Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
door mijn hulp, dus door onze kracht kun je zo aanstonds met<br />
Jeanne spreken. Jeanne leeft, Jeanne blijft leven, en omdat zij leeft is<br />
het mogelijk met haar te spreken, al is zij ver van haar aardse bewustzijn<br />
verwij<strong>de</strong>rd.’<br />
Ik kon geen woor<strong>de</strong>n vin<strong>de</strong>n, dat alles was te <strong>die</strong>pzinnig voor mij.<br />
‘In een flits’, hoor<strong>de</strong> ik Alcar zeggen, ‘kan ik je nu verbin<strong>de</strong>n, doch<br />
ik wil<strong>de</strong> dat je al <strong>de</strong>ze overgangen en <strong>de</strong> <strong>die</strong>pte van haar slaap zou<br />
beleven. Haar geesteslichaam leeft reeds in <strong>de</strong> geest en omdat ik aan<br />
<strong>de</strong>ze zij<strong>de</strong> leef en haar afstemming ken, kan ik jou met haar verbin<strong>de</strong>n.<br />
Nogmaals, alleen door geestelijke inwerking van onze zij<strong>de</strong> is dit<br />
won<strong>de</strong>r tot stand te brengen. Ik wil je hierdoor tevens dui<strong>de</strong>lijk<br />
maken dat in wezen feitelijk geen bewusteloosheid bestaat. Haar<br />
bewusteloosheid betekent dat zij het geestelijke leven binnentreedt.<br />
Het voertuig heeft dus het stoflichaam verlaten, het leeft aan <strong>de</strong>ze<br />
zij<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>r en is het geesteslichaam. Jeanne verkeert in een voor haar<br />
onbeken<strong>de</strong> toestand, doch ik zie waarin zij leeft en ken al <strong>de</strong>ze wetten.<br />
Straks zal zij <strong>de</strong>ze afstemming zien, wanneer zij in dit leven bewustwordt.’<br />
Ach, wat is dat heerlijk, dacht ik, te <strong>die</strong>p voor een menselijk begrip;<br />
dit kan een mens niet bevatten.<br />
‘Doch niettemin waarheid en natuur’, hoor<strong>de</strong> ik Alcar zeggen. ‘In<br />
ons liggen al <strong>die</strong> wetten, wij zijn het zelf; het zijn lief<strong>de</strong>krachten <strong>die</strong><br />
<strong>de</strong> mens bezit.’<br />
Ik voel<strong>de</strong> nu een grote rust in mij komen. Het was <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> rust<br />
van <strong>de</strong> geest <strong>die</strong> ik aan gene zij<strong>de</strong> voel<strong>de</strong> wanneer ik met mijn lei<strong>de</strong>r<br />
in <strong>de</strong> sferen vertoef<strong>de</strong>. Toch was Jeanne nog met haar stoflichaam<br />
verbon<strong>de</strong>n. Wanneer dit koord, het was een verlicht zilveren snoer,<br />
zoals ik dui<strong>de</strong>lijk waarnam, zou breken, zou zij sterven en haar stoflichaam<br />
kunnen verlaten; eer<strong>de</strong>r was dit niet mogelijk. Dan eerst was<br />
zij voor <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> gestorven en ik begreep nu <strong>de</strong> gehele betekenis van<br />
het grote probleem.<br />
Nu voel<strong>de</strong> ik een zacht verlangen in mij komen en toen ik mij op<br />
Jeanne concentreer<strong>de</strong>, wist ik dat het van haar afkomstig was. Jeanne<br />
was ingeslapen met gedachten aan mij. Hoe won<strong>de</strong>rlijk, hoe heerlijk<br />
was dit gebeuren. Voor <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>, voor haar zusters en broe<strong>de</strong>rs, was<br />
zij reeds onbereikbaar. Wie wist ooit waaraan sterven<strong>de</strong>n dachten?<br />
72