als PDF downloaden - Emis - Vito
als PDF downloaden - Emis - Vito als PDF downloaden - Emis - Vito
3.4.1.3 Tussenbereidingsstappen: geschilde aardappelen niet van toepassing 3.4.1.4 Tussenbereidingsstappen: verwerkte aardappelen Aardappelen, die verwerkt worden als een voorgebakken diepvriesproduct, worden na het blancheren behandeld in een zuur bad (natriumpyrofosfaat 71 ). Deze behandeling heeft als doel het aanwezige ijzer te complexeren zodat een 'grauw' eindproduct wordt vermeden (verschijnsel verdwijnt echter wanneer de producten opnieuw gebakken worden). Voor het bakken worden de frieten gedroogd. Na het bakproces worden de frieten ontvet door middel van verneveld water. Alvorens deze producten worden ingevroren, dienen ze voorgekoeld te worden. 3.4.1.5 Tussenbereidingsstappen: fruit- en groentesappen (vertrekkende van concentraten of sappen) niet van toepassing 3.4.2 Milieu-aspecten De processen ‘drogen’, ‘bakken’, ‘ontvetten’ en ‘koelen’ vereisen energie. Daarenboven brengt het bakproces mogelijk geurproblemen met zich mee. Het ontvetten en koelen gebeurt door middel van water. 3.4.3 Milieuvriendelijke technieken 72 • ter beperking van energieverbruik: - gebruik maken van een gesloten koeltunnel door middel van indirecte koeling met lucht, waarbij geen direct contact is tussen buitenlucht en product en geen gebruik gemaakt wordt van een mechanische koelmachine (aardappelverwerkende sector) • ter voorkoming van geurhinder: - afzuigen van dampen ter hoogte van de bakoven en de organische geurcomponenten verwijderen door de bakdampen: ∗ na te verbranden 73 ; ∗ te condenseren met energieterugwinning 74 ; 71 Het gebruik van het pyrofosfaat heeft als gevolg dat het Ptot-gehalte in het ruw afvalwater kan oplopen tot 250 mg/l aan het begin van het seizoen, wanneer nieuwe aardappelen worden verwerkt. Bij de verwerking van oudere aardappelen (uit stockage) variëert het gehalte aan Ptot in het ruw afvalwater tussen de 40- 50 mg/l. Mondelinge mededeling door W. Moerman Akwadok (dd. 31/05/99). In het kader van het lopende presti 2-project aardappelverwerking (P2/006) zal o.a. worden nagegaan of er alternatieven mogelijk zijn ter voorkoming van het gebruik van pyrofosfaat. 72 Bron: VAMIL-milieulijst (augustus 1998) 73 Bron: VDI 3895; de afgezogen dampen kunnen aangewend worden als verbrandingslucht in de verwarmingsketel, waarbij de aanwezige geurcomponenten verbrand worden. 74 Bron: VDI 3895; Toegepast in de snackproductie. Enkel het gedeelte van de dampstroom die gebruikt kan worden voor het opwarmen van warm water wordt gecondenseerd. Condensatie van bakdampen wordt meestal gebruikt als voorbehandelingstechniek, gezien het afscheiden van de vetfractie niet voorzien is. 58
3.5 Conserveren 3.5.1 Procesbeschrijving ∗ te zuiveren via gaswassing 75 ; ∗ te zuiveren door ozonisatie; ∗ te zuiveren met behulp van biofilters 76 . Het conserveren van voedingsmiddelen heeft als doel ongewenste veranderingen, mogelijk veroorzaakt door micro-organismen, chemische, fysische en bioschemische reacties, te voorkomen. Getracht wordt om de smaak, het aroma, de kleur en de voedingswaarde van de voedingsmiddelen te bewaren. De mogelijke conserveringstechnieken kunnen als volgt worden samengevat 77 : • temperatuursbehandeling - pasteuriseren - steriliseren - microgolven - koelen - diepvriezen • verandering van de wateractiviteit - drogen - vriesdrogen - zouten - inleggen - confijten • instellen van de pH - marineren - fermenteren • instellen van de redoxpotentiaal - vacuum verpakken (beschermende verpakking) 75 Bron: VDI 3895; alkalische wassing: verzepen van de vetten en reductie van de geurcomponenten. 76 Bron: VDI 3895 Deze methode heeft een beperkt effect in de zuivering van dampstromen waarin zich vetpartikels bevinden; bij hoge massastromen raakt het filteroppervlak gemakkelijk verstopt met als gevolg dat bacteriën geremd of gestopt worden in hun zuiverende werking; wel toepasbaar als nazuiveringstechniek (na verwijdering van vet en H2S uit de dampstroom door middel van NaOH-gaswassing). 77 Bron: Handboek Milieuvergunningen (1998)
- Page 8 and 9: ABSTRACT The Flemish Centre for Bes
- Page 10 and 11: HOOFDSTUK 2: SECTORSTUDIE 2.1 Afbak
- Page 12 and 13: a Groenten- en fruit De productie v
- Page 14 and 15: 2.2 Socio-economische kenmerken van
- Page 16 and 17: 2.2.2 Tewerkstelling Onderstaande f
- Page 18 and 19: 2.3 Producenten van diepvriesgroent
- Page 20 and 21: In onderstaande tabel worden een aa
- Page 22 and 23: In eerste instantie wordt voor dat
- Page 24 and 25: 2.4.2 Bronnen van concurrentie a In
- Page 26 and 27: en de krimpende vraag voor heel wat
- Page 28 and 29: 2.6 Aardappelschillers Ondanks de p
- Page 30 and 31: een sector waar de concurrentiële
- Page 32 and 33: 2.8 Algemene conclusie van de socio
- Page 34 and 35: • Ter illustratie - in de zomer o
- Page 36 and 37: - pasteuriseren; enz. Daarnaast wor
- Page 38 and 39: HOOFDSTUK 3: PROCESBESCHRIJVINGEN,
- Page 40 and 41: aanvoer voorreiniging sorteren wass
- Page 42 and 43: aanvoer voorreiniging sorteren wass
- Page 44 and 45: Aanvoer vers fruit Storten in bunke
- Page 46 and 47: 3.1 Aanvoeren, lossen, opslaan en b
- Page 48 and 49: 3.2 Voorbewerking 3.2.1 Procesbesch
- Page 50 and 51: 3.2.1.3 Voorbereidingsstappen bij g
- Page 52 and 53: In Vlaanderen wordt voor het malen
- Page 54 and 55: Er bestaan verschillende technologi
- Page 56 and 57: • ter beperking van de belasting
- Page 60 and 61: • toevoegen van conserveringsmidd
- Page 62 and 63: 3.5.3 Milieuvriendelijke technieken
- Page 64 and 65: Voor de dagelijkse reiniging / desi
- Page 66 and 67: 3.8.3 Milieuvriendelijke processen
- Page 68 and 69: 3.10 Afvalwaterzuivering en slibver
- Page 70 and 71: Figuur 3.8: Voorbeeld 1 van een afv
- Page 72 and 73: Figuur 3.12: Voorbeeld 5 van een af
- Page 74 and 75: Figuur 3.15: Voorbeeld 8 van een af
- Page 76 and 77: Slibverwerking 111 Het verwerken va
- Page 78 and 79: - dimensioneren van de aërobe zuiv
- Page 80 and 81: dus regelmatig gecontroleerd te wor
- Page 82 and 83: HOOFDSTUK 4: BBT-EVALUATIE In dit h
- Page 84 and 85: Tabel 4.1: Evaluatie van de kandida
- Page 86 and 87: kandidaat BBT 14. Plaatsen van gelu
- Page 88 and 89: kandidaat BBT 23. Dagelijks ledigen
- Page 90 and 91: 33. Koel houden snijwater (< 10°C)
- Page 92 and 93: Tussenbehandelingen kandidaat BBT 4
- Page 94 and 95: Conserveren kandidaat BBT 48. Produ
- Page 96 and 97: Reinigen / ontsmetten van productie
- Page 98 and 99: Koelen en conditioneren van ruimten
- Page 100 and 101: kandidaat BBT 82. Verwijderen van b
- Page 102 and 103: kandidaat BBT 92. Secundair slib en
- Page 104 and 105: 102. Afvalwater zuiveren door toepa
- Page 106 and 107: 113. Slib chemisch stabiliseren d.m
3.4.1.3 Tussenbereidingsstappen: geschilde aardappelen<br />
niet van toepassing<br />
3.4.1.4 Tussenbereidingsstappen: verwerkte aardappelen<br />
Aardappelen, die verwerkt worden <strong>als</strong> een voorgebakken diepvriesproduct, worden na het<br />
blancheren behandeld in een zuur bad (natriumpyrofosfaat 71 ). Deze behandeling heeft <strong>als</strong><br />
doel het aanwezige ijzer te complexeren zodat een 'grauw' eindproduct wordt vermeden<br />
(verschijnsel verdwijnt echter wanneer de producten opnieuw gebakken worden). Voor het<br />
bakken worden de frieten gedroogd. Na het bakproces worden de frieten ontvet door middel<br />
van verneveld water. Alvorens deze producten worden ingevroren, dienen ze voorgekoeld te<br />
worden.<br />
3.4.1.5 Tussenbereidingsstappen: fruit- en groentesappen (vertrekkende van concentraten of<br />
sappen)<br />
niet van toepassing<br />
3.4.2 Milieu-aspecten<br />
De processen ‘drogen’, ‘bakken’, ‘ontvetten’ en ‘koelen’ vereisen energie. Daarenboven<br />
brengt het bakproces mogelijk geurproblemen met zich mee. Het ontvetten en koelen gebeurt<br />
door middel van water.<br />
3.4.3 Milieuvriendelijke technieken 72<br />
• ter beperking van energieverbruik:<br />
- gebruik maken van een gesloten koeltunnel door middel van indirecte koeling<br />
met lucht, waarbij geen direct contact is tussen buitenlucht en product en geen<br />
gebruik gemaakt wordt van een mechanische koelmachine<br />
(aardappelverwerkende sector)<br />
• ter voorkoming van geurhinder:<br />
- afzuigen van dampen ter hoogte van de bakoven en de organische<br />
geurcomponenten verwijderen door de bakdampen:<br />
∗ na te verbranden 73 ;<br />
∗ te condenseren met energieterugwinning 74 ;<br />
71 Het gebruik van het pyrofosfaat heeft <strong>als</strong> gevolg dat het Ptot-gehalte in het ruw afvalwater kan oplopen tot<br />
250 mg/l aan het begin van het seizoen, wanneer nieuwe aardappelen worden verwerkt. Bij de verwerking<br />
van oudere aardappelen (uit stockage) variëert het gehalte aan Ptot in het ruw afvalwater tussen de 40-<br />
50 mg/l.<br />
Mondelinge mededeling door W. Moerman Akwadok (dd. 31/05/99).<br />
In het kader van het lopende presti 2-project aardappelverwerking (P2/006) zal o.a. worden nagegaan of er<br />
alternatieven mogelijk zijn ter voorkoming van het gebruik van pyrofosfaat.<br />
72 Bron: VAMIL-milieulijst (augustus 1998)<br />
73 Bron: VDI 3895; de afgezogen dampen kunnen aangewend worden <strong>als</strong> verbrandingslucht in de<br />
verwarmingsketel, waarbij de aanwezige geurcomponenten verbrand worden.<br />
74 Bron: VDI 3895; Toegepast in de snackproductie. Enkel het gedeelte van de dampstroom die gebruikt kan<br />
worden voor het opwarmen van warm water wordt gecondenseerd. Condensatie van bakdampen wordt<br />
meestal gebruikt <strong>als</strong> voorbehandelingstechniek, gezien het afscheiden van de vetfractie niet voorzien is.<br />
58