Eindfase, v2 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ...

Eindfase, v2 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ... Eindfase, v2 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ...

heppiebaiker.nl
from heppiebaiker.nl More from this publisher
23.09.2013 Views

4-26 Eindfase Sloterdijk Het geld van Hendrica Het Amsterdamse weeshuis verzorgt onderdak, voeding en kleding voor haar wezen en het beheert hun bezittingen. De vergadering der regenten van 18 maart 1858 maakt melding van wat de wezen Heijungs is toegewezen als erfenis van hun ouders. 92 Na aftrek van onkosten erven Hendrica en Rudolph ƒ 2.872,03. De helft van het bedrag vindt men keurig verantwoord in ieders persoonlijke dossier: ƒ 1.436,01½. Toen haar broertje overleed, erfde Hendrica van hem nog eens een bedrag van ƒ 310,65½. In haar persoonlijk register is terug te vinden wat er met het geld gebeurt. “1858: aangekocht ƒ 2.200 WS 2½% 64 1 /16”. Uit deze code blijkt dat Hendrica’s geld wordt belegd in een staatsobligatie met een nominale waarde van ƒ 2.200. Deze wordt gekocht tegen een koers van 64 1 /16. Op de Amsterdam beurs van 28 oktober 1858 worden ‘Nederlandsche Certificaten Werkelijke Schuld 2½ pCt’ verhandeld tegen een koers van precies 64. 93 Een inkoopkoers van 64 1 /16 is dus een gangbare voor het moment. “De markt was zoo voor Binnen- als Buitenlandsche fondsen ongunstig gestemd (...)” was het commentaar bij dit beursbericht. Voor de obligatie wordt dus 2.200x0,64 1 /16 = ƒ 1.409,375 betaald. Er wordt 2½% rente uitgekeerd op het nominale bedrag, dus ƒ 55 per jaar. In werkelijkheid trekt haar geld een rente van 3,9% (55/1.409,375). Van de obligatie ter waarde van ƒ 500 staat de inkoopkoers niet in haar persoonlijk register. Dat vindt men terug in de finale afrekening (zie hoofdstuk ‘samen verder’). Die koers was 62 15 /16. In mei 1865, zo rond haar trouwen, staat de koers op 61 5 /8. 94 Als Hendrica de obligatie van ƒ 2.200 dan te gelde maakt, krijgt zij er nog de som van 2.200x0,61 5 /8 = ƒ 1.355,75 voor. De rente op de obligatie boekt het weeshuis voor zichzelf als tegemoetkoming in de kosten van verpleging. De rest van het geld gaat in het spaarfonds samen met de eigen verdiensten. Na het ontslag krijgt de wees de obligatie tot zijn/haar beschikking en kan zelf de rente trekken. In 1864 bedenkt oud-tante Luecke haar achterneven en -nichten elk met ƒ 350. Zij is te identificeren als Magdalena Sophia Dorothea Vassee (Fasse) de vrouw van broodbakker Joost Herman Hendrik Luecke. Zij overlijdt op 88-jarige leeftijd. 95 Dit geld wordt niet omgezet in een obligatie. Hendrica krijgt de erfenis op een moment dat haar ontslag aanstaande is en de regenten oordelen heel wijs dat zij er meer aan heeft in contanten. Wangedrag en straf De regenten van het weeshuis der Herstelden hebben soms heel wat te stellen met de wezen en oude lieden. Het bestuur legt geen aparte dossiers aan van booswichten zoals bij andere weeshuizen gebruikelijk is. In de notulen der regenten kan men van alles terugvinden over wangedrag. De feiten worden zonder details beschreven, de maatregelen zijn glashelder. Een paar voorbeelden. Diefstal (J.C.G. Fepe en K.H. Bekker) Op 20 oktober 1857 vertellen de notulen: “De heer J.G.G. Meijer rapporteert namens ds. Stemler 96 dat zijn eerwaarde bij gelegenheid van een bezoek aan de cellu- laire gevangenis met den heer W.H. Suringar 97 gesproken heeft over de toekomst der beide wezen uit ons gesticht. Fepe en Bekker hebben hun verlangen te kennen gegeven, de eerste als dragonder, de 2 de bij de marine, dienst te willen nemen, dat Suringar heeft gezegd dat er gelegenheid bestaat om wanneer zij hunnen straftijd hebben ondergaan en ontslagen zijn, dat zij alsdan overgeplaatst worden in het militaire huis van arrest te Leiden waaruit zij, na één jaar ten genoegen van de directie doorgebragt te hebben, dienst kunnen nemen bij het corps waarbij zij verlangen, en dat de vermoedelijke kosten ƒ 40,- jaarlijks per persoon is. “De vergadering met genoegen dit rapport vernemende, verzoekt den heer Meijer om aan de heren Stemler en Suringar den dank over te brengen voor hunne bemoeijing in deze, en besluit om van deze gelegenheid gebruik te maken en die conditiën aan te gaan met de betrokkene besturen die blijken zullen nodig te zijn.” 98 De wees Fepe zit tijdens het bezoek van Stemler en Suringar nog in voorarrest. Willem Hendrik Suringar is oprichter van het Nederlands Genootschap tot Zedelijke Verbetering van Gevangenen, de particuliere voorloper van de reclassering, en tracht door gevangenenbezoek hen te bewegen tot een beter leven. In de vergadering van 17 november 1857 komt aan de orde. “Dat de wees J.C.G. Tepe door de regtbank is veroordeeld tot 3 maanden cellulaire gevangenisstraf benevens 4 boete ieder à ƒ 50,- ” 99 “Eene missive van de in arrest zijnde wees K.H. Bekker berigtende dat bij rapport van zijne majesteit den koning d.d. 2 december zijn straf is gewijzigd in zes maanden cellulair, ingaande 18 november en expireerende 17 mei 1858, verzoekende hij tevens om in het bezit te mogen komen van een paar zakdoeken die hem door tusschenkomst van ds. Stemler zullen worden gegeven.” 100 Het is na te lezen dat Tepe een greep in de kas van de binnenvader heeft gedaan. Schade ƒ 100,-. Hoe dat mogelijk is wordt niet toegelicht. Men zou menen dat leidinggevenden zich door dit soort incidenten niet laat verrassen. Die mening hebben de regenten ook. Op speciaal verzoek om zijn schade te vergoeden krijgt de binnenvader slechts 2 /3 van de schade of ƒ 70,- en nog een reprimande omdat hij nauwlettender toezicht had moeten houden. 101 Baldadigheid, klagen (diverse wezen en oude mannen) “Komt in de vergadering de binnenvader die ene plainte inlevert tegen de jongens Karel, Sining, Cornelissen, Verniers, Beckrop en Hebeau die zich zeer baldadig hebben aangesteld en daarin zijn opgeruid door de oude mannen Mangels, Sartor, Sardeman, Heinrich, terwijl de oude lieden Heiser, Diecke, Klinkmeijer en Nooteboom, dikwijls blijken geven van groote ontevredenheid. De voorzitter stelt voor om de weezen die excus hebben gevraagd en volgens rapport van den vader reeds blijken te hebben gegeven van beterschap met eene ernstige vermaning de schuld kwijt te schelden, ten opzigte de 4 eerstgenoemde oude mannen een strenger straf toe te passen door hen de helft van hun verdiend geld gedurende het laatste kwartaal in te houden en 6 weken huisarrest op te leggen.

Eindfase Sloterdijk 4-27 De vergadering verenigt zich hiermede alsmede met het amendement van den heer Diets om het ingehouden geld te storten in de bus.” 102 Wangedrag (Philip Wilhelm Numan) 103 Philip Numan, geboren in 1843, was bijna tien jaar toen zijn vader opnieuw trouwde. Vlak na elkaar overlijden zowel zijn stiefmoeder als zijn vader in 1857. Zo belandt hij in het weeshuis met een halfbroer en -zus. Opmerkelijk overeenkomstig is zijn kindertijd met die van Hendrica Heijungs. Deze minder vlekkeloos verlopende kindertijd trekt nare sporen in het gedrag van Philip Numan. De wees Numan heeft ƒ 2,- gestolen van de huisknecht. Zijn familie vergoedt de schade en betaalt een boete van ƒ 3,-. De notulen van 7 juni 1859: “Dat de wees P.W. Numan zich schuldig heeft gemaakt aan onderscheidene bewijzen van verregaand wangedrag, als diefstal, misbruik van vertrouwen, hetgeen aanleiding heeft gegeven tot het besluit, dat genomen is, in eene bijeenkomst, te besteden te Montfoort 104 waartoe de noodige correspondentie heeft plaats gehad met den heer Frankenhuisen, die bij een schrijven van den 1 ste dezer, de opzending van deze wees wachtende is, hetgeen op gister heeft plaats gehad.“ 105 Numan heeft daarop zijn leven gebeterd. Directeur Frankenhuijsen schrijft 14 maart 1862 daarom aan de weeshuis regenten: “(...) Aangenaam is het mij van Numan de beste rapporten te mogen geven, hij was zeer verheugd nog een jaar te blijven, meenende dan als letterzetter ruim in eigen behoefte te kunnen voorzien”. 106 In mei 1862 mag de wees terugkeren, 107 trouwt, wordt huisvader en oefent in zijn verdere leven het beroep van letterzetter uit. Achtergehouden loon (A.W.W. Muller) “Komt in de vergadering de binnenvader, meedelende dat de wees A.W.W. Muller zich schuldig heeft gemaakt aan het terug houden van zijn verdiend loon, waarover hij in de vergadering komende, door den voorzitter wordt ondervraagt en ernstig onderhouden, zullende na ingewonne rapport deswege van het 1 ste departement een nader besluit ten zijne opzigte worden genomen.” 108 Op 21 juni besluiten de regenten over Muller: “De voorzitter geeft in behandeling de zaak van de wees A.W.W. Muller en stelt voor hem ondermeer huisarrest op te leggen ingaande heden, de heer Diets stelt hierbij nog voor om hem voor de gelden ten bedrage van ƒ 16,- die hij van zijn verdiend loon het gesticht heeft ontvreemd op zijn rekening te debiteren. Conform aan deze voorstellen wordt besloten.” 109 Het verdiend loon heeft Muller meegekregen van zijn baas. Het is geld dat toebehoorde aan het weeshuis en niet aan de wees. De regenten besluiten daarop voortaan met werkbazen af te spreken dat zij werklonen alleen op kwitantie uitbetalen. Dronkenschap en diefstal fruit (Frederik Beckrop en Hendrik Baaij) Notulen van dinsdag 20 september 1859: “Komt in de vergadering de binnenvader, mededelende dat de wees F. Beckrop in de vorige week beschonken te huis is gekomen en dat de wees H. Baaij gister avond onder geleide van de onderwijzer wandelende, zich schuldig heeft gemaakt aan ontvreemding van boomvrucht, welk feit beide jongens in de vergadering ontboden zijnde, worden hierover ernstig onderhouden, en wordt op voorstel van den voorzitter besloten de eerstgenoemde voor deze keer buiten straf te laten wegens verzachtende omstandigheid dat hij door een zijner kameraads bij zekere gelegenheid hiertoe verleid is geworden, ten opzigte de tweede genoemde wordt hem de straf opgelegd van 3 weken huisarrest en gedurende dien tijd om den andere dag op water en brood, het laatste met intrekking door den vader naar gelang van zijn verder gedrag.” 110 De wees Beckrop is niet helemaal eerlijk geweest in zijn voorstelling van zaken. Nader onderzoek leidt tot een nieuwe maatregel. “Naar aanleiding van een nader ingesteld onderzoek ten opzigte het feit waarvoor de wees Beckrop in de vorige vergadering is onderhouden geworden, hetgeen eene ander uitkomst heeft opgeleverd, zoo stelt de voorzitter voor, om hierop terug te komen, en naar aanleiding daarvan hem 6 weken huisarrest op te leggen, waartoe wordt besloten.“ 111 Het huisarrest kan vergezeld gaan van opsluiting in ‘een hok’ wanneer er gevaar bestaat dat de wees zich aan zijn straf zou onttrekken. Zedeloosheid (Willem Coenraad Bergisch en Karel Friedrich Man) De notulen van 19 juli 1859. Het blijft vaag wat deze oudere wees heeft uitgespookt. Door zijn leeftijd had hij allang ontslagen moeten worden. Hij is op eigen verzoek en op kosten van het weeshuis in opleiding als hulponderwijzer, liever dan horlogemaker. Om die reden verblijft hij nog in het huis en kan zo zijn opleiding enigzins nuttig praktiseren. De regenten hebben overigens wel hun twijfel over zijn capaciteiten. Hij stotterde nogal en faalde al op zijn eerste examen. Zijn gedrag wordt reden om hem alsnog te ontslaan en hem te dwingen een andere keuze te maken. “Komt in de vergadering de binnenvader mededeling doende, als dat de wees W.C. Bergisch op onbetamelijke wijze inbreuk heeft gemaakt op de zedelijkheid en wel bepaaldelijk ten opzigte van de kinderen in het gesticht. De voorzitter licht deze zaak aan de vergadering toe en adviseert dat het langer verblijf van Bergisch in het gesticht boven de andere weezen is toe te schrijven omdat men hem hierdoor in de gelegenheid stelde zich voor het onderwijzersvak te bekwamen. Dat hij door dit wangedrag niet alleen zijn carrière voor dat vak heeft verloren, maar zich daardoor een langer verblijf in het gesticht onwaardig heeft gemaakt en stelt alzoo voor hem als wees te ontslaan nadat vooraf pogingen in het werk worden gesteld om hem dienst te doen nemen bij het leger in Oost-Indiën of hem de plaatsen op een zeevaartkundige school te Leiden. In het laatste geval de kosten dier besteding voor rekening van Bergisch. De vergadering zich hiermede vereenigde, verschijnt Bergisch ter vergadering, wordende hem na ernstige toespraak van den voorzitter van dit besluit kennis

4-26 <strong>Eindfase</strong> Sloterdijk<br />

Het geld van <strong>H<strong>en</strong>drica</strong><br />

Het Amsterdamse weeshuis verzorgt onderdak, voeding<br />

<strong>en</strong> kleding voor <strong>haar</strong> wez<strong>en</strong> <strong>en</strong> het beheert hun bezitting<strong>en</strong>.<br />

De vergadering der reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van 18 maart 1858<br />

maakt melding van wat de wez<strong>en</strong> <strong>Heijungs</strong> is toegewez<strong>en</strong><br />

als erf<strong>en</strong>is van hun ouders. 92 Na aftrek van onkost<strong>en</strong><br />

erv<strong>en</strong> <strong>H<strong>en</strong>drica</strong> <strong>en</strong> Rudolph ƒ 2.872,03. De helft van<br />

het bedrag vindt m<strong>en</strong> keurig verantwoord in ieders persoonlijke<br />

dossier: ƒ 1.436,01½. To<strong>en</strong> <strong>haar</strong> broertje overleed,<br />

erfde <strong>H<strong>en</strong>drica</strong> van hem nog e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> bedrag van<br />

ƒ 310,65½.<br />

In <strong>haar</strong> persoonlijk register is terug te vind<strong>en</strong> wat er met<br />

het geld gebeurt. “1858: aangekocht ƒ 2.200 WS 2½%<br />

64 1 /16”. Uit deze code blijkt dat <strong>H<strong>en</strong>drica</strong>’s geld wordt<br />

belegd in e<strong>en</strong> staatsobligatie met e<strong>en</strong> nominale waarde<br />

van ƒ 2.200. Deze wordt gekocht teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> koers van<br />

64 1 /16. Op de Amsterdam beurs van 28 oktober 1858<br />

word<strong>en</strong> ‘Nederlandsche Certificat<strong>en</strong> Werkelijke Schuld<br />

2½ pCt’ verhandeld teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> koers van precies 64. 93<br />

E<strong>en</strong> inkoopkoers van 64 1 /16 is dus e<strong>en</strong> gangbare voor<br />

het mom<strong>en</strong>t. “De markt was zoo voor Binn<strong>en</strong>- als Buit<strong>en</strong>landsche<br />

fonds<strong>en</strong> ongunstig gestemd (...)” was het comm<strong>en</strong>taar<br />

bij dit beursbericht. Voor de obligatie wordt dus<br />

2.200x0,64 1 /16 = ƒ 1.409,375 betaald. Er wordt 2½%<br />

r<strong>en</strong>te uitgekeerd op het nominale bedrag, dus ƒ 55 per<br />

jaar. In werkelijkheid trekt <strong>haar</strong> geld e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te van 3,9%<br />

(55/1.409,375). Van de obligatie ter waarde van ƒ 500<br />

staat de inkoopkoers niet in <strong>haar</strong> persoonlijk register.<br />

Dat vindt m<strong>en</strong> terug in de finale afrek<strong>en</strong>ing (zie hoofdstuk<br />

‘sam<strong>en</strong> verder’). Die koers was 62 15 /16.<br />

In mei 1865, zo rond <strong>haar</strong> trouw<strong>en</strong>, staat de koers op<br />

61 5 /8. 94 Als <strong>H<strong>en</strong>drica</strong> de obligatie van ƒ 2.200 dan te<br />

gelde maakt, krijgt zij er nog de som van 2.200x0,61 5 /8 =<br />

ƒ 1.355,75 voor.<br />

De r<strong>en</strong>te op de obligatie boekt het weeshuis voor zichzelf<br />

als tegemoetkoming in de kost<strong>en</strong> van verpleging. De<br />

rest van het geld gaat in het spaarfonds sam<strong>en</strong> met de<br />

eig<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Na het ontslag krijgt de wees de<br />

obligatie tot zijn/<strong>haar</strong> beschikking <strong>en</strong> kan zelf de r<strong>en</strong>te<br />

trekk<strong>en</strong>.<br />

In 1864 bed<strong>en</strong>kt oud-tante Luecke <strong>haar</strong> achternev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

-nicht<strong>en</strong> elk met ƒ 350. Zij is te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> als Magdal<strong>en</strong>a<br />

Sophia Dorothea Vassee (Fasse) de vrouw van<br />

broodbakker Joost Herman H<strong>en</strong>drik Luecke. Zij overlijdt<br />

op 88-jarige leeftijd. 95 Dit geld wordt niet omgezet in e<strong>en</strong><br />

obligatie. <strong>H<strong>en</strong>drica</strong> krijgt de erf<strong>en</strong>is op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t dat<br />

<strong>haar</strong> ontslag aanstaande is <strong>en</strong> de reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong><br />

heel wijs dat zij er meer aan heeft in contant<strong>en</strong>.<br />

Wangedrag <strong>en</strong> straf<br />

De reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het weeshuis der Hersteld<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

soms heel wat te stell<strong>en</strong> met de wez<strong>en</strong> <strong>en</strong> oude lied<strong>en</strong>.<br />

Het bestuur legt ge<strong>en</strong> aparte dossiers aan van booswicht<strong>en</strong><br />

zoals bij andere weeshuiz<strong>en</strong> gebruikelijk is. In<br />

de notul<strong>en</strong> der reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> van alles terugvind<strong>en</strong><br />

over wangedrag. De feit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zonder details<br />

beschrev<strong>en</strong>, de maatregel<strong>en</strong> zijn glashelder. E<strong>en</strong> paar<br />

voorbeeld<strong>en</strong>.<br />

Diefstal (J.C.G. Fepe <strong>en</strong> K.H. Bekker)<br />

Op 20 oktober 1857 vertell<strong>en</strong> de notul<strong>en</strong>: “De heer<br />

J.G.G. Meijer rapporteert nam<strong>en</strong>s ds. Stemler 96 dat zijn<br />

eerwaarde bij geleg<strong>en</strong>heid van e<strong>en</strong> bezoek aan de cellu-<br />

laire gevang<strong>en</strong>is met d<strong>en</strong> heer W.H. Suringar 97 gesprok<strong>en</strong><br />

heeft over de toekomst der beide wez<strong>en</strong> uit ons<br />

gesticht. Fepe <strong>en</strong> Bekker hebb<strong>en</strong> hun verlang<strong>en</strong> te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong>, de eerste als dragonder, de 2 de bij de<br />

marine, di<strong>en</strong>st te will<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, dat Suringar heeft<br />

gezegd dat er geleg<strong>en</strong>heid bestaat om wanneer zij<br />

hunn<strong>en</strong> straftijd hebb<strong>en</strong> ondergaan <strong>en</strong> ontslag<strong>en</strong> zijn,<br />

dat zij alsdan overgeplaatst word<strong>en</strong> in het militaire huis<br />

van arrest te Leid<strong>en</strong> waaruit zij, na één jaar t<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> van de directie doorgebragt te hebb<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st<br />

kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> bij het corps waarbij zij verlang<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat<br />

de vermoedelijke kost<strong>en</strong> ƒ 40,- jaarlijks per persoon is.<br />

“De vergadering met g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> dit rapport vernem<strong>en</strong>de,<br />

verzoekt d<strong>en</strong> heer Meijer om aan de her<strong>en</strong> Stemler <strong>en</strong><br />

Suringar d<strong>en</strong> dank over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> voor hunne bemoeijing<br />

in deze, <strong>en</strong> besluit om van deze geleg<strong>en</strong>heid gebruik<br />

te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> die conditiën aan te gaan met de betrokk<strong>en</strong>e<br />

bestur<strong>en</strong> die blijk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> nodig te zijn.” 98<br />

De wees Fepe zit tijd<strong>en</strong>s het bezoek van Stemler <strong>en</strong><br />

Suringar nog in voorarrest. Willem H<strong>en</strong>drik Suringar is<br />

oprichter van het Nederlands G<strong>en</strong>ootschap tot Zedelijke<br />

Verbetering van Gevang<strong>en</strong><strong>en</strong>, de particuliere voorloper<br />

van de reclassering, <strong>en</strong> tracht door gevang<strong>en</strong><strong>en</strong>bezoek<br />

h<strong>en</strong> te beweg<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter lev<strong>en</strong>.<br />

In de vergadering van 17 november 1857 komt aan de<br />

orde. “Dat de wees J.C.G. Tepe door de regtbank is<br />

veroordeeld tot 3 maand<strong>en</strong> cellulaire gevang<strong>en</strong>isstraf<br />

b<strong>en</strong>ev<strong>en</strong>s 4 boete ieder à ƒ 50,- ” 99<br />

“E<strong>en</strong>e missive van de in arrest zijnde wees K.H. Bekker<br />

berigt<strong>en</strong>de dat bij rapport van zijne majesteit d<strong>en</strong> koning<br />

d.d. 2 december zijn straf is gewijzigd in zes maand<strong>en</strong><br />

cellulair, ingaande 18 november <strong>en</strong> expireer<strong>en</strong>de 17 mei<br />

1858, verzoek<strong>en</strong>de hij tev<strong>en</strong>s om in het bezit te mog<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> paar zakdoek<strong>en</strong> die hem door tussch<strong>en</strong>komst<br />

van ds. Stemler zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.” 100<br />

Het is na te lez<strong>en</strong> dat Tepe e<strong>en</strong> greep in de kas van de<br />

binn<strong>en</strong><strong>vader</strong> heeft gedaan. Schade ƒ 100,-. Hoe dat<br />

mogelijk is wordt niet toegelicht. M<strong>en</strong> zou m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat<br />

leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zich door dit soort incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet laat<br />

verrass<strong>en</strong>. Die m<strong>en</strong>ing hebb<strong>en</strong> de reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ook. Op<br />

speciaal verzoek om zijn schade te vergoed<strong>en</strong> krijgt de<br />

binn<strong>en</strong><strong>vader</strong> slechts 2 /3 van de schade of ƒ 70,- <strong>en</strong> nog<br />

e<strong>en</strong> reprimande omdat hij nauwlett<strong>en</strong>der toezicht had<br />

moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. 101<br />

Baldadigheid, klag<strong>en</strong> (diverse wez<strong>en</strong> <strong>en</strong> oude mann<strong>en</strong>)<br />

“Komt in de vergadering de binn<strong>en</strong><strong>vader</strong> die <strong>en</strong>e plainte<br />

inlevert teg<strong>en</strong> de jong<strong>en</strong>s Karel, Sining, Corneliss<strong>en</strong>,<br />

Verniers, Beckrop <strong>en</strong> Hebeau die zich zeer baldadig<br />

hebb<strong>en</strong> aangesteld <strong>en</strong> daarin zijn opgeruid door de oude<br />

mann<strong>en</strong> Mangels, Sartor, Sardeman, Heinrich, terwijl de<br />

oude lied<strong>en</strong> Heiser, Diecke, Klinkmeijer <strong>en</strong> Nooteboom,<br />

dikwijls blijk<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> van groote ontevred<strong>en</strong>heid.<br />

De voorzitter stelt voor om de weez<strong>en</strong> die excus hebb<strong>en</strong><br />

gevraagd <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s rapport van d<strong>en</strong> <strong>vader</strong> reeds blijk<strong>en</strong><br />

te hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> van beterschap met e<strong>en</strong>e ernstige<br />

vermaning de schuld kwijt te scheld<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> opzigte<br />

de 4 eerstg<strong>en</strong>oemde oude mann<strong>en</strong> e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>ger straf<br />

toe te pass<strong>en</strong> door h<strong>en</strong> de helft van hun verdi<strong>en</strong>d geld<br />

gedur<strong>en</strong>de het laatste kwartaal in te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> 6 wek<strong>en</strong><br />

huisarrest op te legg<strong>en</strong>.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!