Blok 21 Veterinaire Volksgezondheid - VETserieus.nl
Blok 21 Veterinaire Volksgezondheid - VETserieus.nl
Blok 21 Veterinaire Volksgezondheid - VETserieus.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
moet nog worden opgemerkt dat nitriet door het lichaam uit nitraat, dat onvermijdelijk in<br />
groenten aanwezig is, wordt gevormd. Nitraat uit groenten draagt derhalve bij aan de vorming<br />
van endogene nitrosaminen<br />
• Verpakkingsmaterialen: De kwestie rondom de weekmakers in zogenaamde scoubidoudraad in<br />
2004 maakt duidelijk dat de verbindingen in kunststoffen niet onschuldig zijn. Weekmakers<br />
kunnen in verpakkingsmaterialen worden aangetroffen. De kankerverwekkende weekmakers uit<br />
begin jaren ‘70 zijn inmiddels verboden. De adipaten, ftalaten en citraten worden nu volop<br />
gebruikt. Deze stoffen migreren uit de verpakking naar vooral vette voedingsmiddelen. De<br />
ftalaten zijn hormoonverstorende stoffen, die qua risico’s voor mens en milieu zeer ter discussie<br />
staan. De geschatte inname van adipaten is veel lager dan de maximale veilig geachte totale<br />
inname. Een ander probleem vormt bisfenol A in harde plastics en coatings (blikverpakkingen).<br />
De hoeveelheid die we dagelijks hiervan innemen, zou de (oestrogene) hormoonhuishouding<br />
kunnen verstoren. Tenslotte gaat veel aandacht uit naar semicarbazide (SEM). SEM is een<br />
verdacht carcinogeen die met name in glasverpakkingen met metalen deksels en<br />
kunststofbekleding voorkomt. Deze bijdrage werd ontdekt nadat veel voedingsmiddelen<br />
verdacht werden bevonden op het<br />
voorkomen van het verboden diergeneesmiddel nitrofurazon, waarvan SEM het indicator<br />
molecuul is. Dus zeker een belangrijke veterinaire kwestie!<br />
• Desinfectantia: Deze stoffen worden grotendeels gebruikt voor reiniging en desinfectie van<br />
procesapparatuur en (productie)ruimten. Actief-chloor verbindingen (bijvoorbeeld halamid)<br />
kunnen goed van de apparatuur worden afgespoeld, terwijl oppervlakte-actieve stoffen, zoals<br />
amfolyten en quaternaire ammoniumbasen, als gevolg van hun oppervlakte-actieve<br />
eigenschappen moeilijk door spoelen te verwijderen zijn. Ontsmetting van verwerkingsruimten<br />
met formaline kan leiden tot sporen van formaldehyde (echter kortdurend) in het product.<br />
Resten van desinfectantia leveren in het algemeen geen grote problemen op. Er zijn<br />
aanwijzingen dat bacteriën toleranter kunnen worden voor verschillende desinfecterende<br />
middelen. Bovendien zouden desinfectantia de ontwikkeling van antimicrobiële resistentie bij<br />
bacteriën kunnen bevorderen (co-resistentie).<br />
Residuen: Elk gebruik van of behandeling met diervoederhulpstoffen, bestrijdings- en<br />
dierbehandelingsmiddelentijdens de boerderijfase leidt in principe tot residuen in dierlijke<br />
producten. Indien men zich aan wachttijden en voorschriften houdt, en een dier een niet-afwijkend<br />
metabolisme vertoont, leiden residuen van toegestane middelen in het algemeen niet tot<br />
problemen. In dat geval zullen residugehalten namelijk onder het niveau van de zg. maximale<br />
residulimieten (MRLs) vallen. Frequent worden producten gevonden met gehalten van stoffen boven<br />
de MRLs of zelfs producten met de aanwezigheid van verboden stoffen (zoals hormonen of bepaalde<br />
antibiotica).<br />
In die situatie zouden deze stoffen in principe gezondheidsschadelijk voor de consument kunnen zijn.<br />
Men zou echter wel de toxicologische overwegingen in de gaten moeten blijven houden voordat men<br />
tot een terughaalactie overgaat. In Nederland hebben zich zover bekend echter (nog) geen concrete<br />
ziektegevallen bij de mens voorgedaan. De veiligheidsfactoren lijken dus ruim te zijn gekozen.<br />
• Spuitplekken; Dierbehandelingsmiddelen kunnen in hoge concentraties in de spuitplekken<br />
achterblijven.Dikwijls veroorzaken deze stoffen ontstekingsreacties gevolgd door vorming<br />
van littekenweefsel, waardoor het preparaat lokaal langdurig werkzaam kan zijn. Door de<br />
weefselreactie worden ze wel met grotere kans door een slager of uitsnijder waargenomen<br />
en weggesneden. Een lokale hoge residuvorming zou een gezondheidsbedreiging voor de<br />
consument kunnen betekenen.<br />
De belangrijkste bezwaren tegen residuen zijn:<br />
32