Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lijke uren <strong>die</strong> zullen komen en ook bij haar aankomst in <strong>de</strong> sferen.<br />
‘Vraag me maar iets’, zei ik, ‘wat je gaarne zou willen weten.’<br />
Ze hoef<strong>de</strong> niet lang na te <strong>de</strong>nken; reeds op hetzelf<strong>de</strong> ogenblik<br />
vroeg ze: ‘Als ik sterf, zie ik dan aanstonds moe<strong>de</strong>r en Greetje?’<br />
‘Ja, je zult hen zien.’<br />
‘Heerlijk, wat zal ik blij zijn. Zeer nieuwsgierig ben ik hoe alles<br />
daar aan <strong>de</strong> overzij<strong>de</strong> is. Zullen ze mij opwachten?’<br />
Het mankeer<strong>de</strong> er nog maar aan, dacht ik, dat ze vroeg of ze haar<br />
zou<strong>de</strong>n komen halen? Ik hoef<strong>de</strong> haar echter niet veel te vertellen daar<br />
zij zelf reeds ver<strong>de</strong>r ging.<br />
‘Wil je wel geloven dat ik er reeds naar verlang? Wat heb ik op <strong>de</strong>ze<br />
wereld? Niets! Steeds alleen met mijn zuster, waarmee je nergens over<br />
kunt praten. Dan <strong>die</strong> rust, <strong>die</strong> ontzaglijke rust, waar ze zoveel over<br />
schrijven. O, <strong>die</strong> stilte! Heb jij <strong>die</strong> daar ook gevoeld? Het is bijna niet<br />
te geloven, maar ik voel toch dat het zo zal zijn. En dan eeuwig, eeuwig<br />
ben je verbon<strong>de</strong>n! <strong>Jozef</strong>, <strong>de</strong>nk je dat nu eens in. Je benijdt me<br />
zeker dat ik heen zal gaan?’<br />
Jeanne was een wijsgeer, hoever gingen haar gedachten. Van <strong>de</strong> ene<br />
verwon<strong>de</strong>ring viel ik in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. Zelf zou ik liefst willen sterven.<br />
Het schoonste wat men mij op aar<strong>de</strong> zou kunnen geven, was <strong>de</strong><br />
<strong>dood</strong>. Maar ook in haar was <strong>die</strong> kracht. En toch was zij niet in <strong>de</strong> sferen<br />
geweest, was geen zienster en bezat niet <strong>die</strong> grote verbinding <strong>die</strong><br />
ik bezat. Ik voel<strong>de</strong> echter waarom zij zo zeker in alles was. Steeds<br />
meer na<strong>de</strong>r<strong>de</strong> zij haar reis en hoe meer <strong>die</strong> tijd na<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, <strong>de</strong>s te gevoeliger<br />
werd zij. Het was heel natuurlijk, zo moesten alle mensen zijn;<br />
ze zou<strong>de</strong>n zich moeten overgeven, dan was <strong>de</strong> <strong>dood</strong> geen kwelling,<br />
maar een reis naar <strong>de</strong> eeuwigheid.’<br />
‘Wat zal moe<strong>de</strong>rtje mij verknoe<strong>de</strong>len, <strong>Jozef</strong>.’<br />
‘Wat zeg je?’<br />
‘Verknoe<strong>de</strong>len’, herhaal<strong>de</strong> ze. ‘Dat is een woord van haar, een<br />
woord zoals vele mensen hebben om er iets liefs mee <strong>uit</strong> te drukken.<br />
Ik ga in het hiernamaals bij een hoge berg wonen, dan kan ik naar<br />
boven wanneer ik zelf wil. Kan dat?’<br />
‘Ook dat is mogelijk. De mens bouwt zich in <strong>de</strong> sferen zijn eigen<br />
woning. Op aar<strong>de</strong> zijn we daar reeds aan begonnen, tenminste, zij <strong>die</strong><br />
zich geestelijk willen verrijken. An<strong>de</strong>ren leven in duisternis en kou<strong>de</strong><br />
62