Eindfase, v2 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ...

Eindfase, v2 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ... Eindfase, v2 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ...

heppiebaiker.nl
from heppiebaiker.nl More from this publisher
23.09.2013 Views

4-12 Eindfase Sloterdijk kleur, hun gezwollen slechts half met lompen gedekte lichamen, hun tandengeklapper en van koude samenkrimpende leden getuigen van hun ontberingen. (...)”. Het weeshuis heeft oog voor de zedelijke behoefte: wanneer je gekleed bent is er geen excuus om kerkbezoek te mijden. De wezen moeten gehoorzaam en vooral dankbaar zijn. “(...) tevreden met de gezonde doelmatige voeding, kleding en bedekking (...) onderdanig en gehoorzaam aan bestuur (...) vlijtig en bedacht, om zich nuttig in het huis, bekwaam op de school en bedreven in zijn ambacht te maken (...) eerbiedig in het bijwonen en nauwgezet in het waarnemen van de godsdienst”. 43 In de kerk wordt jaarlijks gecollecteerd voor de diaconie. De ‘bosman’ plaatst busjes bij gemeenteleden en komt ze maandelijks legen. Het stemt de kerkgangers tot grote voldoening wanneer de wezen binnen paraderen. Nu is de liefdadigheid aangenaam zichtbaar. “(...) Onder de kerkgangers vielen de wezen door hun uniform op. (...) Na het morgengebed en het ontbijt moest de binnenvader de kinderen binnen de poort en wel op de plaats van het weeshuis in goede orde opstellen. Ze moesten met behoorlijke modestie (ingetogenheid) door de binnenvader of schoolmeester ter kerke geleid worden, en er moest door hen zorg gedragen worden dat Gods Woord in stilte en met aandacht door de kinderen aangehoord wordt. Op dezelfde manier wederom werden zij naar huis geleid. Dit herhaalde zich ’s middags.(...)”. 44 Alles wat de wees nodig heeft, verstrekt het huis. Slapen, eten, spelen of leren, alles doen ze met de andere kinderen. Geen van de kinderen heeft een plek die alleen van hem is. Alle kinderen eten hetzelfde voedsel, dragen dezelfde kleren en volgen een gelijk dagritme. Slapen gebeurt op zalen zonder enige privacy. Het weeshuis is een gesloten gemeenschap waarbinnen het leven vierentwintig uur per etmaal gereguleerd wordt. Toelating en bevolking Niet iedere wees komt in een weeshuis. Heel vaak ontfermt de familie zich over het ouderloze kind. Als dat niet mogelijk is komt een weeshuis in beeld. Het aanname beleid van het weeshuis van de Herstelden stelt zekere grenzen aan opname, verblijf en ontslag. Wezen van alle leeftijden worden geaccepteerd tot aan hun 17 de jaar. Babies worden onmiddelijk bij een voedster ondergebracht, kleuters gaan naar een pleeggezin tot hun vierde jaar, soms langer. Wezen blijven tot hooguit hun 19 de levensjaar onder de hoede van het weeshuis. Daarna moeten zij klaar zijn om op eigen benen te staan en hun kost te verdienen. Grofweg wordt het weeshuis dus bevolkt door 5-19 jarigen, een groep die men tegenwoordig als de schoolgaande jeugd zou karakteriseren. Over de kriteria voor toelating bestaat een ‘reglement voor wezen’. Voorwaarde is bijvoorbeeld dat één der ouders gedurende een aantal jaren voor hun overlijden lidmaat is geweest. Bovendien moeten de ouders zonder strafblad zijn anders worden de wezen zonder pardon naar het Stads Bedelingshuis doorgestuurd. 45 Twijfelgevallen – bijvoorbeeld over de levenswandel der ouders - worden voorgelegd aan een gecombineerde vergadering van diakenen en regenten. Men is bepaald streng in zijn rechtschapenheid. Wanneer kinderen vóór de huwelijksdatum der ouders zijn geboren volgt afwijzing. 46 Bestuur Zes regenten besturen het wees- en oudeliedenhuis. Ongeveer tweewekelijks komen zij bijeen; in uitzonderlijke gevallen beleggen zij een buitengewone vergadering. Men verdeelt onderling de taken in z.g.n. departementen die steeds voor één jaar worden waargenomen. De dagelijkse gang van zaken in het huis is gedelegeerd aan binnenvaders en binnenmoeders. Aan overige personeelsleden zijn er nog een schoolmeester, een naaimoeder, enkele keukenmoeders, een bakker en een dienstmeid of huisknecht. Binnenvaders en binnenmoeders rapporteren wangedrag van de huisbewoners aan de regenten tijdens de vergadering. Zij lichten het wangedrag toe en desgewenst wordt de boosdoener direct in de vergadering ontboden om weerwoord te geven en de vermaning of straf aan te horen. In het algemeen houdt men er flink de wind onder om discipline te waarborgen. Organisatie Weeskinderen wonen intern en dragen gestichtskleding met een huisnummer. Daarmee zijn ze goed herkenbaar in het straatbeeld. De jongens dragen een zwarte jas met platte verzilverde knopen; de mouwen zijn van blauwe omslagen voorzien. Daar onder bevindt zich een vest dat boven aan de hals eindigt in een opstaand boordje dat met het vest één geheel vormt en blauw gekleurd is. Verder hebben zij een zwarte platte pet met een blauwe band. De meisjes dragen oorspronkelijk bij slecht weer een cape. Maar omdat zij daarin haar armen nauwelijk kunden bewegen wordt deze al gauw vervangen door een lange zwarte mantel, waarvan de vrij korte mouwen eindigen in een blauwe omslag. Op het achterhoofd hebben zij een mutsje dat met twee tulen bandjes onder de kin met een knoopje wordt vastgemaakt. De jonge meisjes dragen een wit hoog schort en op het hoofd een zwarte strohoed die versierd is met een blauw lint. De oudere meisjes kleden zich op zondag met een witte, geplooide halsdoek die met 50 spelden is vastgemaakt. 47 Het leven in een weeshuis speelt zich af binnen een strikt regime met huisregels. De wees krijgt te maken met beperkingen en dagritme. Zo is het verboden op werkdagen uit te gaan zonder permissieloodje. Het loodje wordt door de portier uitgereikt. Daarmee is in één oogopslag te zien welke wees buitenshuis verkeert. Bij terugkomst moet men het loodje inleveren. Op zondag, na afloop van de kerkdienst, is het toegestaan tot ’s avonds negen uur familie te bezoeken of vrij te wandelen. Het onderwijs wordt gegeven door intern wonende leerkrachten. Soms slapen kinderen met z’n tweeën, drieën of zelfs vieren in één kribbe en op een zaal. Deze situatie wordt ingegeven door voortdurende krapte in de behuizing. Ondanks verbouwingen is dit midden 19 de eeuw nog het geval. Het beddengoed bestaat uit een stromatras, veren bedden en hoofdkussen, linnen beddenlakens, en al naar gelang het seizoen, een of twee wollen dekens.

Eindfase Sloterdijk 4-13 Gezondheid der wezen De hoeveelheid lichaamsbeweging die de kinderen krijgen is onvoldoende. Bij de grote jongens die op hun veertiende jaar buiten het gesticht op een ambacht gaan is het gunstiger dan bij de meisjes. Die worden te werk gesteld op de naai-, brei- of mangelkamers waarbij hun bezigheden vooral uit zitten bestaan. Inspecteurs uit die tijd zijn in het algemeen slecht te spreken over de gezondheidstoestand van de weeskinderen. Het is namelijk gebruikelijk kinderen onder de vier jaar uit te besteden bij pleeggezinnen op kosten van het weeshuis. In sommige gevallen blijven zij daar langer, soms wel tot hun zevende en achtste jaar. Deze kinderen worden ondeskundig gevoed, zodat zij zwak en ziekelijk zijn als ze tenslotte in het weeshuis worden opgenomen. De sterfte onder de uitbestede kinderen is groot. De maaltijden in de weeshuizen worden ongeschikt geacht voor jongere kinderen. Zij bestaan grotendeels uit meelspijzen, gedroogde peulvruchten, grutterswaren, karnemelk, enz. en weinig of geen vlees. Bovendien wordt slechts driemaal per dag voedsel verstrekt. Inspecteurs melden dan ook: “weshalve zij door deze spijzen wel gevuld, maar weinig gevoed, altoos hongerig blijvende, geen paal of perk kennen, maar meestal de maat te boven gaan en slagtoffers van hun schrokkerig eten worden”. 48 Het gebrek aan frisse lucht werkt nadelig met name voor de meisjeswezen die de hele dag binnen verblijven. De treurigste bewijzen zijn de achterblijvende wasdom, vale huidskleur en hoge sterfte cijfers: “naar mate nu, met deze nadeelen van zwaar verteerbaar voedsel en onzuivere lucht, de beweging in de vrije lucht verwaarloosd wordt, vermeerderen zich de zaden, welke in het vadzig ligchaam tot allerhande soorten van ziekten en ongemakken kiemen” aldus de inspectie. Het dagritme Mede door de aard van de werkzaamheden leven de jongens- en meisjeswezen strikt gescheiden. Toegang tot het andere gedeelte is streng verboden zelfs als je er een broer of zus hebt. Met wat geluk zag je je familie tijdens de kerkdienst, op afstand. De naaikamer van de grotere meisjeswezen in het diaconieweeshuis in Amsterdam ca. 1920. SAA, Beeldbank. Alle dagen zijn gelijk, alleen zon- en feestdagen verschillen. De tijd van opstaan is naar het jaargetijde vroeger of later. In de zomer wordt om vijf uur opgestaan. Na zich te hebben gewassen en de bedden afgehaald te hebben, gaan de wezen naar de kerkzaal voor het ochtendgebed, gevolgd door het ontbijt in de ontbijtzaal. Opleiding en werk Het weeshuis probeert een gezinsvervangend thuis te zijn, zij het wel eentje met een concreet uitgestippeld traject. Scholing is er op gericht de wees snel rijp te maken voor een leven in de maatschappij. Vanaf het vijftiende jaar wordt naar een passende arbeidsplek uitgekeken. Jongens leren een vak en worden tijdens hun opleiding bij een baas ondergebracht. Onhandelbaren gaan onder dwang in militaire dienst, velen vertrekken naar de commerciële zeevaart, naar de koloniën of vinden als boerenarbeider hun weg. Meisjes worden opgeleid tot dienstmeid. In de brei- en naaizaal vervaardigen zij kleding zowel voor de bewoners van het huis als voor deftige Amsterdammers. Het arbeidsloon komt aan het weeshuis toe. Praktische vaardigheden komen altijd van pas in een goed burgerhuishouden en, als het meisje niet gehuwd raakt, kan zij er altijd een eerlijk bestaan mee opbouwen. Bij voldoende geschiktheid wordt omgezien naar een passende betrekking bij een gegoede Amsterdamse familie. Dat levert enige inkomsten op voor het weeshuis en de wees doet werkervaring op voor een leven na het weeshuis. Navenant het aantal wezen is het aantal uitbestedelingen echter minimaal. Onder de bevolking (peildatum oktober 1857) van 179 personen zijn er 103 wees. Daarvan is slechts één jongen uitbesteed, zes jongens zitten op zee, eentje is in krijgsdienst, drie jongens en één meisje zijn tijdelijk afwezig en dienstbaar. Meisjes zijn tot 12 uur aan het werk in de naai- en breizaal. Tussendoor wordt van tijd tot tijd gebeden en gelezen. Om één uur volgt het gezamenlijk middagmaal. Het werk wordt hervat tot vier uur, gevolgd door ontspanning. De grote meisjes kunnen zich dan op de zaal tot haar eigen voordeel met naaien of breien bezig houden tot zeven uur, tot wanneer zij les krijgen in lezen, Slaapzaal rooms-katholieke maagdenhuis ca. 1932. R. Meinske, foto Brinio.

4-12 <strong>Eindfase</strong> Sloterdijk<br />

kleur, hun gezwoll<strong>en</strong> slechts half met lomp<strong>en</strong> gedekte<br />

licham<strong>en</strong>, hun tand<strong>en</strong>geklapper <strong>en</strong> van koude sam<strong>en</strong>krimp<strong>en</strong>de<br />

led<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong> van hun ontbering<strong>en</strong>. (...)”.<br />

Het weeshuis heeft oog voor de zedelijke behoefte: wanneer<br />

je gekleed b<strong>en</strong>t is er ge<strong>en</strong> excuus om kerkbezoek<br />

te mijd<strong>en</strong>.<br />

De wez<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gehoorzaam <strong>en</strong> vooral dankbaar zijn.<br />

“(...) tevred<strong>en</strong> met de gezonde doelmatige voeding,<br />

kleding <strong>en</strong> bedekking (...) onderdanig <strong>en</strong> gehoorzaam<br />

aan bestuur (...) vlijtig <strong>en</strong> bedacht, om zich nuttig in het<br />

huis, bekwaam op de school <strong>en</strong> bedrev<strong>en</strong> in zijn ambacht<br />

te mak<strong>en</strong> (...) eerbiedig in het bijwon<strong>en</strong> <strong>en</strong> nauwgezet<br />

in het waarnem<strong>en</strong> van de godsdi<strong>en</strong>st”. 43<br />

In de kerk wordt jaarlijks gecollecteerd voor de diaconie.<br />

De ‘bosman’ plaatst busjes bij geme<strong>en</strong>teled<strong>en</strong> <strong>en</strong> komt<br />

ze maandelijks leg<strong>en</strong>. Het stemt de kerkgangers tot<br />

grote voldo<strong>en</strong>ing wanneer de wez<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> parader<strong>en</strong>.<br />

Nu is de liefdadigheid aang<strong>en</strong>aam zichtbaar. “(...) Onder<br />

de kerkgangers viel<strong>en</strong> de wez<strong>en</strong> door hun uniform op.<br />

(...) Na het morg<strong>en</strong>gebed <strong>en</strong> het ontbijt moest de binn<strong>en</strong><strong>vader</strong><br />

de kinder<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de poort <strong>en</strong> wel op de plaats<br />

van het weeshuis in goede orde opstell<strong>en</strong>. Ze moest<strong>en</strong><br />

met behoorlijke modestie (ingetog<strong>en</strong>heid) door de binn<strong>en</strong><strong>vader</strong><br />

of schoolmeester ter kerke geleid word<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

er moest door h<strong>en</strong> zorg gedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat Gods<br />

Woord in stilte <strong>en</strong> met aandacht door de kinder<strong>en</strong> aangehoord<br />

wordt. Op dezelfde manier wederom werd<strong>en</strong> zij<br />

naar huis geleid. Dit herhaalde zich ’s middags.(...)”. 44<br />

Alles wat de wees nodig heeft, verstrekt het huis. Slap<strong>en</strong>,<br />

et<strong>en</strong>, spel<strong>en</strong> of ler<strong>en</strong>, alles do<strong>en</strong> ze met de andere<br />

kinder<strong>en</strong>. Ge<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> plek die<br />

alle<strong>en</strong> van hem is. Alle kinder<strong>en</strong> et<strong>en</strong> hetzelfde voedsel,<br />

drag<strong>en</strong> dezelfde kler<strong>en</strong> <strong>en</strong> volg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelijk dagritme.<br />

Slap<strong>en</strong> gebeurt op zal<strong>en</strong> zonder <strong>en</strong>ige privacy. Het<br />

weeshuis is e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schap waarbinn<strong>en</strong> het<br />

lev<strong>en</strong> vier<strong>en</strong>twintig uur per etmaal gereguleerd wordt.<br />

Toelating <strong>en</strong> bevolking<br />

Niet iedere wees komt in e<strong>en</strong> weeshuis. Heel vaak ontfermt<br />

de familie zich over het ouderloze kind. Als dat niet<br />

mogelijk is komt e<strong>en</strong> weeshuis in beeld. Het aanname<br />

beleid van het weeshuis van de Hersteld<strong>en</strong> stelt zekere<br />

gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan opname, verblijf <strong>en</strong> ontslag. Wez<strong>en</strong> van alle<br />

leeftijd<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geaccepteerd tot aan hun 17 de jaar.<br />

Babies word<strong>en</strong> onmiddelijk bij e<strong>en</strong> voedster ondergebracht,<br />

kleuters gaan naar e<strong>en</strong> pleeggezin tot hun<br />

vierde jaar, soms langer. Wez<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> tot hooguit hun<br />

19 de lev<strong>en</strong>sjaar onder de hoede van het weeshuis. Daarna<br />

moet<strong>en</strong> zij klaar zijn om op eig<strong>en</strong> b<strong>en</strong><strong>en</strong> te staan <strong>en</strong><br />

hun kost te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Grofweg wordt het weeshuis dus<br />

bevolkt door 5-19 jarig<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> groep die m<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig<br />

als de schoolgaande jeugd zou karakteriser<strong>en</strong>.<br />

Over de kriteria voor toelating bestaat e<strong>en</strong> ‘reglem<strong>en</strong>t<br />

voor wez<strong>en</strong>’. Voorwaarde is bijvoorbeeld dat één der<br />

ouders gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> voor hun overlijd<strong>en</strong><br />

lidmaat is geweest. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de ouders zonder<br />

strafblad zijn anders word<strong>en</strong> de wez<strong>en</strong> zonder pardon<br />

naar het Stads Bedelingshuis doorgestuurd. 45<br />

Twijfelgevall<strong>en</strong> – bijvoorbeeld over de lev<strong>en</strong>swandel der<br />

ouders - word<strong>en</strong> voorgelegd aan e<strong>en</strong> gecombineerde<br />

vergadering van diak<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> is bepaald<br />

str<strong>en</strong>g in zijn rechtschap<strong>en</strong>heid. Wanneer kinder<strong>en</strong> vóór<br />

de huwelijksdatum der ouders zijn gebor<strong>en</strong> volgt afwijzing.<br />

46<br />

Bestuur<br />

Zes reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bestur<strong>en</strong> het wees- <strong>en</strong> oudelied<strong>en</strong>huis.<br />

Ongeveer tweewekelijks kom<strong>en</strong> zij bije<strong>en</strong>; in uitzonderlijke<br />

gevall<strong>en</strong> belegg<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>gewone vergadering.<br />

M<strong>en</strong> verdeelt onderling de tak<strong>en</strong> in z.g.n. departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

die steeds voor één jaar word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

De dagelijkse gang van zak<strong>en</strong> in het huis is gedelegeerd<br />

aan binn<strong>en</strong><strong>vader</strong>s <strong>en</strong> binn<strong>en</strong>moeders. Aan overige personeelsled<strong>en</strong><br />

zijn er nog e<strong>en</strong> schoolmeester, e<strong>en</strong> naaimoeder,<br />

<strong>en</strong>kele keuk<strong>en</strong>moeders, e<strong>en</strong> bakker <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>stmeid of huisknecht.<br />

Binn<strong>en</strong><strong>vader</strong>s <strong>en</strong> binn<strong>en</strong>moeders rapporter<strong>en</strong> wangedrag<br />

van de huisbewoners aan de reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de<br />

vergadering. Zij licht<strong>en</strong> het wangedrag toe <strong>en</strong> desgew<strong>en</strong>st<br />

wordt de boosdo<strong>en</strong>er direct in de vergadering ontbod<strong>en</strong><br />

om weerwoord te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vermaning of straf<br />

aan te hor<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> houdt m<strong>en</strong> er flink de<br />

wind onder om discipline te waarborg<strong>en</strong>.<br />

Organisatie<br />

Weeskinder<strong>en</strong> won<strong>en</strong> intern <strong>en</strong> drag<strong>en</strong> gestichtskleding<br />

met e<strong>en</strong> huisnummer. Daarmee zijn ze goed herk<strong>en</strong>baar<br />

in het straatbeeld. De jong<strong>en</strong>s drag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zwarte jas<br />

met platte verzilverde knop<strong>en</strong>; de mouw<strong>en</strong> zijn van<br />

blauwe omslag<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Daar onder bevindt zich e<strong>en</strong><br />

vest dat bov<strong>en</strong> aan de hals eindigt in e<strong>en</strong> opstaand<br />

boordje dat met het vest één geheel vormt <strong>en</strong> blauw<br />

gekleurd is. Verder hebb<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> zwarte platte pet met<br />

e<strong>en</strong> blauwe band.<br />

De meisjes drag<strong>en</strong> oorspronkelijk bij slecht weer e<strong>en</strong><br />

cape. Maar omdat zij daarin <strong>haar</strong> arm<strong>en</strong> nauwelijk kund<strong>en</strong><br />

beweg<strong>en</strong> wordt deze al gauw vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />

lange zwarte mantel, waarvan de vrij korte mouw<strong>en</strong><br />

eindig<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> blauwe omslag. Op het achterhoofd<br />

hebb<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> mutsje dat met twee tul<strong>en</strong> bandjes onder<br />

de kin met e<strong>en</strong> knoopje wordt vastgemaakt. De jonge<br />

meisjes drag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wit hoog schort <strong>en</strong> op het hoofd e<strong>en</strong><br />

zwarte strohoed die versierd is met e<strong>en</strong> blauw lint. De<br />

oudere meisjes kled<strong>en</strong> zich op zondag met e<strong>en</strong> witte,<br />

geplooide halsdoek die met 50 speld<strong>en</strong> is vastgemaakt.<br />

47<br />

Het lev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> weeshuis speelt zich af binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

strikt regime met huisregels. De wees krijgt te mak<strong>en</strong><br />

met beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> dagritme. Zo is het verbod<strong>en</strong> op<br />

werkdag<strong>en</strong> uit te gaan zonder permissieloodje. Het<br />

loodje wordt door de portier uitgereikt. Daarmee is in één<br />

oogopslag te zi<strong>en</strong> welke wees buit<strong>en</strong>shuis verkeert. Bij<br />

terugkomst moet m<strong>en</strong> het loodje inlever<strong>en</strong>. Op zondag,<br />

na afloop van de kerkdi<strong>en</strong>st, is het toegestaan tot ’s<br />

avonds neg<strong>en</strong> uur familie te bezoek<strong>en</strong> of vrij te wandel<strong>en</strong>.<br />

Het onderwijs wordt gegev<strong>en</strong> door intern won<strong>en</strong>de<br />

leerkracht<strong>en</strong>.<br />

Soms slap<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> met z’n tweeën, drieën of zelfs<br />

vier<strong>en</strong> in één kribbe <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zaal. Deze situatie wordt<br />

ingegev<strong>en</strong> door voortdur<strong>en</strong>de krapte in de behuizing.<br />

Ondanks verbouwing<strong>en</strong> is dit midd<strong>en</strong> 19 de eeuw nog het<br />

geval. Het bedd<strong>en</strong>goed bestaat uit e<strong>en</strong> stromatras,<br />

ver<strong>en</strong> bedd<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoofdkuss<strong>en</strong>, linn<strong>en</strong> bedd<strong>en</strong>lak<strong>en</strong>s, <strong>en</strong><br />

al naar gelang het seizo<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> of twee woll<strong>en</strong> dek<strong>en</strong>s.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!