N I E U W S B R I E F 2011 - 1 - RAAP Archeologisch Adviesbureau
N I E U W S B R I E F 2011 - 1 - RAAP Archeologisch Adviesbureau
N I E U W S B R I E F 2011 - 1 - RAAP Archeologisch Adviesbureau
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
archeologie en verbeelding<br />
Parkeren<br />
N I E U W S B R I E F<br />
ARCHEOLOGISCH ADVIESBUREAU<br />
bij de Zakheilige<br />
van Doetinchem<br />
Wie zijn auto parkeert in Het Loo in Doetinchem, kan het ‘archeokunstwerk’<br />
van kunstenaar Cornel Bierens niet missen. In het atrium<br />
van deze nieuwe parkeergarage bevindt zich ‘De Zakheilige van<br />
Doetinchem’, een enorme sculptuur geïnspireerd door een minuscule<br />
archeologische vondst. Het bijzondere kunstwerk werd op 21 mei<br />
onthuld door de Gelderse gedeputeerde Annemieke Traag.<br />
Het archeo-kunstwerk bestaat uit meer dan honderd stalen staken op een rij die<br />
elk aan de bovenzijde zijn voorzien van een aardewerk scherf. De staken zijn zo<br />
opgesteld dat ze het beeld van een heiligenfiguur oproepen als je de sculptuur<br />
vanaf de overloop van de verdieping erboven bekijkt. Het is dus volgens het<br />
principe van de anamorfose gemaakt, een specialiteit van kunstenaar Cornel<br />
Bierens. Het bescheiden beeldje dat model stond voor het kunstwerk is gevonden<br />
tijdens de archeologische opgravingen die <strong>RAAP</strong> in opdracht van de gemeente<br />
Doetinchem, voorafgaand aan de bouw van de parkeergarage uitvoerde. Op de<br />
betonnen zijkanten rond het kunstwerk zijn scherven uit de opgraving en de<br />
regio in metaal geprint en daarbij per stuk gedateerd en beschreven. Zo kan<br />
de beschouwer van het kunstwerk tevens kennis nemen van de archeologische<br />
componenten.<br />
Minuscuul beeldje<br />
Uit het archeologisch onderzoek vooruitlopend op de nieuwe inrichting van<br />
het gebied, bleek dat op deze plaats in Doetinchem al vanaf de prehistorie<br />
mensen leefden. Er zijn graven uit de IJzertijd (800-15 voor Chr.) aangetroffen<br />
en talrijke sporen van nederzettingen uit de Vroege en Late Middeleeuwen,<br />
zoals huisplattegronden, waterputten en zelfs karrensporen. Deze kwetsbare<br />
grondsporen konden niet bewaard blijven, maar de vele mobiele vondsten<br />
natuurlijk wel. Een daarvan is een nauwelijks drie centimeter hoog beeldje van<br />
de heilige Franciscus van Assisi, een zogenaamde ‘zakheilige’ van verguld koper.<br />
Dergelijke heiligenbeeldjes droegen mensen bij zich, als afweermiddel tegen ziekte<br />
en gevaren. Het minuscule<br />
figuurtje, dat waarschijnlijk<br />
uit de 19e eeuw dateert, is te<br />
bewonderen in een speciaal<br />
ontworpen reliekschrijn in<br />
de parkeergarage.<br />
INHOUD<br />
<strong>2011</strong> - 1<br />
Evaluatie Malta EN evaluatie <strong>RAAP</strong><br />
onderzoek<br />
erfgoedzorg<br />
Meepraten over een Middeleeuws klooster<br />
in je achtertuin<br />
Een erfgoed- en kansenkaart voor het Land<br />
van Heusden en Altena<br />
In de etalage: drie bijzondere onderzoeksrapporten<br />
over Sterksel, Beek en Grebbeberg<br />
Najaarlijkse <strong>RAAP</strong>-informatiemiddagen |<br />
Nuttige kijkgaten dankzij afvalcontainers |<br />
<strong>Archeologisch</strong>e parels van de Veluwe | Uit<br />
de brand door detachering
Beleving op locatie<br />
Op initiatief van de gemeente Doetinchem werden een<br />
archeoloog, een architect en kunstenaars uitgenodigd en<br />
uitgedaagd om tot een concreet plan voor een ‘archeokunstwerk’<br />
te komen. Na enkele sessies werd de bekende<br />
Amsterdamse kunstenaar en schrijver Cornel Bierens<br />
geselecteerd. Adam Haarhuis, archeoloog en regiomanager<br />
van <strong>RAAP</strong> Oost-Nederland, maakte vervolgens een<br />
inspiratieboek om het creatieve proces verder in gang<br />
te zetten. Een boek vol prikkelende afbeeldingen van<br />
opgegraven bodemvondsten, sfeerfoto’s en voorbeelden<br />
ter verbeelding van archeologie. Voor de ‘beleving van<br />
het verleden’ op locatie gaat er niets boven het zichtbaar<br />
maken van relicten uit het verleden op de plek zelf, was<br />
het uitgangspunt van de initiatiefnemers. De wens van de<br />
gemeente om dat in het Lookwartier op de een of andere<br />
manier te bewerkstelligen, is met het archeo-kunstwerk<br />
van Cornel Bierens op een geslaagde wijze gerealiseerd.<br />
In de parkeergarage zijn de culturele aspecten van het<br />
verleden en het heden op ingenieuze wijze met elkaar<br />
verbonden.<br />
Overigens, niet alleen het kunstwerk, maar ook de<br />
parkeergarage zelf, ontworpen door architect Mark Siebers<br />
van Groosman Partners, is de moeite van het bekijken<br />
waard. Het Loo staat op de derde plaats in de top 10<br />
van Nederlandse parkeergarages volgens het vakblad<br />
Stedebouw & Architectuur.<br />
Linksboven: In het vondstzakje het minuscule beeldje dat <strong>RAAP</strong> bij de<br />
opgraving ontdekte (foto: Joep de Graaff). Rechts: Bekeken vanuit een<br />
bepaald punt op de bovenverdieping van het atrium vormen de scherven<br />
op de rij staken het beeld van de zakheilige. In de betonnen rand rond het<br />
archeo-kunstwerk zijn opgegraven scherven afgedrukt.
Evaluatie Malta<br />
& evaluatie<br />
<strong>RAAP</strong> onderzoek<br />
September 2007 is de Wet op de archeologische<br />
monumentenzorg ingevoerd. Deze wet wijzigde<br />
de Monumentenwet 1988. Nu, vier jaar later,<br />
laat de minister van OCW de wet die voortkwam<br />
uit het Verdrag van Malta evalueren door RIGO<br />
Research en Advies. Het onderzoek van RIGO naar<br />
de effecten van de nieuwe wetgeving moet in<br />
de zomer afgerond zijn. Daarna presenteert de<br />
staatssecretaris het rapport en zijn reactie daarop<br />
aan het parlement.<br />
Centraal in het evaluatieonderzoek staat de vraag of de<br />
Wet en het Besluit op de archeologische monumentenzorg<br />
(Wamz en Bamz) een effectieve en doelmatige bijdrage<br />
leveren aan een betere bescherming van de archeologie,<br />
als bron van het gemeenschappelijk geheugen en als<br />
middel voor geschiedkundige en wetenschappelijke studie.<br />
Om daar antwoord op te krijgen, worden onder meer<br />
De onthulling<br />
veldbijeenkomsten,<br />
van een van de<br />
interviews<br />
muntmedaillons<br />
en een<br />
op 13<br />
online<br />
juni (boven)<br />
enquête<br />
en de plaatsing<br />
ervan, met op de achtergrond <strong>RAAP</strong>-projectleider Jan Roymans (onder).<br />
gehouden.<br />
Het is voor het eerst dat het functioneren van de<br />
archeologische markt, ontstaan dankzij de mogelijkheden<br />
die de nieuwe wetgeving bood - weliswaar als onderdeel<br />
van een wetsevaluatie - door de overheid geëvalueerd<br />
wordt. Het uitgangspunt van Malta en van de Wamz,<br />
behoud van archeologische waarden in de bodem, is voor<br />
<strong>RAAP</strong> al sinds de oprichting in 1985 het uitgangspunt<br />
voor haar archeologisch onderzoek en advies. <strong>RAAP</strong><br />
was het eerste bedrijfsmatig werkende archeologische<br />
adviesbureau in Nederland en is groot geworden door<br />
prospectieonderzoek. Behoud in situ door een preventieve<br />
onderzoeksaanpak en inbedding in de ruimtelijke<br />
ordening, is precies waarom <strong>RAAP</strong> werd opgericht.<br />
Omdat <strong>RAAP</strong> zelf ook benieuwd is wat de preventieve<br />
archeologie in de afgelopen jaren heeft opgeleverd,<br />
vindt momenteel een onderzoek plaats naar alle <strong>RAAP</strong>onderzoeken<br />
vanaf september 2007. De resultaten van<br />
het <strong>RAAP</strong>-onderzoek zullen aan het eind van dit jaar<br />
gepresenteerd worden tijdens een symposium voor de<br />
relaties van <strong>RAAP</strong>.<br />
Wie bewaart<br />
die heeft wat<br />
Archeologen houden van opgraven,<br />
zoals aannemers houden van bouwen<br />
en boeren van oogsten.<br />
Het zit er al vroeg in. Al in het eerste<br />
studiejaar wordt archeologiestudenten<br />
geleerd hoe ze opgravingsvlakken moeten<br />
trekken, sporen couperen en vondsten<br />
moeten verzamelen. Ze leren nauwgezet<br />
te documenteren, te analyseren en tot slot<br />
te publiceren. Zo dragen ze bij aan onze<br />
geschiedschrijving.<br />
Hoewel echte archeologen dus opgraven, zijn we ons er ook van bewust<br />
dat opgraven een vervelende bijwerking heeft. Als je opgraaft vernietig je<br />
namelijk tegelijkertijd je onderzoeksobject. Natuurlijk worden de vondsten<br />
en de documentatie keurig gearchiveerd, maar het archeologisch monument<br />
is wel weg. Uiteindelijk rest er na jaren van consciëntieus opgraven, niets<br />
dan een landschap zonder verleden. Dan valt er niets meer van onze historie<br />
te zien, te beleven of op te snuiven.<br />
Er is dus ook veel te zeggen voor niet-opgraven, want wie bewaart die<br />
heeft wat. Laten we afspreken dat de medaille twee kanten heeft. Zowel<br />
beschermen als opgraven zijn van belang om het archeologisch erfgoed van<br />
vernietiging te redden.<br />
Vanuit deze visie is in 2007 de Monumentenwet gewijzigd. Inmiddels zijn<br />
er bijna vier jaar verstreken en wordt in opdracht van de minister de wet<br />
geëvalueerd op zijn doelmatigheid. Hoofdvraag is vanzelfsprekend of de<br />
bescherming van de archeologische waarden sinds 2007 is verbeterd. In<br />
principe is die vraag op twee manieren te beantwoorden. Het ligt voor de<br />
hand om te kijken of alle voorwaarden die voor een goede werking van de wet<br />
zijn gecreëerd een positief effect sorteren. Denk hierbij aan de opname van<br />
archeologie in bestemmingsplannen, het kwaliteitssysteem, en de invoering<br />
van het verstoorder-betaalt-principe. Over al deze zaken zijn veel gegevens<br />
voorhanden, waarvan bureau RIGO, dat de evaluatie uitvoert, gebruik kan<br />
maken.<br />
Een geheel andere benadering om de doelmatigheid te evalueren is te<br />
kijken naar de output. Simpel gezegd gaat het er dan dus om vast te stellen<br />
of meer archeologische vindplaatsen in de bodem worden behouden of<br />
opgegraven dan vroeger het geval was. Een probleem van deze benadering<br />
is dat deze gegevens - op vindplaatsniveau dus - niet worden bijgehouden,<br />
ook voordat de nieuwe wet werd ingevoerd niet. Nergens is bijgehouden<br />
hoeveel archeologische vindplaatsen er sinds 2007 zijn ontdekt, hoeveel<br />
daarvan behoudenswaardig bleken, en hoeveel daarvan zijn beschermd<br />
of opgegraven. En zijn er misschien ook vindplaatsen ongezien verloren<br />
gegaan? En zo ja, hoeveel?<br />
Omdat <strong>RAAP</strong> de focus altijd gericht heeft op de preventieve archeologie,<br />
hebben wij besloten ons (eigen) steentje aan de evaluatie van de wet bij te<br />
dragen. We vermoeden namelijk dat het antwoord op al die vragen te vinden<br />
is in al die duizenden onderzoeksrapporten die de afgelopen jaren door ons<br />
zijn geschreven.<br />
Inmiddels zijn we begonnen de resultaten van alle <strong>RAAP</strong>-rapporten die sinds<br />
2007 zijn verschenen - dat zijn er zo’n 2300 - in een speciaal voor dat doel<br />
gemaakte database samen te voegen tot onderzoeksreeksen. Begin van zo’n<br />
reeks is meestal een bureauonderzoek, het sluitstuk kan een opgraving zijn<br />
of een beschermde vindplaats. Maar het kan ook zijn dat we er niet achter<br />
komen wat er met een behoudenswaardige vindplaats is gebeurd, omdat er<br />
geen documentatie over bestaat. Dan is de enige oplossing een telefoontje<br />
aan u, onze klant en initiatiefnemer van het bouwproject, om te achterhalen<br />
wat er nu precies met de vindplaats is gebeurd. Wie weet spreken wij elkaar<br />
binnenkort nog.<br />
Marten Verbruggen<br />
directeur <strong>RAAP</strong> <strong>Archeologisch</strong> <strong>Adviesbureau</strong>
erfgoedbeleid, toerisme & recreatie<br />
Een erfgoed- en kansenkaart voor<br />
het Land van Heusden en Altena<br />
De wens van de Brabantse gemeente Woudrichem om haar erfgoed ‘dichter bij de bewoners’ te brengen, heeft<br />
geleid tot de opstelling van een erfgoed- en kansenkaart. Deze kaarten, gemaakt met subsidie van de provincie<br />
Noord-Brabant, zijn voor de gemeente vooral een praktisch hulpmiddel bij de ruimtelijke ordening en toeristischrecreatieve<br />
ontwikkelingen.<br />
Stap 1: erfgoed in beeld<br />
De basis voor de erfgoed- en kansenkaart was de inventarisatie<br />
die <strong>RAAP</strong> maakte van de archeologische en cultuurhistorische<br />
waarden in de gemeente Woudrichem. Deze gemeente was<br />
initiator, de gemeenten Aalburg en Werkendam schoven later<br />
aan. De afzonderlijke cultuurhistorische elementen, structuren<br />
en patronen in het zogenoemde Land van Heusden en Altena<br />
(het gebied van de drie regiogemeenten Woudrichem, Aalburg<br />
en Werkendam), staan op de erfgoedkaart aangegeven. Van<br />
in de prehistorie bewoonde rivierduinen en middeleeuwse<br />
kloosters, tot poldermolens en de meer recente vestingwerken<br />
van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.<br />
Stap 2: houvast bij beleid<br />
Aan de erfgoedkaart zijn vervolgens beleidsadviezen<br />
gekoppeld, die de gemeente een houvast bieden bij het<br />
opstellen van beleid voor de omgang met het erfgoed in<br />
ruimtelijke ontwikkelingen. De adviezen op de kaart zijn<br />
afgestemd op de doelstellingen van de gemeentelijke<br />
Cultuurnota en Structuurvisie Plus. De kaart is daarmee<br />
een praktische onderlegger bij nieuwbouwplannen. Het<br />
uitgangspunt daarbij is vooral het behoud van de huidige<br />
situatie. Dat kan beperkingen opleggen aan de ruimtelijke<br />
planvorming, maar - en daar focust het project op - het biedt<br />
ook allerlei mogelijkheden.<br />
Stap 3: kansenkaart<br />
Het erfgoed is door diverse gemeentelijke beleidssectoren te<br />
benutten bij het realiseren van hun doelstellingen: ruimtelijke<br />
ontwikkeling, waterberging, educatie, cultuur, recreatie &<br />
toerisme. Het erfgoed biedt ook kansen om de gemeentelijke<br />
identiteit te versterken en de gemeente ‘als erfgoedparel te<br />
vermarkten’. Die kansen zijn op een zogenoemde kansenkaart<br />
benoemd. Ook het netwerk met recreatieve voorzieningen van<br />
de gemeente is daarop geprojecteerd, zodat direct te zien is<br />
waar erfgoed en recreatie overlappen en dus kansen liggen.<br />
Als een wandelpad bijvoorbeeld samenvalt met een historische<br />
grindweg, biedt dat mooie mogelijkheden voor gebiedseducatie<br />
en cultuurtoerisme.<br />
Cultuurtoerisme<br />
De erfgoedkaart is op 17 maart aan de burgemeesters<br />
en wethouders van Woudrichem, Aalburg en Werkendam<br />
gepresenteerd door <strong>RAAP</strong> projectleider Reinier Ellenkamp.<br />
Bij het opstellen van de erfgoedkaart kreeg Ellenkamp<br />
hulp van diverse parijen: “De grote betrokkenheid van<br />
de werkgroep met vele gebiedskenners die speciaal ten<br />
behoeve van de erfgoedkaart was samengesteld, was heel<br />
bijzonder. Bij het gehele proces waren zo’n 30 personen<br />
betrokken, naast medewerkers van de drie regiogemeenten<br />
en de provincie, ook lokale kenners, amateurarcheologen<br />
en heemkundeverenigingen.” Ellenkamp legde in mei<br />
de laatste hand aan de kansenkaart. Die zal, zo liet<br />
burgemeester Petter van Woudrichem weten, vooral voor<br />
recreatie en toerisme gebruikt worden: “Daarmee willen we<br />
ons erfgoed beleefbaar maken.”
3D-reconstructie van de motte bij Almkerk (Olav Odé, <strong>RAAP</strong>)<br />
Uitgelezen kansen<br />
Kansen om het Woudrichemse erfgoed te benutten zijn er<br />
volop: ruimtelijke, toeristisch-recreatieve, educatieve, sociaaleconomische<br />
kansen. Ellenkamp: “In het rapport bij de kaarten<br />
heb ik zoveel mogelijk prikkelende ideeën verzameld. Zo kun<br />
je denken aan cultuurhistorisch getinte streekproducten of<br />
sportmanifestaties, bijvoorbeeld een jaarlijkse ‘Motte-loop’. Of<br />
verblijfsvoorzieningen op bijzondere locaties, zoals kamperen op<br />
de Waardhuizense donk.” Zo divers als het erfgoed is, zo divers<br />
zijn ook de mogelijkheden om het te presenteren. Er zijn<br />
inmiddels allerlei inspirerende voorbeelden en<br />
de nieuwste multimediale technieken<br />
bieden zoveel mogelijkheden.<br />
Met layar-software op de<br />
nieuwste mobiele telefoons<br />
kun je foto’s, video- of<br />
audiofragmenten over<br />
cultuurhistorische<br />
objecten ontvangen<br />
op de plek waar je<br />
op dat moment<br />
bent.<br />
3D motte<br />
Om niet te blijven steken in ideeën, is ook een concreet<br />
voorstel uitgewerkt voor het beleefbaar maken van een<br />
cultuurhistorisch terrein: de motte bij Almkerk. Deze<br />
motteburcht werd grotendeels verwoest in de 14e eeuw,<br />
daarna bracht de St. Elizabethsvloed veel schade toe en<br />
tot in de 17e eeuw is een toren van het kasteel overeind<br />
blijven staan. Ellenkamp ziet het als een plek met<br />
kansen: “Hier ligt een duidelijk opgehoogd rechthoekig<br />
terrein dat tot de verbeelding spreekt. We hebben een 3D<br />
reconstructie van de motte gemaakt en het is denkbaar<br />
om dat ontwerp ook fysiek in het veld te realiseren. Maar<br />
ook met veel minder inspanningen, door het plaatsen<br />
van een informatiebord of QR-code, is hier het boeiende<br />
verhaal over de kasteelheren van Altena te vertellen.<br />
Dat maakt de geschiedenis tastbaar. Daarmee biedt de<br />
plek eindeloze mogelijkheden voor gebiedseducatie,<br />
recreatie en toerisme en wie weet ook wel waterberging,<br />
met het herstel van de gracht.“<br />
Projectleider Reinier Ellenkamp<br />
T 0495-513555 | E r.ellenkamp@raap.nl<br />
Bewoners zullen zich sterker met de gemeente verbonden voelen, als ze<br />
bekend zijn met de bijzondere historie van het gebied waar zij wonen.<br />
Daarnaast kan via een aantrekkelijk gepresenteerd erfgoed ook de<br />
‘cultuurtoerist’ verwend worden.<br />
In het midden: de kansenkaart. Linksboven: de presentatie van de erfgoedkaart. Vlnr:<br />
Carla Breuer, burgemeester Werkendam, Frank Petter, burgemeester Woudrichem,<br />
Reinier Ellenkamp, projectleider <strong>RAAP</strong>, Annemarie Stigter, adviseur gemeente<br />
Woudrichem en Leonie Weterings, senior archeoloog West Brabanthuis (foto: Sophie<br />
Krale-Lindeboom, Altena Nieuws).
In de eta<br />
In de etalage<br />
publicaties<br />
IJzertijd bewoning en begraving op het<br />
lössplateau bij Beek. Opgraving Maastricht-<br />
Aachen Airport (MAA), Gemeente Beek, <strong>RAAP</strong>rapport<br />
2054.<br />
Auteur: drs. Gerard Tichelman<br />
Aantal pagina’s: 316 met 4 kaartbijlagen en<br />
CD-rom<br />
Al decennia lang woedt er binnen de<br />
archeologische wereld een discussie of in<br />
het lössgebied in de IJzertijd nu wel of niet<br />
woonstalhuizen hebben bestaan. Door de<br />
opgraving die <strong>RAAP</strong> in opdracht van Businesspark<br />
Maastricht-Aachen Airport in Beek uitvoerde, is<br />
daar nu meer duidelijkheid over verkregen. In<br />
2008 ontdekte het team onder leiding van <strong>RAAP</strong>projectleider<br />
Gerard Tichelman daar twee dicht bij<br />
elkaar gelegen nederzettingen uit de IJzertijd.<br />
De opgraving, die vooraf ging aan de aanleg van<br />
een nieuw Businesspark, was met 5 hectare niet<br />
alleen grootschalig, het was voor <strong>RAAP</strong> ook de<br />
pilot voor het ‘volledig digitaal opgraven’. Deze<br />
nieuwe documentatiewijze bleek zo succesvol<br />
dat ze nu bij heel <strong>RAAP</strong> algemeen gangbaar is<br />
geworden. Het onderzoek was echter<br />
vooral archeologisch belangwekkend,<br />
omdat voor de eerste keer bij een<br />
grootschalige opgraving in het Zuid-<br />
Nederlandse lössgebied de IJzertijd<br />
(800-15 voor Chr.) centraal stond.<br />
De opgraving heeft duidelijk<br />
gemaakt dat in de Vroege IJzertijd<br />
vooral eenvoudige, redelijk kleine<br />
structuren als woonhuis gediend<br />
hebben en dat sprake is van een<br />
gescheiden behuizing van mens<br />
en vee. Woonstalhuizen zijn dan<br />
ook niet aangetroffen. In de Late<br />
IJzertijd, maar misschien al vanaf de<br />
Midden IJzertijd, lijken alleen nog<br />
(iets) grotere huisplattegronden in<br />
gebruik te zijn geweest. Deze zijn<br />
echter nog steeds beduidend kleiner<br />
dan de bekende woonstalhuizen van<br />
de Zuid-Nederlandse zandgronden.<br />
Verrassend was verder de vondst<br />
van enkele IJzertijd graven met<br />
verschillende begraveniswijzen:<br />
crematierestendepots voor vrouwen<br />
en brandstapelresten voor mannen.<br />
Het aangetroffen vondstmateriaal<br />
(aardewerk, natuursteen, maar ook<br />
vuursteen, metaal, slak, (verbrand)<br />
bot en verkoolde botanische resten)<br />
uit de nederzettingen en graven duidt<br />
op een eenvoudig boerenbestaan.<br />
Projectleider Gerard Tichelman<br />
T 0495-513555 | E g.tichelman@raap.nl<br />
ZOMERAANBIEDING:<br />
Wie <strong>RAAP</strong>-rapport 2054 vóór 1 augustus <strong>2011</strong> bij <strong>RAAP</strong> bestelt, krijgt het<br />
toegestuurd voor € 49,95 inclusief verzendkosten (normaal € 72,00). Bestellen kan<br />
via receptie@raap.nl of tel. 0294-491500.<br />
3 bijzondere<br />
Een biografie van de hoeves Ten Poel en<br />
In de Kan. <strong>Archeologisch</strong> onderzoek van<br />
twee boerderijerven uit de Middeleeuwen<br />
en Nieuwe tijd in Sterksel, gemeente Heeze-<br />
Leende, <strong>RAAP</strong>-rapport 2155.<br />
Auteur: drs. Xavier van Dijk<br />
Aantal pagina’s: 420 met 3 kaartbijlagen en<br />
CD-rom<br />
De geschiedenis van het Brabantse dorp<br />
Sterksel heeft alle ingrediënten in zich<br />
van een thriller. Het is het verhaal van de<br />
politieke stichting van een dorp, waarbij<br />
de eigenaren, de vrome paters van de abdij<br />
van Averbode, een akte vervalsten, waarbij<br />
twee hertogen met expansiedrift zich in de<br />
strijd om grondbezit mengden en de paters<br />
voor hun karretje spanden en dan is er ook<br />
nog een onopgeloste moord gepleegd.<br />
Het verhaal van Sterksel is er ook een van<br />
opeenvolgende generaties boerenbestaan.<br />
<strong>RAAP</strong> projectleider Xavier van Dijk<br />
reconstrueerde dat verleden op gedreven<br />
wijze en beschreef het aan de hand van de<br />
Bestellen<br />
De gemeente Heeze-Leende heeft het<br />
onderzoeksrapport in boekvorm laten<br />
verschijnen.
lage<br />
publicaties<br />
archeologische resten. Op twee percelen<br />
aan de Averbodeweg in Sterksel kon hij de<br />
ontwikkeling van Sterksel van Middeleeuws<br />
erf tot aan het jaar 2007 continu volgen.<br />
In 2007, 2008 en 2010 deed <strong>RAAP</strong> daar in<br />
opdracht van de gemeente Heeze-Leende<br />
archeologisch onderzoek (begeleidingen<br />
en opgravingen) voorafgaand aan de bouw<br />
van nieuwe woningen. Dat leverde een<br />
schat aan informatie op over twee deels<br />
omgrachte boerderijen - hoeve Ten Poel en<br />
hoeve In de Kan - die de laat-middeleeuwse<br />
kern van Sterksel vormden.<br />
Een financiële bijdrage van de provincie<br />
Noord-Brabant maakte uitgebreid<br />
archeobotanisch onderzoek mogelijk.<br />
Dat leverde samen met de aangetroffen<br />
vondsten en grondsporen een goed<br />
beeld op van het landbouwbedrijf, de<br />
economische bedrijfsvoering, de functies<br />
van de verschillende bijgebouwen, de<br />
watervoorziening, de inrichting van de<br />
erven, de families en de vegetatie op het<br />
erf en in de directe omgeving van Sterksel.<br />
Door de integratie van het archeologische<br />
verhaal met eerder uitgevoerd historisch<br />
archiefonderzoek over Sterksel en de<br />
abdij van Averbode, kon het onderzoek<br />
bovendien in een groter kader geplaatst<br />
worden. Het leverde inzicht in regionale<br />
kwesties, zoals de verhoudingen tussen<br />
stad en platteland. De resultaten zijn<br />
vastgelegd in het dikste boek dat <strong>RAAP</strong> ooit<br />
heeft uitgegeven.<br />
Projectleider Xavier van Dijk<br />
T 0495-513555 | E x.van.dijk@raap.nl<br />
Het boek is voor € 50,- te koop<br />
bij de gemeente Heeze-Leende,<br />
via dhr. J. Schiffelers (040-<br />
2241535).<br />
Waardering van oorlogserfgoed. Een<br />
inventarisatie en waardering van sporen uit<br />
de Tweede Wereldoorlog op de Grebbeberg en<br />
Laarsenberg te Rhenen (provincie Utrecht),<br />
<strong>RAAP</strong>-rapport 2240.<br />
Auteurs: drs. Ruurd Kok & ir. Jobbe Wijnen<br />
Aantal pagina’s: 129 met 1 kaartbijlage<br />
<strong>Archeologisch</strong> onderzoek naar resten uit<br />
de Tweede Wereldoorlog staat volop in de<br />
belangstelling en <strong>RAAP</strong> doet ook veel onderzoek<br />
naar oorlogserfgoed. De aanleiding voor dit<br />
onderzoek was de actuele vraag hoe om te gaan<br />
met de sporen van WO II op de Grebbeberg, een<br />
van de bekendste Nederlandse slagvelden. Om<br />
deze vraag te kunnen beantwoorden zijn de<br />
oorlogssporen op de Grebbeberg systematisch<br />
in kaart gebracht. Een groot aantal loopgraven,<br />
(geschuts)stellingen en commandoposten<br />
blijkt nog steeds in het terrein zichtbaar.<br />
Opmerkelijk was dat niet alleen resten zijn<br />
aangetroffen van Nederlandse, maar ook van<br />
Duitse verdedigingswerken. Op basis van het<br />
onderzoek hebben Ruurd Kok en Jobbe Wijnen,<br />
<strong>RAAP</strong>-specialisten op het gebied van WO<br />
II, een voorstel gedaan voor de omgang<br />
met dergelijke resten in het algemeen<br />
en op deze locatie. Dit heeft geleid tot<br />
een nieuwe methode voor de waardering<br />
van oorlogserfgoed. De essentie van<br />
deze methode is dat een relatie wordt<br />
gelegd tussen de aangetroffen sporen, te<br />
waarderen sporen en de betekenissen die<br />
aan een plek worden gegeven.<br />
Op 19 mei werd het rapport officieel<br />
gepresenteerd aan Marco Glastra,<br />
directeur-rentmeester Stichting Het<br />
Utrechts Landschap, en aan Hans Brons,<br />
bestuurslid van Stichting De Greb.<br />
Marco Glastra: “Het rapport geeft een<br />
goed overzicht van de sporen uit WOII.<br />
Daardoor kan er bij het dagelijks beheer<br />
beter rekening mee gehouden worden, en<br />
kan onbewuste beschadiging voorkomen<br />
worden. De informatie is te gebruiken bij<br />
brochures en wandelboekjes, waardoor<br />
dit verhaal over de Grebbeberg meer<br />
mensen bereikt. Verder kan de discussie<br />
nu beter gevoerd worden over de vraag of<br />
je de sporen wilt conserveren, of wellicht<br />
wilt reconstrueren. Van dat laatste zijn<br />
wij doorgaans geen voorstander. Wel<br />
hebben we de walburg op de Grebbeberg<br />
met enkele eigentijdse toevoegingen veel<br />
beter beleefbaar gemaakt.”<br />
Hans Brons: ”Grote verdienste van dit<br />
rapport is dat het het kennisniveau over<br />
de geschiedenis van de Grebbeberg<br />
verheft. Stichting De Greb richt zich<br />
vooral op de meidagen van 1940.<br />
Over de Duitse stellingen uit de latere<br />
oorlogsjaren heb ik al eerder eens wat<br />
gehoord, maar nu is dat grondig in kaart<br />
gebracht. Dat is zinvol en heeft een<br />
aanvullende waarde.”<br />
Projectleider Ruurd Kok<br />
T 071-5768118 | E r.kok@raap.nl<br />
Bestellen<br />
<strong>RAAP</strong>-rapport 2240 is te bestellen via receptie@raap.nl of tel. 0294-491500 en kost<br />
€ 25,00 inclusief verzendkosten.
proefsleuvenonderzoek<br />
Meepraten over<br />
Een Middeleeuws klooster in je achtertuin<br />
Bewoners van het begin tot het eind betrekken bij archeologisch onderzoek, dat gebeurt niet vaak. Het<br />
participatieproject Klooster Yesse in Haren, waarvoor de Groningse provinciaal archeoloog Henny Groenendijk<br />
het initiatief nam, is er een geslaagd voorbeeld van. Voor <strong>RAAP</strong> projectleider Berrie van Hoof, die het veldwerk<br />
uitvoerde, was het een niet alledaags project, met opmerkelijke resultaten bovendien.<br />
In het buurtschap Essen in de Groningse gemeente Haren<br />
heeft in de Middeleeuwen een Cisterciënzerklooster gestaan.<br />
De archeologische resten daarvan liggen nog in de bodem<br />
verborgen. De provincie Groningen koos het terrein uit voor een<br />
burgerparticipatieproject en startte in 2009 een onderzoek,<br />
samen met de Rijksuniversiteit Groningen, de gemeente<br />
Haren en de Stichting Klooster Yesse. Het doel daarvan was<br />
tweeledig. Naast het lokaliseren, determineren en waarderen<br />
van archeologische resten van de kloostergebouwen, zodat<br />
bescherming daarop toegespitst kan worden, was ook<br />
het betrekken van omwonenden bij het verleden van hun<br />
woonomgeving een belangrijke doelstelling.<br />
Henny Groenendijk, provinciaal archeoloog van Groningen<br />
en bijzonder hoogleraar Archeologie en Maatschappij aan de<br />
Universiteit Groningen: “Buurtbewoners hebben in de afgelopen<br />
decennia allerlei vondsten gedaan en muurresten van klooster<br />
Yesse in hun achtertuin ontdekt. Een van hen heeft zelfs een<br />
klein bezoekerscentrum over het klooster ingericht. Wij wilden<br />
samen met de bewoners de resten van het klooster lokaliseren,<br />
zodat duidelijk was wat we precies zouden moeten beschermen<br />
op grond van Malta en de huidige archeologische wetgeving.”<br />
Een van de uitgangspunten van het Verdrag van Malta ter<br />
bescherming van het archeologisch erfgoed is het vergroten van<br />
het draagvlak hiervoor. Het burgerparticipatieproject Klooster<br />
Yesse sluit daar goed op aan. Het is betaald uit cultuurgelden<br />
van de provincie Groningen en deels ook uit de regeling Loket<br />
Levende Dorpen en een bijdrage van de gemeente Haren. De<br />
Er was veel belangstelling van buurtbewoners tijdens het proefsleuvenonderzoek<br />
(foto: Henny Groenendijk). Rechtsboven: uit de onderste vulling van de gracht kwam<br />
een zeer zeldzame houten dakpan (shintel) tevoorschijn (foto: Annemieke Bos).<br />
bewoners zijn nauw bij het onderzoek betrokken, onder meer via<br />
informatieavonden. Henny Groenendijk: “We hebben telkens alle<br />
stappen met de bewoners doorgesproken. Zij hebben meegedacht<br />
over wat er met het terrein zou moeten gebeuren. En we hebben hen<br />
ook duidelijk gemaakt welke consequenties het project had, want<br />
volgens de wet kun je hier niet ongestoord je gang gaan.”<br />
Aanwijzingen van buurtbewoners<br />
Voor het veldwerk werd <strong>RAAP</strong> ingeschakeld. In juli en<br />
november 2010 voerde <strong>RAAP</strong> projectleider Berrie van Hoof een<br />
proefsleuvenonderzoek uit. Hij was onder de indruk van de<br />
betrokkenheid van de buurtbewoners: “Zelfs de ligging van de<br />
proefsleuven hebben we mede op basis van aanwijzingen van de<br />
omwonenden bepaald.” Tijdens het bodemonderzoek zijn restanten<br />
van de kloostergebouwen gevonden. De gebouwen bleken echter tot<br />
de grond afgebroken te zijn. Wat resteerde waren funderingssleuven,<br />
ingegraven in de ondergrond en opgevuld met zand. Daarboven lag<br />
een 80 centimeter dikke puinlaag als gevolg van de sloop van het<br />
klooster.<br />
Het kloosterterrein ligt op een kleine dekzandopduiking. In de<br />
top van het zand was een esdek (oud bouwland) aanwezig dat van<br />
vóór de kloosterfase dateert. De funderingsgreppels zijn door het<br />
esdek heen gegraven, tot op het vaste zand. Voor Groenendijk is dat<br />
eigenlijk de mooiste uitkomst van het onderzoek: “De Cisterciënzers<br />
worden gezien als grote ontginners, maar hier was klaarblijkelijk al<br />
eerder iemand bezig geweest. Misschien heeft deze persoon het land<br />
tegen bepaalde voorwaarden geschonken aan het klooster, dat weten<br />
we niet, maar het klooster is dus gesticht op bestaand bouwland.”
detachering<br />
Klooster Yesse<br />
Het vrouwenklooster Yesse werd in 1215 gesticht. Het behoorde<br />
tot de orde van de Cisterciënzers, die leefden naar de regels van<br />
Benedictus. Uit bronnen is bekend dat er in het klooster een school<br />
was en dat er zieken verzorgd werden. In 1594, het jaar van het<br />
beleg van de stad Groningen, werd het klooster gesloten. Vervolgens<br />
werden de gebouwen afgebroken. Bewoners hebben in de loop der<br />
jaren allerlei vondsten in hun achtertuin ontdekt: potten, scherven,<br />
dakpannen, kloostermoppen, vensterbanken. Veel daarvan zijn te<br />
zien in het Bezoekerscentrum Klooster Yesse, dat buurtbewoonster<br />
Annemieke Bos in haar eigen achtertuin opzette. Meer informatie:<br />
www.kloosteryesse.nl<br />
Knekelkuilen<br />
Van veel aangetroffen gebouwstructuren is de functie niet<br />
geheel duidelijk, maar de kerk of kapel is waarschijnlijk wel<br />
gevonden. Berrie van Hoof: “De fundering hiervan was veel<br />
breder dan die van de overige structuren, en op die locatie<br />
zijn geglazuurde vloertegels en een segment van een pilaar<br />
aangetroffen. Bovendien zijn in de omgeving van het gebouw<br />
twee knekelkuilen ontdekt, en onder één daarvan lag een<br />
graf.” In slechts één proefsleuf zijn muurresten gevonden,<br />
maar die behoren waarschijnlijk tot een jonger gebouw dat<br />
met hergebruikt materiaal is opgebouwd. Het grondplan van<br />
het klooster is duidelijk geworden en voor Henny Groenendijk<br />
is het onderzoek, waar ook studenten van de Universiteit<br />
Groningen aan meewerkten, naar wens verlopen. “Het was een<br />
goed team. De eerste campagne met <strong>RAAP</strong> in de zomer van 2010<br />
was zo goed bevallen, dat ik geen ander wilde voor de tweede<br />
campagne.” Ook Berrie van Hoof is tevreden over het project<br />
en de resultaten. Wat het voor hem bijzonder maakte was de<br />
interesse van het publiek en de vele andere betrokkenen. “Bij<br />
andere projecten mis je deze interesse vaak en heb je soms het<br />
gevoel dat je bezig bent met productiewerk.”<br />
Uit de brand door DETACHERING<br />
Het kan gebeuren dat een gemeente tijdelijk niet<br />
genoeg expertise in huis heeft op archeologisch<br />
of cultuurhistorisch gebied, of dat een provincie<br />
behoefte heeft aan extra capaciteit, of dat er gekwalificeerde<br />
KNA-archeologen nodig zijn om een specifiek project af te<br />
ronden. In zo’n geval kunnen ze een beroep doen op <strong>RAAP</strong>.<br />
De adviseurs van <strong>RAAP</strong> worden steeds vaker voor bepaalde tijd<br />
bij overheden gedetacheerd. <strong>RAAP</strong> werkt vanuit vier regionale<br />
vestigingen verspreid over het land en beschikt daardoor over<br />
medewerkers die goed op de hoogte zijn van de regionale<br />
kenmerken en ontwikkelingen. Daardoor kunnen ze snel en<br />
adequaat inspelen op de behoeften van opdrachtgevers.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
Bij de provincie Limburg is een projectleider van <strong>RAAP</strong><br />
gedetacheerd die namens de provincie opdrachtgever is voor de<br />
archeologische onderzoeken in verband met een deelproject van de<br />
Maaswerken.<br />
Aan de gemeente Hoorn is voor enige maanden een GISmedewerker<br />
uitgeleend om de vele analoge data (waaronder<br />
historische kaarten) in MapInfo te verwerken tot bruikbare<br />
digitale gegevens, die gekoppeld kunnen worden aan de huidige<br />
topografie.<br />
Dakpan van hout.<br />
Sluitstuk<br />
Op dit moment is de<br />
gemeente Haren bezig<br />
met een beheersplan<br />
dat het sluitstuk van het<br />
project wordt. Daarin<br />
komt te staan hoe er<br />
met het kloosterterrein omgegaan moet worden. Wie in de<br />
toekomst plannen heeft, weet nu waar de archeologische<br />
resten liggen en kan er rekening mee houden. Voor<br />
bewoners en geïnteresseerden werkt een van de studenten<br />
van Groenendijk aan een brochure over het klooster en<br />
het archeologisch onderzoek en daar zal het bij blijven.<br />
“We hebben dit samen met de bewoners gedaan en die<br />
vinden het prima dat er meer bekend is geworden over het<br />
kloosterterrein, maar ze willen de rust in het dorp bewaren<br />
en wensen geen grote stromen bezoekers. Daar is ook<br />
helemaal geen ruimte voor.”<br />
Projectleider Berrie van Hoof<br />
T 0512-589140 | E b.van.hoof@raap.nl<br />
Bij de Dienst Landelijk Gebied zijn <strong>RAAP</strong> medewerkers ingezet<br />
in De Onlanden, bij het uitvoeren van proefsleuven- en<br />
proefputtenonderzoek, booronderzoek en dataverwerking<br />
voor Herinrichtingsproject Peize.<br />
Voor de gemeente Lansingerland werkt namens <strong>RAAP</strong> een<br />
beleidsmedewerker archeologie die rapporten en ruimtelijke<br />
onderbouwingen beoordeelt, een update van de beleidskaart<br />
maakt en ook een bijdrage aan de beleidsnota levert.<br />
<strong>RAAP</strong> kan zowel veldteams als individuele medewerkers<br />
in vrijwel alle functies detacheren. Denk hierbij aan<br />
beleidsadviseurs, veldarcheologen, archeologisch<br />
projectleiders, GIS-medewerkers, fysisch geografen,<br />
projectmanagers en historisch geografen.<br />
Meer weten over detachering?<br />
<strong>RAAP</strong> regio Noord: Jørgen van Beek, T 0512-589140<br />
<strong>RAAP</strong> regio Oost: Adam Haarhuis, T 0575-567876<br />
<strong>RAAP</strong> regio Zuid: Wim De Baere, T 0495-513555<br />
<strong>RAAP</strong> regio West: Nicole Mulder, T 071-5768118
publieksboek<br />
<strong>Archeologisch</strong>e parels van de Veluwe<br />
Dat de Veluwe archeologisch gezien een van de rijkste gebieden van Nederland is, wordt wel duidelijk bij het<br />
lezen en kijken in <strong>Archeologisch</strong>e parels van de Veluwe. Het eerste exemplaar van dit rijk geïllustreerde boek<br />
werd op 19 april overhandigd aan auteur en voormalig Commissaris van de Koningin in Gelderland, Jan Terlouw.<br />
De makers van het boek zijn <strong>RAAP</strong>-archeoloog Sake Jager en natuurfotograaf Ruben Smit. Zij laten in tekst en<br />
prachtige foto’s de grote rijkdom aan archeologische schatten op de Veluwe zien. Hoofdsponsoren van het door<br />
de KNNV uitgegeven boek zijn de Provincie Gelderland, het Veluws Bureau voor Toerisme en <strong>RAAP</strong> <strong>Archeologisch</strong><br />
<strong>Adviesbureau</strong>.<br />
5<br />
vragen aan<br />
natuurfotograaf Ruben Smit:<br />
Archeologie is meestal niet of nauwelijks te zien. Hoe heb<br />
je het toch in beeld weten te krijgen? Door heel goed te<br />
kijken en veel research te plegen samen met Sake. Ik heb<br />
van alle 16 parels op de Veluwe iedere parel minstens drie<br />
keer bezocht en enkele nog vaker, zo’n vier tot vijf keer. Zo<br />
fotografeerde ik ze onder verschillende omstandigheden. De<br />
meeste grafheuvels zijn het best herkenbaar als er sneeuw of<br />
rijp op ligt waardoor ze beter afsteken tegen het landschap.<br />
Dat zie je bijvoorbeeld op de coverfoto van het boek.<br />
Voelde je, met al je ervaring als natuurfotograaf, dat de<br />
natuur op historische plekken anders is dan elders? Het<br />
zijn vaak de locaties waar het landschap relatief ongestoord<br />
is gebleven. Die zijn per definitie de interessantste. Een oud<br />
celtic field heeft van origine heel veel structuur die weer<br />
geschikt is voor veel vogelsoorten, waaronder de tapuit!<br />
Wat is voor jou de meest bijzondere ‘archeologische parel’<br />
op de Veluwe? Tjoeff! Heel moeilijk. De Houtbeek bij Stroe<br />
vind ik geweldig om te zien, maar qua biodiversiteit kies ik<br />
Wolfheze.<br />
Vraagt het fotograferen van archeologie een andere<br />
aanpak dan ‘puur natuur’ foto’s? Ja, wel meer<br />
voorbereiding en kennisimplementatie. Ik heb zelden zo<br />
veel moeten doen om zulke statische onderwerpen toch<br />
spannend op de foto te krijgen. Dat is bij de reguliere<br />
natuurfotografie duidelijk anders.<br />
Voor welke foto heb je de meeste moeite moeten doen? Ik<br />
heb zeker drie keer zitten posten bij een dassenburcht die in<br />
een grafheuvel was gegraven. Geen resultaat helaas! Maar<br />
ik was heel gelukkig met de reeën op de grafheuvel, op de<br />
prehistorische route. Daar hoop je van tevoren op!<br />
5vragen aan<br />
<strong>RAAP</strong> archeoloog Sake Jager:<br />
Waar komt je fascinatie voor de Veluwe vandaan? De Veluwe kent<br />
niet alleen een buitengewoon intrigerende geschiedenis, maar de<br />
landschappelijke variëteit en de natuur kent er voor Nederlandse<br />
begrippen ook zijn weerga niet. Voeg hieraan toe dat ik altijd al een<br />
voorliefde voor de natuur heb gehad - ik wilde vroeger boswachter<br />
worden, nog steeds een heimelijke wens - en de link tussen natuur,<br />
archeologie en landschap is snel gelegd. Die mix is op de Veluwe heel<br />
nadrukkelijk aanwezig.<br />
Wat is voor jou de meest bijzondere ‘archeologische parel’ op de<br />
Veluwe? Iedere parel heeft zo zijn charme, dus kiezen wordt lastig.<br />
Er springen echter twee gebieden uit vanwege de samenhang tussen<br />
de archeologische fenomenen en de landschappelijke en natuurlijke<br />
rijkdom. De Houtbeek bij Stroe en het terrein Oud-Wolfheze. Oud-<br />
Wolfheze intrigeert bovendien vanwege de oorlogshandelingen die<br />
hier hebben plaatsgehad en de geschiedenis van het gehucht Wolfhees.<br />
Dus als het erop aan komt, ga ik voor Oud-Wolfheze. Hier kun je nog<br />
ouderwets fantaseren.<br />
Gaan archeologie en natuur goed samen? In principe heel goed,<br />
ze versterken elkaar zelfs. Natuurbeschermers realiseren zich<br />
dat nog onvoldoende. De samenwerking tussen archeologen en<br />
natuurbeschermers zou wel wat mogen worden versterkt. Wat<br />
natuurbeschermers ontberen zijn goede archeologische inventarisaties<br />
van hun gebieden.<br />
Gaat dit boek onze kijk op de Veluwe veranderen? Ik hoop het wel.<br />
Ook de geschiedenis van deze regio krijgt zo hopelijk meer aandacht.<br />
Voor archeologen staan er allerlei wetenswaardigheden en nieuwe<br />
zienswijzen in, bijvoorbeeld het aspect van bewoningscontinuïteit en de<br />
waterkuilen.<br />
Is er voor de geïnteresseerde Veluwe-bezoeker genoeg informatie<br />
over de archeologie te vinden? Nee, die informatie is erg onvolledig en<br />
versnipperd en ondergebracht in allerlei ‘gedateerde’ oudheidkamers.<br />
Vandaar dat er een Veluws Archeologiecentrum moet komen dat als<br />
publieksattractie en informatie- en kenniscentrum gaat fungeren,<br />
vergelijkbaar met het Hunebedcentrum. Enkele vooraanstaande<br />
Veluwse politici hebben zich al achter het plan voor een Veluwebreed<br />
archeologisch informatiecentrum geschaard, dus ik heb goede hoop dat<br />
zoiets er uiteindelijk komt.<br />
Smit<br />
<strong>Archeologisch</strong>e parels van de Veluwe, Op zoek naar de<br />
Ruben<br />
geschiedenis in het landschap | Sake Jager & Ruben Smit<br />
| ISBN: 9789050113298 | KNNV Uitgeverij € 29,95 Foto:
archeologische begeleiding<br />
KORTE BERICHTEN<br />
Nuttige kijkgaten<br />
dankzij afvalcontainers<br />
Steeds meer van ons vuilnis verdwijnt<br />
tegenwoordig in containers onder de grond. Zo<br />
ook in de historische kern van Harderwijk, waar<br />
de gemeente 21 ondergrondse afvalcontainers<br />
plaatst. <strong>RAAP</strong> zorgde voor de archeologische<br />
begeleiding daarvan en ontdekte in de kleine<br />
putten goed geconserveerde Middeleeuwse resten.<br />
Op diverse locaties in Harderwijk zijn in de afgelopen<br />
maanden kleine putten van twee bij twee meter gegraven<br />
om de afvalcontainers te plaatsen. Bij de aanleg daarvan<br />
kregen archeologen de mogelijkheid om archeologische<br />
resten te documenteren. Al eerder was bij opgravingen<br />
elders in de binnenstad vastgesteld dat veel meer en goed<br />
geconserveerde historische resten aanwezig zijn, dan op<br />
voorhand werd vermoed. Met het onderzoek in de kleine<br />
afvalcontainergaten is dat opnieuw bevestigd. Terwijl<br />
nog niet eens alle containers geplaatst zijn, is er al veel<br />
waardevolle informatie verzameld.<br />
Het voornaamste doel van het onderzoek was het in<br />
kaart brengen van de oude (pleistocene) ondergrond<br />
van middeleeuws Harderwijk en het lokaliseren van<br />
de hoogste delen, omdat die inzicht kunnen geven in<br />
hoe de stad zich heeft ontwikkeld. Het vermoeden dat<br />
het gebied rond de Vismarkt de oudste kern van de<br />
stad vormt, is (ondanks een verstoord bodemprofiel)<br />
bevestigd door de vondst van vroege aardewerkscherven<br />
uit de 12e eeuw. Op veel plaatsen blijken muurresten van<br />
woningen, de oude stadsmuur en latere versterkingen<br />
goed geconserveerd en op geringe diepte in de ondergrond<br />
bewaard te zijn gebleven. Op het plein voor de Onze<br />
Lieve Vrouwekerk zijn in één klein kijkgat zelfs zeven<br />
begravingen en de fundering van een oude (kerk- of<br />
kerkhof)muur blootgelegd. De muurresten en menselijke<br />
botfragmenten, aangetroffen in een kijkgat op de hoek<br />
Donkerstraat / Markt, horen hoogstwaarschijnlijk bij de<br />
begraafplaats van het oudste klooster van de stad. Verder<br />
is het grachtenstelsel uit de 13e eeuw ook in de kijkgaten<br />
Bakstenen resten van een halfronde toren van het 16e eeuwse stadskasteel<br />
van de hertog van Gelre.<br />
Column<br />
De wet van de chimpansee<br />
EEen interpretatie is natuurlijk niet veel meer<br />
dan een willekeurige combinatie van letters<br />
die - zo gaat het verhaal - een chimpansee die<br />
op een toetsenbord zit te rammen uiteindelijk in de<br />
kern zal treffen. Al duurt het misschien een tijdje.<br />
Inmiddels ben ik al schrijvend beland bij paragraaf<br />
4.3.1 op pagina 32, kale tekst zonder opmaak en<br />
figuren. De finish van dit onderzoeksrapport ligt<br />
wat mij betreft bij paragraaf 5.2, maar ik sta op<br />
het punt een chimpansee in te huren. Nog maar<br />
zo’n klein stukje te gaan, maar het betreft wel<br />
die paragrafen waar de essentie geraakt moet<br />
worden. En ik voel ‘m aankomen: ik ga hier niet blij<br />
mee zijn. Doe je een opgraving, een kleintje deze<br />
keer, je verzamelt data om je onderzoeksvragen<br />
te beantwoorden en dan moeten passen. Ik ga de<br />
puzzel niet opgelost krijgen. Vragen blijven open.<br />
Niemand wordt wijzer, of op z’n best zijn er nog<br />
meer vragen dan voordat we begonnen.<br />
Ik heb hier een kubus voor me staan met daarop,<br />
als ware het een dobbelsteen, de 6 principes van<br />
klantgerichtheid. Jaja, we zijn een serieus bedrijf.<br />
En een leuk bedrijf trouwens, maar dat terzijde.<br />
Principe nummer 4 luidt ‘Doe eens iets extra’. Als<br />
tip krijg ik mee: ‘Overtref de verwachtingen’. De<br />
verwachting van een klant, zo leert de ervaring,<br />
is sterk wisselend. Het is goed voorstelbaar dat<br />
iemand die een bouwvergunning probeert te<br />
krijgen, alleen maar zo snel mogelijk bericht wil<br />
hebben dat we niets hebben gevonden. Maar de<br />
klant die op mijn rapport zit te wachten (ik zit<br />
op pagina 32 en ben bijna klaar!) heeft hoge<br />
verwachtingen. En we doen ons best, echt ons best,<br />
maar soms is het materiaal zoals het is. Dan is er<br />
niet meer uit te wringen dan mogelijk is. Als het<br />
niet kan zoals het zou moeten, dan moet het maar<br />
zoals het kan.<br />
Er zit daar archeologie, maar wat is het nu<br />
eigenlijk? En hoe oud? De sporen en vondsten<br />
laten me elke mogelijkheid open, alsof ik met<br />
een dobbelsteen kan gooien. Misschien is dat<br />
het wel, dat elke mogelijkheid goed is, oftewel<br />
een combinatie van functies, een combinatie van<br />
typen vindplaatsen daar op die ene plek. Er is geen<br />
eenduidige verklaring, maar een meervoudige. Wat<br />
kan het anders zijn? Ach ja, een chimpansee doet<br />
de was.<br />
Ivar Schute<br />
Senior projectleider bij <strong>RAAP</strong>
KORTE BERICHTEN<br />
aangetroffen, evenals resten van het Nieuwe Blokhuis,<br />
de 16e eeuwse dwangburcht van de hertog van Gelre.<br />
Omdat deze bijzondere resten op geringe diepte<br />
lagen, is besloten een alternatieve locatie voor de<br />
afvalcontainer te zoeken.<br />
Wat de vondsten duidelijk maken, is dat het<br />
onderzoeken van zeer kleine plekken van slechts twee<br />
bij twee meter, bijzonder waardevolle historische<br />
informatie kan opleveren.<br />
COLOFON<br />
Projectleider Martin Schabbink<br />
T 0575-567876 | E m.schabbink@raap.nl<br />
In de kleine put van 2x2 meter kon één skelet volledig blootgelegd worden (het<br />
fotobord ligt op de oude muur).<br />
<strong>RAAP</strong> Nieuwsbrief <strong>2011</strong>-1, juni <strong>2011</strong><br />
De <strong>RAAP</strong> Nieuwsbrief is een uitgave van <strong>RAAP</strong><br />
<strong>Archeologisch</strong> <strong>Adviesbureau</strong> B.V.<br />
<strong>RAAP</strong> is een zelfstandig en onafhankelijk adviesbureau<br />
voor archeologische monumentenzorg en integrale<br />
cultuurhistorie, met vestigingen in Leiden, Zutphen,<br />
Drachten, Weert en Weesp.<br />
Aan dit nummer werkten mee: Hans Brons, Xavier<br />
van Dijk, Reinier Ellenkamp, Marco Glastra, Henny<br />
Groenendijk, Adam Haarhuis, Berrie van Hoof, Ruurd<br />
Kok, Martin Schabbink, Ivar Schute, Ruben Smit, Gerard<br />
Tichelman en Marten Verbruggen.<br />
Fotografie en cartografie: <strong>RAAP</strong> (tenzij anders vermeld)<br />
Vormgeving: Olav Odé | Eindredactie: Caroline Hom<br />
Wilt u op de verzendlijst van de <strong>RAAP</strong> Nieuwsbrief komen<br />
te staan (of de nieuwsbrief juist niet meer ontvangen),<br />
stuur dan een e-mail naar receptie@raap.nl<br />
Najaarlijkse <strong>RAAP</strong>-informatiemiddagen<br />
Toen <strong>RAAP</strong> vorig jaar haar 25-jarig bestaan vierde, is een start<br />
gemaakt met de <strong>RAAP</strong>-informatiemiddagen. Daarbij werden<br />
klanten bijgepraat over actuele ontwikkelingen in de Nederlandse<br />
archeologie. Velen vonden de serie lezingen in 2010 informatief,<br />
actueel en leerzaam, vandaar dat <strong>RAAP</strong> ook dit najaar weer vier<br />
informatiemiddagen organiseert. Deze (gratis) bijeenkomsten<br />
worden gehouden van 14.00 tot 17.00 uur en vinden plaats op:<br />
• donderdag 29 september in Assen<br />
• donderdag 6 oktober in Zutphen<br />
• vrijdag 7 oktober in Utrecht<br />
• donderdag 13 oktober in Eindhoven<br />
Ook dit jaar is er weer een gevarieerd programma. De vier<br />
regionale <strong>RAAP</strong> kantoren presenteren ieder een boeiend regionaal<br />
archeologisch thema. Directeur Marten Verbruggen legt uit aan<br />
welke eisen een goed Programma van Eisen moet voldoen. Meer<br />
interactief is het derde onderdeel over het thema cultuurhistorie<br />
en bestemmingsplannen, met uiteraard aandacht voor de MoMo<br />
(modernisering van de monumentenzorg). Daarbij is alle ruimte<br />
voor discussie en vragen uit de dagelijkse praktijk van klanten. De<br />
middag wordt afgesloten met een feestelijke borrel.<br />
Meer informatie volgt binnenkort op de website van <strong>RAAP</strong>.<br />
Geïnteresseerden kunnen zich overigens al aanmelden door een<br />
e-mail te sturen naar de receptie van het hoofdkantoor:<br />
receptie@raap.nl<br />
<strong>RAAP</strong> Hoofdkantoor<br />
Leeuwenveldseweg 5b, 1382 LV Weesp<br />
Postadres: Postbus 5069, 1380 GB Weesp<br />
T 0294-491500 | E raap@raap.nl<br />
<strong>RAAP</strong> Regio Noord-Nederland (Fr, Gr, Dr)<br />
De Kiel 11, 9206 BG Drachten<br />
T 0512-589140 | E raapnnl@raap.nl<br />
<strong>RAAP</strong> Regio Oost-Nederland (Gld, Ov)<br />
Pollaan 48 E-F, 7202 BX Zutphen<br />
Postadres: Postbus 222, 7200 AE Zutphen<br />
T 0575-567876 | E raaponl@raap.nl<br />
<strong>RAAP</strong> Regio Zuid-Nederland (Li, N-Br)<br />
De Savornin Lohmanstraat 11, 6004 AM Weert<br />
T 0495-513555 | E raapznl@raap.nl<br />
<strong>RAAP</strong> Regio West-Nederland (N-Hl, Z-Hl, Zld, Fl, Ut)<br />
Le Pooleweg 5, 2314 XT Leiden<br />
Postadres: Postbus 4025, 2301 RA Leiden<br />
T 071-5768118 | E raapwnl@raap.nl<br />
www.raap.nl