als PDF downloaden - Emis - Vito

als PDF downloaden - Emis - Vito als PDF downloaden - Emis - Vito

23.09.2013 Views

• toevoegen van conserveringsmiddelen • bestralen met UV- of γ-stralen In deze studie wordt enkel het conserveren door middel van invriezen en verhitting (pasteuriseren en steriliseren) beschouwd. De keuze tussen steriliseren en pasteuriseren is mede afhankelijk van de zuurtegraad van het product. Zure producten, met pH lager dan 4,5 kunnen voldoende geconserveerd worden door pasteurisatie. De na de pasteurisatie nog aanwezige micro-organismen komen door de lage pH niet meer tot ontwikkeling. Zure producten zijn onder andere vruchtensappen, appelmoes, vruchten op sap en augurken op zuur. Groenten worden gesteriliseerd omdat ze zwak zuur of niet zuur zijn. Bij het pasteuriseren wordt het product gedurende korte tijd (15 tot 30 sec.) verhit bij temperaturen variërend van 65°C tot 95°C, waarna gekoeld wordt tot kamertemperatuur. Zo worden wel de bacteriën onschadelijk gemaakt, maar worden de sporen niet vernietigd. De smaak en geur veranderen slechts weinig. De levensmiddelen zijn na deze behandeling beperkt houdbaar (enkele weken tot maanden). Producten worden slechts gepasteuriseerd indien een bijkomende parameter aanwezig is die de bewaartijd kan verhogen: lage zuurtegraad, hoge zoutconcentratie, aanwezigheid van additieven (bewaringsmiddelen) of van koude temperaturen. Sterilisatie gebeurt bij hogere temperaturen (110 à 135°C) en gedurende langere tijd (enkele minuten tot meer dan een uur). Tijdens dit proces worden ook sporen gedood. Steriele levensmiddelen kunnen doorgaans gedurende lange tijd (enkele maanden tot jaren) en op kamertemperatuur bewaard blijven. Bij diepvriesgroenten wordt het product onmiddellijk na de koeling ingevroren in vriestunnels 78 , waarbij een koude luchtstroom in aanraking komt met de voedingsmiddelen (vriestemperatuur van -40°C, tijdsduur maximaal ½ uur). Om te voorkomen dat de groenten aan mekaar kleven worden ze via trilzeven naar de vriestunnel getransporteerd. Na het invriezen van de groenten worden deze afgevuld in plastic kratten ofwel in houten kratten, voorzien van een plastic zak. Het afvullen gebeurt via transportbanden. Vervolgens worden de kratten gestockeerd in diepvriesruimten bij een temperatuur van -18 tot -22°C, totdat de producten verpakt worden in kleinere porties of getransporteerd worden in bulk. Het vullen van de blikken / bokalen met groente- of fruitconserven gebeurt na het naspoelen van het geblancheerde producten. Aan de conserven wordt opgietwater of saus toegevoegd, waarna de recipiënten worden afgesloten. De saus bestaat voornamelijk uit water, suiker en zout. Daarnaast kunnen ook tomatenpuree en kruiden worden toegevoegd. Na het vullen en afsluiten van de conserven ondergaan deze een hittebehandeling (pasteurisatie voor zure producten met een pH < 4,5; sterilisatie voor producten met een pH vanaf 4,5) om eventuele micro-organismen en sporen te inactiveren en / of het product verder te garen. De verhittingstijd is sterk afhankelijk van de conserveringsmethode, de aard van de producten en de grootte van de conserven. 78 Bron: ‘VLIET-project: Energetische optimalisatie van een vriestunnel voor groenten’, Van Bael, J. et al. (Vito, 1997) 60

Na de hittebehandeling worden de conserven gekoeld door middel van water. Het water dat voor dit koelproces wordt gebruikt, dient van drinkwaterkwaliteit te zijn 79 . Het afvalwater, afkomstig van dit koelproces, wordt daarna terug geloosd in hetzelfde oppervlaktewater. Het conserveren van aardappelproducten (eindproduct diepgevroren aardappelproducten) is vergelijkbaar met dat in de diepvriesgroentesector (beschrijving zie hoger). Na toevoeging van klaringsmiddelen worden groente- en fruitsappen geconserveerd door middel van pasteurisatie. Na de pasteurisatie wordt het product afgekoeld. Het koelen van het verpakt product wordt in één stap met de pasteurisatie beschouwd, aangezien het koelingssysteem in de pasteurisatie ingebouwd is. Bij het afkoelen zijn grote hoeveelheden koelwater nodig. Dikwijls kan de temperatuur aan het product onttrokken worden, doordat het gepasteuriseerd product in contact wordt gebracht met de inkomende vruchtensappen. Voor het pasteuriseren worden in Vlaanderen volgende technieken toegepast: - Platen-pasteurisatie (zie techniekblad 58); - Buizen pasteurisatie (zie techniekblad 59). Een andere mogelijke techniek is: - Tunnelpasteurisatie (In-pack pasteurisatie) (zie techniekblad 60). Er zijn verschillende manieren van afvullen: koud of warm, voor of na pasteurisatie. Bij glazen flessen worden de gepasteuriseerde sappen warm afgevuld (± 85 °C) en pasteuriseren deze op hun beurt de verpakking. Deze techniek is uiteraard niet mogelijk bij het gebruik van drankkarton als verpakking. In dit geval, worden sappen koud en asceptisch afgevuld. Bij beide pasteurisatiesystemen kan er nog steeds een besmetting door micro-organismen optreden tijdens het afvullen van het eindproduct. 3.5.2 Milieu-aspecten Tijdens de conserveringsprocessen 'invriezen', 'pasteuriseren' en 'steriliseren' wordt energie en koelwater verbruikt. Bij het invriezen van groenten en de daaropvolgende afvullen van de kratten kan een beperkt productverlies optreden. Tijdens het vullen en opgieten van conserven in blikken / bokalen is een beperkte vermorsing van zowel gietwater als saus mogelijk. Tijdens de verhitting van conserven kan afval onstaan als gevolg van slecht afgesloten blikken / bokalen. De verhitting van b.v. conserven gebeurt door middel van stoom, waardoor een afvalwaterstroom van gecondenseerde stoom onstaat. Bij het afvullen van groente- en fruitsappen kunnen afvulverliezen (overlopen, glasbreuk, …) ontstaan. De inhoud van afgekeurde gevulde flessen / verpakkingen wordt eveneens aan het afvalwater toegevoegd. 79 Via micro-lekken ter hoogte van de lasnaad van blikken kan mogelijk contaminatie via het koelwater optreden, indien dit koelwater niet van drinkwaterkwaliteit is. Bron: Principles of Thermal Process Control, The Food Processors Institute; KB van 07/02/99 inzake algemene voedingshygiëne; Guidelines for Batch Retort Systems - Full Water Immersion - Raining/ Spray Water - Steam/Air, guideline no 13 (03/1997);

Na de hittebehandeling worden de conserven gekoeld door middel van water. Het water dat<br />

voor dit koelproces wordt gebruikt, dient van drinkwaterkwaliteit te zijn 79 . Het afvalwater,<br />

afkomstig van dit koelproces, wordt daarna terug geloosd in hetzelfde oppervlaktewater.<br />

Het conserveren van aardappelproducten (eindproduct diepgevroren aardappelproducten) is<br />

vergelijkbaar met dat in de diepvriesgroentesector (beschrijving zie hoger).<br />

Na toevoeging van klaringsmiddelen worden groente- en fruitsappen geconserveerd door<br />

middel van pasteurisatie. Na de pasteurisatie wordt het product afgekoeld. Het koelen van<br />

het verpakt product wordt in één stap met de pasteurisatie beschouwd, aangezien het<br />

koelingssysteem in de pasteurisatie ingebouwd is. Bij het afkoelen zijn grote hoeveelheden<br />

koelwater nodig. Dikwijls kan de temperatuur aan het product onttrokken worden, doordat het<br />

gepasteuriseerd product in contact wordt gebracht met de inkomende vruchtensappen.<br />

Voor het pasteuriseren worden in Vlaanderen volgende technieken toegepast:<br />

- Platen-pasteurisatie (zie techniekblad 58);<br />

- Buizen pasteurisatie (zie techniekblad 59).<br />

Een andere mogelijke techniek is:<br />

- Tunnelpasteurisatie (In-pack pasteurisatie) (zie techniekblad 60).<br />

Er zijn verschillende manieren van afvullen: koud of warm, voor of na pasteurisatie. Bij<br />

glazen flessen worden de gepasteuriseerde sappen warm afgevuld (± 85 °C) en pasteuriseren<br />

deze op hun beurt de verpakking. Deze techniek is uiteraard niet mogelijk bij het gebruik van<br />

drankkarton <strong>als</strong> verpakking. In dit geval, worden sappen koud en asceptisch afgevuld. Bij<br />

beide pasteurisatiesystemen kan er nog steeds een besmetting door micro-organismen<br />

optreden tijdens het afvullen van het eindproduct.<br />

3.5.2 Milieu-aspecten<br />

Tijdens de conserveringsprocessen 'invriezen', 'pasteuriseren' en 'steriliseren' wordt energie en<br />

koelwater verbruikt.<br />

Bij het invriezen van groenten en de daaropvolgende afvullen van de kratten kan een beperkt<br />

productverlies optreden.<br />

Tijdens het vullen en opgieten van conserven in blikken / bokalen is een beperkte vermorsing<br />

van zowel gietwater <strong>als</strong> saus mogelijk. Tijdens de verhitting van conserven kan afval onstaan<br />

<strong>als</strong> gevolg van slecht afgesloten blikken / bokalen. De verhitting van b.v. conserven gebeurt<br />

door middel van stoom, waardoor een afvalwaterstroom van gecondenseerde stoom onstaat.<br />

Bij het afvullen van groente- en fruitsappen kunnen afvulverliezen (overlopen, glasbreuk, …)<br />

ontstaan. De inhoud van afgekeurde gevulde flessen / verpakkingen wordt eveneens aan het<br />

afvalwater toegevoegd.<br />

79 Via micro-lekken ter hoogte van de lasnaad van blikken kan mogelijk contaminatie via het koelwater<br />

optreden, indien dit koelwater niet van drinkwaterkwaliteit is.<br />

Bron: Principles of Thermal Process Control, The Food Processors Institute;<br />

KB van 07/02/99 inzake algemene voedingshygiëne;<br />

Guidelines for Batch Retort Systems - Full Water Immersion - Raining/ Spray Water - Steam/Air,<br />

guideline no 13 (03/1997);

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!