mengelwerk
mengelwerk mengelwerk
C 212 ) Jn Egypte immers behoorde al 't overfchot van tyd , 't geen ik gezegt heb het zuiver inkomen van den Staat te zyn , enig aan den Koning , de Priesters of de Soldaten ; want niemant was 'er eigenU\k gezepd een grondeigenaar. De Landbou wers 0 zo wel als d' ambagtslieden en hand- werkers , maaken 'er een clasfïs van huurlingen uit. Dat nu dit zuiver inkomen der Eevntenaaren zeer aanmerklyk moet geweest zyn , is iet 't welk niet in twyffel kan setrokken wordt n , wanneer men nagaat , dat behalven 't groot aantal Priesters welke die Natie onderhield , en de zwaare kosten die da Koningen aan gebouwen en gedenktekenen deden , zy nog bovendien beften- (lig viermaal honderdduizend man troupen op de been hield. Het valt juist niet gemak lyk te beflisfen , of d'Europeanen zo een groot leger al of niet nodig nadien. Men weet alleen dat zy vreedzaam waren , en dus zou men haast m eten denken , dat dit groot aantal troupen zo wel als de menigte hunner Priesteres overbodig is geweest. Dat men des oordele of tEyiptenarcn niet veel gelukkioer zoude hebben kunnen zyn , indien zy Ij den overfchot van tyd hefteed hadden , niet tot onderhoudvan zo veele Priesters en Soldaten , maar om zich de gemakke» van het leven te bezorgen. Dan ongetwyf-
C 213 ) feld zal men bevinden en duidelylc overtuigd worden , dat de Oorlog en *t bygeloof, altoos de grootfte hinderpalen van 't geluk der Volken geweest zyn, Uit het' gene ik tot dusverre gezegd heb vloeit voord , dat, indien 'er eene Natie beftond , die, zonder arm te zyn , geen zuiver inkomen aan den Staat opleverde. dezelve nngetwyfFeld de gelukkigfte van allen zoude zyn ; alzo aldaar ieder al zyn tyd , tot zyn eigen welzyn' zou kunnen hefteden. Maar zal men mooglyk zeggen , hoe zou zo eene Natie gelukkig kunnen zyn , indien zy al haren tyd of het grootfte gedeelte . derzelve aan den arbeid gaf. Hier op dient in antwoord, dat 'er foorten van arbeid zyn, die ons geluk wel deeglyk doen vermeerderen. By voorbeeld , indien de menfehen naakt gingen , en in de open lugt Diepen , zouden zy zeer gelukkig zyn, met een gedeelte van hunnen tyd te hefteden , aan bet timmeren van huizen en het maken van kleederen , of wil men het anders uitdrukken , het zou een geluk voor de ftledermaker zyn , dat 'er Metzelaars, en voor dezen wederom dat 'er Kledermakers waren. Insgelyks , zy die alleen van brood en water leefden, zouden verheugd zyn, wat meerder te kunnen werken, ten einde vieesch te kunnen eeten en wyn te drinken. De-
- Page 165 and 166: t 161 ) De eerfte regeeringen op de
- Page 167 and 168: C 163) vrouwe aan een ander niet te
- Page 169 and 170: C 165 ) rjisfen hebben kunnen uitge
- Page 171 and 172: C 16? ) O N D E R Z O E K , Of Neer
- Page 173 and 174: (169) Dat dit gezegde waarheid is ,
- Page 175 and 176: 0?r ) zielloze wezens behoren , wel
- Page 177 and 178: C 273 ) boven alle anderen is , zo
- Page 179 and 180: ( 175 ) al hebben zy 'er zelfs lang
- Page 181 and 182: ( V7 ) fcbe en menigvuldige getuige
- Page 183 and 184: C 179 ) En wat de zeden van ons Vad
- Page 185 and 186: C 281 ) getuigt de Heiland aldaar n
- Page 187 and 188: (183 ) 2y aandrongen op de handhavi
- Page 189 and 190: om trend de Joden door de Propheten
- Page 191 and 192: (187) volk door die Vaderland'spest
- Page 193 and 194: ( i89 ) die werkeloosheid ene ftraf
- Page 195 and 196: C 191 ) D E WYZE COLLO NEL. ]J3oor
- Page 197 and 198: ( 193 ) De aangename ogtent en avon
- Page 199 and 200: (195) kwamen. Ter ener zeye de fmer
- Page 201 and 202: C 197) V A D E R L Y K E L E S V A
- Page 203 and 204: C'99 ) VERHANDELING OVER HET ALGEME
- Page 205 and 206: C 201 ) Aprm toe , evenwel de optel
- Page 207 and 208: om zyne onregtvaa'-digheid en wreed
- Page 209 and 210: C *o 5 ) geheel Apen deden worden.
- Page 211 and 212: ( 20?- ) gezegenpraald heeft over e
- Page 213 and 214: C 209 ) lukkig was of is , kunnen r
- Page 215: (211 ) rykheid zo klein geweest zyn
- Page 219 and 220: ( 215 > Dusdanig zou den loop van o
- Page 221 and 222: Ï)Ë MIDDELBARE OUDHEIBJ EN VOORNA
- Page 223 and 224: ( 219 ) r eerfte geboortejaren dier
- Page 225 and 226: C22I | en altoos op de been zynde l
- Page 227 and 228: C 223) geruftheid bnarde , bragt me
- Page 229 and 230: C 225 ) Hier doet zich zo eene meni
- Page 231 and 232: C 227 ) N van vyanden te bedienen,
- Page 233 and 234: ( 5*9 ) ! deze veldflag Sparta t'on
- Page 235 and 236: ( 231 ) EERSTE VERVOLG P E R VERHAN
- Page 237 and 238: C 235 ) zoek zal ons tot enige wydl
- Page 239 and 240: C =35 ) geleverd heeft , omtrent de
- Page 241 and 242: ( 2?7 ) dat rhiddelfoort, van die l
- Page 243 and 244: v ( *39 ) door zyne opvolgers onder
- Page 245 and 246: ( Hl ) waren ? Waarom fchynt men op
- Page 247 and 248: C 243 ) pm hen te kunnen 't onderbr
- Page 249 and 250: C H5 ) tot de verdeediging. Eenige
- Page 251 and 252: ( 247 ) jaren. Het is Carthago niet
- Page 253 and 254: ( 249 ) Moöglyk zal men ons hier t
- Page 255 and 256: C 251 ) in de vlakte hebben laten a
- Page 257 and 258: ( 253 ) boorte of rykdommen verdien
- Page 259 and 260: C «55") omtrent het Roomfche Volk
- Page 261 and 262: ( 457 ) Een geeft tot grote daden g
- Page 263 and 264: 2 C 59 ) TWEEDE VERVOLG DER VERHAND
- Page 265 and 266: C 261 ) heid der bezit'ingen voortk
C 212 )<br />
Jn Egypte immers behoorde al 't overfchot<br />
van tyd , 't geen ik gezegt heb het<br />
zuiver inkomen van den Staat te zyn , enig<br />
aan den Koning , de Priesters of de<br />
Soldaten ; want niemant was 'er eigenU\k<br />
gezepd een grondeigenaar. De Landbou<br />
wers 0<br />
zo wel als d' ambagtslieden en hand-<br />
werkers , maaken 'er een clasfïs van huurlingen<br />
uit. Dat nu dit zuiver inkomen der<br />
Eevntenaaren zeer aanmerklyk moet geweest<br />
zyn , is iet 't welk niet in twyffel kan<br />
setrokken wordt n , wanneer men nagaat ,<br />
dat behalven 't groot aantal Priesters welke<br />
die Natie onderhield , en de zwaare kosten<br />
die da Koningen aan gebouwen en gedenktekenen<br />
deden , zy nog bovendien beften-<br />
(lig viermaal honderdduizend man troupen<br />
op de been hield.<br />
Het valt juist niet gemak lyk te beflisfen ,<br />
of d'Europeanen zo een groot leger al of<br />
niet nodig nadien. Men weet alleen dat zy<br />
vreedzaam waren , en dus zou men haast<br />
m eten denken , dat dit groot aantal troupen<br />
zo wel als de menigte hunner Priesteres<br />
overbodig is geweest. Dat men des<br />
oordele of tEyiptenarcn niet veel gelukkioer<br />
zoude hebben kunnen zyn , indien zy<br />
Ij den overfchot van tyd hefteed hadden ,<br />
niet tot onderhoudvan zo veele Priesters<br />
en Soldaten , maar om zich de gemakke»<br />
van het leven te bezorgen. Dan ongetwyf-