Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Zij die terugkeerden uit de dood - Jozef Rulof.pdf - Overspoor
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
leven te overtuigen en het eeuwige aan u dui<strong>de</strong>lijk te maken. U zult<br />
dus moeten ontwaken en dat ontwaken is het zich aanpassen aan, het<br />
overgaan in, het in bezit nemen van <strong>de</strong>ze sfeer.’<br />
‘Ik zal alles doen’, zei ik, ‘om mij aan te passen.’<br />
‘Dank u’, zei <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r, en ik voel<strong>de</strong> dat hij het goed met mij<br />
meen<strong>de</strong>. Toen vervolg<strong>de</strong> hij: ‘Nu gaan we reeds voor<strong>uit</strong>; <strong>die</strong> weg moet<br />
u blijven gaan. In <strong>de</strong> eerste plaats moet gij u kunnen beheersen.’<br />
‘Ja’, zei ik, ‘ik zal mij rustig hou<strong>de</strong>n. Mag ik nu opstaan, ik voel mij<br />
zo heerlijk?’<br />
‘U kunt het proberen.’<br />
Proberen, dacht ik, zou ik niet kunnen lopen? Ik had toch reeds<br />
gelopen! Ik maakte mij gereed om op te staan, maar ik had nog geen<br />
voet op <strong>de</strong> grond of een duizeling overviel mij en ik voel<strong>de</strong> mijn keel<br />
weer opzetten en <strong>de</strong> koorts terugkeren. Verschrikkelijk, dacht ik, wat<br />
zal er nu weer gebeuren, was ik nog niet genezen? Ik had een ontzetten<strong>de</strong><br />
pijn en om al <strong>die</strong> narigheid vloekte ik innerlijk. Zou ik dan niet<br />
beter wor<strong>de</strong>n?<br />
De broe<strong>de</strong>r keek mij aan en zei: ‘Vloek niet, gij vervloekt uzelf,<br />
gij vervloekt uw eigen leven. Als dat <strong>de</strong> mensen maar eens wil<strong>de</strong>n<br />
weten en aanvaar<strong>de</strong>n. Gij vervloekt God, want uw leven is<br />
God<strong>de</strong>lijk. Gij vervloekt uw eeuwige afstemming.’<br />
Ik schrok, hij had mij immers niet horen vloeken, maar ik was vergeten<br />
dat <strong>de</strong> man alles wist.<br />
‘Heb een weinig eerbied voor uw eigen leven. Zo is <strong>de</strong> mens en <strong>die</strong><br />
gedachten zijn aards en stoffelijk. Zo vervloekt u <strong>de</strong> rust <strong>de</strong>s geestes<br />
en het leven, en al dat leven is God. Gij vervloekt dus uw God<strong>de</strong>lijke<br />
Va<strong>de</strong>r en dat is verkeerd, mijn vriend. Ik zou uren kunnen doorgaan<br />
om u het verkeer<strong>de</strong> hiervan dui<strong>de</strong>lijk te maken, doch laat dit voldoen<strong>de</strong><br />
zijn. Zoals gij ziet, kunt gij u nog steeds niet op eigen krachten<br />
voortbewegen.’<br />
‘Maar ik <strong>de</strong>ed het toch toen ik alleen was; ik wan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hier heen<br />
en weer en voel<strong>de</strong> niets.’<br />
De broe<strong>de</strong>r glimlachte en zei: ‘Dat alles <strong>de</strong>ed gij op mijn krachten.’<br />
‘Op uw krachten?’ vroeg ik verwon<strong>de</strong>rd. Hoe kan dat? Ik, op zijn<br />
krachten leven en bewegen? Maar ver<strong>de</strong>r kwam ik niet want het was<br />
voor mij een raadsel.<br />
125