Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ook ik nog niet. Als het nodig is, zal ik het u zeggen.’<br />
De daaropvolgen<strong>de</strong> keer beleef<strong>de</strong> ik an<strong>de</strong>re won<strong>de</strong>ren.<br />
Toen ik binnentrad, vroeg men mij te wachten. Er was een priester<br />
<strong>uit</strong> Parijs overgekomen, maar <strong>de</strong> zieke gaf hem maar één minuut.<br />
Ik glimlachte en voel<strong>de</strong> dat hij van <strong>de</strong> tijd <strong>die</strong> ik bij hem zou zijn,<br />
geen secon<strong>de</strong> wil<strong>de</strong> missen. Na een minuut werd ik reeds geroepen<br />
en trad ik <strong>de</strong> ziekenkamer binnen. De patiënt was zeer verheugd en<br />
brand<strong>de</strong> van verlangen om mij iets te zeggen. Ik voel<strong>de</strong> dit zodra ik<br />
hem zag.<br />
‘Luister’, zei hij, ‘ga zitten. Ik heb gezweefd, <strong>Jozef</strong>, heel, heel hoog,<br />
zoals jij. Prachtig was het. Mooie dingen gezien.’<br />
Telkens wachtte hij even om weer op a<strong>de</strong>m te komen en om te zien<br />
hoe verwon<strong>de</strong>rd ik wel zou zijn. Hij was zeer, zeer gelukkig. Toen<br />
sprak hij ver<strong>de</strong>r. ‘Ik zag bloemen, o, zo mooi. Niet hier, nee, hier zijn<br />
ze niet zo mooi. Deze waren an<strong>de</strong>rs. Ik hoor<strong>de</strong> ook zingen, prachtig<br />
zingen, heel mooi.’<br />
Ik schrok. Zou hij dan toch dat gezang hebben gehoord?<br />
‘Prachtig zingen’, zei hij weer, ‘o, zo heerlijk. Mooie stemmen.’<br />
Won<strong>de</strong>rlijk, dacht ik, <strong>de</strong> man is hel<strong>de</strong>rhorend, hel<strong>de</strong>rziend en hel<strong>de</strong>rvoelend<br />
medium gewor<strong>de</strong>n. Op het laatst van zijn leven waren <strong>die</strong><br />
gaven blijkbaar tot hem gekomen. Ik begreep dit volkomen. <strong>Zij</strong>n<br />
gevoel ging in <strong>de</strong> geest over. Geen won<strong>de</strong>r dat hij gelukkig was.<br />
Zo zag en hoor<strong>de</strong> ik het steeds bewust, maar wanneer ik daarvan vertel<strong>de</strong>,<br />
kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen het niet geloven. Hij, <strong>de</strong> priester, was nu<br />
met het eeuwige leven verbon<strong>de</strong>n gewor<strong>de</strong>n. Toen hij <strong>uit</strong>gesproken<br />
was, ston<strong>de</strong>n hem <strong>de</strong> tranen in <strong>de</strong> ogen, zo had het hem ontroerd.<br />
‘Veel mensen heb ik gezien’, begon hij weer opnieuw. ‘Prachtig,<br />
prachtig, mooie stemmen.’<br />
Daarbij keek hij naar <strong>de</strong> Christus, om Gods Zoon voor alles te<br />
danken. Als gewoonlijk nam ik naast hem plaats en behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hem.<br />
Alcar zei mij op te letten, er zou mij weer iets getoond wor<strong>de</strong>n. De<br />
priester voel<strong>de</strong> ik on<strong>de</strong>r mijn han<strong>de</strong>n wegzinken. Plotseling zag ik<br />
een lichtschijnsel en in dat licht manifesteer<strong>de</strong> zich een stralend<br />
wezen. Het werd steeds dichter, zodat ik het dui<strong>de</strong>lijk waar kon<br />
nemen. Het verplaatste zich van het hoofd- naar het voeteneind en<br />
maakte mij dui<strong>de</strong>lijk dat ik goed zag en voel<strong>de</strong>. Nu zag ik in dat licht<br />
30