mengelwerk
mengelwerk mengelwerk
( 28o ) Engeland al niet meer , evenwel zo veel licht der He-vormmg heeft ontfangen , als wy ; en zo verdwynt die bedenking , terwyl betoogd is, dat men willens blind moet zyn , om niet overtuigd te worden , dat ons Vaderland zo flegt niet geheld is , als Engeland. Om voort te gaan ! door Neerlandsch volk m hun zedelyk beftaan zo zeer te verhagen , verraadt men niet alleen zyne onkunde , en maakt men zich fchuidig aan vermetelheid , gelyk wy gezien hebben , maar ook openbaart men zyne blindheid omtrend de gronden van Onzen Godsdienst, terwyl men de vyanden van den Christelyken Godsdienst in het gemeen zelfs de wapenen in handen geeft om denzelven aantetasten en geweldigen afbreuk te doen : of leren en betogen de verdedigers van den Godsdienst niet , dat de wyze Godheid aan dezen kant van de eeuwigheid den mensch niet altoos vergeldt naar zyne werken ? Erkennen zy niet dat den goeden dikwerf veel kwaad overkomt ; is dit zelfs de leer van Christus niet ? Wie heeft het boek Jobs en den 73 Pfalm gelezen, welke niet weet, dat het de besten dikwerf als tot vertwyffeling brengt , wanneer zy den voorfpoed der Godlozen en den teaenfpoed der vromen bekhouwen ? Of kent men de duidelyke verklaring van Christus niet Luc. Xlil. 1-5 2 ge-
C 281 ) getuigt de Heiland aldaar niet met ronde woorden , dat die ongel ukkigen de grootfte zondaars niet waren ? en leert hy niet te gelyk dat die onheilen tot geheel andere eindens waren overgekomen ? 't Is dan zeker dat men uit de rampen , welke iemand treffen f, tot zyne flegtheid befluitende, de gronden van den Christelyken Godsdienst ondermynt , en de vyanden van denzelven de wapenen in handen geeft om dien den gevoeligften flag toetebrengen : daar toe vervalt men , wanneer men zich door kwalyk denkenden , welke zich in engelen des lichts veranderen, laat verblinden , en vervoelen ! Wanneer wy dan het gezegde op Neerland toepasfen , moeten wy dit befluit maken , dat alle Godsdienst den boden wordt ingeflagen en Gods Zoon van logentaal befchuldigd, zo wy om Neerlands rampen vastftellen , dat deszelfs inwoonders de grootfte zondaars zyn : of moet ik het betoogde door voorbeelden nog fterker aanklemmen , en voor den eenvoudigften nog vatbaarer maken ? om by de les van Claudianus niet ftil te ftaan ; welke van de godlozen betuigt Tolluntur in altum , Ut lapfu graviore ruant: Om van die Wereld - bedwingers , hoedanige een Alexander , en de Romeinen wa-
- Page 133 and 134: C 129 ) brlek, die voor d'Engelfche
- Page 135 and 136: C 131) penningen. Wie begrypt nu ni
- Page 137 and 138: C 133 ) MENGEL GEDAGTEN. 1. EEL te
- Page 139 and 140: C 135 ) MENGEL GEDAGTEN. 7- JÖTET
- Page 141 and 142: (137) de Hovelingen , en de Bediend
- Page 143 and 144: C *39 ) ken, vergezellen de Groten
- Page 145 and 146: ( i4i ) 26. Eerzuchtige Staatsdiena
- Page 147 and 148: ( 143 ) ning vraagden, zeiden zy to
- Page 149 and 150: C 145 ) Keizer Severus was altyd ge
- Page 151 and 152: C f4?> goede raadgevingen gehruik t
- Page 153 and 154: ( *49 ) Volk , wanneer het een Vors
- Page 155 and 156: C 151) wonderd haar naam aan 't hoo
- Page 157 and 158: C'53) Het is niet genoeg dat een Vo
- Page 159 and 160: C 155 ) geen paaien kent, de grootf
- Page 161 and 162: C 157 ) door den beul , even als ee
- Page 163 and 164: C 159 ) derdanen toebeherende , gaf
- Page 165 and 166: t 161 ) De eerfte regeeringen op de
- Page 167 and 168: C 163) vrouwe aan een ander niet te
- Page 169 and 170: C 165 ) rjisfen hebben kunnen uitge
- Page 171 and 172: C 16? ) O N D E R Z O E K , Of Neer
- Page 173 and 174: (169) Dat dit gezegde waarheid is ,
- Page 175 and 176: 0?r ) zielloze wezens behoren , wel
- Page 177 and 178: C 273 ) boven alle anderen is , zo
- Page 179 and 180: ( 175 ) al hebben zy 'er zelfs lang
- Page 181 and 182: ( V7 ) fcbe en menigvuldige getuige
- Page 183: C 179 ) En wat de zeden van ons Vad
- Page 187 and 188: (183 ) 2y aandrongen op de handhavi
- Page 189 and 190: om trend de Joden door de Propheten
- Page 191 and 192: (187) volk door die Vaderland'spest
- Page 193 and 194: ( i89 ) die werkeloosheid ene ftraf
- Page 195 and 196: C 191 ) D E WYZE COLLO NEL. ]J3oor
- Page 197 and 198: ( 193 ) De aangename ogtent en avon
- Page 199 and 200: (195) kwamen. Ter ener zeye de fmer
- Page 201 and 202: C 197) V A D E R L Y K E L E S V A
- Page 203 and 204: C'99 ) VERHANDELING OVER HET ALGEME
- Page 205 and 206: C 201 ) Aprm toe , evenwel de optel
- Page 207 and 208: om zyne onregtvaa'-digheid en wreed
- Page 209 and 210: C *o 5 ) geheel Apen deden worden.
- Page 211 and 212: ( 20?- ) gezegenpraald heeft over e
- Page 213 and 214: C 209 ) lukkig was of is , kunnen r
- Page 215 and 216: (211 ) rykheid zo klein geweest zyn
- Page 217 and 218: C 213 ) feld zal men bevinden en du
- Page 219 and 220: ( 215 > Dusdanig zou den loop van o
- Page 221 and 222: Ï)Ë MIDDELBARE OUDHEIBJ EN VOORNA
- Page 223 and 224: ( 219 ) r eerfte geboortejaren dier
- Page 225 and 226: C22I | en altoos op de been zynde l
- Page 227 and 228: C 223) geruftheid bnarde , bragt me
- Page 229 and 230: C 225 ) Hier doet zich zo eene meni
- Page 231 and 232: C 227 ) N van vyanden te bedienen,
- Page 233 and 234: ( 5*9 ) ! deze veldflag Sparta t'on
( 28o )<br />
Engeland al niet meer , evenwel zo veel<br />
licht der He-vormmg heeft ontfangen , als<br />
wy ; en zo verdwynt die bedenking , terwyl<br />
betoogd is, dat men willens blind moet<br />
zyn , om niet overtuigd te worden , dat<br />
ons Vaderland zo flegt niet geheld is , als<br />
Engeland.<br />
Om voort te gaan ! door Neerlandsch<br />
volk m hun zedelyk beftaan zo zeer te verhagen<br />
, verraadt men niet alleen zyne onkunde<br />
, en maakt men zich fchuidig aan<br />
vermetelheid , gelyk wy gezien hebben ,<br />
maar ook openbaart men zyne blindheid<br />
omtrend de gronden van Onzen Godsdienst,<br />
terwyl men de vyanden van den Christelyken<br />
Godsdienst in het gemeen zelfs de wapenen<br />
in handen geeft om denzelven aantetasten<br />
en geweldigen afbreuk te doen : of<br />
leren en betogen de verdedigers van den<br />
Godsdienst niet , dat de wyze Godheid aan<br />
dezen kant van de eeuwigheid den mensch<br />
niet altoos vergeldt naar zyne werken ? Erkennen<br />
zy niet dat den goeden dikwerf veel<br />
kwaad overkomt ; is dit zelfs de leer van<br />
Christus niet ? Wie heeft het boek Jobs<br />
en den 73 Pfalm gelezen, welke niet weet,<br />
dat het de besten dikwerf als tot vertwyffeling<br />
brengt , wanneer zy den voorfpoed<br />
der Godlozen en den teaenfpoed der vromen<br />
bekhouwen ? Of kent men de duidelyke<br />
verklaring van Christus niet Luc. Xlil. 1-5 2<br />
ge-