Woordenlijst - Agniveda

versie 30-12-05 pg 60
pitta gal; het biologisch principe
van de transformatie
n. a-stam
pittāśaya galblaas (lett.: woonplaats v.d.
gal)
m. a-stam
pitŗ vader m. r-stam
pipīlika mier m. a-stam
pipāsat dorstig m.f. (antī) n. tegenw. deelw. van √ pā
pipāsā dorst f. ā-stam
pipīlikā kleine rode mier, teek? f. ā-stam
pippali, pippalī lange peper (Piper longum) f. i- en ī-stam
pippalīmūla wortel van de lange peper n. a-stam
pipīlikā mier, iemand met een slanke
taille
f. ā-stam
√ piş malen, fijnmaken, verwonden,
kneden
VII p pinaşti
piba drinkende m.f. (ā) n komt van √ pā
pişţa fijngemalen, verkruimeld m.f. (ā) n
pişţa cake, pasta, pastei m. a-stam
pişţi poeder dat door verpulvering is
verkregen
√ pī, pi zwellen, groeien I a payate
pīd.ana drukkende, pijn doende m.f. (ā) n
pīd.ana het drukken, pers, pijniging n. a-stam
pīd.ā pijn f. ā-stam
pīd.ita geperst, verwond, bedekt m.f. (ā) n
pīta dronken m.f. (ā) n
pītha stoelgang n. a-stam
pīnasa kou, slijmvliesontsteking,
rhinitis
m. a-stam
pīlu (vrucht v.d.) boomsoort
(Careya Arborea of Savadora
Persica)
m. u-stam
pīvan gezwollen, vol, vet, sterk m.f. (arī) n
pīvas vet n. as-stam
puņd.arīka witte lotubloem, witte paraplu,
stip op voorhoofd, tijger, kleur
wit, vogelsoort, mangosoort,
suikerrietsoort, soort
melaatsheid
n. a-stam
puņya sereen, waardevol, heilig,
zuiver, aangenaam, juist
m.f. (ā) n
putra zoon m. a-stam
putrikā dochter f. ā-stam
punar terug (richting), weer,
opnieuw, verder
punar api nog eens, aan de andere kant
punarnavā bereklauw, (vrucht v.d.)
Boerhavia Procumbens
f. ā-stam
punarvasu lett.: hij die goederen
teruggeeft (Vishnu, Krishna);
5e en 7e maanhuis
m. a-stam
pumāmsa man m. a-stam
pum.s man, dienaar, ziel Onregelmatige verbuiging;
m.sg. pumān.
© 2004 Maaike Mulder – Zie www.agniveda.com voor meer informatie.