mengelwerk
mengelwerk mengelwerk
170) Wat rol moet een lieveling al niet fpeelen , om fteeds in gunst te biyven. Is de Vorst braaf, deugdzaam en geneigd om de waarheid te hoorën, dan zeeker kan de lieveling volgens zyn gemoed fpreeken , doch is de Vorst niet van dat caraéter, dan is de begunstigde altyd genoodzaakt te veinzen en te vleien. Dit evenwel is geen caracter dat met de naauwgezette deugd en eerlykheid beftaanbaar is. i)e vleier immers verenigt in zyn perfoon veele ondeugden ; want hy is een leugenaar door te zeggen het geen hy niet meent; hy is een lafaart , om dat hy de waarheid niet durft fpreken; hy is een bedrieger, om dat hy den geenen misleidt, wiens eigen liefde hy wil kittelen , en wat dies meer is. De vlsicry is evenwel altyd den mseften ho. velingen en lievelingen der Vorsten eigen, en is een zoort van Suikerbrood, waar mede zy hunne meesters wczenlyk vergeven , hen maar te vaak doende geloven, dat hunne gebreken wezenlyke deugden zyn. Intusfehen is het te beklaagen , dat de vleitaal zodanig aan de meeste Hoven cn by de grooten nodig is ; dat een man die in gunst is , wil hy daar in biyven, wel tegen wil en dank gedwongen is te vleien. Waa
(7i ) zy ons loftuitingen doet aannemen, die wy niet verdienen. Het zyn brave Vorsten die daar voor niet vatbaar zyn , en trouwe gunftelingen die hen daar voor niet vatbaar doen worden. In het algemeen evenwel is het zeker , dat de waarheid niet wel aan de meefte Hoven zonder kleding durft verfchei* nen. Het is ook de minfte Hovelingen en Gunstelingen kwalyk te nemen, dat de waarfchouwingen en vermaningen, die tegen hunnen byzonderen toeftand gedaan worden, even als het water van de gladde fteenen weg rollen, zonder eenig nut te doen. Wie zich in deezen florm begeven heeft, moet 'er mede voort , als hy niet naar den grond zinken wil. Zy die aan den oever ftaan, hebben alleen de vryheid , om de konftenaryen , draayingen en gevaren dezer zwemmeren met rust en in veiligheid te befchouwen. Daar het evenwel zoo wel als een leger zyne Invaliden heeft , zal ieder gunfteling wel doen , hy moet by tyds het wyze voorbeeld van den vorengemeiden Wysgeer Akxander te vol» gen. ( E 4 ) VER-
- Page 25 and 26: i9 > HISTORISCHE FRAGMENTEN Ü I T
- Page 27 and 28: hem depen-lent maakten , of ma de p
- Page 29 and 30: C 24) vopH-'aimiV leden van de mach
- Page 31 and 32: ( 2
- Page 33 and 34: K*7 ) Engelant, maar ook op andere
- Page 35 and 36: (2 9) óm die oorzake, als om dat z
- Page 37 and 38: A A N • N E D E R L A N D . Ö Ne
- Page 39 and 40: (33) V E R V O L Ö D E R HISTORISC
- Page 41 and 42: (35 > 1592- De voorfz. vier posten
- Page 43 and 44: ( 37) i6oo. De voorfz. elf posten b
- Page 45 and 46: (39) lóoo. Zvn Excell. Prins 1 Mau
- Page 47 and 48: C4I) De voorfz. posten ~) ' bedrage
- Page 49 and 50: (43) „ 1032. De voorfz. dertien p
- Page 51 and 52: (45) Ifj20i De voorfz veertien T po
- Page 53 and 54: (47) 1647. De eerfte voofz. 1 poste
- Page 55 and 56: (•49 5 A. van Mejerop, J. van der
- Page 57 and 58: de goede Ofócien, die den Staat va
- Page 59 and 60: ( 53 ) Staat van 't Lsnt ook niet g
- Page 61 and 62: C 55 ) De Commisfarisfen van 't Hof
- Page 63 and 64: (S7) Hier om is het, dat kleine doc
- Page 65 and 66: (59) ]e waereid, maar hunne tegenwo
- Page 67 and 68: (Sr ) VAD ERL ANDSCHE GEDAG TEN. j^
- Page 69 and 70: C
- Page 71 and 72: ( 05 ) D E E E R L Y K E P A T R I
- Page 73 and 74: LES AAN D # LIE V E L I N G E N . D
- Page 75: C*9 ) de, die hy zich uitgekozen ha
- Page 79 and 80: (73) vallen by de ligtfte ftoting p
- Page 81 and 82: ( 75 ) éeri voor de opvoedinge der
- Page 83 and 84: ( 77) prezen worden, ziet men ras d
- Page 85 and 86: 09) S T A A T E N Z E D E K U N D I
- Page 87 and 88: C 81 ) en veragtelyke Natie in held
- Page 89 and 90: (83) 7- De doodftraf moet nimmer pl
- Page 91 and 92: C8 5) verfchillende eeuwen den Gods
- Page 93 and 94: C -87) ftaatkunde, te wanen * dat d
- Page 95 and 96: CM 5 VERVOLG EN SLOf D E R V E R H
- Page 97 and 98: f91) dwongen wordt. De vreeze voor
- Page 99 and 100: C 93 5 der Maatfchappy uitmaken, zo
- Page 101 and 102: C 95 ) onderling -mg an ! Het boude
- Page 103 and 104: (97 ) ke gehoorzaamheid vinden by a
- Page 105 and 106: (99) dekte aanflagen eener misdadig
- Page 107 and 108: ( IOI ) Tn de ceheele Natuur is 'er
- Page 109 and 110: C 104 ) ; Wanneer het drukkend 'gew
- Page 111 and 112: ( 105 ) D I C H T K U N D I G E G E
- Page 113 and 114: ( i°7 ) Geen^vrekke heblust, vond
- Page 115 and 116: 't Wierd nu een misdaad , niet alle
- Page 117 and 118: C in ) Geen wonder, dat het krvg en
- Page 119 and 120: C ï»3) Al had .gy Samfoms fterkte
- Page 121 and 122: E C «7 ) D E E R L Y K E KOOP M A
- Page 123 and 124: JBYZONDERHEDEN O V E R R U S L A N
- Page 125 and 126: C i 2 i ; Jïuffi?ch Regiment , een
(7i )<br />
zy ons loftuitingen doet aannemen, die wy<br />
niet verdienen. Het zyn brave Vorsten die<br />
daar voor niet vatbaar zyn , en trouwe gunftelingen<br />
die hen daar voor niet vatbaar doen<br />
worden. In het algemeen evenwel is het<br />
zeker , dat de waarheid niet wel aan de<br />
meefte Hoven zonder kleding durft verfchei*<br />
nen. Het is ook de minfte Hovelingen en<br />
Gunstelingen kwalyk te nemen, dat de waarfchouwingen<br />
en vermaningen, die tegen hunnen<br />
byzonderen toeftand gedaan worden, even als<br />
het water van de gladde fteenen weg rollen,<br />
zonder eenig nut te doen. Wie zich in<br />
deezen florm begeven heeft, moet 'er mede<br />
voort , als hy niet naar den grond zinken<br />
wil. Zy die aan den oever ftaan, hebben alleen<br />
de vryheid , om de konftenaryen ,<br />
draayingen en gevaren dezer zwemmeren met<br />
rust en in veiligheid te befchouwen. Daar het<br />
evenwel zoo wel als een leger zyne Invaliden<br />
heeft , zal ieder gunfteling wel doen , hy<br />
moet by tyds het wyze voorbeeld van den<br />
vorengemeiden Wysgeer Akxander te vol»<br />
gen.<br />
( E 4 ) VER-