mengelwerk
mengelwerk mengelwerk
( 300 ) kornelingen zyn van de Barbaarfche Volken , die de Waereid verwoest hebben. Geen eene hedendaagfche Natie is oorfpronklyk uit het land dat zy bewoont. [Onze voorouderen maakten zich daar meester van. De gefchiedenisfen fchynen ons maar twee groote tydftippen maar twee onderfcheide iborten van rasfen in het menschdom op te leveren ; het eene 't welk zich uitgebreid en vermenigvuldigd heeft, door de beloning der onvrugtbaare gronden en de emigratien , en 't is in dier voege , dat de Pheniciers de bevolkers van Europa en Africa geweest zyn : het andere ras 't welk geheel gewapend en als by tovery uit het ys en de woeftynen verfchynende , den arbeid van 't eer. Ite ras kwam verfijnden ten naasten by even gelyk die legers van fprinkhanen , die zich op het onverwagtst vertonende , zonder dat men weet van waar , in eene nacht al het Koorn eener geheele Landftreek verfrielen. Althans dit is zeeker , dat in de eerfte jaaren der waereid , de volken zich in de onderfcheide landen te neder gezet heb» ben door wcege van verhuizingen en het zenden van Volkplantingen ; terwyl zy in latere tyden zich door middel van invallen , conquesten en geweld vestigden. Daar van daan twee tegen den ander overgeftelde gronden van Regceringswyze. Daar van daan die geheel nieuwe organifatie der politicque famen-
( 301 ) menlevingen , zeer veel overeenkomst hebbende mer die , welke de Wysgeren aan t heelal toefchryven ; waar in een gedeelte werkende een eedeelre lydende is ; waar in 't eene de gedaante geeft en 't andere die aanneemt. Novus, rerum nascitur ordo. Dog die nieuwe regeering , dog die wetgeving dier barbaarfche Volken , zyn intussen even zo weinig bekend als hunne oorfpronk ; en echter , hoe veel is daar met over gefchreven 1 Veelen hebben eenig acht geflagen op de leenroerige regeering , en zich enkel in hunne onderzoekingen bezig gehouden met Karei de Groote en de Franken. Anderen eenig lettende op da eerfte veroveraars der Gallien , hebben beweerd , dat een lecger van Sicair.bren , het voorbeeld van regeering aan alk landen geseven heeft. Sommigen wederom eenige blyken van leenroerigheid vindende in meesr. alle de oude wetten , die tot ons gekomen zyn , hebben de onderfcheide tydftippen met weten uit den anderen te cnderfcheiden; bewerende by voorbeeld , dat het geen onde Hugo Capet plaats had , byna zo oud was als ae Monarchie : even als of Barbaren rechtsgeleerden zyn , en als of alle beichreven wetten juist daarom niet nieuw zouden zyn , om dat zy befchreven zyn. Door>
- Page 253 and 254: ( 249 ) Moöglyk zal men ons hier t
- Page 255 and 256: C 251 ) in de vlakte hebben laten a
- Page 257 and 258: ( 253 ) boorte of rykdommen verdien
- Page 259 and 260: C «55") omtrent het Roomfche Volk
- Page 261 and 262: ( 457 ) Een geeft tot grote daden g
- Page 263 and 264: 2 C 59 ) TWEEDE VERVOLG DER VERHAND
- Page 265 and 266: C 261 ) heid der bezit'ingen voortk
- Page 267 and 268: C 263 ) Horen wy de jammerklachten
- Page 269 and 270: ( 265 ) de invallen van Pyrrhus; na
- Page 271 and 272: C 267 ) fte gedeelte volhard in de
- Page 273 and 274: (*6 9 Koe zeer ook het tafreel door
- Page 275 and 276: ( »7i ) ken 5 en eene groote dog o
- Page 277 and 278: ( *?3 ) „ 'er andere van te berov
- Page 279 and 280: 2 C 75 ) mer zult gy de gehele waer
- Page 281 and 282: M C ïff ) , Wy hebben te voren aan
- Page 283 and 284: C 279 ) Neen , te vergeefseh zou me
- Page 285 and 286: C 231 ) doorlopen. Overal ontdekt m
- Page 287 and 288: ( 2?3 ) de nog eens zo veel Sarmate
- Page 289 and 290: ( 285 ) rykdommen en 't vernuft de
- Page 291 and 292: C 287 ) door die der minderen opgev
- Page 293 and 294: ( *8o ) MENGEL GEDAGTEN. _r\^ nacha
- Page 295 and 296: C 291 ) DERDE VERVOLG r 8 VERHANDEL
- Page 297 and 298: K 293 ) daar de gefchiedcnisfen het
- Page 299 and 300: f »9S ) Men verbeelde zich niet ,
- Page 301 and 302: ( 297 ) aan 't grootfte geluk dcela
- Page 303: ( 299 ) baarfcne Volken , welken wy
- Page 307 and 308: C 303 ) jren het gelegendfte zyn *.
- Page 309 and 310: C 305 ) , hele ftammen (Clans) het
- Page 311 and 312: ( 307 "5 den over het lot van 't me
- Page 313 and 314: C 309 ) ling van wreedheden vinden
- Page 315 and 316: C 3" ) Weinige Regeringen zyn 'er,
- Page 317 and 318: C 313 ) Men gelove het vry , een wy
- Page 319 and 320: C 315 ) wagt worden van een Volk ,
- Page 321 and 322: ( 3*7 ) laten hadt van die inkruipe
- Page 323 and 324: C 319 ) ook bekleedde , fchuldig an
- Page 325 and 326: ( 32* ) • * * Gedurig den man van
- Page 327 and 328: C 323 ) TOELIGTENDE AANMERKINGEN OV
- Page 329 and 330: C 325 ) ÏIC lastgevers rekenfcbap
- Page 331 and 332: C 327 ) reden , waar door den mensc
- Page 333 and 334: C329 ) te beilisfen en het fvonnis
- Page 335 and 336: C S3i ) voorouderen. Zy hielden die
- Page 337 and 338: ( 333 ) vreemd en onder zyn geweld
- Page 339 and 340: ( 335 ) macht heeft om te nemen ; z
- Page 341 and 342: C 33? ) zy zonder enige andere bepa
- Page 343 and 344: C 339 > üen en onderzaten , zo vee
- Page 345 and 346: ( 541 1 der Maatfehappy nauwer gebo
- Page 347 and 348: C 343 ) dat wel 't best zorgen , en
- Page 349 and 350: 345 > a!s zy best oordelen en verki
- Page 351 and 352: C 347 ) Utraar zouden de zodanigen
- Page 353 and 354: ( 349 ) gendommen ter genade van an
( 301 )<br />
menlevingen , zeer veel overeenkomst hebbende<br />
mer die , welke de Wysgeren aan t<br />
heelal toefchryven ; waar in een gedeelte<br />
werkende een eedeelre lydende is ; waar in<br />
't eene de gedaante geeft en 't andere die<br />
aanneemt. Novus, rerum nascitur ordo.<br />
Dog die nieuwe regeering , dog die wetgeving<br />
dier barbaarfche Volken , zyn intussen<br />
even zo weinig bekend als hunne oorfpronk<br />
; en echter , hoe veel is daar met<br />
over gefchreven 1 Veelen hebben eenig acht<br />
geflagen op de leenroerige regeering , en<br />
zich enkel in hunne onderzoekingen bezig<br />
gehouden met Karei de Groote en de Franken.<br />
Anderen eenig lettende op da eerfte<br />
veroveraars der Gallien , hebben beweerd ,<br />
dat een lecger van Sicair.bren , het<br />
voorbeeld van regeering aan alk landen geseven<br />
heeft. Sommigen wederom eenige<br />
blyken van leenroerigheid vindende in meesr.<br />
alle de oude wetten , die tot ons gekomen<br />
zyn , hebben de onderfcheide tydftippen met<br />
weten uit den anderen te cnderfcheiden; bewerende<br />
by voorbeeld , dat het geen onde<br />
Hugo Capet plaats had , byna zo oud<br />
was als ae Monarchie : even als of Barbaren<br />
rechtsgeleerden zyn , en als of alle beichreven<br />
wetten juist daarom niet nieuw<br />
zouden zyn , om dat zy befchreven<br />
zyn.<br />
Door>