mengelwerk
mengelwerk mengelwerk
C 166 ) nen biyven beftaan , nimmer vermengd werden. Wonneer men nagaat de diepe onkunde , waarin de Griekfche geefte.'yken de leekten dompelde , kan men zich niet onthouden hen by de Schyten te vergelyken , van welken Herodotus gewag maakr, en die dogen van hurne flaven uitflaken, opdat hen niets van den arbeid zoude aftrekken , wanneer zy hunne melk klensden. Het is ruim twee euwen geled 'n , dat eene aan onze voorvaderen onbekende ziekte , uit de oude waereid na de nieuwe overgebragt wierd, en onze menfchelyke natuur is komen aantallen , tot in d'oorfpronk van ons leven en vermaken. Men zag de meefte grote geflachten van Europa uicfterven door een kwaad, dat te fchielyk algemeen wierd om langer fchandelyk te zyn ; waar door het echter des te fchadelyker wierdt. De zucht naar goud deed die ziekte telkens voortgang maken en hernieuwen ; want men ging telkens naar America\ en telkens bragt men van de beginfelen eens nieuw vergifts van daar. Het vervolg hier na.
C 16? ) O N D E R Z O E K , Of Neerland's zonden de oorzaak zyn van des tegenwoordigen oorlog (*). j|_3e natuur leert ons, gelyk het de onder- Vinding beveiligt, dat men om ene ziekte grondig te genezen, derzelver oorzaak eerfl: en vooral kennen moet : zo waarachtig dit in 't naturelyke is , zo zeker gaat deze Helling ook door omtrend de onheilen, of rampen (*) Offchoon door het genot ener ftilftand vanwapenen en het arbeiden aan de vredesvoorwaarden , den oorlog fchynt een einde genomen te hebben 5 kan men evenwel niet zeggen, ' t is vreede. Dit heeft ons dan ook aangejpoord, om deze verhandeling, welke anderjin^s juist niét meer ep het tegenwoordig tydftip zo zeer toepaslyk is 3 ten verzoeke van den ÏVel Eerwaarden Auteur, in ons Mengelwerk te plaatfen'. te meer wyl dezelve onzes oordeels lezenswaardig is , en een bewys oplevert van de kunde des vriendelyken zen* der , dien wy verzoeken hier onze dankbetuiging gen te willen ontfangen, en ons by voortgang mes zyne correspondentie te vereeren, STAATJVST. MENG. JUNY. N
- Page 119 and 120: C ï»3) Al had .gy Samfoms fterkte
- Page 121 and 122: E C «7 ) D E E R L Y K E KOOP M A
- Page 123 and 124: JBYZONDERHEDEN O V E R R U S L A N
- Page 125 and 126: C i 2 i ; Jïuffi?ch Regiment , een
- Page 127 and 128: C 123 ) om aan de Schepen de vereif
- Page 129 and 130: C«5> van bevolking , is iets 't we
- Page 131 and 132: C 127 ) al in de noodzakelykheid ,
- Page 133 and 134: C 129 ) brlek, die voor d'Engelfche
- Page 135 and 136: C 131) penningen. Wie begrypt nu ni
- Page 137 and 138: C 133 ) MENGEL GEDAGTEN. 1. EEL te
- Page 139 and 140: C 135 ) MENGEL GEDAGTEN. 7- JÖTET
- Page 141 and 142: (137) de Hovelingen , en de Bediend
- Page 143 and 144: C *39 ) ken, vergezellen de Groten
- Page 145 and 146: ( i4i ) 26. Eerzuchtige Staatsdiena
- Page 147 and 148: ( 143 ) ning vraagden, zeiden zy to
- Page 149 and 150: C 145 ) Keizer Severus was altyd ge
- Page 151 and 152: C f4?> goede raadgevingen gehruik t
- Page 153 and 154: ( *49 ) Volk , wanneer het een Vors
- Page 155 and 156: C 151) wonderd haar naam aan 't hoo
- Page 157 and 158: C'53) Het is niet genoeg dat een Vo
- Page 159 and 160: C 155 ) geen paaien kent, de grootf
- Page 161 and 162: C 157 ) door den beul , even als ee
- Page 163 and 164: C 159 ) derdanen toebeherende , gaf
- Page 165 and 166: t 161 ) De eerfte regeeringen op de
- Page 167 and 168: C 163) vrouwe aan een ander niet te
- Page 169: C 165 ) rjisfen hebben kunnen uitge
- Page 173 and 174: (169) Dat dit gezegde waarheid is ,
- Page 175 and 176: 0?r ) zielloze wezens behoren , wel
- Page 177 and 178: C 273 ) boven alle anderen is , zo
- Page 179 and 180: ( 175 ) al hebben zy 'er zelfs lang
- Page 181 and 182: ( V7 ) fcbe en menigvuldige getuige
- Page 183 and 184: C 179 ) En wat de zeden van ons Vad
- Page 185 and 186: C 281 ) getuigt de Heiland aldaar n
- Page 187 and 188: (183 ) 2y aandrongen op de handhavi
- Page 189 and 190: om trend de Joden door de Propheten
- Page 191 and 192: (187) volk door die Vaderland'spest
- Page 193 and 194: ( i89 ) die werkeloosheid ene ftraf
- Page 195 and 196: C 191 ) D E WYZE COLLO NEL. ]J3oor
- Page 197 and 198: ( 193 ) De aangename ogtent en avon
- Page 199 and 200: (195) kwamen. Ter ener zeye de fmer
- Page 201 and 202: C 197) V A D E R L Y K E L E S V A
- Page 203 and 204: C'99 ) VERHANDELING OVER HET ALGEME
- Page 205 and 206: C 201 ) Aprm toe , evenwel de optel
- Page 207 and 208: om zyne onregtvaa'-digheid en wreed
- Page 209 and 210: C *o 5 ) geheel Apen deden worden.
- Page 211 and 212: ( 20?- ) gezegenpraald heeft over e
- Page 213 and 214: C 209 ) lukkig was of is , kunnen r
- Page 215 and 216: (211 ) rykheid zo klein geweest zyn
- Page 217 and 218: C 213 ) feld zal men bevinden en du
- Page 219 and 220: ( 215 > Dusdanig zou den loop van o
C 16? )<br />
O N D E R Z O E K ,<br />
Of<br />
Neerland's zonden de oorzaak zyn van des<br />
tegenwoordigen oorlog (*).<br />
j|_3e natuur leert ons, gelyk het de onder-<br />
Vinding beveiligt, dat men om ene ziekte<br />
grondig te genezen, derzelver oorzaak eerfl:<br />
en vooral kennen moet : zo waarachtig dit<br />
in 't naturelyke is , zo zeker gaat deze Helling<br />
ook door omtrend de onheilen, of rampen<br />
(*) Offchoon door het genot ener ftilftand vanwapenen<br />
en het arbeiden aan de vredesvoorwaarden<br />
, den oorlog fchynt een einde genomen te<br />
hebben 5 kan men evenwel niet zeggen, ' t is vreede.<br />
Dit heeft ons dan ook aangejpoord, om deze<br />
verhandeling, welke anderjin^s juist niét meer<br />
ep het tegenwoordig tydftip zo zeer toepaslyk is 3<br />
ten verzoeke van den ÏVel Eerwaarden Auteur,<br />
in ons Mengelwerk te plaatfen'. te meer wyl dezelve<br />
onzes oordeels lezenswaardig is , en een bewys<br />
oplevert van de kunde des vriendelyken zen*<br />
der , dien wy verzoeken hier onze dankbetuiging<br />
gen te willen ontfangen, en ons by voortgang mes<br />
zyne correspondentie te vereeren,<br />
STAATJVST. MENG. JUNY. N