23.09.2013 Views

Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor

Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor

Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

met zijn zweep op het voertuig en riep: ‘Klop, klop, klop’, en schater<strong>de</strong><br />

het <strong>uit</strong>.<br />

Ik beheerste mij.<br />

Hij voel<strong>de</strong> dat hij te ver ging en vroeg mij: ‘Ben je kwaad?’<br />

‘Op jou niet; mensen <strong>die</strong> zo spreken zeggen mij niets.’<br />

‘Dat kan ik mij in<strong>de</strong>nken’, zei hij, ‘maar ik vind het griezelig.’<br />

‘Zo, vind je het griezelig? Weet je, Gerhard, wat ik griezelig vind?’<br />

‘Wat dan?’<br />

‘Dat spotten van jou over <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n.’<br />

‘Wie spot er nu meer, jij of ik?’ Scherp kwamen zijn woor<strong>de</strong>n er<strong>uit</strong><br />

en hij ging ver<strong>de</strong>r: ‘Ie<strong>de</strong>re dag zien we nieuwe gezichten, maar niet<br />

één zegt er wat.’<br />

‘Begin je weer van voren af aan?’<br />

Hij was niet te overtuigen, hoe ernstig ik het ook meen<strong>de</strong>. Toch<br />

gaf ik mij zomaar niet gewonnen en zei tot hem: ‘Vergeet niet dat<br />

wanneer <strong>die</strong> wekker binnen in je weigert, je als een spotter dat leven<br />

binnentreedt. Hoe spoedig kan dat niet geschie<strong>de</strong>n? We zijn mensen<br />

van een secon<strong>de</strong> en dan sta je met bei<strong>de</strong> benen, zoals je nu bent, in<br />

<strong>de</strong> eeuwigheid, <strong>die</strong>p ongelukkig. Ik <strong>de</strong>nk dat je dan dat spotten wel<br />

zult laten.’<br />

Hij zei niets, zag voor zich <strong>uit</strong> en maakte zich gereed om te vertrekken.<br />

‘Kijk, daar heb je mijn mensen. Ben je kwaad?’<br />

Ik schud<strong>de</strong> van nee en hij riep mij nog toe: ‘Houd je goed, kerel,<br />

en geluk met <strong>de</strong> geesten.’<br />

Ik hoor<strong>de</strong> hem maar half, want ik was te veel in gedachten. Wat<br />

een spotter! Zo werd er over het heilig spiritualisme gedacht en <strong>de</strong><br />

spot mee gedreven. Geen slechte kerel, maar onkundig van <strong>de</strong> grote<br />

waarhe<strong>de</strong>n. Zo had ik hem nog nooit leren kennen. Dood was voor<br />

hem <strong>dood</strong> en van spiritisme wist hij niets af. Men moest <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n<br />

laten rusten. Het was het ou<strong>de</strong> liedje. Ik vond het droevig.<br />

Al <strong>die</strong> grote geleer<strong>de</strong>n <strong>die</strong> zich had<strong>de</strong>n opgeofferd waren zeker ook<br />

gek! Ik ken<strong>de</strong> Gerhard reeds jaren, maar zag hem haast nooit. Een<br />

prachtig gesprek, dacht ik, maar hij is niet te bereiken; hij wil niet<br />

bereikt wor<strong>de</strong>n. Hij kent <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, maar <strong>de</strong> <strong>dood</strong> zal voor hem dóód<br />

blijven. Hoe eenvoudig was het voor hem om niet an<strong>de</strong>rs te gaan<br />

<strong>de</strong>nken; zo <strong>de</strong>nkend leef<strong>de</strong> men het gemakkelijkst. Een boom van<br />

98

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!