23.09.2013 Views

Radio Kamer Filharmonie - Radio 4 concert agenda

Radio Kamer Filharmonie - Radio 4 concert agenda

Radio Kamer Filharmonie - Radio 4 concert agenda

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

B<br />

Robert Schumann<br />

1810-1856<br />

Max Bruch<br />

1838-1920<br />

pauze<br />

Richard Strauss<br />

1864-1949<br />

zevende <strong>concert</strong> B-serie<br />

52e seizoen • 15 juni 2013, 14.15-16.10 uur<br />

<strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong> <strong>Filharmonie</strong><br />

Michael Schønwandt dirigent<br />

Janine Jansen viool<br />

Ouverture Manfred, opus 115 1848-1849<br />

Eerste viool<strong>concert</strong> in g, opus 26 1868<br />

Vorspiel. Adagio<br />

Adagio<br />

Finale. Allegro energico<br />

Der Bürger als Edelmann, opus 60 1912/1920<br />

Orchestersuite<br />

Ouvertüre zum 1. Aufzug (jourdain - der bürger)<br />

Menuett<br />

Der Fechtmeister<br />

Auftritt und Tanz der Schneider<br />

Das Menuett des Lully<br />

Courante<br />

Auftritt des Cleonte (nach lully)<br />

Vorspiel zum 2. Aufzug (intermezzo; dorantes und<br />

dorimene - graf und marquise)<br />

Das Diner (tafelmusik und tanz des küchenjungen)


Afscheid van een springlevend orkest<br />

Tijdens de eerste repetitie van de <strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong><br />

<strong>Filharmonie</strong>, in augustus 2005, sprak dirigent Frans<br />

Brüggen de memorabele woorden: “dit is een nieuw<br />

orkest, maar het heeft een oude ziel.”<br />

Geen orkest was zo welwillend en oprecht muzikaal<br />

nieuwsgierig en bereid te werken volgens het motto<br />

’nog mooier proberen te spelen dan de dirigent het<br />

bedoelt’. Programmeurs, dirigenten en solisten voelden<br />

zich bij de RKF als in een warm bad. De enorme<br />

gedrevenheid kwam over bij publiek en pers: zalen<br />

reageerden enthousiast en recensies waren lovend.<br />

Weinig orkesten zijn in staat zo’n breed repertoire te<br />

bestrijken als de RKF – helemaal zoals je van een<br />

omroeporkest verwacht.. Het is dan ook nauwelijks<br />

te bevatten dat juist dit orkest is opgeheven en dat<br />

de unieke kwaliteiten op geen enkel moment deel<br />

van de discussies hebben uitgemaakt.<br />

Het is niet onze stijl om in bitterheid te eindigen.<br />

Op zondag 14 augustus, bij het allerlaatste <strong>concert</strong><br />

dat de RKF zal spelen, wordt een boek (met 3 cd’s)<br />

gepresenteerd, dat daarvoor een tastbaar en hoorbaar<br />

bewijs zal zijn. We hopen dat daarmee iets van de essentie<br />

van de kwaliteit van de RKF bewaard zal blijven.<br />

namens musici en staf van de<br />

<strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong> <strong>Filharmonie</strong>,<br />

Sebastiaan van Eck voorzitter orkestcommissie<br />

Kees Dijk manager<br />

Deze tekst is gebaseerd op het voorwoord van het te verschijnen<br />

boek: De <strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong><br />

<strong>Filharmonie</strong> 2005-2013, Afscheid<br />

van een springlevend orkest<br />

zie ook blz 13!<br />

Video-webcast<br />

& uitzending radio 4<br />

Dit <strong>concert</strong> wordt uitgezonden<br />

via <strong>Radio</strong> 4.<br />

Een live webcast is te<br />

zien op de website van<br />

<strong>Radio</strong> 4. NTR Podium<br />

zendt het <strong>concert</strong> op<br />

later datum uit op<br />

Nederland 2.<br />

zaterdagmatinee.nl<br />

radio4.nl<br />

NTR Podium<br />

op nederland 2<br />

zo 16 juni 13.00 uur<br />

ma 17 juni 0.15 uur<br />

Documentaire over de<br />

tot standkoming en<br />

uitvoering van Volksopera<br />

Floradorp, een<br />

opera die in samenwerking<br />

met de bewoners<br />

van Floradorp in<br />

Amsterdam-Noord in<br />

2012 is gemaakt.<br />

ntrpodium.ntr.nl<br />

Kaarten 2013-14<br />

Bestel nu uw kaarten<br />

voor volgend seizoen!<br />

<strong>concert</strong>gebouw.nl<br />

(zoek ‘zaterdagmatinee’)<br />

zevende <strong>concert</strong> B-serie<br />

52e seizoen • 15 juni 2013<br />

Componisten en hun bondgenoten<br />

Een componist heeft bondgenoten<br />

nodig: geestverwanten uit heden of<br />

verleden die hem van de nodige inspiratie<br />

voorzien en geestelijke steun verlenen<br />

bij het veeleisende, energieverslindende<br />

en vanaf de romantiek hoogst<br />

individuële scheppingsproces. Robert<br />

Schumann, boegbeeld van de romantische<br />

geest in muziek, was de eerste<br />

componist die deze behoefte op een<br />

concrete manier vormgaf. Hij stichtte<br />

de Davidsbund, een denkbeeldige groep<br />

bondgenoten met daarin levende<br />

musici als Mendelssohn en Chopin,<br />

dode collega’s als Mozart en fictieve<br />

karakters zoals zijn eigen alter ego’s<br />

Florestan en Eusebius. Zelf identificeerde<br />

Schumann zich met de bijbelse<br />

figuur van koning David, die volgens de<br />

overlevering de psalmen dichtte en op<br />

muziek zette. Ook al kwamen de<br />

Davidsbündler nooit bijeen, ze spoorden<br />

Schumann wel aan tot zijn mooiste<br />

creaties. In de Davidsbündlertänze voor<br />

piano bracht hij hen zelfs een direct<br />

eerbetoon.<br />

Deze aflevering van de ZaterdagMatinee<br />

gaat over bondgenoten in de breedste<br />

zin van het woord. Alle drie de werken<br />

op het programma danken hun bestaan<br />

aan een bijzondere ontmoeting tussen<br />

de componist en één of meerdere<br />

kunstenaars die hem een eind op weg<br />

hielpen. Schumann voelde zich vanaf<br />

zijn jeugd sterk aangetrokken door<br />

Byrons literaire verlengstuk Manfred en<br />

wist in de Manfred-Ouverture diens<br />

gekwelde persoonlijkheid op aangrijpende<br />

wijze uit te beelden. Max Bruch,<br />

in de geschiedenis van het viool<strong>concert</strong><br />

de schakel tussen Mendelssohn en<br />

Brahms, deed een beroep op de vooraanstaande<br />

violisten Joseph Joachim en<br />

Ferdinand David om zijn Eerste viool<strong>concert</strong><br />

nog geschikter voor het instrument<br />

te maken. Richard Strauss tenslotte had<br />

dankzij zijn vaste librettist Hugo von<br />

Hofmannsthal enkele vruchbare ontmoetingen<br />

met de toneelwerken van<br />

Molière, onder meer in de neobarokke<br />

orkestsuite De burger als edelman.<br />

Schumanns geplaagde held<br />

De liefde voor de literatuur werd<br />

Schumann met de paplepel ingegoten.<br />

Zijn vader was een uitgever en boekhandelaar<br />

die werken van Sir Walter Scott<br />

en Lord Byron uit het Engels vertaalde<br />

en zelf romans schreef. Vanaf zijn<br />

twaalfde volgde de jonge Robert het<br />

voorbeeld van zijn vader. Gedichten,<br />

korte verhalen en een komische auto­<br />

2 3<br />

B


John Martin: Manfred and the Witch of the Alps (1837)<br />

biografie vloeiden uit zijn pen toen hij<br />

nog op school zat. Lange tijd aarzelde<br />

hij tussen een carrière in de muziek en<br />

een toekomst in de letteren. Op zijn<br />

achttiende schetste hij zijn leven als<br />

volgt: “Vrije improvisatie [op de piano]<br />

meerdere uren per dag. Gelukkige<br />

omstandigheden voor mijn buitenmuzikale<br />

opleiding. Liefde voor de vrijheid,<br />

de natuur. Plezier om te reizen. Vaag<br />

verlangen op de achtergrond. Kans om<br />

verzen te schrijven. Lectuur. De Duitse<br />

klassieken (…) Enthousiasme voor Jean<br />

Paul.”<br />

Naast Goethe en Jean Paul (de Duitse<br />

schrijver Johann Paul Friedrich Richter)<br />

verslond de jonge Schumann ook<br />

Byron. Een citaat uit zijn dagboek op 26<br />

maart 1829 getuigt van zijn heftige<br />

emotionele reactie: “Opgewonden<br />

gemoedstoestand – Bedlectuur: Manfred<br />

van Byron – vreselijke nacht.” Enkele<br />

dagen later was het een ander werk van<br />

de Engelse dichter, Childe Harold’s<br />

Pilgrimage, dat hem een nachtmerrie<br />

bezorgde.<br />

Byrons Manfred ademt de onheilspellende<br />

sfeer van de ‘gothic novels’. De<br />

titelfiguur is een getormenteerde<br />

edelman die alleen woont in de Zwitserse<br />

Alpen. Net als Faust heeft hij grote<br />

belangstelling voor het occulte, met als<br />

verschil dat hij zich weliswaar met<br />

geesten en heksen inlaat, maar niet<br />

met de duivel. Manfred trekt verder de<br />

bergen in om een traumatische liefdeservaring<br />

van zich af te zetten, probeert<br />

tevergeefs zelfmoord te plegen (een<br />

vergelijking met Schumanns eigen<br />

noodlot dringt zich op) en krijgt een<br />

ultieme visioen waarin Astarte, de<br />

vrouw die hij met zijn verstikkende<br />

liefde had vernietigd, hem zijn naderende<br />

dood verkondigt.<br />

Het duurde bijna twintig jaar voordat<br />

Schumann zich als componist op grote<br />

schaal door Byron liet inspireren. Op 4<br />

augustus 1848, de avond nadat hij zijn<br />

opera Genoveva had voltooid, las hij<br />

Manfred in een recente vertaling voor<br />

aan zijn vrouw Clara. De volgende dag<br />

al ging hij aan de slag: hij bracht Byrons<br />

dramatische gedicht terug van 1.336<br />

naar 975 verzen en zette binnen twee<br />

maanden dit libretto op muziek. Naar<br />

eigen zeggen werkte hij aan dit project<br />

met ongekende kracht en toewijding.<br />

Het resultaat is een zestiendelig werk<br />

voor spreekstemmen, zangstemmen,<br />

koor en orkest dat het midden houdt<br />

tussen toneelmuziek, melodrama<br />

(gesproken dialogen met orkest) en<br />

oratorium.<br />

Mede vanwege de grote cast van acteurs<br />

en zangers wordt Schumanns Manfred<br />

in zijn geheel haast nooit uitgevoerd.<br />

De Manfred-ouverture heeft wel een vaste<br />

plek op het <strong>concert</strong>repertoire gekregen.<br />

“Een van mijn meest robuuste kinderen,”<br />

zo noemde Schumann met trots<br />

dit compacte orkestwerk dat de luisteraar<br />

in een achtbaan van emoties doet<br />

belanden. Na drie luide openingsakkoorden<br />

ontvouwt zich een fluisterzachte<br />

polyfonie van aarzelende stemmen.<br />

Een geleidelijke versnelling leidt<br />

tot het hoofdgedeelte ‘in een hartstochtelijk<br />

tempo’, waarin de onstuimige<br />

motieven van Manfreds geestelijke<br />

zoektocht tegenwicht krijgen van een<br />

zachtmoedig thema dat een associatie<br />

met Astarte suggereert. De langzame<br />

afsluiting versterkt de sombere uitstraling<br />

van het geheel.<br />

Viool<strong>concert</strong> zonder royalties<br />

Over componist Max Bruch bestaan<br />

tenminste drie misvattingen: dat hij<br />

joods zou zijn geweest, dat hij viool zou<br />

hebben gespeeld en dat hij het sprankelende<br />

slotdeel van zijn Eerste viool<strong>concert</strong><br />

naar dat van Brahms zou hebben<br />

gemodelleerd. In werkelijkheid was<br />

Bruch protestants, speelde hij uitsluitend<br />

piano, en schreef hij zijn beroemde<br />

viool<strong>concert</strong> twaalf jaar vóórdat<br />

Brahms zich aan dit genre wijdde.<br />

De verwarring rondom Bruch is enigszins<br />

begrijpelijk. Hij componeerde een<br />

prachtig werk voor cello en orkest op de<br />

melodie van het joodse gebed Kol Nidrei,<br />

gaf de viool een glansrol in verschillende<br />

composities en wist net als<br />

Brahms de spontaniteit van de volksmuziek<br />

te suggereren in het slotdeel<br />

van een solo<strong>concert</strong>. (Bruch had hoe<br />

dan ook een grote belangstelling voor<br />

de volksmuziek. In een ander werk voor<br />

viool en orkest, de Schotse Fantasie,<br />

citeerde hij melodieën uit Schotse<br />

volksliederen.)<br />

Toen een vriend hem vroeg waarom hij<br />

de viool vaker liet schitteren dan zijn<br />

eigen instrument, antwoordde Bruch:<br />

“Omdat de viool een melodie beter kan<br />

zingen dan de piano, en melodie is de<br />

ziel van muziek.” Ook stelde hij voor,<br />

hopelijk voor de grap, tien­ tot twintigduizend<br />

piano’s in het openbaar te<br />

laten verbranden “om deze negentiende­eeuwse<br />

epidemie, zo niet uit te<br />

roeien, dan toch tenminste tot beheersbare<br />

proporties terug te brengen”.<br />

Niet dat Bruch stond te popelen om een<br />

viool<strong>concert</strong> te schrijven. Hij voelde<br />

zich als jongeman helemaal thuis in de<br />

vocale muziek en oogstte veel succes<br />

met wereldlijke oratoria gebaseerd op<br />

mythen en legenden. Maar op aanraden<br />

van dirigent Hermann Levi besloot hij<br />

Robert Schumann<br />

4 5


meer aandacht te besteden aan instrumentale<br />

genres zoals de symfonie en<br />

het solo<strong>concert</strong>. In Koblenz, waar hij<br />

van 1865 tot 1867 hofkapelmeester was,<br />

voltooide hij de oerversie van zijn Eerste<br />

viool<strong>concert</strong> opus 26.<br />

Met het bereiken van de eindstreep was<br />

het verhaal nog niet afgelopen. Om de<br />

solopartij speeltechnisch te verbeteren<br />

ging Bruch te rade bij verschillende<br />

vioolvirtuozen, onder wie de grote<br />

Joseph Joachim (aan wie hij de eindversie<br />

opdroeg, zoals Brahms dat ook zou<br />

doen), en Ferdinand David, die al dertig<br />

jaar <strong>concert</strong>meester van het Gewandhausorchester<br />

in Leipzig was. Het<br />

herzieningsproces duurde liefst twee<br />

jaar. Joachim nam alle tijd om het<br />

manuscript te bestuderen en diende<br />

vervolgens talrijke verbeteringsvoorstellen<br />

in. Vanwege de vrije structuur van<br />

het eerste deel had Bruch ‘Fantasie’ als<br />

overkoepelende titel geopperd, maar<br />

Joachim wist hem ervan te overtuigen<br />

dat het driedelige werk met recht<br />

‘<strong>concert</strong>’ genoemd mocht worden. Zo<br />

geschiedde. In 1868 hield Joachim de<br />

definitieve versie ten doop, waarna het<br />

Eerste viool<strong>concert</strong> aan een internationale<br />

triomftocht begon.<br />

Zangerigheid voert in dit werk inderdaad<br />

de boventoon. Dit is al te horen in<br />

het onbegeleide, recitatief­achtige<br />

betoog dat de solist al na enkele maten<br />

afsteekt. Pas tegen het eind van het<br />

eerste deel laat het orkest een stevig<br />

tegengeluid horen. Dan klinkt herhaaldelijk<br />

in de blazers een ritmisch motief<br />

van drie noten (lang – heel kort – lang)<br />

dat aan de opening van Mendelssohns<br />

Viool<strong>concert</strong> herinnert: een wellicht<br />

onbedoelde maar logische associatie,<br />

aangezien Bruch bij Mendelssohns<br />

boezemvriend Ferdinand Hiller had<br />

gestudeerd en daarna ruim een jaar in<br />

Leipzig had doorgebracht. Ook de<br />

warmte van het langzame middendeel<br />

doet soms aan Mendelssohn denken, al<br />

behoudt Bruch altijd zijn eigen stem.<br />

Het vurige slotdeel maakt het feest<br />

compleet.<br />

Achteraf bezien is Richard Strauss onopzettelijk een<br />

voorloper van de neoclassistische esthetiek geweest. Wie<br />

Der Rosenkavalier of Der Bürger als Edelmann beluistert, waant<br />

zich terug in de tijd: Mozart respectievelijk Lully met andere<br />

noten, zo kan de globale indruk worden samengevat.<br />

Max Bruch Richard Strauss<br />

Bruch kreeg er snel spijt van dat hij de<br />

rechten aan een uitgever had verkocht<br />

zonder een royalty­clausule te bedingen.<br />

Aan het eind van zijn leven probeerde<br />

hij alsnog munt te slaan uit de<br />

populariteit van het werk. Zijn plan om<br />

het manuscript in Amerika te laten<br />

verkopen liep op niets uit, omdat zijn<br />

contactpersonen overzee het kostbare<br />

handschrift bijna dertig jaar lang voor<br />

zich hielden.<br />

Strauss ontmoet Molière<br />

Direct na de Eerste Wereldoorlog deed<br />

het neoclassicisme zijn intrede in de<br />

muziek. Componisten als Stravinsky en<br />

Hindemith schrapten elke verwijzing<br />

naar de gezwollen klankwereld van de<br />

laat­romantiek en oriënteerden zich op<br />

het slankere en ‘objectievere’ idioom<br />

van de achttiende eeuw. Bij deze terugkeer<br />

naar de klassieke stijl van Mozart<br />

en Haydn, een enkele keer zelfs naar de<br />

laatbarok van Bach, hoorden kleinere<br />

instrumentale bezettingen dan vóór de<br />

oorlog. Dat was niet alleen een artistieke<br />

keuze, maar ook en vooral een<br />

bittere economische noodzaak in het<br />

ontwrichte Europa.<br />

Achteraf bezien is Richard Strauss onopzettelijk<br />

een voorloper van de neoclassistische<br />

esthetiek geweest. Na zijn<br />

moderne en hoogst emotionele opera’s<br />

Salome en Elektra richtte hij zich onverwacht<br />

op de kunstmatige, gestileerde<br />

wereld van de zeventiende en achttiende<br />

eeuw. Wie de opera Der Rosenkavalier<br />

uit 1910­1911 of de verschillende versies<br />

van Der Bürger als Edelmann vanaf 1912<br />

beluistert, waant zich inderdaad terug<br />

in de tijd: Mozart respectievelijk Lully<br />

met andere noten, zo kan de globale<br />

indruk worden samengevat.<br />

Strauss stak zijn bewondering voor<br />

Mozart niet onder stoelen of banken.<br />

Maar zijn uitgebreide flirt met Mozart<br />

en Lully werd mede ingegeven door de<br />

Weense schrijver Hugo von Hofmannsthal,<br />

die zich al snel tot zijn vaste librettist<br />

ontpopte. Hun eerste grootschalige<br />

samenwerking, Der Rosenkavalier, was<br />

een eclatant succes, mede dankzij een<br />

derde bondgenoot, regisseur Max<br />

Reinhardt (de drie artistieke bondgenoten<br />

hadden in 1920 een voortrekkersrol<br />

bij de oprichting van de Salzburger<br />

Festspiele).<br />

Om Reinhardt te bedanken bedacht<br />

Hofmannsthal Der Bürger als Edelmann,<br />

een theatervoorstelling met toneelmuziek<br />

van Strauss gebaseerd op Molière’s<br />

toneelstuk Le bourgeois gentilhomme. De<br />

toevoeging van muzikale tussenspelen<br />

op zich was historisch verantwoord,<br />

aangezien Molière voor deze comédie­<br />

6 7


allet de handen ineengeslagen had<br />

met hofcomponist Lully. Ingrijpender<br />

was Hofmannsthals besluit om de<br />

afsluitende ‘Cérémonie des Turcs’ door<br />

een ironisch­komische opera te vervangen,<br />

Ariadne auf Naxos. Deze combinatie<br />

bracht het publiek in verwarring.<br />

Uiteindelijk ging Ariadne als zelfstandige<br />

opera verder, terwijl Hofmannsthals<br />

Bürger in 1917 een tweede kans op de<br />

bühne kreeg met aanvullende muziek<br />

van Strauss. Nog twee jaar later stelde<br />

Strauss een negendelige orkestsuite<br />

samen op basis van zijn eerdere bijdragen<br />

aan Der Bürger als Edelmann. Deze<br />

suite staat vanmiddag op de lessenaars.<br />

De partituur van Strauss klinkt als een<br />

muzikale knipoog naar de barok. In<br />

plaats van het voor de hand liggende<br />

klavecimbel zet Strauss een piano in,<br />

die in het eerste deel met dezelfde<br />

puntige articulatie als zijn voorganger<br />

moet spelen. Markante instrumenten<br />

krijgen af en toe de taak om een bepaalde<br />

situatie te illustreren. In het derde<br />

deel bijvoorbeeld kondigen trombone<br />

en trompet met een krachtig gebaar de<br />

komst van de schermmeester aan.<br />

In de delen vijf, zes en zeven grijpt<br />

Strauss terug op melodieën van Lully<br />

zelf. In de overige delen gaat hij zelf<br />

aan de slag met de erfenis van de barok.<br />

Dit levert sierlijke episoden op, zoals<br />

het tweede deel waarin de twee fluiten<br />

de Bourgeois geduldig bijstaan in zijn<br />

onhandige pogingen om het edele<br />

menuet onder de knie te krijgen. Zelfs<br />

het onbetrouwbare stel Dorante en<br />

Dorimène krijgt heerlijk galante muziek<br />

toebedeeld in het achtste deel.<br />

Titelpagina van Le bourgeois gentilhomme (1682)<br />

Pas in het lange slotdeel gaat het<br />

keurslijf uit. Net als in de ‘entrée’ van<br />

een zeventiende­eeuwse ballet maken<br />

verschillende dansers beurtelings hun<br />

opwachting. Het door de Bourgeois<br />

aangeboden diner geeft aanleiding tot<br />

even vermakelijke als anachronistische<br />

verwijzingen: de openingsmars herinnert<br />

aan de negentiende­eeuwse operacomponist<br />

Meyerbeer; de zalm uit de<br />

Rijn wordt opgediend onder begeleiding<br />

van Wagner­achtige klanken; en<br />

als het schapenvlees op tafel komt,<br />

citeert Strauss zijn eigen symfonisch<br />

gedicht Don Quixote met tremolo’s in de<br />

blazers (het gemekker van de dieren) en<br />

een zangerige cellosolo.<br />

Michel Khalifa<br />

Uitvoerenden<br />

Michael Schønwandt<br />

Michael Schønwandt is in september<br />

2010 aangetreden als chef­dirigent van<br />

de <strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong> <strong>Filharmonie</strong>. Hij volgde<br />

in die functie Jaap van Zweden op.<br />

Voordien was hij artistiek leider van het<br />

Koninklijk Orkest en de Koninklijke<br />

Opera in zijn geboortestad Kopenhagen<br />

(2000­2011), chef­dirigent van het<br />

Berliner Sinfonieorchester (1992­1998),<br />

en eerste gastdirigent van de Koninklijke<br />

Muntschouwburg in Brussel<br />

(1984­87), het Deens Nationaal <strong>Radio</strong><br />

Symfonie orkest (1987­2000) en de<strong>Filharmonie</strong>.<br />

Momenteel is hij eerste gastdirigent<br />

bij het Staatstheater Stuttgart. Met<br />

de Koninklijke Opera van Kopenhagen<br />

voerde Michael Schønwandt een breed<br />

repertoire uit, uiteenlopend van Mozart<br />

tot Ligeti. In 2006 dirigeerde hij er<br />

Wagners Ring in het nieuwe operagebouw.<br />

Daarnaast maakte hij zijn opwachting<br />

in diverse grote operahuizen,<br />

waaronder het Royal Opera House<br />

Covent Garden, de Koninklijke Munt in<br />

Brussel, de Wiener Staatsoper en de<br />

8 9<br />

B<br />

zevende <strong>concert</strong> B-serie<br />

52e seizoen • 15 juni 2013<br />

Michael Schønwandt<br />

HANS VAN DER WoERD


operahuizen van Parijs, Nice, Stuttgart,<br />

Berlijn (Deutsche Oper), Keulen en<br />

Bayreuth (Die Meistersinger). Recent<br />

stonden Lulu (Opéra National de Paris),<br />

Die Frau ohne Schatten (Kopenhagen) en<br />

Wozzeck (Stuttgart) op het programma.<br />

Schønwandt dirigeerde onder andere de<br />

Berliner en Wiener Philharmoniker, het<br />

Koninklijk Concertgebouworkest, de<br />

Wiener Symphoniker, het Philharmonia<br />

Orchestra, het London Philharmonic en<br />

London Symphony Orchestra (Beethovens<br />

piano<strong>concert</strong>en met Alfred Brendel),<br />

het Orchestra of the Age of Enlightenment,<br />

het Hallé Orchestra, het<br />

Budapest Festival Orchestra, het Rotterdams<br />

Philharmonisch Orkest, de<strong>Filharmonie</strong>,<br />

en de radio­orkesten van Wenen,<br />

de BBC en de Bayerische Rundfunk.<br />

De muziek van Denemarken geniet<br />

Schønwandts bijzondere interesse. Hij<br />

wordt algemeen beschouwd als grote<br />

kenner van de muziek van Carl Nielsen,<br />

van wie hij alle symfonieën en <strong>concert</strong>en<br />

opnam. Tevens legde hij alle symfonieën<br />

van Niels Gade en Christoph<br />

Weyse op cd vast. Zijn belangstelling<br />

voor hedendaagse muziek resulteerde<br />

in talrijke eerste uitvoeringen van<br />

werken van Deense componisten als<br />

Poul Ruders, alsook composities van<br />

onder anderen Henze en Kurtág. Voor<br />

het label Chandos maakte Schønwandt<br />

opnamen met het Deens Nationaal<br />

<strong>Radio</strong> Symfonieorkest; de registratie<br />

van Strauss’ Salome werd door het<br />

tijdschrift Gramophone geprezen als de<br />

beste opname van dit werk ooit. Ook de<br />

recente dvd van de Ring uit Kopenhagen<br />

heeft veel prijzen gekregen.<br />

Janine Jansen<br />

Janine Jansen speelde in 2012­2013 het<br />

Viool<strong>concert</strong> van Szymanowski met het<br />

London Symphony Orchestra onder<br />

Valery Gergiev en werkte samen met de<br />

Münchner Philharmoniker en Lorin<br />

Maazel en het Budapest Festival Orchestra<br />

onder Iván Fischer. Met het Koninklijk<br />

Concertgebouw orkest en Charles<br />

Dutoit ging zij, ter gelegenheid van het<br />

125­jarig bestaan van het orkest, op<br />

tournee naar Zuid­Afrika. Bij het Symphonieorchester<br />

des Bayerischen Rundfunks<br />

speelde zij de wereldpremière van<br />

Penderecki’s Dubbel<strong>concert</strong> (met Julian<br />

Rachlin).<br />

De Nederlandse violiste is een toegewijd<br />

kamermuziekspeelster. Met pianist<br />

Itamar Golan maakte zij een tournee<br />

door Japan, in Utrecht speelde zij op<br />

haar eigen Internationaal <strong>Kamer</strong>muziekfestival.<br />

Janine Jansen werd<br />

onderscheiden met de Nederlandse<br />

Muziekprijs, vier Edisons Klassiek,<br />

driemaal een Echo Klassik, de Preis der<br />

Deutschen Schallplattenkritik en de<br />

VSCD Klassieke Muziekprijs. Onder haar<br />

docenten waren Coosje Wijzenbeek,<br />

Philipp Hirschhorn en Boris Belkin.<br />

Het instrument dat Janine Jansen<br />

bespeelt is de ‘Barrere’, die Antonio<br />

Stradivarius in 1727 bouwde en die haar<br />

langdurig ter beschikking is gesteld door<br />

de Elise Mathilde Foundation.<br />

Eerder in de Matinee o.a.: Beethoven<br />

Viool<strong>concert</strong> (2002), Bach Viool<strong>concert</strong><br />

BWV 1052 (2002), Dutilleux Sur le même<br />

accord (2004), Dvorˇák Viool<strong>concert</strong><br />

(2005), Prokofjev Tweede viool<strong>concert</strong><br />

(2008)<br />

JANiNE JANSEN; HARALD HoFFMANN<br />

10 11


<strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong> <strong>Filharmonie</strong><br />

De <strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong> <strong>Filharmonie</strong> (RKF) is<br />

een veelzijdig orkest met een breed en<br />

gevarieerd repertoire. Het orkest treedt<br />

in verschillende bezettingen op, van<br />

barokformatie tot ensemble voor<br />

hedendaagse muziek. Michael Schønwandt<br />

is chef­dirigent en artistiek<br />

leider. Vaste gastdirigenten zijn Philippe<br />

Herreweghe en James MacMillan;<br />

eredirigenten zijn Frans Brüggen en<br />

voormalig chef­dirigent Jaap van<br />

Zweden. Als gevolg van de drastische<br />

bezuinigingen die het kabinet­Rutte I<br />

het Muziekcentrum van de Omroep<br />

heeft opgelegd wordt de <strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong><br />

<strong>Filharmonie</strong> per augustus 2013 opgeheven.<br />

De RKF levert een belangrijk aandeel<br />

aan de series NTR ZaterdagMatinee, het<br />

Zondagochtend Concert en de Robeco<br />

Zomer<strong>concert</strong>en in het Amsterdamse<br />

Concertgebouw, De Vrijdag van Vredenburg<br />

in Utrecht en de serie NTR maakt<br />

hoorbaar in het Muziekgebouw aan ’t<br />

IJ. Al deze <strong>concert</strong>en worden uitgezonden<br />

via <strong>Radio</strong> 4. Veel van deze <strong>concert</strong>en<br />

worden ook geregistreerd voor live<br />

internet­streams en tv­uitzendingen. De<br />

RKF is verder regelmatig te beluisteren<br />

in de educatieve serie De Magische<br />

Muziekfabriek, de Internationale<br />

Gaudeamus Muziekweek en het Holland<br />

Festival.<br />

De RKF is befaamd vanwege gedreven<br />

uitvoeringen van hedendaags repertoire.<br />

Op het festival voor nieuwe<br />

muziek in Donaueschingen verzorgde<br />

de RKF onder leiding van Peter Eötvös<br />

in oktober 2010 vier wereldpremières.<br />

De eerste <strong>concert</strong>ante Nederlandse<br />

uitvoering van Dusapins Faustus, the last<br />

night door de RKF in de NTR Zaterdag­<br />

Matinee leverde in datzelfde jaar<br />

jubelende recensies op.<br />

Anderzijds geniet de RKF een bijzondere<br />

reputatie in de uitvoering van<br />

bekend en onbekend repertoire van<br />

oude meesters onder leiding van<br />

specialisten op het gebied van de<br />

historische uitvoeringspraktijk. De<br />

afgelopen seizoenen werkte de RKF<br />

hierin samen met onder anderen Harry<br />

Christophers, Andrew Manze, Masaaki<br />

Suzuki, Kenneth Montgomery en John<br />

Nelson, en uiteraard met de vaste<br />

gastdirigenten Frans Brüggen en Philippe<br />

Herreweghe.<br />

De veelzijdigheid van de <strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong><br />

<strong>Filharmonie</strong> wordt weerspiegeld in de<br />

cd­catalogus van het orkest. Deze bevat<br />

opnamen uiteenlopend van Beethoven,<br />

Haydn en Stravinsky tot Tristan Keuris,<br />

Henk Badings, Otto Ketting, Richard<br />

Rijnvos en James MacMillan.<br />

www.radiokamerfilharmonie.nl<br />

volg de radio kamer filharmonie<br />

op twitter (@radiokamerfilh) en<br />

facebook<br />

De <strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong> <strong>Filharmonie</strong> was bezig Schumanns symfonieën<br />

voor cd op te nemen, toen bekend werd dat het orkest door de<br />

bezuinigingsmaatregelen van het kabinet-Rutte I moest worden<br />

‘afgebouwd’. Uit volle overtuiging hebben het orkest en zijn<br />

chef-dirigent Michael Schønwandt ervoor gekozen, het project<br />

te voltooien. Het resultaat is er nu.<br />

Dat de essentie van muziek zich ‘tussen de noten’ bevindt,<br />

maakt juist het werk van Schumann zonneklaar. Schumanns<br />

vier symfonieën behoren dan ook tot de hoogtepunten van het<br />

symfonische repertoire. Voor ieder orkest en iedere dirigent<br />

vormen zij een uitdaging. De <strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong> <strong>Filharmonie</strong> is het<br />

orkest bij uitstek om muziek als deze te interpreteren en wil<br />

met deze opname vastleggen hoe zonde het is dat dit<br />

prachtige gezelschap gaat verdwijnen.<br />

Behalve de vier symfonieën zijn twee kleinere werken in de<br />

nieuwe cd-set opgenomen. Het eerste is Schumanns<br />

onvoltooide Symfonie in g, die als ‘Zwickauer’ symfonie bekend<br />

is geworden. In het zelden opgenomen jeugdwerk (versie Marc<br />

Andreae) is het talent van de volwassen componist al<br />

onmiskenbaar aanwezig. Bovendien spelen de <strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong><br />

<strong>Filharmonie</strong> en Michael Schønwandt de orkestratie die Henk de<br />

Vlieger in opdracht van de NTR ZaterdagMatinee maakte van de<br />

laatste van de Sechs Fugen über den Namen BACH. Schumann,<br />

een groot Bach-bewonderaar, schreef dit opus 60 in 1845. Een<br />

uniek document met de RKF in de hoofdrol.<br />

De twee cd’s kunnen de uwe worden. Tegenover<br />

de garderobe vindt u een verkoopstand. Na<br />

afloop van het <strong>concert</strong> is er bovendien<br />

gelegenheid uw exemplaar te laten signeren<br />

door dirigent Michael Schønwandt zelf.<br />

robert schumann: symphonic works (cc72553)<br />

radio kamer filharmonie o.l.v. michael<br />

schønwandt<br />

12 13


<strong>Radio</strong> <strong>Kamer</strong> <strong>Filharmonie</strong><br />

CHEF-DiRiGENT<br />

Michael Schønwandt<br />

ERE-DiRiGENTEN<br />

Frans Brüggen<br />

Jaap van Zweden<br />

VASTE GASTDiRiGENTEN<br />

Philippe Herreweghe<br />

James MacMillan<br />

ASSiSTENTDiRiGENT<br />

Wouter Padberg<br />

EERSTE ViOOL<br />

Nadia Wijzenbeek<br />

Dimiter Tchernookov<br />

Josje ter Haar<br />

Julija Hartig<br />

Karina Korevaar<br />

Heather Kurzbauer<br />

Pedja Milosavljevic<br />

Joan Mooney<br />

Gerrie Rodenhuis<br />

Sergiy Starzhynskiy<br />

Helena Druwé<br />

Anne­Marie Volten<br />

Miyuki Konoe<br />

TWEEDE ViOOL<br />

Arnieke Ehrlich<br />

Ian van den Berk<br />

Wouter Groesz<br />

Astrid Abas<br />

Zofia Balcar<br />

Renate van Riel<br />

Frits Wagenvoorde<br />

Myrthe Helder<br />

Sjaan Oomen<br />

ALTViOOL<br />

Maurits Wijzenbeek<br />

Vilem Kijonka<br />

Sabine Duch<br />

Marjolijn van der Grintenda<br />

Silva Rosa<br />

Marije Helder<br />

Ben Joles<br />

Lotte de Vries<br />

Hannah Shaw<br />

CELLO<br />

Michael Stirling<br />

Naftali Gurevich<br />

Winnyfred Beldman<br />

Gé Bartman<br />

Sebastiaan van Eck<br />

Rares Mihailescu<br />

CONTRABAS<br />

Boris Kozlov<br />

Norma Brooks<br />

Jim Schultz<br />

Pia Pirtinaho<br />

FLuiT<br />

Ingrid Geerlings<br />

Ellen Alberts<br />

HOBO<br />

Marjolein Koning<br />

Arco van Zon<br />

KLARiNET<br />

Harmen de Boer<br />

Esther Misbeek<br />

FAGOT<br />

Hajime Konoe<br />

Annet Karsten<br />

HOORN<br />

Elisabeth Chell<br />

Rebecca Grannetia<br />

Kirsten Jeurissen<br />

Sander van Dijk<br />

TROMPET<br />

Erwin ter Bogt<br />

Jacco Groenendijk<br />

Raymond Rook<br />

TROMBONE<br />

Victor Belmonte Albert<br />

Cassiel Anton Domènech<br />

Martin Schippers<br />

PAuKEN<br />

Maarten Smit<br />

SLAGWERK<br />

Mark Haeldermans<br />

Vincent Cox<br />

Wilbert Grootenboer<br />

Sjoerd Nijenhuis<br />

HARP<br />

Saskia Rekké<br />

PiANO<br />

Stephan Kiefer<br />

Symfonisch II<br />

in 2013-2014<br />

Dit is het laatste <strong>concert</strong> in de serie B. Volgend seizoen – met de<br />

nieuwe serietitel Symfonisch II – Jaap van Zweden, Tabea Zimmermann,<br />

Valery Gergiev en Viktoria Mullova, met Dutilleux, een nieuw <strong>concert</strong> voor<br />

gitaar en elektrische gitaar, Barber, Berlioz en meer...<br />

Leven en lot 5 okt<br />

<strong>Radio</strong> Filharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van<br />

Zweden; Barbara Hannigan sopraan<br />

Rimski-Korsakov Ouverture Russisch<br />

14 15<br />

Paasfeest<br />

Dutilleux Correspondances<br />

Sjostakovitsj Vijfde symfonie<br />

De alt van Tabea Zimmermann 23 nov<br />

Ensemble Resonanz; Tabea Zimmermann altviool<br />

Barber Adagio for strings<br />

Hindemith Trauermusik; Sonate voor altviool<br />

solo op.25 nr.1<br />

Bruckner Strijkkwintet (versie voor strijkorkest)<br />

Draaien aan de traditie 18 jan<br />

<strong>Radio</strong> Filharmonisch Orkest o.l.v. Markus Stenz;<br />

Viktoria Mullova viool; Matthew Barley cello<br />

Haydn Symfonie nr.100 ‘Militaire’<br />

Larcher Dubbel<strong>concert</strong> (Nederlandse première)<br />

Dvorˇák Zevende symfonie<br />

bestel<br />

alleen<br />

vandaag met 10%<br />

korting met de<br />

na dit <strong>concert</strong><br />

verspreide<br />

flyer<br />

Variaties in kleur 15 feb<br />

<strong>Radio</strong> Filharmonisch Orkest & Groot<br />

Omroepkoor o.l.v Stéphane Denève<br />

Ravel Ma mère l’oye (suite)<br />

Visman Nieuw koorwerk w p<br />

Dutilleux Métaboles<br />

Ravel Boléro<br />

Romantiek zonder grenzen 22 mrt<br />

Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v.<br />

Valery Gergiev; Benjamin Schmid viool<br />

Weber Ouverture Der Freischütz<br />

Dutilleux Viool<strong>concert</strong> ‘L’arbre des<br />

songes’<br />

Berlioz Symphonie fantastique<br />

(un)plugged de wereld in 26 apr<br />

<strong>Radio</strong> Filharmonisch Orkest o.l.v. Hans<br />

Graf; izhar Elias gitaar; Florian Magnus<br />

Maier elektrische gitaar; Joris van Rijn<br />

viool<br />

Mozart Sechs deutsche Tänze KV 571<br />

Maier Dubbel<strong>concert</strong> w p<br />

Schmidt Intermezzo (uit Notre Dame)<br />

Sibelius Vier humoresken<br />

Borodin Polovetser dansen (uit Vorst Igor)


Het einde van het <strong>concert</strong>seizoen is in<br />

zicht. Het Concerthuis vroeg vijf<br />

‘ikonen’ uit de klassieke muziek naar<br />

hun favoriete <strong>concert</strong> van het<br />

afgelopen seizoen.<br />

Beluister in alle vijf zalen een hoogtepunt<br />

van het afgelopen seizoen. Chazia<br />

Mourali presenteert in de vocale muziek<br />

zaal bijvoorbeeld haar favoriete productie:<br />

Die Walküre van Wagner door De<br />

Nederlandse opera.<br />

ook gitarist izhar Elias, pianist Ralph van<br />

Raat en Kees Vlaardingerbroek, artistiek<br />

leider van de NTR ZaterdagMatinee,<br />

zullen hun keuze presenteren.<br />

16<br />

ConCerthuis<br />

DE TOPPEN VAN HET SEIZOEN<br />

Die Walküre (DNO): de voorkeur van Chazia Mourali<br />

Alle recente <strong>concert</strong>en uit de <strong>concert</strong>series<br />

van <strong>Radio</strong> 4 – De Vrijdag van<br />

Vredenburg en de NTR ZaterdagMatinee<br />

– kunt u terugluisteren in het <strong>Radio</strong> 4<br />

Concerthuis. ook duiken wij historische<br />

opnames voor u op uit het rijke omroeparchief.<br />

Zo kunt u op elk gewenst moment<br />

kiezen uit het wisselende en altijd actuele<br />

aanbod van ruim honderd <strong>concert</strong>en.<br />

in het <strong>Radio</strong> 4 Concerthuis bepaalt u zelf<br />

wat u wilt horen, wanneer u maar wilt.<br />

www.radio4.nl/<strong>concert</strong>huis<br />

MARCo BoRggREVE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!