mengelwerk
mengelwerk mengelwerk
C 154) de keuze van een Vorst in 't kiezen van amptenaren , is de maatftok waar naar men zyn verftand en bekwaamheid kan afmeten. Niet zelden gebeurt het tot groot ongeluk der onderdanen , dat de Vorst zyn macht toevertrouwt aan Staatsdienaaren zonder deugd en bekwaamheid , aan Menfchen die niet dan voor zich zeiven alleen fchynên gefchapen te zyn, en die't geluk en de rust van Land en Volk, aan hun eige ftaatzuchtof gierig* heid opofferen. Zodanige trotfche Ministers , ufurperen op|eene dwingelandifche wyze't gezag van hun Meefter, en maken telkens misbruik van deszelfs naam, om alderlei geweldenaryen en onrechtvaardigheden te pleegen. De Staat r is ten naaftenby gelyk aan een groot Schip , dat gedurig bloot ftaat aan de grilligheid der winden en baaren: de Vorst is 'er den Stuurman van , des hy 'er ook de bekwaamheid toe moet bezitten, om het Schip te fturen. Voorts dient hy omringd te zyn van bekwame en waakzaame dienaren, die in geene gastmalen of vermaken den tyd doorbrengen , welke zy tot 's Lands dienst moeten befteeden. Het is eene vaste regel, die door ontelbare voorbeelden geftaafd wordt, dat een 't al geaccrei-i eerde gunsteling , en wiens macht / geen
C 155 ) geen paaien kent, de grootfte geesfel voor een Volk is, want, vermids hy 't oor van den Vorst heeft, en allen toegang belet tot zyn Meefter , aan de rechtmatige klachten der ongelukkigen , zo is de Vorst nooit grondig onderricht van zyn wangedrag en van donder/drukking waar onder elk zucht. Het is dus de wezentlyke plicht van een Vorst; het caracter en de zeden wel gade te liaan van hen , die onder hem regeeren. Het is byna niet anders mooglyk, of een Staatsdienaar en gunfleling, die alles befch;kt, moet veele en grote vyanden hebben, wejkg alles in 't werk ftellen, om hem den voet te ligten en een ander van hun aanhang in deszelfs plaats te doen ftellen. Is de Vorst van 'smans trouw, deugd, eerlykheid en bekwaamheid volledig overtuigd ; dan moet hy zich evenwel in agt nemen tegen de kwade gefprekken en de lasteringen ,* welke men behendiglyk uitftrcoit, om hem verdagt te maken. Het is een gewoon gebruik , dat men een gedisgratieerd favoriet , op alle mooglyke wyzen inlulteerd , om zyn hof te maken by den genen die deszelfs plaats vervult, maar wanneer men het wel inziet , is het waarlyk eene grote lacieteit dat men iemand mishandeld , omdat hy ongelukkig is, en dat men zyn disfortuin door nieuwe hartzeeren verer- C M 3 ; gerd,
- Page 107 and 108: ( IOI ) Tn de ceheele Natuur is 'er
- Page 109 and 110: C 104 ) ; Wanneer het drukkend 'gew
- Page 111 and 112: ( 105 ) D I C H T K U N D I G E G E
- Page 113 and 114: ( i°7 ) Geen^vrekke heblust, vond
- Page 115 and 116: 't Wierd nu een misdaad , niet alle
- Page 117 and 118: C in ) Geen wonder, dat het krvg en
- Page 119 and 120: C ï»3) Al had .gy Samfoms fterkte
- Page 121 and 122: E C «7 ) D E E R L Y K E KOOP M A
- Page 123 and 124: JBYZONDERHEDEN O V E R R U S L A N
- Page 125 and 126: C i 2 i ; Jïuffi?ch Regiment , een
- Page 127 and 128: C 123 ) om aan de Schepen de vereif
- Page 129 and 130: C«5> van bevolking , is iets 't we
- Page 131 and 132: C 127 ) al in de noodzakelykheid ,
- Page 133 and 134: C 129 ) brlek, die voor d'Engelfche
- Page 135 and 136: C 131) penningen. Wie begrypt nu ni
- Page 137 and 138: C 133 ) MENGEL GEDAGTEN. 1. EEL te
- Page 139 and 140: C 135 ) MENGEL GEDAGTEN. 7- JÖTET
- Page 141 and 142: (137) de Hovelingen , en de Bediend
- Page 143 and 144: C *39 ) ken, vergezellen de Groten
- Page 145 and 146: ( i4i ) 26. Eerzuchtige Staatsdiena
- Page 147 and 148: ( 143 ) ning vraagden, zeiden zy to
- Page 149 and 150: C 145 ) Keizer Severus was altyd ge
- Page 151 and 152: C f4?> goede raadgevingen gehruik t
- Page 153 and 154: ( *49 ) Volk , wanneer het een Vors
- Page 155 and 156: C 151) wonderd haar naam aan 't hoo
- Page 157: C'53) Het is niet genoeg dat een Vo
- Page 161 and 162: C 157 ) door den beul , even als ee
- Page 163 and 164: C 159 ) derdanen toebeherende , gaf
- Page 165 and 166: t 161 ) De eerfte regeeringen op de
- Page 167 and 168: C 163) vrouwe aan een ander niet te
- Page 169 and 170: C 165 ) rjisfen hebben kunnen uitge
- Page 171 and 172: C 16? ) O N D E R Z O E K , Of Neer
- Page 173 and 174: (169) Dat dit gezegde waarheid is ,
- Page 175 and 176: 0?r ) zielloze wezens behoren , wel
- Page 177 and 178: C 273 ) boven alle anderen is , zo
- Page 179 and 180: ( 175 ) al hebben zy 'er zelfs lang
- Page 181 and 182: ( V7 ) fcbe en menigvuldige getuige
- Page 183 and 184: C 179 ) En wat de zeden van ons Vad
- Page 185 and 186: C 281 ) getuigt de Heiland aldaar n
- Page 187 and 188: (183 ) 2y aandrongen op de handhavi
- Page 189 and 190: om trend de Joden door de Propheten
- Page 191 and 192: (187) volk door die Vaderland'spest
- Page 193 and 194: ( i89 ) die werkeloosheid ene ftraf
- Page 195 and 196: C 191 ) D E WYZE COLLO NEL. ]J3oor
- Page 197 and 198: ( 193 ) De aangename ogtent en avon
- Page 199 and 200: (195) kwamen. Ter ener zeye de fmer
- Page 201 and 202: C 197) V A D E R L Y K E L E S V A
- Page 203 and 204: C'99 ) VERHANDELING OVER HET ALGEME
- Page 205 and 206: C 201 ) Aprm toe , evenwel de optel
- Page 207 and 208: om zyne onregtvaa'-digheid en wreed
C 154)<br />
de keuze van een Vorst in 't kiezen van<br />
amptenaren , is de maatftok waar naar men<br />
zyn verftand en bekwaamheid kan afmeten.<br />
Niet zelden gebeurt het tot groot ongeluk<br />
der onderdanen , dat de Vorst zyn macht toevertrouwt<br />
aan Staatsdienaaren zonder deugd<br />
en bekwaamheid , aan Menfchen die niet<br />
dan voor zich zeiven alleen fchynên gefchapen<br />
te zyn, en die't geluk en de rust van<br />
Land en Volk, aan hun eige ftaatzuchtof gierig*<br />
heid opofferen. Zodanige trotfche Ministers ,<br />
ufurperen op|eene dwingelandifche wyze't gezag<br />
van hun Meefter, en maken telkens misbruik<br />
van deszelfs naam, om alderlei geweldenaryen<br />
en onrechtvaardigheden te pleegen.<br />
De Staat r<br />
is ten naaftenby gelyk aan een<br />
groot Schip , dat gedurig bloot ftaat aan de<br />
grilligheid der winden en baaren: de Vorst<br />
is 'er den Stuurman van , des hy 'er ook<br />
de bekwaamheid toe moet bezitten, om het<br />
Schip te fturen. Voorts dient hy omringd<br />
te zyn van bekwame en waakzaame dienaren,<br />
die in geene gastmalen of vermaken den tyd<br />
doorbrengen , welke zy tot 's Lands dienst<br />
moeten befteeden.<br />
Het is eene vaste regel, die door ontelbare<br />
voorbeelden geftaafd wordt, dat een 't al<br />
geaccrei-i eerde gunsteling , en wiens macht<br />
/ geen