mengelwerk
mengelwerk mengelwerk
C 150) Hoe weinige Vorften worden 'er gevonden met Augustus omtrent dit ftuk in denkingsaart overeenftemmende , die kort voor dat hy het leven verliet op zyn Sterfbed zich aldus uitdrukte. Toen ik aan deregeeringkwam was Rome met gebakken fteenen gebouwd, maar ik heb het met marmer herbouwd Gelukkig is het Volk , levende onder de be' ltiering van zodanig een Vorst, wiens hóófd oogmerk is, wiens .voornaamfte vermaak daar in beftaat, deszelfs geluk , rust en veiligheid te bewerken ! De goede Vorften kunnen zich verzekerd houden van de agting en liefde hunner onderdanen , en in tegendeel , ik geloof dat de kwade innerlyk overtuigd en bewust zyn dat men hen haat. Daarom ook was het ' dat die menigvuldige Dwingelanden , waar yan de gefchiedenisfen gewag maken , altyd hunne onderdanen befchouwdcn als vyanden die hun ondergang zogten ? Zy deeden een ieder kwaad, des niemand hun ook goed deed. Bomitianus zeer wel bewust, dat de Romeinen reden hadden om hem te haten, haatte hen op zyn beurt, misbruik van zyn ge. zag makende , om hen ter dood te brengen. Hy had een lyst der geenen die hy wilde opofferen aan zyne wreedheid, en dezelve by geval m handen van zyn vrouw Bomitia gekomen zynde, was zy niet weinig verwon-
C 151) wonderd haar naam aan 't hoofd te vinden. Zy gaf er heimeJyk kennisfe van aan alle de geprofonbeerden , het welke ten gevolge had , dat de hoofdman der Lyfwacht die onder . t getal was, den Keizer in zyn vertrek om t leven bragt; zich zeiven en zyne medegedoodverwde daar door bevrydende van een gevaar , dat zy anders niet zouden hebben kunnen ontduiken. Dit voorbeeld doet het onderfcheid zien , 't welk 'er tusfchen goede en kwade Prinfcn is, waar van d'eerstgemelde nooit iets te vrezen hebben : want vermits zy niemand kwaad doen, is ook niemand bedagt op kwaad tegen hen , en alle de onderdanen zyn in tegendeel hunne trouwe wachters en beveiligers. Te recht kan men een goed Prins bv een Herder vergelyken, die al zyn zorg aanwend, om zyne kudde tegen 't wilde roofgedierte te verdedigen , daar voor zelfs zyri eieen leven en gevaar Hellende. En in der daad ook een Vorst moet zich zeiven aanmerken als de herder eener grote kudde, als de Vader van een talryk huisgezin ; hy moet zich gedragen overeenkomstig de plichten daar aan verknocht, en zulks doende , heeft hy zo wel liefde als gehoorzaamheid te wag« ten. ° Men zyde van Antoninm dat hy het Rvk met zo veel zorg en goedheid regeerde ,als STAASM. MENG. MEY. ( M ) of
- Page 103 and 104: (97 ) ke gehoorzaamheid vinden by a
- Page 105 and 106: (99) dekte aanflagen eener misdadig
- Page 107 and 108: ( IOI ) Tn de ceheele Natuur is 'er
- Page 109 and 110: C 104 ) ; Wanneer het drukkend 'gew
- Page 111 and 112: ( 105 ) D I C H T K U N D I G E G E
- Page 113 and 114: ( i°7 ) Geen^vrekke heblust, vond
- Page 115 and 116: 't Wierd nu een misdaad , niet alle
- Page 117 and 118: C in ) Geen wonder, dat het krvg en
- Page 119 and 120: C ï»3) Al had .gy Samfoms fterkte
- Page 121 and 122: E C «7 ) D E E R L Y K E KOOP M A
- Page 123 and 124: JBYZONDERHEDEN O V E R R U S L A N
- Page 125 and 126: C i 2 i ; Jïuffi?ch Regiment , een
- Page 127 and 128: C 123 ) om aan de Schepen de vereif
- Page 129 and 130: C«5> van bevolking , is iets 't we
- Page 131 and 132: C 127 ) al in de noodzakelykheid ,
- Page 133 and 134: C 129 ) brlek, die voor d'Engelfche
- Page 135 and 136: C 131) penningen. Wie begrypt nu ni
- Page 137 and 138: C 133 ) MENGEL GEDAGTEN. 1. EEL te
- Page 139 and 140: C 135 ) MENGEL GEDAGTEN. 7- JÖTET
- Page 141 and 142: (137) de Hovelingen , en de Bediend
- Page 143 and 144: C *39 ) ken, vergezellen de Groten
- Page 145 and 146: ( i4i ) 26. Eerzuchtige Staatsdiena
- Page 147 and 148: ( 143 ) ning vraagden, zeiden zy to
- Page 149 and 150: C 145 ) Keizer Severus was altyd ge
- Page 151 and 152: C f4?> goede raadgevingen gehruik t
- Page 153: ( *49 ) Volk , wanneer het een Vors
- Page 157 and 158: C'53) Het is niet genoeg dat een Vo
- Page 159 and 160: C 155 ) geen paaien kent, de grootf
- Page 161 and 162: C 157 ) door den beul , even als ee
- Page 163 and 164: C 159 ) derdanen toebeherende , gaf
- Page 165 and 166: t 161 ) De eerfte regeeringen op de
- Page 167 and 168: C 163) vrouwe aan een ander niet te
- Page 169 and 170: C 165 ) rjisfen hebben kunnen uitge
- Page 171 and 172: C 16? ) O N D E R Z O E K , Of Neer
- Page 173 and 174: (169) Dat dit gezegde waarheid is ,
- Page 175 and 176: 0?r ) zielloze wezens behoren , wel
- Page 177 and 178: C 273 ) boven alle anderen is , zo
- Page 179 and 180: ( 175 ) al hebben zy 'er zelfs lang
- Page 181 and 182: ( V7 ) fcbe en menigvuldige getuige
- Page 183 and 184: C 179 ) En wat de zeden van ons Vad
- Page 185 and 186: C 281 ) getuigt de Heiland aldaar n
- Page 187 and 188: (183 ) 2y aandrongen op de handhavi
- Page 189 and 190: om trend de Joden door de Propheten
- Page 191 and 192: (187) volk door die Vaderland'spest
- Page 193 and 194: ( i89 ) die werkeloosheid ene ftraf
- Page 195 and 196: C 191 ) D E WYZE COLLO NEL. ]J3oor
- Page 197 and 198: ( 193 ) De aangename ogtent en avon
- Page 199 and 200: (195) kwamen. Ter ener zeye de fmer
- Page 201 and 202: C 197) V A D E R L Y K E L E S V A
- Page 203 and 204: C'99 ) VERHANDELING OVER HET ALGEME
C 150)<br />
Hoe weinige Vorften worden 'er gevonden<br />
met Augustus omtrent dit ftuk in denkingsaart<br />
overeenftemmende , die kort voor dat<br />
hy het leven verliet op zyn Sterfbed zich aldus<br />
uitdrukte. Toen ik aan deregeeringkwam<br />
was Rome met gebakken fteenen gebouwd,<br />
maar ik heb het met marmer herbouwd<br />
Gelukkig is het Volk , levende onder de be'<br />
ltiering van zodanig een Vorst, wiens hóófd<br />
oogmerk is, wiens .voornaamfte vermaak daar<br />
in beftaat, deszelfs geluk , rust en veiligheid<br />
te bewerken !<br />
De goede Vorften kunnen zich verzekerd<br />
houden van de agting en liefde hunner onderdanen<br />
, en in tegendeel , ik geloof dat<br />
de kwade innerlyk overtuigd en bewust zyn<br />
dat men hen haat. Daarom ook was het '<br />
dat die menigvuldige Dwingelanden , waar<br />
yan de gefchiedenisfen gewag maken , altyd<br />
hunne onderdanen befchouwdcn als vyanden<br />
die hun ondergang zogten ? Zy deeden een<br />
ieder kwaad, des niemand hun ook goed deed.<br />
Bomitianus zeer wel bewust, dat de Romeinen<br />
reden hadden om hem te haten, haatte<br />
hen op zyn beurt, misbruik van zyn ge.<br />
zag makende , om hen ter dood te brengen.<br />
Hy had een lyst der geenen die hy wilde<br />
opofferen aan zyne wreedheid, en dezelve<br />
by geval m handen van zyn vrouw Bomitia<br />
gekomen zynde, was zy niet weinig verwon-