PORSELEIN OM MEE TE SPELEN - Museum Volkenkunde

PORSELEIN OM MEE TE SPELEN - Museum Volkenkunde PORSELEIN OM MEE TE SPELEN - Museum Volkenkunde

volkenkunde.nl
from volkenkunde.nl More from this publisher
23.09.2013 Views

PORSELEIN OM MEE TE SPELEN. PAUL VAN DONGEN © Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde Tongbao is met enige krampachtigheid letterlijk te vertalen tot de verder weinig zeggende term van "roulerende schat". Minder letterlijk, maar wel meer naar de eeuwenlange werkelijkheid van de dag, is de vertaling van tongbao als "rijksmunt". Op vrijwel alle muntstukken namelijk, die in het premoderne keizerlijke China in opdracht van de heersende keizer en zijn gezagsdragers waren gegoten, stond deze - of een gelijkaardige - aanduiding. De term tongbao garandeerde met andere woorden simpelweg de gecontroleerde en geautoriseerde uitgifte van de munten. In China was dit voor het in omloop zijnde geld van reële betekenis. Bij de Siamese porseleinen speelmunten wekte de aanduiding tongbao louter een suggestie. Dit in tegenstelling tot de diverse gelukbrengende begrippen en spreuken op de speelmunten, die voor de spelers wel een reële betekenis hadden. Circulatie en distributie Het is aannemelijk dat de speelmunten in het hele land in omloop waren. Waar Chinese gemeenschappen waren, floreerden speelhuizen en dit geldt voor het hele Siamese politieke territorium en zelfs daarbuiten. Hamel bracht zijn verzameling in Thailand bijeen, maar gelijksoortige voorwerpen waren ook in omloop in aangrenzende regio’s van het tegenwoordige Myanmar (Birma), Cambodja, Laos en Maleisië, waarover Siam eens de politieke en maatschappelijke macht had. De meest speelmunten, zoals blijkt uit de in het Thais aangebrachte waarden, waren overduidelijk speciaal voor Siam geproduceerd en voor die gebieden die onder sterke Siamese invloed stonden, politiek, financieel of anderszins. Tot dusverre zijn er geen aanwijzingen gevonden dat deze munten, behalve dan in China, elders als geld in gebruik zijn geweest. Gebruiksduur We weten niet precies wanneer de porseleinen munten in Thailand zijn geïntroduceerd, noch wanneer ze een geaccepteerd betaalmiddel werden. In Ayutthaya bestonden speelhuizen als instelling met een vergunning tenminste vanaf de 18 e eeuw. Naar alle waarschijnlijkheid waren bepaalde soorten fiches met geldwaarde toen al in omloop. Haas schreef in 1879, waarschijnlijk op basis van informatie van lokale bronnen, dat peemunten met geldwaarde rond 1760 werden geïntroduceerd. 56 Hoewel wetenschappers over het algemeen sceptisch tegenover deze vroege introductiedatum staan, is het heel goed mogelijk dat dit soort fiches, evenals de ngoen prakap van 1744, in het land werd gebruikt als alternatief noodgeld in de nadagen van Ayutthaya. Historisch gezien markeert het jaar 1760 voor de Thaise bevolking een korte onderbreking in de vernietigende aanvallen van Birmese troepen, 57 waarop een periode volgde waarin ze wanhopig probeerden het leven van alledag weer op te pakken. Er moet een tekort aan zilver, geld en nog veel meer andere zaken zijn geweest en de pee-fiches met hun geldwaardegarantie van betrouwbare speelhuizen zouden een tijdelijk hulpmiddel geweest kunnen zijn om de aan de rand van de afgrond verkerende economie gaande te houden. Daarnaast was de financiële situatie van Ayutthaya tijdens de regeerperiode van de laatste koning Ekathat (1758-1767) verre van florissant. Uit de kronieken blijkt dat er vanaf het eerste begin van zijn regeerperiode een grote behoefte bestond om het valutasysteem van het land te standaardiseren, 58 waaruit opgemaakt kan worden hoe bedroevend de staat van ‘s lands financiën was na de extravagante heerschappij van zijn voorganger. Schlegel schreef in 1890, op basis van informatie van Consul-generaal Hamel (brief van 5 februari 1887) dat de speelmunten in 1821 werden geïntroduceerd. 59 Dit zou een ‘tweede’ introductie kunnen zijn of een officiële acceptatie van de pee-munten als wettelijk betaalmiddel. Dit gebeurde in de laatste regeringsperiode van Rama II (1809-1824), toen er wederom een tekort was aan officieel geproduceerde munten met een lage geldwaarde. Meestal ging er een onregelmatige aanvoer van geïmporteerde kauri's aan vooraf, wat de stroom van alledaagse geldtransacties belemmerde en uiteindelijk de waarde van de kauri's 19

PORSELEIN OM MEE TE SPELEN. PAUL VAN DONGEN © Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde onstabiel maakte en devalueerde waardoor ze steeds ongeschikter werden, zelfs voor dagelijks gebruik. Een enorm tekort aan zilveren munten veroorzaakte een groot probleem in het begin van de regeerperiode van Rama III (1824-1851), toen de internationale handel zich explosief ontwikkelde en de regering terugviel op andere oplossingen – onder meer de invoering van een nieuw openbaar goksysteem – om ervoor te zorgen dat er meer geld in roulatie kwam. 60 De passie voor gokken onder de Siamese bevolking, gestimuleerd door de dynamiek van de economische koorts die in het land heerste, bereikte, evenals de behoefte om veel geld te spenderen, haar hoogtepunt duidelijk in de derde regeerperiode van de Bangkok-dynastie (1824-1851). Het lag voor de hand dat de vertrouwde fiches met geldwaarde het tekort aan officieel muntgeld weer aanvulde, deze keer voor een langere periode en op veel grotere schaal dan voorheen. De uitzonderlijke rijkdom en stevig gevestigde positie van de Chinese Khun Phatthanasombats (pachters van speelhuizen) in deze regeerperiode, waarin handel een grote economische groei genereerde, gaf de bevolking grote zekerheid, wat de populariteit van de speelmunten met geldwaarde alleen maar versterkte. De landelijke circulatie van de pees als geaccepteerd muntgeld zette zich in de volgende regeerperiode voort. Duizenden en duizenden reeksen van deze pees, die in China besteld werden, moeten nodig zijn geweest, omdat de hongs als regel de in omloop zijnde reeksen vaak vervingen door nieuwe, om vervalsing tegen te gaan of om meer winst te maken. 61 De pees werden zodoende ‘heet geld’ dat snel uitgegeven moest worden voordat het waardeloos werd. Zij moeten een aanzienlijke stimulans aan de economische groei van het land hebben geleverd door geld actief in omloop te houden. Maar paradoxaal genoeg ondermijnden ze de basis van de economie omdat de regering geen effectieve controle had over de productie van en het uit de circulatie nemen door de hongs van deze onofficiële, maar algemeen geaccepteerde, fiches met geldwaarde. Tijdens de regeerperiode van Rama IV (1851-1868) trad het land een tijdperk van modernisering binnen. De regering introduceerde een nieuwe officiële geldsoort, de ka-pae, koperen en tinnen munten met lagere waarden voor dagelijks gebruik. 62 Deze moesten echter met de hand gemaakt worden, waardoor de productie beperkt was en de productiesnelheid laag lag. De populariteit van de pees bleef daarom bestaan tot ze uiteindelijk werden vervangen door machinaal vervaardigde munten en papiergeld en ze in 1875 officieel als wettelijk betaalmiddel verboden werden. Uiteraard behielden de pees hun bruikbaarheid als speelmunten zoals voorheen, maar de dagen van hun productie en import op grote schaal waren geteld. Met een slinkende circulatie nam ook hun populariteit in hoog tempo af. Wood, een Britse consul die in 1890 in Thailand arriveerde, kwam in een aantal speelhuizen in Bangkok 63 geïmproviseerde metalen speelmunten tegen, maar hun porseleinen tegenhangers moeten in het grootste deel van het land nog steeds dienst gedaan hebben. Slechts het officiële verbod op de speelhuizen in 1916 64 bracht een definitief einde aan het gebruik van deze fiches als geaccepteerd betaalmiddel voor transacties in en rondom deze gelegenheden. 20

<strong>PORSELEIN</strong> <strong>OM</strong> <strong>MEE</strong> <strong>TE</strong> <strong>SPELEN</strong>. PAUL VAN DONGEN ©<br />

Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor <strong>Volkenkunde</strong><br />

onstabiel maakte en devalueerde waardoor ze steeds ongeschikter werden, zelfs voor<br />

dagelijks gebruik. Een enorm tekort aan zilveren munten veroorzaakte een groot probleem in<br />

het begin van de regeerperiode van Rama III (1824-1851), toen de internationale handel zich<br />

explosief ontwikkelde en de regering terugviel op andere oplossingen – onder meer de<br />

invoering van een nieuw openbaar goksysteem – om ervoor te zorgen dat er meer geld in<br />

roulatie kwam. 60<br />

De passie voor gokken onder de Siamese bevolking, gestimuleerd door de dynamiek van de<br />

economische koorts die in het land heerste, bereikte, evenals de behoefte om veel geld te<br />

spenderen, haar hoogtepunt duidelijk in de derde regeerperiode van de Bangkok-dynastie<br />

(1824-1851). Het lag voor de hand dat de vertrouwde fiches met geldwaarde het tekort aan<br />

officieel muntgeld weer aanvulde, deze keer voor een langere periode en op veel grotere<br />

schaal dan voorheen. De uitzonderlijke rijkdom en stevig gevestigde positie van de Chinese<br />

Khun Phatthanasombats (pachters van speelhuizen) in deze regeerperiode, waarin handel<br />

een grote economische groei genereerde, gaf de bevolking grote zekerheid, wat de<br />

populariteit van de speelmunten met geldwaarde alleen maar versterkte.<br />

De landelijke circulatie van de pees als geaccepteerd muntgeld zette zich in de volgende<br />

regeerperiode voort. Duizenden en duizenden reeksen van deze pees, die in China besteld<br />

werden, moeten nodig zijn geweest, omdat de hongs als regel de in omloop zijnde reeksen<br />

vaak vervingen door nieuwe, om vervalsing tegen te gaan of om meer winst te maken. 61 De<br />

pees werden zodoende ‘heet geld’ dat snel uitgegeven moest worden voordat het<br />

waardeloos werd. Zij moeten een aanzienlijke stimulans aan de economische groei van het<br />

land hebben geleverd door geld actief in omloop te houden. Maar paradoxaal genoeg<br />

ondermijnden ze de basis van de economie omdat de regering geen effectieve controle had<br />

over de productie van en het uit de circulatie nemen door de hongs van deze onofficiële,<br />

maar algemeen geaccepteerde, fiches met geldwaarde.<br />

Tijdens de regeerperiode van Rama IV (1851-1868) trad het land een tijdperk van<br />

modernisering binnen. De regering introduceerde een nieuwe officiële geldsoort, de ka-pae,<br />

koperen en tinnen munten met lagere waarden voor dagelijks gebruik. 62 Deze moesten<br />

echter met de hand gemaakt worden, waardoor de productie beperkt was en de<br />

productiesnelheid laag lag. De populariteit van de pees bleef daarom bestaan tot ze<br />

uiteindelijk werden vervangen door machinaal vervaardigde munten en papiergeld en ze in<br />

1875 officieel als wettelijk betaalmiddel verboden werden. Uiteraard behielden de pees hun<br />

bruikbaarheid als speelmunten zoals voorheen, maar de dagen van hun productie en import<br />

op grote schaal waren geteld. Met een slinkende circulatie nam ook hun populariteit in hoog<br />

tempo af. Wood, een Britse consul die in 1890 in Thailand arriveerde, kwam in een aantal<br />

speelhuizen in Bangkok 63 geïmproviseerde metalen speelmunten tegen, maar hun<br />

porseleinen tegenhangers moeten in het grootste deel van het land nog steeds dienst<br />

gedaan hebben. Slechts het officiële verbod op de speelhuizen in 1916 64 bracht een<br />

definitief einde aan het gebruik van deze fiches als geaccepteerd betaalmiddel voor<br />

transacties in en rondom deze gelegenheden.<br />

20

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!