Woordenlijst - Agniveda

Woordenlijst - Agniveda Woordenlijst - Agniveda

23.09.2013 Views

versie 30-12-05 pg 6 antaratama meest dichtbij, intiemste m.f. (ā) n. antarātman ziel, innerlijke gevoelens, hart m. n-stam antarāya obstakel, dat wat een scheiding creëert m. a-stam antarita naar binnen gegaan, er tussen door gegaan, vertrokken, afgescheiden m.f. (ā) n. antar + √ dhā verbergen a antardhatte antardhā bedekking, het verbergen f. ā-stam van antar + √ dhā antardhi bedekking, het verbergen, verdwijning m. i-stam van antar + √ dhā antika nabijheid n. a-stam antika nabije m.f. (ā) n. antike nabij antya laatste m.f. (ā) n. antrāda ‘wormen’ in de darmen m. a-stam √ andh verblinden X p andhayati andha blind, duister m.f. (ā) n. komt van √ andh andha duisternis, donker water n. a-stam komt van √ andh anna voedsel, rijst(korrel) n. a-stam pp. van √ ad = eten annadāna het geven van voedsel n. a-stam annaprāśana de eerste keer rijst geven aan een baby (ceremonie) n. a-stam annabhuj (k) voeding etend m.f. (ā/ī) n. annāda etend m.f. (ā/ī) n. annādana het eten van voedsel n. a-stam annapaca het verteren van voedsel anya; zie anyah. ander pron.adj. anya kah. wie anders anyacca bovendien anyatara een van de twee m.f. (ā) n. aparte verbuiging anyatas aan een van de twee kanten anyatra elders, aan de andere kant, behalve anyathā anders, verschillend, op een andere manier anyah., anyat, anyā ander pron.adj.; als sah. anyonya (< anyah. anya) elkaar, wederkerig anvaya opeenvolging, familie m. a-stam anvāje + √ kŗ helpen, support geven anvita vergezeld door, vol met m.f. (ā) n. anhijña converserend met m.f. (ā) n. + gen. ap water, lucht, watergod f. cons.-stam meestal in het meervoud ap werk n. cons.-stam meestal in het meervoud apa- van, vandaan, weg, terug, naar beneden prefix apa + √ kŗş iets bij iemand verwijderen, wegnemen I p apakarşati apakti indigestie, onvolwassenheid f. i-stam komt van √ pac = verteren apaŋka niet bezoedeld, schoon, droog m.f. (ā) n. [apanga = marmapunt] apathya ongezond, niet passend m.f. (ā) n. apanīta verwijderd, weggedaan m.f. (ā) n. apa + √ yā weggaan, vertrekken II p apara inferieur, slecht, uit het westen afkomstig, vreemd, ongebruikelijk, onbewerkt m.f. (ā) n. © 2004 Maaike Mulder – Zie www.agniveda.com voor meer informatie.

versie 30-12-05 pg 7 apara volgende m.f. (ā) n. aparatva inferioriteit, uitstel n. a-stam a + paratvam = superioriteit aparam verder, bovendien aparāga ontevredenheid m. a-stam aparādha aanval, overtreding, m. a-stam belediging, schuld aparigraha afwijzing, armoede m. a-stam apalāpa ontkenning [marmapunt] apavārita verborgen m.f. (ā) n. apaha verwijderend, vernietigend m.f. (ā) n. apa + √ hŗ wegdragen, wegbrengen I apaharati apahŗta weggedaan, verwijderd, gestolen apahnava ontkenning, liefde m. a-stam apādāna verwijdering, verhuizing, ablatief n. a-stam apāya vertrek, vernietiging, m. a-stam verwonding, dood, calamiteit api ook, zelfs, [vraagwoord], hoewel,even, gelijk, en [ns.vw tussen zinnen; encl.] [maakt vra vn onbepaald] api- op, (dicht)bij prefix api nāma misschien apūpa maatijd, koek, brood m. a-stam apūrva vreemd m.f. (ā) n. apauruşeya niet gemaakt door mensen, niet menselijk m.f. (ā) n. a + puruşa + eya apcara watervogel, waterdier m. a-stam apya tejas subtiele energie in de agni v.h. water n. as-stam apŗkta niet gecombineerd, apart m.f. (ā) n. staande abahu niet veel, weinig m.f. n. abda water gevende m.f. (ā) n. abda jaar, wolk m. a-stam abdaśata eeuw n. a-stam abhayā (vrucht v.d.) haritakiboom f. ā-stam (Terminalia chebula) abhāga zonder plezier m.f. (ā) n. abhi- naar (toe), tegemoet, tegen prefix abhi+ √ as uitoefenen, practiseren IV abhyasyati abhi + √ gam gaan naar, naderen, volgen, ondernemen, verkrijgen I p abhigacchati abhi + √ jan opnieuw geboren worden, ergens IV a abhijāyate voor geboren worden, herleven abhijña vertrouwd met m.f. (ā) n. + gen. abhi + √ dhā zeggen III abhidadhāti abhi + √ dhī beschouwen, overdenken III a abhidīdhīte abhidāna naam, spreken, naamgeving, uitdrukking, woordenboek n. a-stam. abhi + pre (< abhi + pra naderen, denken aan abhipraiti + √ i) abhi + √ nand juichen, zich verheugen I p abhinandati abhi + pra + √ math intensief karnen I, IX p abhipramathati abhiyukta ijverig m.f. (ā) n. abhi + √ laş schrapen, streven naar abhilaşati © 2004 Maaike Mulder – Zie www.agniveda.com voor meer informatie.

versie 30-12-05 pg 6<br />

antaratama meest dichtbij, intiemste m.f. (ā) n.<br />

antarātman ziel, innerlijke gevoelens, hart m. n-stam<br />

antarāya obstakel, dat wat een scheiding<br />

creëert<br />

m. a-stam<br />

antarita naar binnen gegaan, er tussen<br />

door gegaan, vertrokken,<br />

afgescheiden<br />

m.f. (ā) n.<br />

antar + √ dhā verbergen a antardhatte<br />

antardhā bedekking, het verbergen f. ā-stam van antar + √ dhā<br />

antardhi bedekking, het verbergen,<br />

verdwijning<br />

m. i-stam van antar + √ dhā<br />

antika nabijheid n. a-stam<br />

antika nabije m.f. (ā) n.<br />

antike nabij<br />

antya laatste m.f. (ā) n.<br />

antrāda ‘wormen’ in de darmen m. a-stam<br />

√ andh verblinden X p andhayati<br />

andha blind, duister m.f. (ā) n. komt van √ andh<br />

andha duisternis, donker water n. a-stam komt van √ andh<br />

anna voedsel, rijst(korrel) n. a-stam pp. van √ ad = eten<br />

annadāna het geven van voedsel n. a-stam<br />

annaprāśana de eerste keer rijst geven aan<br />

een baby (ceremonie)<br />

n. a-stam<br />

annabhuj (k) voeding etend m.f. (ā/ī) n.<br />

annāda etend m.f. (ā/ī) n.<br />

annādana het eten van voedsel n. a-stam<br />

annapaca het verteren van voedsel<br />

anya; zie anyah. ander pron.adj.<br />

anya kah. wie anders<br />

anyacca bovendien<br />

anyatara een van de twee m.f. (ā) n. aparte verbuiging<br />

anyatas aan een van de twee kanten<br />

anyatra elders, aan de andere kant,<br />

behalve<br />

anyathā anders, verschillend, op een<br />

andere manier<br />

anyah., anyat, anyā ander pron.adj.; als sah.<br />

anyonya (< anyah. anya) elkaar, wederkerig<br />

anvaya opeenvolging, familie m. a-stam<br />

anvāje + √ kŗ helpen, support geven<br />

anvita vergezeld door, vol met m.f. (ā) n.<br />

anhijña converserend met m.f. (ā) n. + gen.<br />

ap water, lucht, watergod f. cons.-stam meestal in het meervoud<br />

ap werk n. cons.-stam meestal in het meervoud<br />

apa- van, vandaan, weg, terug, naar<br />

beneden<br />

prefix<br />

apa + √ kŗş iets bij iemand verwijderen,<br />

wegnemen<br />

I p apakarşati<br />

apakti indigestie, onvolwassenheid f. i-stam komt van √ pac = verteren<br />

apaŋka niet bezoedeld, schoon, droog m.f. (ā) n. [apanga = marmapunt]<br />

apathya ongezond, niet passend m.f. (ā) n.<br />

apanīta verwijderd, weggedaan m.f. (ā) n.<br />

apa + √ yā weggaan, vertrekken II p<br />

apara inferieur, slecht, uit het westen<br />

afkomstig, vreemd,<br />

ongebruikelijk, onbewerkt<br />

m.f. (ā) n.<br />

© 2004 Maaike Mulder – Zie www.agniveda.com voor meer informatie.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!