Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
een kerel, en toch, wat is <strong>de</strong> mens wanneer hij zo spreekt? <strong>Zij</strong> lachen<br />
over hun eigen domhe<strong>de</strong>n. ‘Nog nooit had er één zijn mond<br />
geopend!’ Voor hem niet, maar ook voor al <strong>die</strong> an<strong>de</strong>re begrafenismensen<br />
niet <strong>die</strong> er zoals hij over dachten. Dagelijks ging hij met <strong>de</strong><br />
do<strong>de</strong>n om; zij waren zijn vrien<strong>de</strong>n en hij was er niet angstig voor<br />
want hij ken<strong>de</strong> ze. Ze waren <strong>dood</strong>, maar hij ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> niet, al<br />
bracht hij het overschot naar zijn laatste rustplaats. Been<strong>de</strong>ren kon<strong>de</strong>n<br />
niet spreken, hoe eenvoudig was het. Aan een an<strong>de</strong>r en eeuwig<br />
leven dachten zij niet. Griezelig was alles wat met het spiritisme en<br />
<strong>de</strong> do<strong>de</strong>n had te maken en toch was het spiritisme het heiligste door<br />
God aan <strong>de</strong> mens gegeven. Arm spiritisme!<br />
Maar eens zullen ook hen <strong>de</strong> ogen wor<strong>de</strong>n geopend, doch eerst aan<br />
gene zij<strong>de</strong>. <strong>Zij</strong> zullen zien, horen en voelen dat ze eeuwig leven. Nog<br />
steeds was <strong>de</strong> <strong>dood</strong> een verschrikking en zaai<strong>de</strong> hij leed, smart en<br />
ellen<strong>de</strong>. Hij strooi<strong>de</strong> <strong>de</strong> mensen zand in <strong>de</strong> ogen en zij ston<strong>de</strong>n op<br />
kerkhoven te schreien en waren gebroken. <strong>Zij</strong> wisten niet beter, maar<br />
ze wil<strong>de</strong>n ook niet beter weten. Ze bleven doof, blind en gevoelloos.<br />
Het leven dat in het stoflichaam een bestaan had geleid, keer<strong>de</strong><br />
naar <strong>de</strong> eeuwigheid terug. Dan steun<strong>de</strong> het van<strong>uit</strong> <strong>die</strong> zij<strong>de</strong> <strong>de</strong> mensen<br />
<strong>die</strong> zich ermee wil<strong>de</strong>n verbin<strong>de</strong>n. Hoe dankbaar moest <strong>de</strong> mens<br />
zijn voor al dat schone. Het spiritisme had niets met <strong>de</strong> duivel te<br />
maken. Hier waren het hun vrien<strong>de</strong>n en gelief<strong>de</strong>n, <strong>die</strong> tot hen <strong>terugkeer<strong>de</strong>n</strong><br />
om hun te zeggen dat zij leef<strong>de</strong>n en gelukkig waren. Kon <strong>de</strong><br />
mens iets heiligers wor<strong>de</strong>n gegeven? Ik ken<strong>de</strong> een spiritisme, stralend<br />
als een zon, zuiver als het eeuwige leven zelf was.<br />
Geen moment zou ik eraan hebben gedacht dat Gerhard zo<br />
spoedig zou overgaan. Veertien dagen later was <strong>de</strong> <strong>dood</strong> tot hem<br />
gekomen. In één slag was hij weggevaagd, ver weg van vrouw en<br />
kind. Het monster ‘<strong>dood</strong>’ had ook hem getroffen. De spotter leef<strong>de</strong><br />
thans in het leven na <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Ik schrok toen het mij werd meege<strong>de</strong>eld.<br />
Hoe won<strong>de</strong>rlijk zijn Gods wetten, waarvan men nog zo weinig<br />
wist. Het was alsof men hem had geroepen en gezegd: ‘Kom<br />
vriend, zie en neem waar, zie of gij <strong>dood</strong> zijt, of er een eeuwig leven<br />
is. Neem waar, gij mens <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>, hier valt niets te verbergen; hier<br />
zult gij uzelf leren kennen. Zie en voel aan dat het eeuwige leven in<br />
u is.’<br />
99