Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Terug naar <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>.<br />
Om mij heen was meer licht en ik zei reeds dat mijn woning open<br />
bleef; ze zou nu eeuwig open blijven. Ik begreep mijn toestand<br />
geheel; niets was er meer vreemd en onbegrijpelijk voor mij.<br />
Nu verlang<strong>de</strong> ik naar mijn gelief<strong>de</strong>n. Ik trachtte mij een <strong>de</strong>nkbeeld<br />
van <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> te vormen, maar ik moest ophou<strong>de</strong>n daar ik niet wist<br />
waar ik moest beginnen. Waar was <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>, <strong>de</strong> planeet waarop ik<br />
had geleefd? Hoe maakten mijn gelief<strong>de</strong>n het en hoelang was ik reeds<br />
<strong>dood</strong>? Leef<strong>de</strong>n zij allen nog, mijn vrouw en mijn kind? Waren ze<br />
gezond?<br />
De broe<strong>de</strong>r wist dat ik een kind bezat! Het kwam mij voor dat ik<br />
reeds geruime tijd hier vertoef<strong>de</strong>. Wat was ik al veran<strong>de</strong>rd en toch<br />
had ik nog niets gedaan en zo weinig bereikt. Alleen had ik geleerd<br />
aan mijzelf te werken, meer niet. Toch dacht ik nu an<strong>de</strong>rs en het<br />
kostte mij geen moeite want ik was niet meer verward. Die strijd was<br />
ondragelijk geweest; langer had hij niet moeten duren. Nu begreep<br />
ik <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r volkomen. Maar <strong>de</strong> <strong>die</strong>pte van het eeuwige leven kon<br />
ik nog niet peilen, dat had ik nog te leren. Hoe eenvoudig was alles,<br />
maar toch zo moeilijk.<br />
Wat had<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> mensen niet af te leggen, <strong>die</strong> maar raak leef<strong>de</strong>n,<br />
en dan zij <strong>die</strong> nergens lief<strong>de</strong> voor voel<strong>de</strong>n? Wat had<strong>de</strong>n ze veel<br />
goed te maken. Nu reeds had ik me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n met hen, het waren arme<br />
mensen wanneer zij hier zou<strong>de</strong>n aankomen. O, ik ril<strong>de</strong> ervan als ik<br />
aan hen dacht. Ik was slechts een kind in het kwaad, had geen groot<br />
kwaad gedaan, en toch moest ik zoveel afleggen. Op aar<strong>de</strong> gun<strong>de</strong> ik<br />
elkeen zijn geluk, hunker<strong>de</strong> niet naar rijkdom, maar leef<strong>de</strong> mijn<br />
eigen aardse bestaan. Ja, aards was het, ik voel<strong>de</strong> het en begreep nu<br />
het grote en machtige verschil in bei<strong>de</strong> levens. Slecht was ik niet<br />
geweest, maar ook niet goed. Ik leef<strong>de</strong> tussen <strong>de</strong> stoffelijke en <strong>de</strong><br />
geestelijke afstemming in, zweef<strong>de</strong> in <strong>de</strong> ruimte en had geen geestelijke<br />
grond on<strong>de</strong>r mijn voeten. In <strong>die</strong>zelf<strong>de</strong> toestand kwam ik hier<br />
aan en had nu al dat aardse, dat nietszeggen<strong>de</strong> afgelegd.<br />
Al mijn vrien<strong>de</strong>n en kennissen <strong>die</strong> zoals ik arm van geest waren, zag<br />
ik aan mijn geestesogen voorbijgaan. Hoe voel<strong>de</strong>n zij zich, <strong>die</strong> ongelukkigen?<br />
Ie<strong>de</strong>re zondag gingen zij naar <strong>de</strong> kerk, en toch, ik wist het<br />
159