Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
te wor<strong>de</strong>n als je je niet kalm houdt! Waarom maak je je zo kwaad?’<br />
Ja, om wat eigenlijk? Ik voel<strong>de</strong> mij stil wor<strong>de</strong>n, heel stil, doch ging<br />
ver<strong>de</strong>r: ‘Ben je <strong>dood</strong>, of leef je?’ Ja, ik was <strong>dood</strong> en ik leef<strong>de</strong> tegelijk.<br />
Nu hoor<strong>de</strong> ik, als zoëven, een stem <strong>die</strong> in mij sprak en <strong>die</strong> zei:<br />
‘Zegt dit je dan niets?’ Ja, het zei mij heel veel, maar wat? Van wie<br />
kwamen <strong>de</strong>ze gedachten? De mijne waren het in geen geval, maar van<br />
wie dan?<br />
Ik kreeg hier geen antwoord op en begon weer opnieuw. Als ik dan<br />
toch <strong>dood</strong> was, wat kon<strong>de</strong>n mij <strong>die</strong> praatjes op aar<strong>de</strong> dan nog schelen?<br />
Ik was daar toch niet meer en er werd daar immers altijd achter<br />
<strong>de</strong> rug van <strong>de</strong> mensen gesproken? De mensen waren gemeen, en<br />
moest ik mij daarom kwaad maken? Ging mij dit nog iets aan?<br />
Vreemd, nu ik wat kalmer was gewor<strong>de</strong>n, voel<strong>de</strong> ik geen dorst, geen<br />
pijn en mijn ziekte was vermin<strong>de</strong>rd. Alles was bijna verdwenen nu ik<br />
rustig dacht. Ook het licht veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, want het was niet meer zo<br />
duister.<br />
‘Houd je nu rustig’, zei ik tegen mijzelf, laat het je niet weer overvallen.<br />
Blijf kalm, Gerhard, je bent op <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> weg; het raadsel zal<br />
zich voor je oplossen. Denk, maar blijf rustig.’<br />
Er werd in mij iets wakker en ik voel<strong>de</strong> daardoor een zeker geluk<br />
in mij komen. Nog was ik rustig, maar durf<strong>de</strong> bijna niet te <strong>de</strong>nken,<br />
angstig als ik was voor dat wat mij weer razend kon maken. Ik leg<strong>de</strong><br />
een muur van zelfbehoud om mij heen, want ik wil<strong>de</strong> voor niets in<br />
<strong>die</strong> vorige toestand terugvallen. Ik stond te beven op mijn benen.<br />
‘Blijf zoals ge nu bent, Gerhard, houd vast!’ Ik sprak onwillekeurig<br />
broe<strong>de</strong>rs woor<strong>de</strong>n na. ‘Houd vast dat gij met <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> niets meer te<br />
maken hebt, dan zul je zover komen.’ Vele malen herhaal<strong>de</strong> ik <strong>de</strong>ze<br />
woor<strong>de</strong>n en het lukte mij kalm te blijven.<br />
Toch moest ik <strong>de</strong>nken, an<strong>de</strong>rs kwam ik niet ver<strong>de</strong>r. Ik wil<strong>de</strong> hier<br />
<strong>uit</strong>, zo spoedig mogelijk moest ik alles weten. Ik voel<strong>de</strong> dat hier iets<br />
moest wor<strong>de</strong>n <strong>uit</strong>gevochten en dacht aan mijn vrouw en <strong>die</strong> an<strong>de</strong>r,<br />
<strong>die</strong> ik niet had gezien. Wat zij met elkaar had<strong>de</strong>n besproken, was verschrikkelijk,<br />
maar had ik iets daarmee te maken? Als ik op aar<strong>de</strong> was<br />
geweest, wat zou ik dan hebben gedaan? Het haar bewijzen door met<br />
haar te praten. Juist, ik zou praten, maar zou ik daarmee iets bereiken?<br />
Wanneer zij mij niet geloof<strong>de</strong>, kon ik daaraan niets veran<strong>de</strong>ren en<br />
154