Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Wij droegen hem ver <strong>uit</strong> <strong>de</strong> buurt en wachtten af totdat hij tot<br />
bewustzijn zou zijn gekomen. De broe<strong>de</strong>r naast mij, <strong>die</strong> reeds enige<br />
malen was afgedaald, bestraal<strong>de</strong> hem. Daar zou ik niet aan hebben<br />
gedacht en toch was mij dit op school verteld, evenals alles wat ik in dit<br />
leven zou beleven. Men ken<strong>de</strong> in <strong>de</strong> hogere sferen dit leven precies.<br />
Diepe rimpels lagen in het gelaat van <strong>de</strong> man en als een oud wild<br />
<strong>die</strong>r zag <strong>de</strong>ze mens er<strong>uit</strong>. Hoe ver was hij afgedaald, welke zon<strong>de</strong>n<br />
had hij misdreven? Hij schrei<strong>de</strong> en riep om zijn moe<strong>de</strong>r toen hij weer<br />
wat bijkwam. Door magnetische bestraling was hij weer spoedig tot<br />
bewustzijn gekomen. Deze stralen doen in dit leven won<strong>de</strong>ren. Wat<br />
is het vreselijk te moeten horen dat een stokou<strong>de</strong> man om zijn moe<strong>de</strong>r<br />
roept. Hoe vreselijk vond ik dat.<br />
‘O, help mij’, jammer<strong>de</strong> hij. ‘O, dat onge<strong>die</strong>rte!’<br />
‘Wij willen u helpen’, zei <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r tegen hem, ‘kom, volg ons!’<br />
De verongelukte keek ons aan, zijn ogen waren met bloed doorlopen.<br />
Hij bleef ons echter aankijken.<br />
Plotseling riep hij <strong>uit</strong>: ‘Ga weg van mij, ga heen, laat mij met rust.’<br />
Hij slinger<strong>de</strong> ons verschillen<strong>de</strong> scheldwoor<strong>de</strong>n en verwensingen<br />
toe en wij zou<strong>de</strong>n zijn vernietigd als zijn woor<strong>de</strong>n in da<strong>de</strong>n waren<br />
omgezet. Wij <strong>de</strong><strong>de</strong>n echter alsof wij het niet hoor<strong>de</strong>n en trachtten<br />
hem tot kalmte te brengen.<br />
‘Wij zijn vrien<strong>de</strong>n’, zei <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r tegen hem, maar vrien<strong>de</strong>n had<br />
hij blijkbaar nog niet ontmoet. Hij keek ons aan als wil<strong>de</strong> hij ons verscheuren.<br />
Nu zag ik eerst in hoe moeilijk het was om <strong>de</strong>ze mensen<br />
van een an<strong>de</strong>r leven te overtuigen. Hij ging op hetgeen wij zei<strong>de</strong>n<br />
niet in en schreeuw<strong>de</strong> maar, hem met rust te laten. Hij schold en vervloekte<br />
ons allen, zelfs God, en voordat wij erop bedacht waren, was<br />
hij opgesprongen en <strong>uit</strong> onze ogen verdwenen. Weer had <strong>de</strong> duisternis<br />
hem opgeslokt en zijn oud, maar nieuw leven ging weer van voren<br />
af aan beginnen.<br />
Mijn eerste les had ik ontvangen, ik had een mens willen helpen,<br />
maar <strong>de</strong>ze wil<strong>de</strong> niet geholpen wor<strong>de</strong>n. Hoe wij ook tot hem had<strong>de</strong>n<br />
gesproken, het gaf niets.<br />
Wij losten weer in <strong>de</strong> massa op en op <strong>de</strong> hoek van een straat, in een<br />
donkere nis, zagen wij een an<strong>de</strong>r mens. Zou hij hulp nodig hebben?<br />
Ik trad op het wezen toe en begon hem toe te spreken. Het was een<br />
209