Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘Maar nu het merkwaardige van alles. Meestal droom<strong>de</strong> ik en zag<br />
dan <strong>de</strong> mensen voor mij en ik wist steeds waarover ik had gedroomd.<br />
Ja, ik ken<strong>de</strong> vele mensen <strong>die</strong> op reis moesten. Soms hoor<strong>de</strong> ik het<br />
reeds enkele dagen later en dacht erover na of dat met mijn droom<br />
verband zou kunnen hou<strong>de</strong>n. Dat kan toch niet? Wat <strong>de</strong>nk jij ervan?’<br />
‘Wat ik ervan <strong>de</strong>nk, zal ik je zeggen. In <strong>de</strong> eerste plaats is dat mogelijk.<br />
Het zijn opgeleg<strong>de</strong> dromen. Dromen <strong>die</strong> je door intelligenties,<br />
dus geesten, zijn gegeven. Ik, voor mij, voel en zie dat het niet an<strong>de</strong>rs<br />
is. Dat je vele mensen op reis zag gaan, betekent dat men jou dat van<br />
tevoren wil<strong>de</strong> doorgeven, dus vertellen, waardoor je beleef<strong>de</strong> dat zij<br />
zou<strong>de</strong>n heengaan. Die dromen zijn wel merkwaardig, je had ze moeten<br />
vastleggen.’<br />
‘On<strong>de</strong>r hen <strong>die</strong> ik zag heengaan, waren verschillen<strong>de</strong> familiele<strong>de</strong>n<br />
en daarvan ben ik hevig geschrokken.<br />
Als ik op reis moet, dan hoop ik maar dat er veel bergen om mij<br />
heen zijn, want ik houd van bergen. Ik klim er dan bovenop en zie<br />
van daar<strong>uit</strong> <strong>de</strong> gehele omgeving. Dat is heerlijk! Als kind reeds klom<br />
ik overal op en dan moest moe<strong>de</strong>r mij er weer afhalen, want ik verrichtte<br />
vaak halsbreken<strong>de</strong> toeren. Als ik dan ergens bovenop was<br />
geklommen, vertel<strong>de</strong> ik moe<strong>de</strong>r wat ik zo dacht te zien. Ja, dat waren<br />
mooie momenten met moe<strong>de</strong>rtje zo tezamen. Nee <strong>Jozef</strong>, ik ben niet<br />
angstig wanneer ik op reis moet.’<br />
‘Waar heb je al <strong>die</strong> wijsheid vandaan, Jeanne, <strong>uit</strong> boeken?’<br />
‘Niet alles, maar ik voel veel voor <strong>de</strong> natuur en ik zei je reeds dat<br />
ik van moe<strong>de</strong>r veel heb geleerd. Ik zal je eens wat vertellen, dan weet<br />
je meteen waarom ik niet angstig meer ben voor <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Dat bedoel<br />
je toch, hË, <strong>Jozef</strong>?’<br />
‘Ja’, zei ik, ‘dat bedoel ik.’<br />
‘Vroeger, als kind, zag ik heel veel, maar nadat ik wat ou<strong>de</strong>r werd<br />
heb ik weinig meer gezien. Waarvan ik je wil vertellen, is nog niet zo<br />
lang gele<strong>de</strong>n gebeurd. Toen was ik zeer angstig, want het gebeur<strong>de</strong> zo<br />
onverwachts. Ze <strong>de</strong>nken hier wel dat ik gek ben, of dat het hallucinaties<br />
zijn, maar ik weet wat ik zag. Ik houd me niet met hallucinaties<br />
op, want ik ben veel te nuchter. Een mens <strong>die</strong> er nu eenmaal niet<br />
in gelooft en zelf niets kan zien, <strong>de</strong>nkt dat je je iets verbeeldt. Maar<br />
luister.<br />
53