Eindfase, v2 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ...

Eindfase, v2 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ... Eindfase, v2 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ...

heppiebaiker.nl
from heppiebaiker.nl More from this publisher
23.09.2013 Views

4-2 Eindfase Sloterdijk vertrouwelijke omgang met de leden van het gezin. De dienstbode is niet alleen noodzakelijk als hulp in de huishouding, maar ook onontbeerlijk als symbool van een fatsoenlijke burgerlijke status. Zonder dienstbode is een burger- of middenstandsgezin niet alleen letterlijk onthand maar ook sociaal gedeclasseerd. Door zelf de handen uit de mouwen te steken staat een burgerdame gelijk aan een huisvrouw uit de kleine middenstand of uit de arbeidersklasse. 3 Helemaal van hogere stand is het huishouden waarin meerdere dienstbodes worden aangehouden en een huisleraar of gouvernante, die voor de opvoeding van de kinderen zorgt. Een dienstbode of dienstmeid is iemand die in loondienst huishoudelijk werk verricht. Het gaat meestal om een jonge, ongehuwde vrouw. Gedurende de eerste helft van de 19 de eeuw is een groot deel van de vrouwelijke beroepsbevolking werkzaam als dienstbode. Men onderscheidt de inwonende dienstbode die, behalve kost en inwoning, een klein loon krijgt en het dagmeisje, dat alleen overdag komt. Een van de merkwaardigste regels is, dat de dienstbode recht heeft op fooien van gasten van haar werkgever. De dagtaak van de dienstbode begint om zeven uur met het aanmaken van het fornuis, het vegen van de huiskamer op de knieën met stoffer en blik en het poetsen van de schoenen. Om het ontbijt klaar te zetten en thee boven te brengen verwisselt ze haar bonte werkschort voor een wit schort. Na het ontbijt is de dag gevuld met het doen van de slaapkamers en het trappenhuis, het legen van vuilwateremmers, het vullen van lampetkannen en drinkwaterkaraffen en natuurlijk met koken en wassen. Met de vrouw des huizes wordt het menu van de dag overlegd, waarna de dienstbode de vaste leveranciers bezoekt om bestellingen af te geven. In de loop van de dag wordt er bezorgd en moet de dienstbode geregeld naar de dienstingang om de bestellingen in ontvangst te nemen. Het is een tijdlang in de mode, vooral in de steden, ontvangstdagen te houden voor bezoek. Dat heeft men afgekeken van de adelijke stand. Daartoe wordt eerst een visitekaartje bezorgd als teken dat men ontvangen wil worden. Met het gebrachte kaartje van de ontvangende partij, kompleet met datum en tijdstip, eindigt de fase van aftasten. Het bezoek dient zich vervolgens aan volgens afspraak. Aangezien de man in beslag genomen wordt door zakelijke besognes, is de plicht om bezoeken af te leggen en te ontvangen voor rekening van de vrouw des huizes. Op de ontvangstdag zorgt de dienstbode voor de thee en draagt door haar gedienstige houding zichtbaar bij aan de sociale status en de goede smaak van haar mevrouw. Notaris Johan Hendrik Bok jr. roept debiteuren en crediteuren op zich te melden. Centraal Bureau Genealogie. Het is een vermoeden dat het gezin van Henrich Heijungs één dienstbode rijk is. Henrich is immers druk in de smederij. Maria Kemper is voortdurend op weg naar een volgende zwangerschap of ze heeft wel een baby, en er lopen nog kleuters rond. Of zij er van die chique procedures op na houden is niet bekend. 24 September 1853 Na de ondertekening van Henrichs overlijdensakte blijven de aangevers nog even zitten om een tweede overlijden aan te geven. “(...) Op 24 september 1853 om 6 uur ’s avonds is overleden Antje Janssen Heijungs, in een huis aan de Haarlemmerweg nr. 111 in de ouderdom van 63 jaar, zonder beroep, geboren te Norden, ongehuwd, dochter van Jan Rudolph Heijungs en Gederuth Henrichs, beiden overleden (...)”. 4 Beide overlijdens worden aangegeven door hun broer Rudolph J. Heijungs, die nu laat noteren melkverkoper in Amsterdam te zijn. De andere aangever, de 55 jarige Amsterdammer Johannes Roos, zonder beroep, kan niet in verband met de familie gebracht worden. 5 Het bestaan van ‘een Antje’, een dienstbode, werd verwacht maar haar naam was tot nu toe onbekend. Antje is ca. 1790 geboren in Norden en is ‘zonder beroep’. Deze term is een ambtelijk verzamelbegrip. Timmerman is een beroep, dienstbode ook. Kinderen zijn ‘zonder beroep’, net als scholieren, huisvrouwen en bejaarden. Thuiswonende huwbare dochters zijn ‘zonder beroep’ terwijl zij druk kunnen zijn in het huishouden. Werkzoekende mannen worden wel dienstbaar genoemd; wat er op duidt dat men geen duidelijk beroep heeft maar ingehuurd kan worden voor handwerk. Iets duidelijker over beroeplozen zijn woorden als dagloners, daghuurders, daggelder of los werkman. Mensen die niet hoeven te werken voor de kost worden aangeduid met rentenier of ‘buiten beroep’ of zijn ‘zonder maatschappelijke betrekking’. Men kan er van uitgaan dat Antje, ‘zonder beroep’ zijnde, weldegelijk behoort tot het gezin van Henrich en er huishoudelijk werk verricht. Onbekend is wanneer Antje is ingetreden in het gezin. Haar hulp zou al gewenst kunnen zijn tijdens het ziekbed of het overlijden van Carolina Martens. Maar stiefdochter Theodora Huijer kan zich toendertijd evengoed van die taak gekweten hebben. De nalatenschap van Henrich Valt er wat te erven? Hoe succesvol was Henrich Heijungs met zijn ‘smederij affaire’? Aankondiging van de verkoop van de veestapel en de boerderij inboedel op 21 en 22 oktober 1853 op de hofstede van Wijkduin. Algemeen Handelsblad 17 en 20 oktober 1853.

Eindfase Sloterdijk 4-3 De Amsterdamse notaris Johan Hendrik Bok handelt de nalatenschap af. Hij adverteert in het Algemeen Handelsblad met “Al degenen, die iets te vorderen hebben van, verschuldigd zijn aan of onder hunne berusting hebben, betrekkelijk den boedel en nalatenschap van Hendrik Jansen Heijungs, landman, gewoond hebbende aan de Haarlemmer Trekvaart, tegen over Sloterdijk, op de hofstede Wijkduin 6 , en aldaar den 23sten september overleden, worden verzocht daarvan vóór of uiterlijk op den 16den october dezes jaars, schriftelijke opgave te doen ten kantore van den notaris J.H. Bok Jr”. 7 De oproep krijgt weerklank bij een groepje personen die vorderingen hebben op Henrich. Dat blijkt in het repertoire van de notaris. Jammer genoeg wordt de relatie met de vordering niet vermeld. Op 21 en 22 oktober 1853 zijn er kijk- en veildagen op de inboedel van het boerenbedrijf van Wijkduin. Te koop zijn: 37 koeien, 11 paarden, varkens, pluimvee, hooi, gereedschappen, rijtuigen en meubels. Geen klein boerenbedrijfje! Opvallend genoeg worden geen persoonlijke en huishoudelijke zaken aangeboden zoals bedden, sieraden, kleding, koper-, blik- of aardewerk. Het gaat dus om het liquideren van het boerenbedrijf. Op 21 oktober wordt ƒ 1.299,55 opgehaald en op 22 oktober nog eens ƒ 7.409. 8 Na de boedel komt Wijkduin zelf in veiling op 28 november 1853 in het voormalige Oudezijds Herenlogement in Amsterdam. 9 Nu blijkt de omvang van het bezit. Behalve een hofstede (woonhuis Heijungs) staat er een apart herenhuis (een verhuurbaar zomer- en winterverblijf) op het erf, een koetshuis, een stalling (voor het vee en de paarden), een tuin, een koepel, diverse bijgebouwen, wei- en hooilanden. De landen gaan weg voor de som van ƒ 8.907,10. 10 Voor de gebouwen wordt een opbodprijs van ƒ 17.700 gulden geboden die wordt afgemijnd met ƒ 2.200. Bok jr. maakt een ‘acte de commande’ op voor ƒ 19.900 voor de makelaar Johannes Eeckhoff. 11 Hij biedt namens een onbekende meester. De afmijnzitting eindigt in beraad, waarbij Kemper een dag mag nadenken of zij de koop gunt terwijl de koper en zijn meester zes dagen kunnen overleggen wie de koopsom zal afrekenen. Zo zijn de regels. 12 Mocht er al twijfel bestaan of Henrich met 35 jaar smeden enige rijkdom heeft vergaard, dan is die nu wel verdwenen. Henrich kon zich de eigenaar noemen van een buitenplaats, een boerderij met veestapel, rijtuigen en beschikte in 1850 nog over een burgerwoning aan de Spaarndammerdijk in Sloterdijk. Het woord burgerwo- Makelaarskantoor uit Amsterdam kondigt veiling van Wijkduin aan voor 28 november 1853. Algemeen Handelsblad 17 november 1853. ning gebruikte men in die dagen ter onderscheid van de arbeiderswoning, die natuurlijk bewoond werd door iemand van een lagere stand. Door de liquidatie van het boerenbedrijf verlaat het gezin omstreeks januari 1854 de hofstede. Kemper koopt een huis in het dorp, nr. 182. Waar dat ligt valt nog te ontdekken. 8 Februari 1855 Maria Kemper is snel hertrouwd met de veel jongere Johannes Arnoldus Angenent 13 . Angenent duikt voor het eerst op in Sloterdijk in 1854, komend uit Aalsmeer waar hij ook al veldwachter was. Als zijn komst het begin is geworden van hun verkering dan heeft het koppel er weinig tijd overheen laten gaan. Angenent en Kemper trouwen op 8 februari 1855. 14 De huwelijksgetuigen zijn Rudolph Jansen Heijungs, 59 jaar, melkverkoper te Amsterdam, Philip Kemper, 48 jaar, schilder te Amsterdam, neef van de bruid, Ephraïm Andreas Sprenger 15 , 51 jaar, zadelmaker te Amsterdam, neef van de bruid, Nicolaas de Beurs, 40 jaar, schilder te Sloterdijk. Veel tijd om te wennen aan het gezin wordt dus niet genomen. Angenent is dorpsveldwachter en wellicht kennen ze hem in die hoedanigheid. De liefst 21 jaar jongere vrijer zal zich voor het huwelijk wel eens hebben laten zien in het gezin. Door het huwelijk wordt Angenent officieel stiefvader van de kinderen Heijungs. Is Angenent soms de nieuwe kostwinner geworden. Is een economisch huwelijk de drijfveer van Maria? Daarover is twijfel. De hofstede is van de hand gedaan, Kemper erft voldoende om een nieuw onderkomen te kopen en Angenent blijft veldwachter in de Sloterpolder, zeker tot begin 1858. Maar de vele persoonlijke leningen die Kemper afsluit kunnen de wenkbrauwen doen fronsen over de aanleiding of het doel daarvan. In die tijd is een veldwachter een politionele ordehandhaver met weinig gezag. Uniformgeld wordt overbodig geacht door een gemeente. De aldus vaak sjofele verschijning dwingt weinig respect af. Dit wordt mede in de hand gewerkt doordat de veldwachter bijbaantjes nodig heeft op zijn karige loon. Het publiek kan dat opgevat hebben als dat zijn werkgever niet veel belang hecht aan deze gezagsdrager. 16 Talloos zijn de toneelvoorstellingen waarbij veldwachters lachwekkend worden neergezet als dom, achterdochtig en overdreven plichtsgetrouw of als de loopjongen van zijn broodheer. Het lijkt er op dat een veldwachter het gebrek aan respect moet compenseren met een overdaad aan striktheid en onvermurwbare houding. Wat is er bekend over Angenent? Johannes Arnoldus Angenent wordt geboren in Amsterdam op 6 februari 1829 in een eenvoudig arbeidersmilieu. Hij draagt dezelfde naam als zijn vader die op moment van zijn geboorte kruiersknecht is. 17 Bij het huwelijk van zijn ouders in 1828 laat de 26 jarige bruidegom noteren schoenmaker te zijn. 18 Vader Angenent’s doopbewijs vertelt dat hij gedoopt is in De Star. Dat is de rooms-katholieke kerk gewijd aan de Heilige Augustinus aan de Spinhuissteeg, een voormalige schuilkerk. Angenent’s moeder heet Anna (soms Maria) Catharina Engelkoer. Zij is 35 jaar oud wannneer ze trouwt en zon-

4-2 <strong>Eindfase</strong> Sloterdijk<br />

vertrouwelijke omgang met de led<strong>en</strong> van het gezin. De<br />

di<strong>en</strong>stbode is niet alle<strong>en</strong> noodzakelijk als hulp in de huishouding,<br />

maar ook onontbeerlijk als symbool van e<strong>en</strong><br />

fatso<strong>en</strong>lijke burgerlijke status. Zonder di<strong>en</strong>stbode is e<strong>en</strong><br />

burger- of midd<strong>en</strong>standsgezin niet alle<strong>en</strong> letterlijk onthand<br />

maar ook sociaal gedeclasseerd. Door zelf de hand<strong>en</strong><br />

uit de mouw<strong>en</strong> te stek<strong>en</strong> staat e<strong>en</strong> burgerdame<br />

gelijk aan e<strong>en</strong> huisvrouw uit de kleine midd<strong>en</strong>stand of uit<br />

de arbeidersklasse. 3 Helemaal van hogere stand is het<br />

huishoud<strong>en</strong> waarin meerdere di<strong>en</strong>stbodes word<strong>en</strong> aangehoud<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> huisleraar of gouvernante, die voor de<br />

opvoeding van de kinder<strong>en</strong> zorgt.<br />

E<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stbode of di<strong>en</strong>stmeid is iemand die in loondi<strong>en</strong>st<br />

huishoudelijk werk verricht. Het gaat meestal om<br />

e<strong>en</strong> jonge, ongehuwde vrouw. Gedur<strong>en</strong>de de eerste<br />

helft van de 19 de eeuw is e<strong>en</strong> groot deel van de vrouwelijke<br />

beroepsbevolking werkzaam als di<strong>en</strong>stbode. M<strong>en</strong><br />

onderscheidt de inwon<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>stbode die, behalve kost<br />

<strong>en</strong> inwoning, e<strong>en</strong> klein loon krijgt <strong>en</strong> het dagmeisje, dat<br />

alle<strong>en</strong> overdag komt. E<strong>en</strong> van de merkwaardigste regels<br />

is, dat de di<strong>en</strong>stbode recht heeft op fooi<strong>en</strong> van gast<strong>en</strong><br />

van <strong>haar</strong> werkgever.<br />

De dagtaak van de di<strong>en</strong>stbode begint om zev<strong>en</strong> uur met<br />

het aanmak<strong>en</strong> van het fornuis, het veg<strong>en</strong> van de huiskamer<br />

op de knieën met stoffer <strong>en</strong> blik <strong>en</strong> het poets<strong>en</strong><br />

van de scho<strong>en</strong><strong>en</strong>. Om het ontbijt klaar te zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> thee<br />

bov<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> verwisselt ze <strong>haar</strong> bonte werkschort<br />

voor e<strong>en</strong> wit schort. Na het ontbijt is de dag gevuld met<br />

het do<strong>en</strong> van de slaapkamers <strong>en</strong> het trapp<strong>en</strong>huis, het<br />

leg<strong>en</strong> van vuilwateremmers, het vull<strong>en</strong> van lampetkann<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> drinkwaterkaraff<strong>en</strong> <strong>en</strong> natuurlijk met kok<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wass<strong>en</strong>.<br />

Met de vrouw des huizes wordt het m<strong>en</strong>u van de dag<br />

overlegd, waarna de di<strong>en</strong>stbode de vaste leveranciers<br />

bezoekt om bestelling<strong>en</strong> af te gev<strong>en</strong>. In de loop van de<br />

dag wordt er bezorgd <strong>en</strong> moet de di<strong>en</strong>stbode geregeld<br />

naar de di<strong>en</strong>stingang om de bestelling<strong>en</strong> in ontvangst te<br />

nem<strong>en</strong>.<br />

Het is e<strong>en</strong> tijdlang in de mode, vooral in de sted<strong>en</strong>, ontvangstdag<strong>en</strong><br />

te houd<strong>en</strong> voor bezoek. Dat heeft m<strong>en</strong><br />

afgekek<strong>en</strong> van de adelijke stand. Daartoe wordt eerst<br />

e<strong>en</strong> visitekaartje bezorgd als tek<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong><br />

wil word<strong>en</strong>. Met het gebrachte kaartje van de ontvang<strong>en</strong>de<br />

partij, kompleet met datum <strong>en</strong> tijdstip, eindigt de fase<br />

van aftast<strong>en</strong>. Het bezoek di<strong>en</strong>t zich vervolg<strong>en</strong>s aan volg<strong>en</strong>s<br />

afspraak. Aangezi<strong>en</strong> de man in beslag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

wordt door zakelijke besognes, is de plicht om bezoek<strong>en</strong><br />

af te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> te ontvang<strong>en</strong> voor rek<strong>en</strong>ing van de<br />

vrouw des huizes. Op de ontvangstdag zorgt de di<strong>en</strong>stbode<br />

voor de thee <strong>en</strong> draagt door <strong>haar</strong> gedi<strong>en</strong>stige houding<br />

zichtbaar bij aan de sociale status <strong>en</strong> de goede<br />

smaak van <strong>haar</strong> mevrouw.<br />

Notaris Johan H<strong>en</strong>drik Bok jr. roept debiteur<strong>en</strong> <strong>en</strong> crediteur<strong>en</strong><br />

op zich te meld<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>traal Bureau G<strong>en</strong>ealogie.<br />

Het is e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> dat het gezin van H<strong>en</strong>rich<br />

<strong>Heijungs</strong> één di<strong>en</strong>stbode rijk is. H<strong>en</strong>rich is immers druk<br />

in de smederij. <strong>Maria</strong> Kemper is voortdur<strong>en</strong>d op weg<br />

naar e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de zwangerschap of ze heeft wel e<strong>en</strong><br />

baby, <strong>en</strong> er lop<strong>en</strong> nog kleuters rond. Of zij er van die<br />

chique procedures op na houd<strong>en</strong> is niet bek<strong>en</strong>d.<br />

24 September 1853<br />

Na de ondertek<strong>en</strong>ing van H<strong>en</strong>richs overlijd<strong>en</strong>sakte blijv<strong>en</strong><br />

de aangevers nog ev<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> tweede overlijd<strong>en</strong><br />

aan te gev<strong>en</strong>. “(...) Op 24 september 1853 om 6<br />

uur ’s avonds is overled<strong>en</strong> Antje Janss<strong>en</strong> <strong>Heijungs</strong>, in<br />

e<strong>en</strong> huis aan de Haarlemmerweg nr. 111 in de ouderdom<br />

van 63 jaar, zonder beroep, gebor<strong>en</strong> te Nord<strong>en</strong>,<br />

ongehuwd, dochter van Jan Rudolph <strong>Heijungs</strong> <strong>en</strong> Gederuth<br />

H<strong>en</strong>richs, beid<strong>en</strong> overled<strong>en</strong> (...)”. 4<br />

Beide overlijd<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> door hun broer<br />

Rudolph J. <strong>Heijungs</strong>, die nu laat noter<strong>en</strong> melkverkoper in<br />

Amsterdam te zijn. De andere aangever, de 55 jarige<br />

Amsterdammer Johannes Roos, zonder beroep, kan niet<br />

in verband met de familie gebracht word<strong>en</strong>. 5<br />

Het bestaan van ‘e<strong>en</strong> Antje’, e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stbode, werd verwacht<br />

maar <strong>haar</strong> naam was tot nu toe onbek<strong>en</strong>d. Antje<br />

is ca. 1790 gebor<strong>en</strong> in Nord<strong>en</strong> <strong>en</strong> is ‘zonder beroep’.<br />

Deze term is e<strong>en</strong> ambtelijk verzamelbegrip. Timmerman<br />

is e<strong>en</strong> beroep, di<strong>en</strong>stbode ook. Kinder<strong>en</strong> zijn ‘zonder<br />

beroep’, net als scholier<strong>en</strong>, huisvrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> bejaard<strong>en</strong>.<br />

Thuiswon<strong>en</strong>de huwbare dochters zijn ‘zonder beroep’<br />

terwijl zij druk kunn<strong>en</strong> zijn in het huishoud<strong>en</strong>. Werkzoek<strong>en</strong>de<br />

mann<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wel di<strong>en</strong>stbaar g<strong>en</strong>oemd; wat er<br />

op duidt dat m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> duidelijk beroep heeft maar<br />

ingehuurd kan word<strong>en</strong> voor handwerk. Iets duidelijker<br />

over beroeploz<strong>en</strong> zijn woord<strong>en</strong> als dagloners, daghuurders,<br />

daggelder of los werkman. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die niet hoev<strong>en</strong><br />

te werk<strong>en</strong> voor de kost word<strong>en</strong> aangeduid met r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ier<br />

of ‘buit<strong>en</strong> beroep’ of zijn ‘zonder maatschappelijke<br />

betrekking’.<br />

M<strong>en</strong> kan er van uitgaan dat Antje, ‘zonder beroep’ zijnde,<br />

weldegelijk behoort tot het gezin van H<strong>en</strong>rich <strong>en</strong> er<br />

huishoudelijk werk verricht. Onbek<strong>en</strong>d is wanneer Antje<br />

is ingetred<strong>en</strong> in het gezin. Haar hulp zou al gew<strong>en</strong>st kunn<strong>en</strong><br />

zijn tijd<strong>en</strong>s het ziekbed of het overlijd<strong>en</strong> van Carolina<br />

Mart<strong>en</strong>s. Maar stiefdochter Theodora Huijer kan zich<br />

to<strong>en</strong>dertijd ev<strong>en</strong>goed van die taak gekwet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

De nalat<strong>en</strong>schap van H<strong>en</strong>rich<br />

Valt er wat te erv<strong>en</strong>? Hoe succesvol was H<strong>en</strong>rich <strong>Heijungs</strong><br />

met zijn ‘smederij affaire’?<br />

Aankondiging van de verkoop van de veestapel <strong>en</strong> de<br />

boerderij inboedel op 21 <strong>en</strong> 22 oktober 1853 op de hofstede<br />

van Wijkduin. Algeme<strong>en</strong> Handelsblad 17 <strong>en</strong> 20 oktober<br />

1853.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!