legeren, een ieder onder zijn banier, naar de tekenen van het huis
hunner vaderen; rondom tegenover de tent der samenkomst zullen zij zich legeren.” Het woord dat vertaald is
met ‘tekenen’ is in het Hebreeuws tta (otot). Dit staat ook voor “letter, sein, insigne, eerbewijs, decoratie,
vaantje”. Elke stam had zo'n teken. Deels staan deze tekens vermeld in Genesis 49 waar Jakob zijn zonen
zegent. Verder had elke groep van drie stammen een banier. De Joodse mondelinge overleveringen geven een
beschrijving van de banieren. De vier banieren bevatten afbeeldingen van een leeuw, een mens, een stier en
een adelaar. Deze vier groepen zijn rond de tabernakel opgesteld. Binnen de omheining die rond de tabernakel
stond, zijn de verschillende geslachten van de stam Levi geplaatst.
De vier groepen lagen op dezelfde wijze rondom de tent der samenkomst gelegerd als de vier wezens rondom
de troon. Zo zien we dat de instelling G'ds voor het aardse Israël een afspiegeling is van de hemelse
werkelijkheid. De sleutel tot het verstaan van deze dingen is hetgeen Adonai al in de Tenach heeft
geopenbaard.
De vroegere christelijke kerk gebruikte de vier symbolen eveneens voor de vier evangelisten. Zoals we tot op
heden nog steeds op oude schilderijen en afbeeldingen kunnen zien, staat de mens voor Matteus, de leeuw
voor Markus, het rund voor Lukas en de arend voor Johannes.