Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ust gelaten willen wor<strong>de</strong>n, wat doen zij dan hier?<br />
‘Wij willen u helpen’, zei <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r.<br />
‘Ik weet wat dat helpen betekent’, zei zij en begon weer opnieuw<br />
te jammeren.<br />
<strong>Zij</strong> kromp ineen bij ie<strong>de</strong>re tred <strong>die</strong> wij haar na<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n.<br />
‘Gij vervloekte mannen, dat helpen ken ik. Gij allen zijt vervloekt.<br />
Ge wilt ons bezitten en dan als vod<strong>de</strong>n achterlaten. Ik stik liever’, zei<br />
zij.<br />
Ik begreep dat haar ziel was verscheurd en dat haar hart bloed<strong>de</strong>.<br />
Maar hoe wij ook probeer<strong>de</strong>n haar te overtuigen, zij wil<strong>de</strong> niet.<br />
‘Ad<strong>de</strong>rgebroedsel, hon<strong>de</strong>n, <strong>die</strong>rlijke gedrochten, ik stik liever’, zei<br />
zij nogmaals, ‘met geweld, maar dan over mijn lijk.’<br />
Om Godswil, dacht ik, wat heeft zij beleefd, maar ik kon alles wel<br />
ra<strong>de</strong>n en vond het afschuwelijk. De broe<strong>de</strong>r werkte door concentratie<br />
op haar in en daardoor werd zij wat kalmer. Ik stond voorovergebogen<br />
en sprak tot haar. Wat er om mij heen en achter mij geschied<strong>de</strong>,<br />
kon ik niet waarnemen. Ik was te veel in mijn werk ver<strong>die</strong>pt om<br />
haar te helpen, dat ik daarop zou hebben kunnen letten. Plotseling<br />
stiet zij een vreselijk geschreeuw <strong>uit</strong> en voordat ik erop bedacht was,<br />
waren wij bei<strong>de</strong>n besprongen. <strong>Zij</strong> schreeuw<strong>de</strong> van smeerlappen en<br />
onge<strong>die</strong>rte, maar al haar geschreeuw ging in dit tumult verloren. Een<br />
wild <strong>uit</strong>ziend menselijk beest had mij en haar in zijn klauwen. Ik<br />
rol<strong>de</strong> op <strong>de</strong> grond en over haar heen en klampte mij aan haar vast,<br />
want ik wil<strong>de</strong> haar niet loslaten. Intussen beukte ik op het <strong>die</strong>r in,<br />
maar het was alsof een vlieg een olifant wil<strong>de</strong> aanvallen; ik had niets<br />
in te brengen. Ik raakte mijn bewustzijn kwijt en wat er ver<strong>de</strong>r met<br />
ons bei<strong>de</strong>n gebeur<strong>de</strong>, dat weet ik niet meer.<br />
In een stille buurt, in een an<strong>de</strong>re omgeving en bevrijd van <strong>die</strong> donkere<br />
hel, kwam ik weer tot bewustzijn. De arme vrouw was nog<br />
steeds bewusteloos. Het monster had mijn keel bijna dichtgedrukt en<br />
ik vroeg aan <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r wat er was geschied.<br />
‘Wij zijn door an<strong>de</strong>re broe<strong>de</strong>rs bevrijd’, zei hij, ‘en wij bevin<strong>de</strong>n<br />
ons in een an<strong>de</strong>re sfeer.’<br />
‘Goddank’, zei ik. ‘Kunnen ze ons hier niet bereiken?’<br />
‘Nee, dat is niet mogelijk!’<br />
‘Waar is dat <strong>die</strong>r?’ hoor<strong>de</strong>n wij haar vragen.<br />
211