23.09.2013 Views

Krachtige leeromgevingen voor leerkrachten (in opleiding)

Krachtige leeromgevingen voor leerkrachten (in opleiding)

Krachtige leeromgevingen voor leerkrachten (in opleiding)

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2<br />

Frank Stöteler lez<strong>in</strong>g<br />

13 oktober 2004


Colofon<br />

© 2004, Pabo Arnhem, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen<br />

Lay-out<br />

Betty Bol<br />

Druk<br />

Campus Arnhem


Eerder verschenen <strong>in</strong> de reeks Frank Stöteler lez<strong>in</strong>gen:<br />

Jaar Door Titel lez<strong>in</strong>g<br />

2000 prof.dr. Luc Stevens De Pabo als pedagogische academie<br />

2001 prof.dr. Geert ten Dam Het sociaal competente k<strong>in</strong>d<br />

2002 prof.dr. Ludo Verhoeven Effectief taalonderwijs <strong>in</strong> een rijke<br />

leeromgev<strong>in</strong>g, een opdracht <strong>voor</strong> de<br />

Pabo<br />

2003 prof.dr. Adri Treffers en Het magische vierkant van reken-<br />

drs. Erica de Goeij<br />

wiskundeonderwijs naar menselijke maat<br />

Frank Stöteler lez<strong>in</strong>g 2004<br />

Ter gelegenheid van het afscheid van Frank Stöteler als directeur van<br />

Pabo-Arnhem <strong>in</strong> maart 2000 is door de nieuwe directie de Frank Stöteler<br />

lez<strong>in</strong>g <strong>in</strong>gesteld. Deze lez<strong>in</strong>g wordt jaarlijks gehouden <strong>in</strong> de eerste<br />

maanden van het nieuwe schooljaar. Het onderwerp is een actueel thema<br />

uit het basisonderwijs, dat we laten belichten door een wetenschapper.<br />

De vijfde lez<strong>in</strong>g is gehouden door prof. dr. Johan van der Sanden,<br />

hoogleraar didactiek der technische wetenschappen aan de Technische<br />

Universiteit te E<strong>in</strong>dhoven en als lector verbonden aan de Fontys<br />

Pedagogische Technische Hogeschool te E<strong>in</strong>dhoven.<br />

Betty T.M. van Waesberghe,<br />

directeur Pabo-Arnhem<br />

38<br />

<strong>Krachtige</strong> <strong>leeromgev<strong>in</strong>gen</strong> <strong>voor</strong> <strong>leerkrachten</strong><br />

(<strong>in</strong> opleid<strong>in</strong>g)<br />

Prof. dr. Johan M.M. van der Sanden<br />

TUE-TULO en Fontys-PTH E<strong>in</strong>dhoven


<strong>in</strong>terpreteren samen met de docenten en de schoolleid<strong>in</strong>g de verzamelde<br />

gegevens.<br />

Zij documenteren hun bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op een zodanige wijze dat zowel het<br />

Fioretti College, de partnerscholen <strong>in</strong> het netwerk, de lerarenopleid<strong>in</strong>gen als<br />

(toekomstige) studenten er hun <strong>voor</strong>deel mee kunnen doen. De<br />

lector/hoogleraar begeleidt het onderzoek. Voor studenten gaat het hier om<br />

een betekenisvolle <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van hun stage: er is sprake van “producerend<br />

leren”, waarbij ze ook fungeren als medeontwerper van het curriculum van<br />

de lerarenopleid<strong>in</strong>g. Voor de assistent-<strong>in</strong>-opleid<strong>in</strong>g aan de universiteit<br />

betreft het een nuttige start van een door PROO 26 gef<strong>in</strong>ancierd<br />

promotieonderzoek naar de rol van onderwijspersoneel bij de<br />

competentieontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen. Vanuit het lectoraat wordt een<br />

bijdrage geleverd aan het genereren, delen en benutten van kennis <strong>in</strong> een<br />

zich ontwikkelende regionale kennisgemeenschap.<br />

Tot zover dit <strong>voor</strong>beeld en tot zover mijn bijdrage. Er komen gelukkig<br />

steeds meer <strong>voor</strong>beelden van dergelijke <strong>in</strong>novatieve<br />

leerwerkarrangementen, waar ook Pabo’s en basisscholen bij zijn<br />

betrokken. Lerarenopleid<strong>in</strong>gen kunnen zo als educatieve partner van<br />

scholen fungeren en hen ondersteunen bij <strong>in</strong>novaties en bij het HRD-beleid.<br />

Scholen kunnen hun kennis en wijsheid delen met lerarenopleid<strong>in</strong>gen en<br />

een vanzelfsprekende rol spelen als medeopleider van nieuwe leraren. Het<br />

gezamenlijk zoeken naar en onderzoeken van nieuwe onderwijs- en<br />

leerpraktijken levert een ideale voed<strong>in</strong>gsbodem op <strong>voor</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

leer-, vormgev<strong>in</strong>gs- en onderzoekscompetenties, niet alleen van studenten,<br />

maar ook van lerarenopleiders en medewerkers van scholen.<br />

26 Programmaraad Onderwijs Onderzoek<br />

37


Ik geef u een <strong>voor</strong>beeld 25 .<br />

Het Fioretti College te Veghel ressorteert onder het OMO-bestuur en<br />

ontwikkelt de Gemengde Leerweg Plus als een beroepsgericht alternatief<br />

<strong>voor</strong> de Theoretische Leerweg <strong>in</strong> het vmbo. Getracht wordt vmbo-leerl<strong>in</strong>gen<br />

te helpen bij het leren kiezen van een sector en een onderwijsloopbaan.<br />

Een aantal aan het Fioretti College verbonden docenten heeft als taak<br />

gekregen dit nieuwe geïntegreerde avo-beroepsgerichte programma te<br />

ontwikkelen. Daarbij werken docenten van avo- en beroepsgerichte vakken<br />

<strong>in</strong> een docentenwerkplaats samen bij het ontwikkelen van loopbaangerichte<br />

projecten, lesmaterialen en didactische werkvormen <strong>voor</strong> de betrokken<br />

derdejaars en vierdejaarsleerl<strong>in</strong>gen. Verder wordt samengewerkt met het<br />

nabij gelegen ROC De Leijgraaf, met enkele arbeidsorganisaties <strong>in</strong> de<br />

regio, is er een netwerk gevormd met andere vmbo-scholen uit de regio en<br />

wordt geparticipeerd <strong>in</strong> het AXIS-project ‘Technologie: <strong>in</strong>tersectorale start<br />

en sectorale afsluit<strong>in</strong>g’. In een stuurgroep waar<strong>in</strong> onder andere ROC De<br />

Leijgraaf en Fontys Hogescholen participeren worden afspraken gemaakt<br />

over de aansluit<strong>in</strong>g vmbo-mbo-hbo.<br />

Het project wordt begeleid vanuit de lerarenopleid<strong>in</strong>g en het VMBO<br />

Centrum van Fontys Hogescholen en studenten van de Fontys<br />

lerarenopleid<strong>in</strong>gen participeren <strong>in</strong> het project.<br />

Vanuit het lectoraat Didactiek van het Beroepsonderwijs en de TULO van<br />

de TUE is flankerend onderzoek opgezet, dat wordt uitgevoerd door een<br />

assistent-<strong>in</strong>-opleid<strong>in</strong>g en enkele Fontysstudenten. Zij maken daarbij videoopnames,<br />

<strong>in</strong>terviewen docenten, nemen vragenlijsten af bij leerl<strong>in</strong>gen en<br />

25 Zie ook Didaktief, jaargang 34, nummer 5/ mei 2004<br />

36<br />

<strong>Krachtige</strong> <strong>leeromgev<strong>in</strong>gen</strong> <strong>voor</strong> <strong>leerkrachten</strong><br />

(<strong>in</strong> opleid<strong>in</strong>g) 1<br />

Inleid<strong>in</strong>g<br />

Ik comb<strong>in</strong>eer een baan als lector aan een hogeschool met de functie van<br />

hoogleraar aan een universiteit. Mijn lectoraat betreft de “Didactiek van het<br />

Beroepsonderwijs" en is gesitueerd bij de Fontys Pedagogisch Technische<br />

Hogeschool E<strong>in</strong>dhoven”; de leerstoel betreft het terre<strong>in</strong> van de<br />

onderwijskunde en de didactiek bij de Technische Universitaire<br />

Lerarenopleid<strong>in</strong>g (TULO) van de TUE 2 . Deze comb<strong>in</strong>atie van functies<br />

confronteert mij op een bijzondere manier met het verschijnsel<br />

competentiegericht opleiden. Ik heb direct te maken met de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van<br />

competentiegericht opleiden bij de lerarenopleid<strong>in</strong>gen van Fontys en de:<br />

TUE, wordt geconfronteerd met soortgelijke processen bij andere<br />

opleid<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het hbo en ben betrokken bij allerlei projecten die gericht zijn<br />

op de ontwikkel<strong>in</strong>g en vormgev<strong>in</strong>g van competentiegerichte<br />

opleid<strong>in</strong>gstrajecten <strong>in</strong> het vmbo en het mbo.<br />

Bovendien heb ik er als onderzoeker mee te maken: waar mogelijk probeer<br />

ik met praktijkgerichte onderzoeksactiviteiten aan te sluiten bij deze<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gen. Op deze plek lijkt het me wel gepast om eerst eens kort <strong>in</strong><br />

te gaan op enkele onderzoeken die we aan het doen zijn bij de Fontys<br />

Pabo <strong>in</strong> E<strong>in</strong>dhoven, de Fontys-PTH <strong>in</strong> E<strong>in</strong>dhoven en bij de Fontys<br />

Lerarenopleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Tilburg. Ik doe dat met de bedoel<strong>in</strong>g om <strong>in</strong>grediënten te<br />

verzamelen <strong>voor</strong> een wat meer conceptueel-theoretische beschouw<strong>in</strong>g over<br />

competenties, competentieontwikkel<strong>in</strong>g en krachtige <strong>leeromgev<strong>in</strong>gen</strong>, waar<br />

ik dan later <strong>in</strong> deze lez<strong>in</strong>g verder op <strong>in</strong> ga.<br />

1 Met dank aan Cyrille van Bragt <strong>voor</strong> haar commentaar op een eerdere versie van deze tekst<br />

2 Technische Universiteit E<strong>in</strong>dhoven .<br />

1


Voor ik u iets vertel over de onderzoeken bij de Pabo, PTH en de<br />

lerarenopleid<strong>in</strong>g, wil ik deze termen echter <strong>in</strong> globale z<strong>in</strong> even wat verder<br />

verhelderen. We hebben een periode achter de rug, waar<strong>in</strong> er stevig is<br />

gediscussieerd over het begrip competentie en over de wenselijkheid van<br />

competentiegericht opleiden. Zo her<strong>in</strong>ner ik mij een symposium op de<br />

Onderwijsresearchdagen 2003 <strong>in</strong> Heerlen, waar ik ‘s middags commentaar<br />

moest geven op een aantal papers over competentiegericht opleiden.<br />

Nadat ik ’s ochtends thuis getuige was geweest van de verricht<strong>in</strong>gen van<br />

een vaatwasmach<strong>in</strong>ereparateur - die op allerlei manieren etaleerde waar hij<br />

goed <strong>in</strong> was - raakte ik verzeild <strong>in</strong> academische discussies over het begrip<br />

“competentie”. Simpel gezegd betekent competent zijn dat je “ergens goed<br />

<strong>in</strong> bent ” en verwijst competentieontwikkel<strong>in</strong>g naar het proces van “ergens<br />

goed <strong>in</strong> worden”. We kunnen niet ontkennen dat mensen verschillen <strong>in</strong><br />

“waar ze goed <strong>in</strong> zijn” en waar ze goed <strong>in</strong> willen zijn en worden. Of we nu<br />

competentiegericht opleiden of niet, processen van “ergens goed <strong>in</strong><br />

worden” doen zich toch wel <strong>voor</strong>, altijd en overal. Ik besloot die middag mijn<br />

oratie de titel “Ergens goed <strong>in</strong> worden”… mee te geven 3 .<br />

Ik ben er blij mee dat we <strong>in</strong>tussen <strong>in</strong> een andere periode zijn beland.<br />

Natuurlijk zijn er nog discussies over het lastig te omschrijven begrip<br />

competentie - probeert u overigens maar eens mooie def<strong>in</strong>ities te geven<br />

van de <strong>in</strong> het onderwijs alom geaccepteerde en gebruikte begrippen kennis,<br />

<strong>in</strong>zicht en vaardigheid, maar het accent ligt <strong>in</strong>tussen veel meer dan <strong>in</strong> de<br />

afgelopen periode op de vraag hoe je door middel van opleid<strong>in</strong>gen en<br />

andere maatregelen kunt bevorderen dat mensen “ergens goed <strong>in</strong> worden”.<br />

In de onlangs verschenen publicatie “Competentiegericht<br />

Beroepsonderwijs. Gediplomeerd, maar ook bekwaam?”<br />

3<br />

Van der Sanden, J.M.M. (2004). Ergens goed <strong>in</strong> worden. Naar leerzame loopbanen <strong>in</strong> het<br />

beroepsonderwijs. E<strong>in</strong>dhoven: Fontys Hogescholen. Oratie gehouden bij de officiële <strong>in</strong>stallatie<br />

van het lectoraat bij Fontys PTH.<br />

2<br />

Hogescholen willen immers een actieve rol spelen <strong>in</strong> de processen van<br />

kennisontwikkel<strong>in</strong>g en kenniscirculatie die noodzakelijk zijn op de zo<br />

gewenste <strong>in</strong>novaties <strong>in</strong> de branches en sectoren waar<strong>voor</strong> men opleidt op<br />

gang te krijgen en te houden.<br />

Ik heb het genoegen te kunnen samenwerken met een aantal collega’s van<br />

het Center for Activity Theory and Developmental Work Research <strong>in</strong><br />

Hels<strong>in</strong>ki. Samen zijn we op zoek naar nieuwe vormen van ‘expansive<br />

learn<strong>in</strong>g’ die louter <strong>in</strong>dividugerichte en conserverende vormen van leren<br />

overstijgen 24 . We zoeken naar nieuwe comb<strong>in</strong>aties van <strong>in</strong>dividueel en<br />

collectief leren en werken, waarbij bewust gestreefd wordt naar overlap<br />

tussen <strong>in</strong>dividuele en collectieve zones van de naaste ontwikkel<strong>in</strong>g.<br />

Ook beg<strong>in</strong>ners (bij<strong>voor</strong>beeld studenten van een hbo-opleid<strong>in</strong>g) kunnen<br />

hierbij een rol als ‘boundary-crosser’ en ‘change-agent’ spelen. Samen met<br />

reeds <strong>in</strong> arbeidsorganisaties werkzame toekomstige collega’s kunnen zij<br />

niet alleen betrokken worden bij het analyseren van arbeidspraktijken,<br />

alsmede de zich daar<strong>in</strong> <strong>voor</strong>doende problemen en tegenstrijdigheden, maar<br />

ook bij het zoeken naar oploss<strong>in</strong>gen.<br />

Bij de lerarenopleid<strong>in</strong>gen van Fontys Hogescholen en de Technische<br />

Universiteit E<strong>in</strong>dhoven proberen we dergelijke <strong>in</strong>zichten <strong>in</strong> de praktijk te<br />

brengen. We gaan daarbij uit van wat ik de laatste tijd het ‘SOOP-pr<strong>in</strong>cipe’<br />

noem: we streven naar het samengaan van <strong>in</strong>dividueel en collectief leren,<br />

waarbij bewust wordt gezocht naar overlap tussen <strong>in</strong>dividuele en collectieve<br />

zones van de naaste ontwikkel<strong>in</strong>g, uitgaande van een <strong>in</strong>tegrale aanpak van<br />

activiteiten op de terre<strong>in</strong>en Schoolontwikkel<strong>in</strong>g, Opleid<strong>in</strong>g, praktijk- en<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gsgericht Onderzoek en Professionele ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

onderwijspersoneel.<br />

24<br />

Tuomi-Gröhn , T., &. Engeström, Y (Eds.) (2003). Between school and work: new<br />

perspectives on transfer and boundary cross<strong>in</strong>g. Oxford: Elsevier Science.<br />

35


Schoolontwikkel<strong>in</strong>g, professionele ontwikkel<strong>in</strong>g van onderwijspersoneel en<br />

het opleiden van nieuw onderwijspersoneel komen zo dicht bij elkaar te<br />

liggen.<br />

De kansen op de vorm<strong>in</strong>g van professionele leerwerkgemeenschappen van<br />

lerarenopleiders, werkzaam <strong>in</strong> scholen, op de universiteit en hogeschool,<br />

onderzoekers, docenten en docenten <strong>in</strong> opleid<strong>in</strong>g ‘die wat betreft de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g van competenties en expertise op elkaar afgestemde<br />

<strong>in</strong>dividuele en gemeenschappelijke doelen nastreven’ 23 nemen toe.<br />

Verwacht mag worden dat deze trend de komende jaren zal doorzetten,<br />

mede als gevolg van het OC&W-beleid dat is gericht op het stimuleren van<br />

scholen om partnerships met lerarenopleid<strong>in</strong>gen te sluiten en als<br />

medeopleider verantwoordelijkheid te nemen <strong>voor</strong> de <strong>in</strong>itiële opleid<strong>in</strong>g van<br />

onderwijspersoneel.<br />

Op deze manier ontstaan er <strong>in</strong>teressante mogelijkheden om de<br />

professionele ontwikkel<strong>in</strong>g van onderwijspersoneel alsook de <strong>in</strong>itiële<br />

opleid<strong>in</strong>g van onderwijspersoneel te situeren <strong>in</strong> een<br />

schoolontwikkel<strong>in</strong>gsperspectief. Het is van belang daarbij ook aandacht te<br />

hebben <strong>voor</strong> het leerpotentieel van de werkplek en de leerzame effecten<br />

van het functioneren <strong>in</strong> werkteams die betrokken zijn bij de opzet en<br />

uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>novatieve projecten.<br />

Schoolorganisaties moeten <strong>voor</strong>tdurend proberen de ‘collectieve zone van<br />

de naaste ontwikkel<strong>in</strong>g’ op te zoeken. De noodzaak hiertoe <strong>in</strong> het onderwijs<br />

zal toenemen, omdat van scholen meer en meer wordt verwacht dat zij<br />

eigen beleid ontwikkelen op terre<strong>in</strong>en waar vroeger directieven vanuit het<br />

M<strong>in</strong>isterie van Onderwijs golden. Dat geldt trouwens ook <strong>voor</strong> hogescholen,<br />

die niet langer meer uitsluitend als opleid<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stituut te boek willen staan.<br />

23 TULO zelfstudie 2002, p. 38<br />

34<br />

(Mulder, Wessel<strong>in</strong>k, Biemans, Nieuwenhuis & Poell, 2003) 4 merkt Mart<strong>in</strong><br />

Mulder <strong>in</strong> dit verband het volgende op: ”In essentie gaat het … om een<br />

grotere nadruk op het verwerven van bekwaamheden (en dus niet alleen<br />

om kennis en <strong>in</strong>zicht) en relevantie van die bekwaamheden <strong>voor</strong> het<br />

functioneren van mensen <strong>in</strong> een baan, de loopbaan en arbeidssituaties”<br />

(Mulder, 2003, p. 29).<br />

De overstap naar de krachtige leeromgev<strong>in</strong>g is nu snel gemaakt. Wanneer<br />

is een leeromgev<strong>in</strong>g krachtig? Je zou kunnen zeggen dat dat het geval is:<br />

wanneer er volop <strong>in</strong>teressante en gevarieerde leermogelijkheden zijn,<br />

wanneer die worden herkend en benut door iemand die “ergens goed <strong>in</strong><br />

wil worden”,<br />

wanneer zo iemand ook zelf nieuwe leermogelijkheden weet te creëren<br />

en<br />

wanneer dit alles er echt toe bijdraagt dat iemand competent wordt.<br />

Het moge nu al duidelijk zijn dat 'leercompetenties <strong>in</strong> brede z<strong>in</strong>' daarbij<br />

essentieel zijn. Ik kom daar nog op terug, maar ga nu eerst <strong>in</strong> op de twee<br />

onderzoeken die ik eerder heb aangekondigd.<br />

Onderzoek bij de Pabo en de PTH <strong>in</strong> E<strong>in</strong>dhoven<br />

Het betreft een promotieonderzoek dat wordt uitgevoerd door Cyrille van<br />

Bragt, die werkzaam is bij de Afdel<strong>in</strong>g Onderwijs van het Facilitair Bedrijf<br />

van Fontys Hogescholen.<br />

4<br />

Mulder, M. (2003). Ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het competentiedenken en competentiegericht<br />

beroepsonderwijs. In M. Mulder, R. Wessel<strong>in</strong>k, H. Biemans, L. Nieuwenhuis, & R. Poell (Red.),<br />

Competentiegericht beroepsonderwijs. Gediplomeerd, maar ook bekwaam? (pp. 15-32).<br />

Houten: Wolters-Noordhoff BV.<br />

3


Het onderzoek is onderdeel van een groter project dat er toe moet leiden<br />

dat we meer zicht krijgen op de aanpak van de studie door eerstejaars<br />

studenten. Verbeter<strong>in</strong>g van de begeleid<strong>in</strong>g en preventie van studie-uitval<br />

zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. Bij een negentiental Fontys<br />

Hogescholen (waaronder de Pabo en de Fontys-PTH) hebben we aan het<br />

beg<strong>in</strong> van het studiejaar 2003-2004 gegevens verzameld over verschillende<br />

relevant geachte studentkenmerken, waaronder persoonlijkheid,<br />

motivationele oriëntaties, leerconcepties, geprefereerde studieactiviteiten<br />

en geprefereerde regulatieactiviteiten. In totaal hebben 2.192 eerstejaars<br />

studenten meegedaan, 602 van hen hadden een mbo-, 1320 een havo- en<br />

270 een vwo-opleid<strong>in</strong>g achter de rug.<br />

We weten van hen onder andere:<br />

of ze meer of m<strong>in</strong>der extravert, zorgvuldig, vriendelijk, labiel en<br />

autonoom zijn,<br />

hoe het is gesteld met hun studiemotivatie, of ze meer of m<strong>in</strong>der<br />

testgericht, certificaat of beroepsgericht zijn,<br />

of ze meer reproductieve of meer constructieve leerconcepties hebben,<br />

<strong>in</strong> hoeverre ze <strong>voor</strong>keuren hebben <strong>voor</strong> zelfstur<strong>in</strong>g en externe stur<strong>in</strong>g,<br />

<strong>in</strong> hoeverre ze gericht zijn op reproducerende of meer<br />

betekenisgerichte studieactiviteiten.<br />

Aan het beg<strong>in</strong> van het tweede jaar, of bij tussentijdse uitval, hebben we<br />

opnieuw gegevens verzameld over onder andere de aanpak van de studie,<br />

motivatie, moeilijkheden met de studie, studiebegeleid<strong>in</strong>g en het<br />

gerealiseerde aantal studiepunten. Uiteraard zijn we geïnteresseerd <strong>in</strong> de<br />

relaties tussen studentkenmerken en studieaanpak en - heel actueel - <strong>in</strong><br />

verschillen tussen studenten met een mbo-<strong>voor</strong>opleid<strong>in</strong>g enerzijds en een<br />

havo of vwo-opleid<strong>in</strong>g anderzijds.<br />

4<br />

wordt als medeontwerper van het opleid<strong>in</strong>gsprogramma en de<br />

leeromgev<strong>in</strong>g. Persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>gsplannen van studenten kunnen<br />

daarbij een belangrijke richt<strong>in</strong>ggevende rol spelen. Het is beslist de moeite<br />

waard om kennis te nemen van de wijze waarop succesvolle<br />

ondernem<strong>in</strong>gen proberen het “mass-customization” pr<strong>in</strong>cipe <strong>in</strong> de praktijk te<br />

brengen, daarbij verschillen tussen klanten serieus nemen en de klant <strong>in</strong> de<br />

positie brengen van ‘co-designer’ van producten of diensten 22 .<br />

Wat ik tot nu toe naar voren heb gebracht over de wijze waarop krachtige<br />

<strong>leeromgev<strong>in</strong>gen</strong> kunnen worden gerealiseerd <strong>voor</strong> <strong>leerkrachten</strong> (<strong>in</strong><br />

opleid<strong>in</strong>g) heeft een behoorlijk <strong>in</strong>dividugericht karakter. Naar mijn men<strong>in</strong>g<br />

kunnen <strong>leeromgev<strong>in</strong>gen</strong> <strong>voor</strong> studenten van de Pabo en <strong>voor</strong> <strong>leerkrachten</strong><br />

<strong>in</strong> het basisonderwijs nog een stuk krachtiger worden als we dit <strong>in</strong>dividueelpsychologische<br />

perspectief verb<strong>in</strong>den met een<br />

organisatieontwikkel<strong>in</strong>gsperspectief. Het laatste deel van mijn betoog is<br />

hieraan gewijd.<br />

Op steeds meer scholen <strong>voor</strong> primair en <strong>voor</strong>tgezet onderwijs en<br />

beroepsonderwijs is sprake van <strong>in</strong>novaties, die gericht zijn op het<br />

optimaliseren van primaire processen. Bij de vormgev<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g van<br />

deze <strong>in</strong>novaties, die <strong>in</strong> het beroepsonderwijs vaak gericht zijn op het<br />

<strong>in</strong>voeren van competentiegericht opleiden, speelt het onderwijspersoneel<br />

een actieve rol. Op deze scholen zien we ook een groter wordende<br />

belangstell<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>in</strong>tegraal personeelsbeleid en daarbij aansluitend <strong>voor</strong><br />

competentiemanagement en competentieontwikkel<strong>in</strong>g van het<br />

onderwijspersoneel.<br />

diesrede ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de Open Universiteit Nederland<br />

opnieuw aandacht gevraagd <strong>voor</strong> het thema 'Massa-<strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g van hoger onderwijs'<br />

22<br />

Zie P<strong>in</strong>e II, J. & Gilmore, J.H. (1999). The experience economy. Work is theatre and every<br />

bus<strong>in</strong>ess a stage. Boston: Harvard Bus<strong>in</strong>ess School Press.<br />

33


Om studenten te ondersteunen bij het opbouwen van adequate persoonlijke<br />

leer- en actietheorieën is het noodzakelijk om:<br />

expliciet aandacht te schenken aan de wijze waarop zij<br />

leermogelijkheden en handel<strong>in</strong>gsalternatieven <strong>in</strong> diverse <strong>voor</strong> het<br />

vak(bekwaamheids)gebied relevante situaties kunnen herkennen,<br />

benutten en creëren<br />

hen uit te nodigen hun feitelijke leer- en werkgedrag <strong>in</strong> bepaalde<br />

situaties en de daaraan ten grondslag liggende opvatt<strong>in</strong>gen te<br />

expliciteren en daarop te reflecteren.<br />

Wanneer leren gezien wordt als een proces waar<strong>in</strong> studenten op basis van<br />

unieke <strong>voor</strong>kennis en opvatt<strong>in</strong>gen op persoonlijke wijze betekenis (leren)<br />

verlenen aan <strong>in</strong>formatie uit diverse bronnen, dan ligt het <strong>voor</strong> de hand om<br />

bij het organiseren van leerprocessen te zoeken naar mogelijkheden <strong>voor</strong><br />

<strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g. Het ondersteunen van studenten bij het <strong>in</strong>tegreren van<br />

kennis, vaardigheden, attitudes en persoonskenmerken tot persoonlijke<br />

bekwaamheid maakt de noodzaak hiertoe alleen maar groter.<br />

Waar <strong>in</strong> het basisonderwijs gestreefd wordt naar het vergroten van de<br />

adaptiviteit, zien we dat <strong>in</strong> het beroepsonderwijs <strong>in</strong> toenemende mate<br />

gedacht wordt aan, en gestreefd wordt naar, het realiseren van maatwerk:<br />

een samenstel van leer<strong>in</strong>houden, pedagogisch-didactisch ontwerp,<br />

begeleid<strong>in</strong>gs- en leeractiviteiten dat enerzijds afgestemd is op de<br />

leervragen, leermogelijkheden en leerpreferenties van de deelnemers of<br />

studenten en anderzijds aansluit bij (regionale) ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich<br />

<strong>voor</strong>doen op de arbeidsmarkt.<br />

Er moet ook <strong>in</strong> het hoger onderwijs een proces op gang komen van<br />

“massificatie naar massa-<strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g” 21 , waarbij de student gezien<br />

21<br />

Jongbloed, B. (2001). Hoger onderwijs. Van massificatie naar massa-<strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g.<br />

Interdiscipl<strong>in</strong>air, 12(3), 25-27. Zeer onlangs hebben Fred Mulder en Ton van Asseldonk <strong>in</strong> hun<br />

32<br />

Bij de Pabo en de PTH doen we daarnaast nog twee aanvullende<br />

onderzoeken. Het eerste onderzoek is bedoeld om meer zicht te krijgen op<br />

hoe de studenten, met verschillende studentkenmerken, de<br />

competentiegerichte leeromgev<strong>in</strong>g waardeerden en hebben gebruikt. Dit<br />

onderzoek, waarbij we gebruik hebben gemaakt van een vragenlijst, is<br />

<strong>in</strong>middels uitgevoerd. Het tweede onderzoek is <strong>in</strong> uitvoer<strong>in</strong>g en betreft een<br />

diepte studie, waarbij we door middel van <strong>in</strong>terviews met een veertigtal<br />

geselecteerde studenten dieper willen <strong>in</strong>gaan op de relatie tussen<br />

studentkenmerken en de waarder<strong>in</strong>g en het gebruik van de leeromgev<strong>in</strong>g.<br />

Ik ga nu wat explicieter <strong>in</strong> op de twee vragenlijsten “Perceptie en Gebruik<br />

van de Leeromgev<strong>in</strong>g”, die we speciaal <strong>voor</strong> het onderzoek hebben<br />

ontwikkeld, één <strong>voor</strong> de Pabo en één <strong>voor</strong> de PTH. Afgelopen <strong>voor</strong>jaar<br />

hebben we daar<strong>voor</strong> op de Pabo en de PTH afzonderlijk diverse<br />

gesprekken gevoerd met docenten en studenten. We vertelden hen dat we<br />

aan het e<strong>in</strong>d van het eerste studiejaar een evaluatievragenlijst wilden<br />

afnemen die de opleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zicht zou moeten verschaffen <strong>in</strong> de<br />

leerzaamheid van een aantal elementen of onderdelen van de<br />

leeromgev<strong>in</strong>g. We vroegen hen de potentieel leerzame elementen of<br />

onderdelen te noemen die naar hun men<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de lijst zouden moeten<br />

worden opgenomen. In feite maakten we hen tot medeontwerper van de<br />

vragenlijst. Zie figuur 1 <strong>voor</strong> de lijst die dat bij de Pabo opleverde.<br />

Bij de PTH werd het onderzoek toegespitst op het functioneren van de<br />

Verticale Leergroepen (VLG), waar<strong>in</strong> eerste-, tweede-, derde- en<br />

vierdejaarsstudenten van een bepaalde opleid<strong>in</strong>g met elkaar een aantal<br />

nader af te spreken opleid<strong>in</strong>gsactiviteiten uitvoeren.<br />

De elementen zoals <strong>in</strong> figuur 2 zijn weergegeven, werden naar voren<br />

gebracht.<br />

5


1. Tutor<br />

2. Mentor<br />

3. Tutorgroep<br />

4. Leergroep<br />

5. Reflectie & Ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

6. Werken aan je portfolio<br />

7. Werken aan je POP<br />

8. De stage<br />

9. Het <strong>in</strong>stituutspracticum<br />

10. Thema studietaak (bijv. dir/didactische route)<br />

11. Studietaak: consultatie<br />

12. Studietaak: bijeenkomsten<br />

13. Deelstageplan<br />

14. Poortfase<br />

15. Werkweek<br />

16. Feedback op toets<strong>in</strong>g<br />

17. Onderwijswerkplaats (OWP)<br />

18. N@tschool 5<br />

19. Het bestuderen van literatuur<br />

Figuur 1: elementen van de leeromgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Pabo-vragenlijst<br />

5 N@tschool is het digitale leerplatform dat wordt geïmplementeerd <strong>in</strong> de diverse<br />

Fontysopleid<strong>in</strong>gen<br />

6<br />

Het creëren van mogelijkheden <strong>voor</strong> cont<strong>in</strong>ue progressieve<br />

recontextualisatie vraagt om een zodanige <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de leeromgev<strong>in</strong>g<br />

dat studenten:<br />

ervar<strong>in</strong>gen opdoen en leren leren en werken <strong>in</strong> verschillende soorten<br />

leer-, werk- of leerwerksituaties;<br />

<strong>voor</strong>tdurend te maken krijgen met nieuwe, gevarieerde en <strong>in</strong><br />

complexiteit toenemende contexten;<br />

worden uitgedaagd om <strong>in</strong> de context van betekenisvolle leergebieden<br />

en authentieke taken eerder verworven kennis en opvatt<strong>in</strong>gen,<br />

opgebouwde Persoonlijke Leer- en Actietheorieën en eerder verworven<br />

competenties <strong>in</strong> nieuwe situaties te activeren, op waarde te schatten en<br />

op een hoger plan te brengen.<br />

Op deze plaats wil ik nog even stilstaan bij het belang van de opbouw van<br />

een goed georganiseerde kennisbasis, waarbij de kernconcepten (‘big<br />

ideas’) en ‘kerntaken’ <strong>in</strong> een vak-, leer- of competentiegebied centraal<br />

staan. Ik doe dat omdat het nog te vaak <strong>voor</strong>komt dat kennis die <strong>in</strong> een<br />

bepaalde situatie onderwezen wordt “<strong>in</strong>ert” blijft, moeilijk toegankelijk is en<br />

daarom niet of nauwelijks als gereedschap kan fungeren <strong>in</strong> nieuwe leer- en<br />

toepass<strong>in</strong>gssituaties. Om toekomstige leraren te helpen bij het opbouwen<br />

van een goed georganiseerd en toegankelijk kennisbestand, dat geactiveerd<br />

kan worden als de situatie erom vraagt, is het aan te bevelen om:<br />

<strong>voor</strong> een elaboratieve en concentrische opbouw van het programma te<br />

kiezen en er<strong>voor</strong> te zorgen dat studenten het zicht op ‘het geheel’ niet<br />

verliezen<br />

kernbegrippen en kerntaken centraal te stellen en deze te situeren <strong>in</strong><br />

authentieke toepass<strong>in</strong>gssituaties<br />

te zorgen <strong>voor</strong> voldoende, actuele en gevarieerde modellen van goed<br />

vakmanschap en<br />

leersituaties te creëren waar<strong>in</strong> de student gecodificeerde kennis (het<br />

resultaat van de verwerk<strong>in</strong>g van gesystematiseerde en geformaliseerde<br />

<strong>in</strong>formatie) kan koppelen aan ervar<strong>in</strong>gskennis (het resultaat van de<br />

verwerk<strong>in</strong>g van episodische <strong>in</strong>formatie).<br />

31


Mede gezien de vele ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich <strong>in</strong> arbeidsorganisaties <strong>in</strong> het<br />

algemeen en <strong>in</strong> scholen <strong>in</strong> het bijzonder <strong>voor</strong>doen en de vele nieuwe<br />

mogelijkheden tot leren die de opmars van ict met zich meebrengt, lijkt het<br />

vermogen om <strong>in</strong> uiteenlopende leerwerksituaties leermogelijkheden te<br />

herkennen, te benutten en te creëren <strong>in</strong> toenemende mate een vitale factor<br />

te worden. Aansluitend hierop wil ik wijzen op een <strong>in</strong>teressant perspectief<br />

dat is geschetst door Van Oers (1998) en Guile & Young (2003) 20 . Zij wijzen<br />

op het contradictoire karakter van het begrip decontextualisatie en stellen<br />

dat het begrip recontextualisatie een beter alternatief is. Transfer kan beter<br />

worden opgevat als een proces van cont<strong>in</strong>ue progressieve<br />

recontextualisatie. Ook <strong>voor</strong> de lerarenopleid<strong>in</strong>g is het <strong>in</strong>derdaad<br />

vruchtbaarder om transfer te conceptualiseren als het vermogen om<br />

<strong>voor</strong>tdurend en <strong>in</strong> steeds nieuwe situaties constructief verder te leren en de<br />

reeds verworven competenties op een hoger plan te brengen.<br />

Het centraal stellen van het pr<strong>in</strong>cipe van de cont<strong>in</strong>ue progressieve<br />

recontextualisatie <strong>in</strong> de lerarenopleid<strong>in</strong>g heeft grote gevolgen <strong>voor</strong> de<br />

<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de leeromgev<strong>in</strong>g. Het komt erop aan leerzame<br />

<strong>leeromgev<strong>in</strong>gen</strong> te creëren, waar<strong>in</strong> studenten te maken krijgen met<br />

verschillende contexten. Met <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g citeer ik Bransford, Brown &<br />

Cock<strong>in</strong>g (2000) die ons oproepen de ‘juiste vragen’ te stellen:<br />

‘Ask<strong>in</strong>g which teach<strong>in</strong>g technique is best is analogous to ask<strong>in</strong>g which tool<br />

is best - a hammer, a screwdriver, a knife or pliers. In teach<strong>in</strong>g as <strong>in</strong><br />

carpentry, the selection of tools depends on the task at hand and the<br />

materials one is work<strong>in</strong>g with’ (p. 22).<br />

20<br />

Van Oers, B. (1998). From context to contextualiz<strong>in</strong>g. Learn<strong>in</strong>g and Instruction, 8, 473-488.<br />

Guile, D., & Young, M. (2003). Transfer and transition <strong>in</strong> vocational education: Some<br />

theoretical considerations. In T. Tuomi-Gröhn & Y. Engeström (Eds.), Between school and<br />

work: new perspectives on transfer and boundary cross<strong>in</strong>g (pp. 63-81). Oxford: Elsevier<br />

Science.<br />

30<br />

1. De ouderejaars student als <strong>voor</strong>beeld<br />

2. De ouderejaars student als bron van <strong>in</strong>formatie<br />

3. De ouderejaars student als motivator<br />

4. De coach als begeleider<br />

5. De coach als beoordelaar<br />

6. De uitgevoerde VLG-projecten <strong>voor</strong> anderen (bijv. <strong>voor</strong> een<br />

klant of bijv. het ontwikkelen of schrijven van leer-<br />

/lesmateriaal (dictaat, projectwerv<strong>in</strong>g/PR, etc.)<br />

7. Overige VLG-projecten (bijv. werkkamp buitenland, als<br />

aanvull<strong>in</strong>g op arrangementen, etc)<br />

8. De activiteiten gericht op het functioneren van de VLG<br />

zoals <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g geven aan het huishoudelijk reglement<br />

(vergader<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong>zitten, verschillende rollen vervullen en<br />

vergader<strong>in</strong>gen vastleggen) en de f<strong>in</strong>anciële huishoud<strong>in</strong>g<br />

(regelen van f<strong>in</strong>anciën, budget bewaken en verdelen, kas)<br />

9. Het projectmatig werken<br />

10. Het <strong>in</strong>vullen van de beoordel<strong>in</strong>gslijst<br />

11. Flankerend leren met behulp van teksten (schriftelijk en<br />

digitaal)<br />

12. Autocom 6<br />

13. De eigen VLG-werkplek (bijv. het lokaal, de vlonder etc)<br />

14. De sociale contacten <strong>in</strong> de VLG<br />

15. De VLG als geheel<br />

Figuur 2: elementen van de leeromgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de PTH-vragenlijst<br />

6 Autocom is het digitale leerplatform dat op de PTH wordt gebruikt.<br />

7


De naar voren gebrachte elementen zijn vervolgens opgenomen <strong>in</strong> een<br />

vragenlijst. Daarbij is gebruik gemaakt van een matrix, waar<strong>in</strong> de elementen<br />

de rijen vormden en er <strong>voor</strong> elk van de zeven door de SBL onderscheiden<br />

competenties 7 een kolom was.<br />

In elke van de 19 x 7, respectievelijk 15 x 7 cellen was een vijfpuntsschaal<br />

opgenomen dat liep van “niet nuttig” naar “heel nuttig”. De studenten is<br />

gevraagd te beoordelen hoe nuttig elk van de elementen van de<br />

leeromgev<strong>in</strong>g was <strong>voor</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g van elk van de competenties.<br />

Zie figuur 3 <strong>voor</strong> een illustratie.<br />

Onderdeel B: Perceptie van de leeromgev<strong>in</strong>g<br />

Alle vragen <strong>in</strong> deze vragenlijst hebben betrekk<strong>in</strong>g op de VLG.<br />

7 Zie www.lerarenweb.nl<br />

8<br />

Daarbij teken ik aan dat een accent op het leren <strong>in</strong>tegreren zich niet<br />

verdraagt met het idee dat competenties ‘afv<strong>in</strong>kbare’ vaardigheden zijn die<br />

je <strong>in</strong> specifieke periodes na elkaar kunt programmeren. In het<br />

competentievocabulaire passen geen uitspraken als:<br />

‘Die competentie heb ik al gehad.’<br />

‘Voor de kerst doen we de sociale competentie, daarna de didactische.’<br />

‘Hoeveel competenties moet jij nog?; ik hoef er nog maar één.’<br />

Het is ook duidelijk dat het leren <strong>in</strong>tegreren niet correspondeert met<br />

klassieke opvatt<strong>in</strong>gen over ‘transfer’. Kenmerkend daar<strong>voor</strong> is de aanname<br />

dat studenten eerst algemeen toepasbare, ‘kant-en-klare’,<br />

gedecontextualiseerde en ‘transporteerbare’ kennis en vaardigheden<br />

moeten opdoen die ze vervolgens <strong>in</strong> een nieuwe situatie moeten (leren)<br />

toepassen:<br />

de ‘theorie’ gaat <strong>voor</strong>af aan de ‘praktijk’<br />

‘theorie’en ‘praktijk’ worden als verschillende, vaak tegengestelde<br />

zaken gezien<br />

de ‘praktijk’ (bij<strong>voor</strong>beeld een stage of de werkplek) wordt gezien als<br />

een gelegenheid om toe te passen wat je al geleerd hebt<br />

er wordt van uitgegaan dat je competenties <strong>voor</strong>al verwerft op de<br />

werkplek.<br />

Transfer moet niet worden gezien als een gebeurtenis die al dan niet<br />

optreedt <strong>in</strong> een nieuwe situatie, maar als een leerproces. We moeten ons<br />

realiseren dat kennis die wordt geactiveerd <strong>in</strong> een nieuwe situatie<br />

onmiddellijk wordt verbonden met en beïnvloed wordt door <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> die<br />

nieuwe situatie. Aangezien deze <strong>in</strong>formatie, zoals ik hier<strong>voor</strong> heb<br />

uiteengezet, door verschillende <strong>in</strong>dividuen ook weer selectief wordt<br />

verwerkt en actief wordt geïnterpreteerd, is het beter om uit te gaan van<br />

een reciproque en dynamische relatie tussen de kennis die wordt<br />

geconstrueerd op verschillende momenten en op verschillende plekken.<br />

29


Bij <strong>in</strong>tegratie op het eerste niveau, het kennisniveau, gaat het om het<br />

leggen van relaties tussen gecodificeerde kennis, kennis die het resultaat is<br />

van eigen ervar<strong>in</strong>gen en kennis die <strong>voor</strong>tkomt uit het getuige zijn van of<br />

deelgenoot zijn <strong>in</strong> de ervar<strong>in</strong>gen van anderen (respectievelijk directe en<br />

<strong>in</strong>directe ervar<strong>in</strong>gskennis). Hierdoor wordt kennis georganiseerd en<br />

gereorganiseerd op grond van toepass<strong>in</strong>gssituaties en neemt de<br />

toegankelijkheid ervan toe. De leerkracht heeft zijn vak<strong>in</strong>houdelijke en<br />

pedagogisch-didactische kennis beter op orde en kan daardoor<br />

overtuigender optreden <strong>in</strong> lastige situaties.<br />

<strong>Krachtige</strong> <strong>leeromgev<strong>in</strong>gen</strong> <strong>voor</strong> de opleid<strong>in</strong>g en professionele<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>leerkrachten</strong><br />

Het sociaal-constructivisme benadrukt de eigen, actieve en zelfstandige rol<br />

van de student bij het opbouwen van kennis en het ontwikkelen van<br />

competenties. Zoals ik hier<strong>voor</strong> al heb opgemerkt, mag hieruit echter niet<br />

de conclusie worden getrokken dat <strong>in</strong>structie, uitleg of vormen van frontaal<br />

onderwijs uit de tijd zouden zijn en studenten zouden verh<strong>in</strong>deren zelf actief<br />

kennis te construeren.. Hierboven heb ik er al op gewezen dat hieraan een<br />

‘verkeerde’ tegenstell<strong>in</strong>g ten grondslag ligt, die wel wordt aangeduid met de<br />

(vermeende) tegenpolen <strong>in</strong>structivisme-constructivisme. Ook tijdens<br />

<strong>in</strong>structiebijeenkomsten, colleges en wanneer een docent iets uitlegt<br />

kunnen studenten een actieve rol spelen en kennis construeren. Aan de<br />

andere kant slagen veel studenten er niet <strong>in</strong> constructief en<br />

competentiegericht te leren <strong>in</strong> situaties waar<strong>in</strong> de docent m<strong>in</strong>der prom<strong>in</strong>ent<br />

aanwezig is en waar<strong>in</strong> een groot beroep wordt gedaan op het<br />

zelfontdekkend leren uit ervar<strong>in</strong>gen.<br />

De vraag waar het om gaat is hoe <strong>in</strong>structiesituaties of - meer algemeen -<br />

hoe opleid<strong>in</strong>gen en leersituaties, praktijksituaties <strong>in</strong>begrepen, zodanig<br />

kunnen worden <strong>in</strong>gericht dat studenten op een goede manier ondersteund<br />

worden bij de drie <strong>in</strong>tegratieprocessen die hier<strong>voor</strong> genoemd zijn.<br />

28<br />

Figuur 3: Illustratie van de matrix die is opgenomen <strong>in</strong> de vragenlijst Perceptie en Gebruik van<br />

de leeromgev<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> de PTH<br />

9


Naast deze vragen die betrekk<strong>in</strong>g hadden op de perceptie van de<br />

leeromgev<strong>in</strong>g, stelden we ook een tachtigtal vragen over het gebruik van de<br />

leeromgev<strong>in</strong>g. Deze vragen waren zodanig geformuleerd dat ze ons<br />

<strong>in</strong>formatie verschaften over de motivationele oriëntaties van de studenten.<br />

We hebben daarbij een onderscheid gemaakt tussen een ego-oriëntatie,<br />

(beter willen zijn dan een ander), een competentieoriëntatie (ergens beter <strong>in</strong><br />

proberen te worden) en oriëntaties waarbij het <strong>voor</strong>al g<strong>in</strong>g om de<br />

opgegeven taken af te maken (zie Ng & Bereiter, 1992; Duda & Nicholls,<br />

1992) 8 .<br />

In figuur 4 zijn <strong>voor</strong>beelden van deze vragen opgenomen.<br />

De studenten moesten antwoorden op een vijfpuntsschaal die liep van<br />

“helemaal niet mee eens” tot “helemaal mee eens”. Inhoudelijk waren de<br />

vragenlijsten <strong>voor</strong> de Pabo- en de PTH-studenten gelijk aan elkaar; <strong>in</strong> een<br />

aantal gevallen was het echter nodig om opleid<strong>in</strong>gsspecifieke termen te<br />

gebruiken.<br />

In het eerste jaar van de Pabo (PTH) had ik een goed gevoel als…<br />

de <strong>in</strong>stituutspractica over iets <strong>in</strong>teressants g<strong>in</strong>gen<br />

ik <strong>in</strong> N@tschool nuttige vaardigheden leerde<br />

ik het <strong>in</strong>stituutspracticum sneller afrondde dan anderen<br />

ik klaar was met wat ik moest doen<br />

ik liet zien dat ik ergens goed <strong>in</strong> was<br />

wat ik leerde me echts iets zei.<br />

Figuur 4: Voorbeelden van vragen die betrekk<strong>in</strong>g hebben op het gebruik van de leeromgev<strong>in</strong>g<br />

Het is op dit moment nog niet mogelijk om u uitgebreid te <strong>in</strong>formeren over<br />

de resultaten van dit onderzoek; het onderzoek loopt nog en de data die we<br />

al hebben verzameld zijn nog niet volledig geanalyseerd.<br />

8<br />

Ng, E., & Bereiter, C. (1992). Three levels of goal-orientation <strong>in</strong> learn<strong>in</strong>g. The Journal of the<br />

Learn<strong>in</strong>g Sciences, 1, 243-273.<br />

Duda, J.L., & Nicholls. J.G. (1992). Dimensions of achievement motivation <strong>in</strong> schoolwork and<br />

sport. Journal of Educational Psychology, 84, 290-299.<br />

10<br />

Hoe verloopt het proces van “ergens goed <strong>in</strong> worden”? Essentieel daarbij is<br />

het <strong>in</strong> <strong>in</strong>teractie met relevante anderen (<strong>in</strong> ons geval <strong>voor</strong>al medestudenten,<br />

beg<strong>in</strong>nende en gevorderde <strong>leerkrachten</strong> op scholen, opleiders en<br />

praktijkbegeleiders):<br />

uitbreiden en steeds beter organiseren van een bepaalde kennisbasis<br />

en <strong>in</strong> het verlengde daarvan cont<strong>in</strong>u verbeteren van vaardigheden<br />

uitbreiden, bijstellen en verfijnen van de daarop betrekk<strong>in</strong>g hebbende<br />

persoonlijke leer- en actietheorie<br />

verder personaliseren en <strong>in</strong>tegreren van verschillende aspecten van<br />

bekwaamheid.<br />

Competentieontwikkel<strong>in</strong>g zie ik als de ontwikkel<strong>in</strong>g van persoonlijke<br />

bekwaamheden die het resultaat zijn van <strong>in</strong>tegratieprocessen (zie ook<br />

Kessels, 1996) 19 . In feite gaat het <strong>in</strong> de opsomm<strong>in</strong>g hierboven om drie<br />

typen <strong>in</strong>tegratie. De <strong>in</strong> het derde punt bedoelde <strong>in</strong>tegratie betreft het op het<br />

persoonsniveau <strong>in</strong>tegreren van kennis, vaardigheden, attitudes en<br />

persoonskenmerken tot ‘eigen wijsheid’ en ‘persoonlijke bekwaamheid’: een<br />

leerkracht geeft op een eigen wijze <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g aan de bekwaamheden die<br />

<strong>voor</strong> zijn beroep gelden.<br />

De processen die zich <strong>voor</strong>doen op het tweede niveau, het regulatieniveau,<br />

betreffen het <strong>in</strong>tegreren van ervar<strong>in</strong>gskennis <strong>in</strong> de persoonlijke leer- en<br />

actietheorie. Dit gebeurt op basis van ervar<strong>in</strong>gen met het leren en handelen<br />

<strong>in</strong> het betrokken dome<strong>in</strong> en naar aanleid<strong>in</strong>g daarvan uitgevoerde<br />

reflectieactiviteiten en leidt tot versterk<strong>in</strong>g van de zelfstur<strong>in</strong>gsfunctie: een<br />

leerkracht kan beter omgaan met de eigenaardigheden van een bepaalde<br />

klas.<br />

19<br />

In dit verband is ook de taxonomie van leerdoelen van De Block (1975) <strong>in</strong>teressant. Voor<br />

zover mij bekend is dit de enige taxonomie waar<strong>in</strong> ‘<strong>in</strong>tegreren’ als gedragscategorie is<br />

opgenomen. De Block maakt een onderscheid <strong>in</strong> weten, <strong>in</strong>zien, toepassen en <strong>in</strong>tegreren.<br />

Integreren is daarbij de ‘hoogste’ vorm van gedrag.<br />

Kessels, J. .W.M. (1996). Het corporate curriculum. Inaugurele rede. Leiden: Rijksuniversiteit<br />

Leiden,<br />

27


De verwacht<strong>in</strong>g en bedoel<strong>in</strong>g was dat de geboden feedback de leerl<strong>in</strong>gen<br />

zou helpen bij het verwerven van <strong>in</strong>zicht. Er bleek echter alleen een effect<br />

waarneembaar op de leerresultaten van leerl<strong>in</strong>gen met een reproductieve<br />

leerstijl. Bovendien kwam dit effect niet naar voren bij vragen die een<br />

beroep deden op <strong>in</strong>zicht, maar bij vragen naar feitenkennis.<br />

We zien hier dat leerl<strong>in</strong>gen didactische maatregelen (<strong>in</strong> dit geval <strong>in</strong>zicht<br />

bevorderende feedback) niet gebruiken zoals bedoeld door de ontwerper,<br />

maar dat zij de leeromgev<strong>in</strong>g als het ware herontwerpen op een manier die<br />

past bij hun persoonlijke leer- en actietheorie. We kunnen er dus maar<br />

beter van uitgaan dat er een <strong>in</strong>directe relatie bestaat tussen leeromgev<strong>in</strong>g<br />

en leerresultaten; deze is schematisch weergegeven <strong>in</strong> figuur 9.<br />

Vanuit opleid<strong>in</strong>g<br />

door docent<br />

ontworpen<br />

leeromgev<strong>in</strong>g<br />

<br />

PLAT door<br />

lerende<br />

herontworpen<br />

leeromgev<strong>in</strong>g<br />

Figuur 9: De rol van persoonlijke leer- en actietheorieën bij het leren<br />

Het zal u niet verbazen dat het onderzoek waar mijn collega’s en ik mee<br />

bezig zijn en waarvan ik u <strong>in</strong> de <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g enkele <strong>voor</strong>beelden heb gegeven,<br />

<strong>in</strong> sterke mate is geïnspireerd door deze <strong>in</strong>zichten over de actief<br />

construerende en herontwerpende rol van de lerende. Een belangrijke<br />

consequentie hiervan is dat leerl<strong>in</strong>gen en studenten - ook pabo-studenten<br />

dus - moeten worden beschouwd als (potentiële) medeontwerpers van<br />

<strong>leeromgev<strong>in</strong>gen</strong> en leertrajecten. Ik kom daar later nog op terug, maar<br />

schets nu eerst de contouren van een sociaal-constructivistische visie op<br />

het proces van competentieontwikkel<strong>in</strong>g.<br />

26<br />

Door lerende<br />

ontplooide<br />

leeractiviteiten<br />

Door lerende<br />

gerealiseerde<br />

leerresultaten<br />

We hopen allerlei <strong>in</strong>teressante relaties te kunnen v<strong>in</strong>den tussen<br />

studentkenmerken en de wijze waarop studenten de leeromgev<strong>in</strong>g<br />

percipiëren en gebruiken. U kunt zich <strong>voor</strong>stellen dat er heel wat uit te<br />

rekenen is en dat er behoorlijk wat statistische analyses nodig zijn om de<br />

onderl<strong>in</strong>ge relaties tussen de variabelen <strong>in</strong> kaart te brengen. Bovendien<br />

beschikken we straks ook nog over kwalitatieve gegevens, die de<br />

onderzochte relaties verder moeten verhelderen. Een belangrijk<br />

uitgangspunt <strong>voor</strong> ons is dat er geen directe relatie bestaat tussen de wijze<br />

waarop een bepaalde leeromgev<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>gericht en de leerprocessen en<br />

leerresultaten die de studenten realiseren. Er is sprake van een <strong>in</strong>directe<br />

relatie, omdat studenten als actieve <strong>in</strong>formatieverwerkers verschillend<br />

kunnen omgaan met hetgeen hen geboden wordt, elementen van de<br />

leeromgev<strong>in</strong>g verschillend kunnen <strong>in</strong>terpreteren en gebruiken, verschillende<br />

doelperspectieven kunnen hanteren en verschillende studieactiviteiten<br />

kunnen ontplooien. Je zou kunnen zeggen dat studenten de leeromgev<strong>in</strong>g<br />

herontwerpen en er een “eigen draai” aan geven. Een competentiegerichte<br />

opleid<strong>in</strong>g hoeft dus niet als vanzelfsprekend tot competentiegerichte<br />

leerprocessen te leiden!<br />

Onderzoek bij eerstejaars studenten van de Fontys Lerarenopleid<strong>in</strong>g 9<br />

<strong>in</strong> Tilburg<br />

In het volgende hier beschreven onderzoek, uitgevoerd <strong>in</strong> het kader van<br />

een promotieproject door Peter Teune, eveneens werkzaam bij het Facilitair<br />

Bedrijf, Afdel<strong>in</strong>g Onderwijs, richten we de blik op de ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

beroepsconcepties van eerstejaars studenten. Het onderzoek is onderdeel<br />

van een groter project, waarbij de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van competentiegericht<br />

opleiden bij de lerarenopleid<strong>in</strong>g het object van studie was. Ik beperk me<br />

hier tot het deel van het onderzoek dat gericht is op de rol van de<br />

leerwerkplek bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van beroepsconcepties.<br />

9 Dit betreft de tweedegraads lerarenopleid<strong>in</strong>g.<br />

11


Voor een volledig verslag van dit onderzoek verwijs ik naar het proefschrift<br />

van Peter Teune (<strong>in</strong> <strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>g 10 ) en naar een publicatie van Teune,<br />

Van der Sanden en Van Osch <strong>in</strong> MESOfocus (2004) 11 .<br />

Beroepsconcepties geven aan hoe een student over het leraarschap denkt.<br />

De leraar kan gezien worden als een begeleider van leerprocessen, maar<br />

ook als <strong>in</strong>structeur en beoordelaar van leerprestaties. Beroepsconcepties<br />

zijn een belangrijk onderdeel van wat wel wordt aangeduid als het<br />

subjectief werkconcept. Evenals Oosterheert (1995) en Tillema (1994) 12<br />

gaan wij er van uit dat het werkconcept als een persoonsgebonden,<br />

impliciet en subjectief referentiekader fungeert en als zodanig richt<strong>in</strong>g geeft<br />

aan de studieactiviteiten die studenten ontplooien. Zelf spreek ik <strong>in</strong> dit<br />

verband graag over Persoonlijke Leer- en Actietheorieën (PLAT). Ik kom<br />

daar later nog op terug.<br />

Bij de start van het cursusjaar <strong>in</strong> 2001 hebben we bij een groep van 154<br />

eerstejaars studenten van de lerarenopleid<strong>in</strong>g onder andere <strong>in</strong>formatie<br />

verzameld over hun beroepsconcepties. We hebben hen gevraagd hoe<br />

kenmerkend zij de bij een aantal verschillende rollen horende activiteiten<br />

vonden <strong>voor</strong> het leraarschap.<br />

10<br />

Teune, P. (<strong>in</strong> <strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>g). Op weg naar competentiegericht opleiden. Een onderzoek<br />

naar <strong>in</strong>novatiediffusie bij de Fontys Lerarenopleid<strong>in</strong>g Tilburg.<br />

11<br />

Teune, P., Van der Sanden, J. & Van Osch, C, (2004). De ontwikkel<strong>in</strong>g van het werkconcept<br />

van aspirant-leraren. In C. Teurl<strong>in</strong>gs & M. Vermeulen (Red.), Leren <strong>in</strong> veranderende<br />

schoolorganisaties (pp 32-42). MESOfocus, no 54.<br />

12<br />

Oosterheert, I (1995). Inhouden van het subjectief concept van aspirant leraren<br />

basisonderwijs. Velon Tijdschrift <strong>voor</strong> lerarenopleiders, No. 16/1, pp. 15-21.<br />

Tillema, H.H. (1994). Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g and professional expertise: bridg<strong>in</strong>g the gap between new<br />

<strong>in</strong>formation and pre-exist<strong>in</strong>g beliefs of teachers. Teach<strong>in</strong>g & Teacher Education, Vol. 10, No. 6,<br />

pp. 601-615.<br />

12<br />

This perspective confuses a theory of pedagogy (teach<strong>in</strong>g) with a theory of<br />

know<strong>in</strong>g. Constructivists assume that all knowledge is constructed from<br />

previous knowledge, irrespective of how one is taught (…)- even listen<strong>in</strong>g to<br />

a lecture <strong>in</strong>volves active attempts to construct new knowledge’ (p. 11).<br />

Het is dus niet terecht om ‘<strong>in</strong>structie van kennis’ tegenover ‘constructie van<br />

kennis’ te plaatsen. Het is mijns <strong>in</strong>ziens beter om het leren uit ervar<strong>in</strong>gen<br />

als de tegenhanger van het leren uit <strong>in</strong>structie te zien. In beide gevallen kan<br />

er sprake zijn van constructie van kennis. De mate waar<strong>in</strong> en de wijze<br />

waarop dat gebeurt, zijn direct afhankelijk van de persoonlijke leer- en<br />

actietheorie van de lerende (zie hierboven) en de kwaliteit van diens<br />

leeractiviteiten en slechts <strong>in</strong>direct van de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en aard van de<br />

leeromgev<strong>in</strong>g.<br />

Zo kunnen leerl<strong>in</strong>gen en studenten reproductieve visies op leren hebben en<br />

daarbij passende oppervlakkige leeractiviteiten ontplooien. Overigens is het<br />

ook <strong>in</strong> zo’n geval niet denkbaar dat een volledige en <strong>in</strong>tegrale kopie van<br />

externe beschikbare kennis wordt gemaakt. Ook reproductief <strong>in</strong>gestelde<br />

leerl<strong>in</strong>gen of studenten selecteren en <strong>in</strong>terpreteren de <strong>in</strong>formatie waarmee<br />

zij worden geconfronteerd; zij proberen deze <strong>in</strong>formatie echter <strong>in</strong> relatief<br />

onbewerkte staat op te slaan. Relevant <strong>in</strong> dit verband is ook de volgende<br />

uitspraak van Entwistle (1991):<br />

‘it is the students’ perceptions of the learn<strong>in</strong>g environment that <strong>in</strong>fluence<br />

how a student learns, not necessarily the context <strong>in</strong> itself’ (p. 202).<br />

Een treffende illustratie hiervan is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> een onderzoek <strong>in</strong> het<br />

technisch vmbo dat is uitgevoerd door Gordijn (1998). Hij onderzocht de<br />

effecten van vormen van feedback waarbij extra uitleg en aanwijz<strong>in</strong>gen<br />

werden gegeven. De feedback werd de leerl<strong>in</strong>gen verstrekt bij het<br />

doorwerken van modulen over <strong>in</strong>stallatietechniek, die via een computer<br />

werden aangeboden.<br />

25


Kennis kan dus ook niet worden overgedragen van een kennishebbende<br />

<strong>in</strong>stantie of persoon naar een (nog) niet-wetende lerende persoon, zoals<br />

een computerbestand kan worden gekopieerd van de ene naar de andere<br />

<strong>in</strong>formatiedrager. Kenmerkend <strong>voor</strong> het constructivisme als leertheorie is<br />

dat leren wordt gezien als een constructieproces, waarbij het actieve<br />

<strong>in</strong>dividu zelf kennis construeert op basis van eerder verworven kennis en<br />

opvatt<strong>in</strong>gen (preconcepties). Uitbreid<strong>in</strong>g, bijstell<strong>in</strong>g en reorganisatie van<br />

<strong>voor</strong>kennis en preconcepties spelen een essentiële rol <strong>in</strong> dit<br />

betekenisverlen<strong>in</strong>gsproces. Ik wil benadrukken dat kennisconstructie, zoals<br />

hier bedoeld, altijd kan en zal plaatsv<strong>in</strong>den ongeacht de situatie waar<strong>in</strong><br />

geleerd wordt, ook en zelfs bij frontaal onderwijs, dat is vormgegeven<br />

volgens het kennisoverdrachtsmodel.<br />

Het is dus <strong>voor</strong> de hand liggend om het zo gewenste zelfstandige, actieve<br />

en constructieve leren van leerl<strong>in</strong>gen te zien als een kwaliteit van het<br />

leerproces en niet als een kenmerk van de situatie waar<strong>in</strong> geleerd wordt.<br />

Helaas, is dat <strong>in</strong> de harde en dagelijkse onderwijsrealiteit heel vaak niet het<br />

geval. Kunnen leerl<strong>in</strong>gen alleen kennis construeren en actief en zelfstandig<br />

leren als zij niet geh<strong>in</strong>derd worden door een docerende leraar? Is het<br />

mogelijk kennis direct over te dragen? Beide vragen moeten met een<br />

duidelijk “nee” worden beantwoord. Het volgende citaat uit Bransford,<br />

Brown en Cock<strong>in</strong>g (2000) 18 beveel ik <strong>in</strong> dit verband van harte <strong>in</strong> uw<br />

aandacht aan. Dat geldt ook <strong>voor</strong> de eventuele “iederwijzers” <strong>in</strong> de zaal.<br />

‘A common misconception regard<strong>in</strong>g ‘constructivist’ theories of know<strong>in</strong>g<br />

(that exist<strong>in</strong>g knowledge is used to build new knowledge) is that teachers<br />

should never tell students anyth<strong>in</strong>g directly but, <strong>in</strong>stead, should always<br />

allow them to construct knowledge for themselves.<br />

18 Bransford, J.D., Brown, A.L. & Cock<strong>in</strong>g, R.R. (2000). How people learn. Bra<strong>in</strong>,<br />

m<strong>in</strong>d, experience, and school. Wash<strong>in</strong>gton: National Academy Press.<br />

24<br />

We hebben daarbij de volgende rollen onderscheiden:<br />

docent/organisator<br />

ontwikkelaar van leermaterialen<br />

vakspecialist<br />

didacticus<br />

opvoeder<br />

begeleider<br />

beoordelaar en<br />

collega/teamlid.<br />

De met<strong>in</strong>g is op twee momenten gedaan, namelijk aan het beg<strong>in</strong> van hun<br />

studie en aan het e<strong>in</strong>de van het eerste jaar. Om logistieke redenen konden<br />

we bij de tweede met<strong>in</strong>g slechts beschikken over de data van 49 studenten.<br />

Qua samenstell<strong>in</strong>g en kenmerken verschilde deze groep echter niet van de<br />

groep bij de eerste met<strong>in</strong>g. De gemiddelde scores van de studenten op<br />

deze onderdelen van de vragenlijst staan weergegeven <strong>in</strong> figuur 5.<br />

4,3<br />

4,2<br />

4,1<br />

4<br />

3,9<br />

3,8<br />

3,7<br />

3,6<br />

3,5<br />

3,4<br />

3,3<br />

3,2<br />

1 2 3 4 5 6 7 8<br />

Beroepsconcepties beg<strong>in</strong> studie (N=<br />

Figuur 5. De gemiddelde scores op de acht schalen van de vragenlijst beroepsconcepties<br />

(vijfpuntsschaal; zie tekst <strong>voor</strong> betekenis van de cijfers).<br />

13


Opvallend <strong>in</strong> figuur 5 is de lage waarde <strong>voor</strong> de rol van docent als<br />

ontwikkelaar van leermaterialen (2). De studenten zien de docentenfunctie<br />

kennelijk <strong>voor</strong>al als uitvoerend. Anderen ontwerpen de leersituatie en de<br />

leraar is uitvoerder. Op de schalen ‘docent/organisator’ (1) en ‘beoordelaar’ (7)<br />

wordt, geheel <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g daarmee, het hoogst gescoord.<br />

Gemiddeld genomen hebben we geen significante verschillen gevonden<br />

tussen de eerste en de tweede met<strong>in</strong>g. Dit beeld verandert echter als we<br />

<strong>in</strong>formatie over de aard van de leerwerkplek bij de analyses betrekken. We<br />

gaan er vanuit dat het karakter van de leerwerkplek mede afhankelijk is van<br />

het type schoolorganisatie. In dit verband onderscheidt de SBL (2002) drie<br />

typen scholen: de activiteit-, de proces- en de systeem-georiënteerde<br />

school 13 . In het eerste type school functioneren vakdeskundigen als<br />

afzonderlijke <strong>in</strong>dividuen en is er geen gezamenlijke visie op onderwijs.<br />

In het tweede type school wordt samengewerkt <strong>in</strong> teams en is er meer<br />

aandacht <strong>voor</strong> een <strong>in</strong>tegrale aanpak van het onderwijs. In het derde type<br />

school is samenwerk<strong>in</strong>g vanzelfsprekend en functioneert de docent <strong>in</strong> een<br />

team waar<strong>in</strong> begeleid<strong>in</strong>g van leerprocessen het centrale aandachtspunt is.<br />

In dit laatste type school is schol<strong>in</strong>g een <strong>in</strong>tegraal onderdeel van het<br />

<strong>in</strong>tegrale personeelsbeleid en is kwaliteitszorg een normale zaak.<br />

Gelijktijdig met de tweede afname van de beroepsconceptievragenlijsten<br />

hebben we aan een deel van de studenten een vragenlijst <strong>voor</strong>gelegd met<br />

betrekk<strong>in</strong>g tot de mate van systeemgerichtheid van de school, waar de<br />

leerwerkplek onderdeel van uitmaakte. Uiteraard geeft de vragenlijst slechts<br />

het beeld dat de studenten hebben van de systeemgerichtheid weer.<br />

13 SBL (2002). De school als leer- en opleid<strong>in</strong>gsplaats <strong>voor</strong> medewerkers. Versie 11-6-2002.<br />

Utrecht, SBL<br />

14<br />

In figuur 8 is het bovenstaande samengevat.<br />

Goed:<br />

Oordelen<br />

Anticiperen<br />

Handelen<br />

Figuur 8: kenmerken van persoonlijke bekwaamheid<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van competenties vanuit een sociaal-constructivistisch<br />

perspectief<br />

Het kan niet worden ontkend dat de onderwijsvernieuw<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> ons land<br />

op grote schaal om zich heen grijpen <strong>voor</strong> een belangrijk deel zijn<br />

geïnspireerd door nieuwe <strong>in</strong>zichten over leren en onderwijzen die terug te<br />

voeren zijn op het sociaal-constructivisme. Kenmerkend <strong>voor</strong> het<br />

constructivisme als kennistheorie is dat kennis niet wordt gezien als een<br />

objectieve en <strong>in</strong> de buitenwereld aanwezige verzamel<strong>in</strong>g goed geordende<br />

waarheden, maar als het subjectieve resultaat van de betekenisverlenende<br />

en kennisgenererende activiteiten van actieve <strong>in</strong>formatieverwerkers.<br />

Bovendien worden deze processen sterk beïnvloed door de sociale en<br />

culturele context waar<strong>in</strong> de lerende zich bev<strong>in</strong>dt en waar<strong>in</strong> het leren<br />

plaatsv<strong>in</strong>dt.<br />

23<br />

Adequate<br />

Persoonlijke<br />

Leer- en<br />

Actietheorie<br />

Goed georganiseerde en toegankelijke kennisbasis (feiten,<br />

begrippen, pr<strong>in</strong>cipes en procedures) en vaardigheden<br />

Relevante attitudes, motieven en (arbeids)identiteit<br />

Relevante persoonlijkheidskenmerken (Big Five)


Ik doe hier graag “een duit <strong>in</strong> het zakje”:<br />

Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g om ook <strong>voor</strong> de vak<strong>in</strong>houden competenties te<br />

formuleren. Dan wordt meteen duidelijk dat een grondige en goed<br />

georganiseerde kennisbasis ook hier een <strong>voor</strong>waarde is <strong>voor</strong><br />

competent gedrag.<br />

Leergebieden zijn uiterst waardevol, maar het is gevaarlijk om van een<br />

leraar te verwachten dat hij of zij voldoende vak<strong>in</strong>houdelijke expertise<br />

op verschillende terre<strong>in</strong>en heeft; een teamgerichte benader<strong>in</strong>g, waar<strong>in</strong><br />

experts op verschillende vakgebieden samenwerken verdient de<br />

<strong>voor</strong>keur.<br />

De <strong>voor</strong>gaande analyse is echter nog niet compleet. Het ten toon spreiden<br />

van vakbekwaam gedrag vereist namelijk ook bepaalde attitudes en<br />

ambities. Iemands zelfconcept en arbeidsidentiteit spelen daarbij een<br />

belangrijke rol. En - deels afhankelijk van het betrokken dome<strong>in</strong> - kunnen<br />

ook bepaalde persoonlijkheidskenmerken noodzakelijk zijn. In dit verband<br />

verwijs ik naar de zogenaamde ‘Big Five’ dimensies: extravert-<strong>in</strong>trovert,<br />

autonoom-dogmatisch, zorgvuldig-slordig, stabiel-neurotisch en vriendelijknors.<br />

We mogen <strong>in</strong>tussen weer v<strong>in</strong>den dat verschillen tussen mensen <strong>in</strong><br />

persoonlijkheidskenmerken <strong>voor</strong> een groot deel biologisch bepaald zijn. In<br />

het Pabo- en PTH-onderzoek gaan we na welke rol deze<br />

persoonlijkheidskenmerken spelen <strong>in</strong> een competentiegerichte<br />

lerarenopleid<strong>in</strong>g. Naar mijn men<strong>in</strong>g hebben we hier te maken met een<br />

belangrijk cluster van student- en docentkenmerken.<br />

Het is natuurlijk een goede zaak dat mensen en dus ook <strong>leerkrachten</strong> op<br />

allerlei manieren van elkaar verschillen. De vraag is echter welke<br />

bandbreedte acceptabel is en hoe we met verschillen moeten omgaan <strong>in</strong><br />

assessments. Ik verwacht dat we daar de komende jaren nog <strong>in</strong>tensieve<br />

discussies over zullen hebben.<br />

22<br />

Op grond van de mate van systeemgerichtheid zijn de opleid<strong>in</strong>gsscholen<br />

<strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> drie subcategorieën. Voor twee beroepsrollen, ‘de docent als<br />

ontwikkelaar’ en ‘de docent als didacticus’, zijn de gevonden relaties tussen<br />

beroepsconcepties, systeemgerichtheid en meetmoment grafisch<br />

weergegeven <strong>in</strong> de figuren 6 en 7. In beide gevallen blijkt er sprake te zijn<br />

van significante <strong>in</strong>teracties.<br />

Te zien is dat de studenten die de opleid<strong>in</strong>gsschool waar hun leerwerkplek<br />

is ondergebracht als meer systeemgericht percipiëren, de beroepsrollen<br />

‘ontwikkelaar’ en ‘didacticus’ <strong>in</strong> de loop van het eerste opleid<strong>in</strong>gsjaar<br />

belangrijker zijn gaan v<strong>in</strong>den. Studenten die hun opleid<strong>in</strong>gsschool als<br />

‘m<strong>in</strong>der systeem georiënteerd’ percipiëren, blijken deze beroepsrollen juist<br />

m<strong>in</strong>der belangrijk te gaan v<strong>in</strong>den.<br />

4,1<br />

4<br />

3,9<br />

3,8<br />

3,7<br />

3,6<br />

3,5<br />

3,4<br />

3,3<br />

3,2<br />

m<strong>in</strong>st<br />

1<br />

2<br />

systeemoriëntatie<br />

Figuur 6. De relatie tussen de mate waar<strong>in</strong> een student (na een jaar) een school percipieert als<br />

systeemgericht en de beroepsconceptie docent als ontwikkelaar bij het beg<strong>in</strong> van de studie<br />

(S2) en na een jaar (S1)<br />

15<br />

3<br />

meest<br />

beg<strong>in</strong> studie<br />

R…<br />

R… na een jaar


4,5<br />

4,4<br />

4,3<br />

4,2<br />

4,1<br />

4<br />

3,9<br />

m<strong>in</strong>st<br />

1<br />

1 2<br />

2<br />

systeem oriëntatie<br />

Figuur 7. De relatie tussen de mate waar<strong>in</strong> een student (na een jaar) een school percipieert als<br />

systeemgericht en de beroepsconceptie docent als didacticus bij het beg<strong>in</strong> van de studie (S2)<br />

en na een jaar (S1)<br />

Het gaat hier maar om een kle<strong>in</strong>schalig onderzoek; de resultaten moeten<br />

<strong>voor</strong>zichtig worden geïnterpreteerd, maar roepen wel allerlei vragen op over<br />

de rol die de leerwerkplek kan spelen <strong>in</strong> processen van<br />

competentieontwikkel<strong>in</strong>g.<br />

Terug naar de begrippen competentie en competentieontwikkel<strong>in</strong>g<br />

Ik ga nu proberen op een wat abstracter niveau te kijken naar de<br />

veelgebruikte begrippen “competentie” en “competentieontwikkel<strong>in</strong>g”.<br />

Regelmatig grijp ik terug op de onderzoeken die ik hier<strong>voor</strong> heb<br />

gepresenteerd. Meer hierover is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de op schrift gestelde lectorale<br />

rede (zie Van der Sanden, 2004). Competentie vat ik op als een<br />

persoonlijke bekwaamheid tot handelen en leren <strong>in</strong> relevante contexten. Ik<br />

vraag me af welke kenmerken zij die ‘ergens goed <strong>in</strong> zijn’ met elkaar<br />

gemeen hebben en hoe zij die bekwaamheid hebben verworven.<br />

16<br />

3<br />

3<br />

meest<br />

R…<br />

R…<br />

beg<strong>in</strong> studie<br />

na een jaar<br />

Onderwijsconcepties ontstaan geleidelijk als gevolg van de vele ervar<strong>in</strong>gen<br />

die leerl<strong>in</strong>gen en studenten hebben met allerlei soorten onderwijssituaties.<br />

Tot zover dit overzicht. Ik ga nu verder met een uitermate belangrijk<br />

kenmerk van bekwaamheid dat, die <strong>in</strong>druk heb ik althans, nog al eens<br />

wordt veronachtzaamd. Om competent gedrag, dat wordt aangestuurd<br />

vanuit een adequate leer- en actietheorie, te kunnen vertonen, moet<br />

iemand over een goed georganiseerde en <strong>voor</strong> het betrokken<br />

competentiegebied relevante kennisbasis beschikken. Hiermee bedoel ik:<br />

een door de betrokkene, <strong>in</strong> bepaalde sociaal-culturele contexten,<br />

opgebouwd persoonlijk en toegankelijk geheel van (oproepbare) kennis<br />

over relevante feiten, concepten, procedures en pr<strong>in</strong>cipes.<br />

Een deel van deze kennis is metacognitief van aard: het gaat dan om<br />

kennis over leren en kennis over de aard en de bron van kennis op een<br />

bepaald vakgebied. Vaak echter zal deze metacognitieve kennis zich<br />

manifesteren <strong>in</strong> de vorm van persoonlijke opvatt<strong>in</strong>gen en aldus deel<br />

uitmaken van iemands Persoonlijke Leer- en Actietheorie. Een dergelijke<br />

kennisbasis fungeert als gereedschap bij het oordelen, anticiperen,<br />

handelen en leren. We spreken van vaardigheden als iemand dit<br />

gereedschap op doelgerichte wijze weet te hanteren. Een gevoelig punt,<br />

dat bij <strong>voor</strong>tdur<strong>in</strong>g aanleid<strong>in</strong>g is <strong>voor</strong> discussie, zeker ook <strong>in</strong> het dome<strong>in</strong> van<br />

het basisonderwijs en de Pabo, betreft het relatieve belang van<br />

vak<strong>in</strong>houdelijke kennis en beroepscompetenties.<br />

Ook de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het vmbo en de nieuwe onderbouw, waar de optie<br />

leergebieden <strong>in</strong> plaats van aparte vakken, nadrukkelijker dan <strong>voor</strong>heen <strong>in</strong><br />

beeld komt, geven de laatste tijd weer volop <strong>in</strong>put <strong>voor</strong> deze discussie.<br />

21


In allerlei opleid<strong>in</strong>gen en bij verschillende leeftijdsgroepen zie je hier<br />

verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen en studenten. Over de ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

leerconcepties bij leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de overgangsperiode van basisschool naar<br />

<strong>voor</strong>tgezet onderwijs is onlangs een <strong>in</strong>teressant proefschrift geschreven<br />

door Ellen Klatter 17 .<br />

Kennisconcepties of epistemologische opvatt<strong>in</strong>gen verwijzen naar<br />

opvatt<strong>in</strong>gen over de aard en bron van de kennis over een bepaald<br />

vakgebied; bekend is het onderscheid tussen objectivistische en<br />

constructivistische kennisopvatt<strong>in</strong>gen. We hopen over enkele maanden wat<br />

meer <strong>in</strong>zicht te hebben <strong>in</strong> de leer- en kennisopvatt<strong>in</strong>gen van pabostudenten<br />

en de relatie daarvan met de aanpak van de studie.<br />

Concepties over de eigen bekwaamheid hebben betrekk<strong>in</strong>g op iemands<br />

opvatt<strong>in</strong>gen over de persoonlijke mogelijkheden om <strong>in</strong> een bepaalde<br />

situatie effectief te handelen en te leren. In het onderzoek van Peter Teune<br />

bleek bij<strong>voor</strong>beeld dat studenten van de lerarenopleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van<br />

de studie zichzelf redelijk hoog <strong>in</strong>schatten met betrekk<strong>in</strong>g tot (1) het<br />

structureren van lessen, (2) het opbouwen van een goede relatie met<br />

leerl<strong>in</strong>gen, (3) het leggen van een eerste contact, (4) het stellen van<br />

grenzen en (5) het zoeken naar achtergronden van gedrag. Na een jaar<br />

hadden ze dit beeld behoorlijk (neerwaarts) bijgesteld.<br />

Onderwijsconcepties zijn opvatt<strong>in</strong>gen over de didactische maatregelen die<br />

<strong>in</strong> een bepaalde situatie wenselijk zijn, de rol van de docent en de wijze<br />

waarop de leeromgev<strong>in</strong>g het best kan worden <strong>in</strong>gericht.<br />

17 Klatter, E. (2003). Th<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g about learn<strong>in</strong>g. Development of learn<strong>in</strong>g conceptions<br />

dur<strong>in</strong>g the transition from primary to secondary education. Academisch proefschrift.<br />

Nijmegen: KUN<br />

20<br />

Bekwaamheid (het ‘ergens goed <strong>in</strong> zijn’) komt tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het vermogen om<br />

<strong>in</strong> bepaalde situaties adequate oordelen te vellen. Dit impliceert dat iemand<br />

<strong>in</strong> staat is relevante gegevens te <strong>in</strong>terpreteren, te analyseren en te<br />

classificeren en aldus betekenisvolle <strong>in</strong>formatiepatronen waar te nemen.<br />

Bekwaamheid gaat gepaard met het vermogen om <strong>in</strong> die situaties adequaat<br />

te anticiperen op bepaalde gebeurtenissen of ontwikkel<strong>in</strong>gen. Kenmerkend<br />

is verder het vermogen om <strong>in</strong> die situaties doelgericht en efficiënt te<br />

handelen. Als <strong>voor</strong>beeld kunnen we uitgaan van de eerder genoemde door<br />

de SBL onderscheiden competenties. Deze verwijzen naar<br />

competentiegebieden, waarop zich situaties kunnen <strong>voor</strong>doen die<br />

aanleid<strong>in</strong>g kunnen geven tot karakteristieke verschillen <strong>in</strong> de wijze waarop<br />

meer en m<strong>in</strong>der bekwame <strong>leerkrachten</strong> tot oordelen komen, op<br />

gebeurtenissen anticiperen en handelen. Ik wil daarnaast nog wijzen op<br />

een vierde kenmerk van bekwaamheid dat een speciale plaats verdient,<br />

namelijk het vermogen om <strong>in</strong> relevante situaties leermogelijkheden te<br />

herkennen, te benutten en te creëren.<br />

Om vakbekwaam gedrag te kunnen vertonen, dus op een goede manier te<br />

kunnen oordelen, anticiperen, handelen en leren, moet iemand beschikken<br />

over een adequate persoonlijke leer- en actietheorie. Ik v<strong>in</strong>d het <strong>in</strong> dit<br />

verband <strong>in</strong>teressant en nuttig om beroepsgerelateerd leren en het handelen<br />

<strong>in</strong> beroeps- en werksituaties <strong>in</strong>tegraal te benaderen. Het gaat hier om een<br />

persoonlijk referentiekader van waaruit zowel op leren en<br />

professionaliser<strong>in</strong>g gerichte situaties als werkgerelateerde situaties worden<br />

geïnterpreteerd. Een dergelijk referentiekader geeft richt<strong>in</strong>g aan het gedrag,<br />

zowel <strong>in</strong> leer- als <strong>in</strong> werksituaties. Het is te beschouwen als een m<strong>in</strong> of<br />

meer samenhangend geheel van, vaak impliciete, kennis, <strong>in</strong>zichten en<br />

opvatt<strong>in</strong>gen over leer-, werk- of leerwerksituaties die zich kunnen <strong>voor</strong>doen,<br />

acties die verricht kunnen worden, effecten die daarvan te verwachten zijn<br />

en pr<strong>in</strong>cipes die daarbij een rol spelen.<br />

17


Er is veel onderzoek gedaan naar praktijkkennis, werktheorieën,<br />

praktijktheorieën of subjectieve werkconcepten van leraren. Ook zien we<br />

een toename van het onderzoek naar leerconcepties en leeractiviteiten van<br />

leraren (<strong>in</strong> opleid<strong>in</strong>g). Ook hier zou er echter meer aandacht moeten zijn<br />

<strong>voor</strong> een <strong>in</strong>tegrale benader<strong>in</strong>g, onder andere omdat we mogen aannemen<br />

dat beroepsconcepties en/of persoonlijke opvatt<strong>in</strong>gen over de competenties<br />

waarover leraren zouden moeten beschikken mede richt<strong>in</strong>ggevend zijn <strong>voor</strong><br />

de leer- en professionaliser<strong>in</strong>gsactiviteiten die zij ondernemen. Belangrijke<br />

aspecten van persoonlijke leer- en actietheorieën zijn doeloriëntaties en<br />

competentieopvatt<strong>in</strong>gen, beroepsconcepties, leer- en kennisconcepties,<br />

concepties over de eigen bekwaamheid en onderwijsconcepties.<br />

Mijns <strong>in</strong>ziens is het een belangrijk aandachtspunt <strong>voor</strong> het<br />

onderwijsonderzoek om na te gaan hoe al deze aspecten met elkaar<br />

samenhangen, welke ontwikkel<strong>in</strong>gen zich daar<strong>in</strong> bij een <strong>in</strong>dividu <strong>in</strong> een<br />

bepaalde periode <strong>voor</strong>doen en hoe Persoonlijke Leer- en Actietheorieën<br />

(PLAT) het leer- en werkgedrag van leraren beïnvloeden. Uit de<br />

onderzoeks<strong>voor</strong>beelden die ik u aan het beg<strong>in</strong> van deze lez<strong>in</strong>g heb<br />

gegeven, kunt u opmaken dat we daar al mee bezig zijn. Ik ga nu kort <strong>in</strong> op<br />

enkele belangrijke aspecten van persoonlijke leer- en actietheorieën.<br />

Doeloriëntaties en competentieopvatt<strong>in</strong>gen hebben betrekk<strong>in</strong>g op het type<br />

doelen dat iemand bij <strong>voor</strong>keur nastreeft bij het leren en op opvatt<strong>in</strong>gen<br />

over de aard van wat geleerd moet worden en de te realiseren<br />

competenties. In het Fontys Pabo- en PTH-onderzoek zijn we <strong>voor</strong>al<br />

geïnteresseerd <strong>in</strong> het onderscheid tussen (a) opgegeven taken afmaken,<br />

(b) beter willen zijn dan een ander en (c) ergens goed <strong>in</strong> proberen te<br />

worden.<br />

18<br />

We gaan ook na wat de relevantie is van de 2x2 taxonomie van Elliot en<br />

McGregor (2001) 14 , die een onderscheid maken tussen een approachavoidance<br />

dimensie enerzijds en een mastery-performance dimensie<br />

anderzijds. In zijn <strong>in</strong>augurele rede als bijzonder hoogleraar op het terre<strong>in</strong><br />

van de psychologie van prestatie, stress en motivatie <strong>in</strong>troduceert Van<br />

Yperen (2004) 15 <strong>in</strong> verband hiermee de termen taakgerichte streber,<br />

egogerichte streber, taakgerichte angsthaas en egogerichte angsthaas.<br />

Beroepsconcepties verwijzen naar de opvatt<strong>in</strong>gen die iemand heeft over de<br />

aard van een bepaald beroep en de taken die daar<strong>in</strong> centraal staan. Deze<br />

opvatt<strong>in</strong>gen sluiten aan bij iemands professionele identiteit en zeggen veel<br />

over hoe iemand “<strong>in</strong> het werk staat”. Ik verwijs naar het onderzoek van<br />

Peter Teune, waar<strong>in</strong> onder andere de beroepsconcepties van eerstejaars<br />

studenten van de lerarenopleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> kaart zijn gebracht. Interessant is ook<br />

het onderzoek van Waeytens, Lens en Vandenberghe (2002) 16 , die op<br />

grond van <strong>in</strong>terviews met docenten een onderscheid maakten <strong>in</strong> smalle en<br />

brede opvatt<strong>in</strong>gen over leren leren.<br />

Het begrip leerconceptie heeft betrekk<strong>in</strong>g op de opvatt<strong>in</strong>gen en<br />

overtuig<strong>in</strong>gen die lerenden langzamerhand opbouwen over wat onder leren<br />

moet worden verstaan en hoe je <strong>in</strong> verschillende situaties het best te werk<br />

kunt gaan. Het lijkt er op dat het onderscheid <strong>in</strong> reproductieve en<br />

constructieve leerconcepties behoorlijk fundamenteel is.<br />

14<br />

Elliot, A.J. & McGregor, H.A. (2001). A 2x2 achievement goal framework. Journal of<br />

Personality and Social Psychology, 80(3), 501-519.<br />

15<br />

Van Yperen, N.W. (2004). Over vlammen en afbranden. Inaugurele rede. Gron<strong>in</strong>gen:<br />

Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen.<br />

16<br />

Waeytens, K., Lens, W. & Vandenberghe, R. (2002). ‘Learn<strong>in</strong>g to learn’: teachers’<br />

conceptions of their support<strong>in</strong>g role. Learn<strong>in</strong>g and Instruction, 12, 305-322<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!