23.09.2013 Views

Programmaboekje 13 november 2010 - KamerOrkest Driebergen

Programmaboekje 13 november 2010 - KamerOrkest Driebergen

Programmaboekje 13 november 2010 - KamerOrkest Driebergen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

mann voortzette. Zijn composities kunnen als typisch Duitse romantiek worden<br />

gekarakteriseerd. Melodieus, harmonisch gevarieerd, altijd boeiend. Zijn<br />

opera’s hebben de geschiedenis niet overleefd, maar zijn koor en orkestwerken,<br />

zijn pianomuziek en zijn kamermuziek worden nog steeds gespeeld.<br />

De fluitsonate Undine is nu wellicht Reineckes bekendste werk, met zijn<br />

Concert voor fluit en orkest in D groot Opus 283, dat u vanavond hoort, op<br />

een goede tweede plaats. Reinecke schreef het in 1908, meer dan vijftig jaar<br />

na zijn eerste composities. Het concert volgt traditionele vormen, begint met<br />

een openingsdeel in de klassieke sonatevorm, waarop een langzaam (en<br />

droevig: mesto) middendeel volgt, terwijl besloten wordt met een finale die<br />

weer een klassieke vorm laat zien: een rondo, waarbij een vast thema steeds<br />

terugkeert, afgewisseld met vrij gevormde passages van een ander karakter.<br />

Maar Reinecke past binnen deze traditionele vormen een melodiek en een<br />

harmoniek toe die door de chromatiek en de veelvuldige en plotselinge modulaties<br />

geheel bij de tijd is. De traditionele harmoniek wordt hier tot het uiterste<br />

opgerekt, maar de stap naar de atonaliteit, die Schönberg enkele jaren<br />

later zou nemen, heeft Reinecke nooit gemaakt. Aan de solist worden de<br />

hoogste eisen van concentratie gesteld, om de veelvuldige langgerekte melodische<br />

lijnen boeiend te houden. In de Romantiek zijn fluitconcerten niet dik<br />

gezaaid: onder deze kan dat van Reinecke wel als het mooiste gelden.<br />

Léo Delibes: Le roi s’amuse: Six airs de danse dans le style ancien (1882)<br />

Gaillarde – Pavane – Scène du bouquet – Lesquercarde – Madrigal – Passepied –<br />

Final: Reprise de la gaillarde<br />

Na de pauze keren we naar Frankrijk terug. Léo Delibes<br />

(1836-1891) begon zijn muzikale loopbaan als koorknaap<br />

en organist in Parijs, maar het waren toch de lichtere vocale<br />

en instrumentale genres waarbij hij zich als een vis in<br />

het water voelde, operette en ballet in de eerste plaats.<br />

Tegenwoordig kennen we hem vooral als de componist<br />

van het ballet Coppélia en de opera Lakmé, twee werken<br />

8

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!