23.09.2013 Views

2 - Pfaff

2 - Pfaff

2 - Pfaff

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

creative<br />

Gebruikershandleiding<br />

2170


VEILIGHEIDSINSTRUCTIES<br />

Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28.<br />

Elektrische aansluiting<br />

Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.<br />

Opmerkingen over de veiligheid<br />

• Laat kinderen niet spelen met de naaimachine.<br />

Let goed op wanneer deze naaimachine wordt gebruikt door of in de buurt van kinderen.<br />

• Een naaimachine mag nooit zonder toezicht met de stekker in het stopcontact blijven staan.<br />

• Verwijder direct na gebruik en voordat u de machine schoonmaakt de stekker van de naaimachine uit<br />

het stopcontact.<br />

• Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald, zoals een<br />

draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, een andere naaivoet plaatsen en dergelijke.<br />

• Gebruik de naaimachine nooit als het snoer of de stekker beschadigd zijn.<br />

• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de<br />

naaimachinenaald.<br />

• Gebruik deze naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor de naaimachine bedoeld is en zoals<br />

die worden beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent zijn<br />

aanbevolen zoals in deze handleiding wordt beschreven.<br />

• Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het lampje vervangt. Vervang het lampje door het<br />

zelfde type (voltage en watt).<br />

Let op! Dit product moet op een veilige manier<br />

gerecycled worden volgens de geldende nationale<br />

wetgeving voor elektrische/elektronische producten.<br />

Raadpleeg bij twijfel uw leverancier voor advies.


Van harte gefeliciteerd!<br />

Gefeliciteerd met uw keuze voor een <strong>Pfaff</strong> creative 2170!<br />

Als naailiefhebber bent u in het bezit gekomen van één van de meest<br />

geavanceerde en innovatieve naai- en borduurmachines ter wereld;<br />

met deze machine kunt u al uw creatieve ideeën op onvoorstelbaar<br />

eenvoudige wijze uitvoeren.<br />

Als naaien – zonder enig compromis – uw leven is, dan is deze machine<br />

het geheim voor het maken van prachtige kleding, kledingaccessoires<br />

en huistextiel.<br />

Houdt u van borduren of wilt u unieke details maken?<br />

Fantastisch! Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 zorgt ervoor, dat naaien en<br />

borduren iets heel nieuws zal worden – en de bediening is zo<br />

eenvoudig!<br />

Schakel de machine in en kijk hoe hij oplicht. Het touch-onkleurenscherm<br />

heet u welkom in de wereld van de onbeperkte<br />

creatieve mogelijkheden. Om contact te maken voldoet een lichte<br />

vingerdruk.<br />

Neem voordat u aan de slag gaat de tijd om deze<br />

gebruikershandleiding door te lezen. Het beste volgt u de informatie<br />

direct vanaf uw nieuwe <strong>Pfaff</strong> creative 2170. Dit is de eenvoudigste<br />

manier om haar veelzijdige creatieve mogelijkheden te ontdekken.<br />

Maar we houden u niet langer op. Geef uw verbeelding de ruimte.<br />

Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 zal een betrouwbare partner worden bij al uw<br />

gewaagde naaiwerkzaamheden. Onze gespecialiseerde dealers zullen u<br />

natuurlijk ook altijd met plezier willen adviseren. Geniet ervan als uw<br />

ideeën werkelijkheid worden.


1:4<br />

Inhoudsopgave<br />

1<br />

INLEIDING 1:7-1:18<br />

Steekoverzicht 1:8-1:10<br />

Siersteken creative 2170 1:11-1:13<br />

Machineoverzicht 1:14<br />

Onderdelen van de borduureenheid 1:15<br />

Onderdelen van de borduurring 1:15<br />

Standaardaccessoires<br />

2<br />

1:16-1:18<br />

VOORBEREIDINGEN 2:1-2:24<br />

Instructies voor gebruik 2:2<br />

Spanningsschakelaar 2:2<br />

Elektrische aansluiting 2:2<br />

Het voetpedaal aansluiten 2:2<br />

Een naaivoet verwisselen 2:5<br />

Ingebouwd Dubbel Transport (IDT) 2:6<br />

Een naald wisselen 2:7<br />

De transporteur 2:7<br />

De spoel opwinden vanaf de garenpen 2:8<br />

Draad inrijgen 2:8<br />

De spoel opwinden vanaf de tweede garenpen 2:9<br />

De spoel opwinden vanaf de derde garenpen 2:9<br />

Spoelen tijdens het borduren 2:10<br />

Spoelen door de naald 2:10<br />

Instellen van de opwindsnelheid van de spoel 2:11<br />

De spoel en het spoelhuis plaatsen 2:12<br />

Spoeldraadcontrole 2:12<br />

De spoel plaatsen 2:12<br />

Het spoelhuis plaatsen 2:12<br />

Correcte bovenspanning - een tip 2:13<br />

Draadspanning 2:13<br />

De draad inrijgen 2:14<br />

Draadinsteker 2:14<br />

De onderdraad omhoog halen 2:15<br />

De tweelingnaald inrijgen 2:15<br />

Persvoetlichter 2:16<br />

Elektronische kniehevel 2:16<br />

Algemene opmerkingen 2:17<br />

Gegevensmanager 2:18-2:19<br />

Hoe u uw machine kunt updaten<br />

3<br />

2:20-2:23<br />

NAAIEN 3:1-3:28<br />

Functietoetsen 3:2<br />

Naaimodus functies 3:3-3:6<br />

Welkomstscherm 3:7<br />

Werkbalk 3:7-3:10<br />

Steekkeuze 3:11<br />

Wijzigen van een nuttige steek 3:11<br />

Wijzigen van een siersteek 3:12<br />

Afhechten 3:12<br />

Naaldposities 3:13<br />

Spiegelen 3:13<br />

Rechte steek 3:14<br />

Genaaide zigzagsteek - Nr. 4 3:14<br />

Rijgprogramma 3:14<br />

Knoopsgaten 3:15-3:18<br />

Plaatsen van de knoopsgat Sensormatic 3:15<br />

Bevestigen van knoopsgatvoet nr. 5A 3:15<br />

Knoopsgat met contourdraad 3:17<br />

Mantelknoopsgat met contourdraden 3:17-3:18<br />

Knopen aannaaien 3:19<br />

Vetergaten 3:19<br />

Stoppen 3:20<br />

Stopwerk met de elastische steek 3:20<br />

Overlocksteken 3:21<br />

Blindzoomsteek - nr. 30 3:22<br />

Elastische blindzoomsteek - nr. 31 3:22<br />

Fagotsteek - nr. 11 3:23<br />

Flanelsteek - nr. 13 3:23<br />

Rits inzetten - steek nr. 1 3:23<br />

Rolzoom met voet nr. 7 3:24<br />

Naaien met een tweelingnaald 3:24<br />

Maxi-steken naaien met een tweelingnaald 3:24<br />

Programma vier naairichtingen 3:25-3:26<br />

Persoonlijk menu 3:27<br />

Demo 3:28<br />

Opties voor meldingen 3:28


4<br />

DECORATIEF NAAIEN 4:1-4:28<br />

Algemene opmerkingen over decoratief naaien 4:2<br />

Het kiezen van siersteken 4:2<br />

De steekinstellingen wijzigen 4:3<br />

Naaireeks 4:4-4:10<br />

Een naaireeks maken 4:5<br />

Rangschik steken binnen een stekenreeks 4:6<br />

Stel een bestaande stekenreeks in 4:7<br />

Plaats een steek in de stekenreeks<br />

Het invoegen van een steek aan het begin<br />

4:7<br />

van een stekenreeks 4:7<br />

Bewaar een stekenreeks 4:8<br />

Sluit een stekenreeks zonder te bewaren 4:9<br />

Wis een stekenreeks 4:9<br />

Selecteer en open een opgeslagen reeks 4:9<br />

Openen vanuit het geheugen van de machine 4:10<br />

Openen vanaf een creative memory card 4:10<br />

Stitch Creator 4:11<br />

Afzonderlijke steken plaatsen 4:13<br />

Afzonderlijke steken van een motief combineren 4:14<br />

Meer opties voor het bewerken van steken 4:15<br />

Quilten 4:16-4:19<br />

Patchwork 4:16<br />

De bovenkant van de quilt in elkaar zetten 4:18<br />

Doorpitten in de naad 4:18<br />

Meanderen uit de vrije hand 4:19<br />

Quiltapplicaties 4:19<br />

Tapering 4:20<br />

Nostalgische/antieke steken 4:22<br />

Kruissteken 4:23<br />

Nostalgische borduursteken 4:23<br />

Naaien uit de vrije hand 4:24<br />

MAXI-steken 4:24<br />

Smockwerk met de rechte steek 4:25<br />

Schulpranden 4:25<br />

Lettertypen 4:26<br />

Een letterreeks bewerken 4:27<br />

Een letterreeks opslaan 4:27<br />

Monogram 4:28<br />

5<br />

BORDUREN 5:1-5:70<br />

Het borduurvenster 5:2-5:7<br />

Instellingenmenu voor borduren 5:8-5:9<br />

Borduuraccessoires 5:10<br />

De borduurvoet plaatsen 5:10<br />

Een card plaatsen 5:10<br />

De transporteur verzinken 5:11<br />

Het IDT uitschakelen 5:11<br />

Kniehevel verwijderen 5:11<br />

De borduureenheid aansluiten 5:12<br />

Borduurring 5:13<br />

De borduurring aan de borduureenheid bevestigen 5:13<br />

De borduurring verwijderen 5:13<br />

De borduureenheid verwijderen 5:13<br />

Aan de slag met borduren 5:14<br />

De stof spannen 5:15<br />

Borduur enkele motieven van een kaart 5:16-5:17<br />

Symbool voor kleuren wijzigen 5:18<br />

Meerkleurig borduren 5:19<br />

1:5


1:6<br />

In één kleur borduren 5:20<br />

Verplaats het motief binnen de ring 5:20<br />

Borduur 5:21<br />

Vergrote weergave 5:22<br />

Het plaatsen van motieven in de borduurring 5:22<br />

Bepaal exacte positie van een motief 5:23-5:25<br />

Schakelen tussen steken 5:26<br />

Borduur monogrammen en letters 5:27-5:30<br />

Bogen maken; borduurcombinaties 5:31-5:32<br />

Automatisch steken maken 5:33-5:34<br />

Inzoomen 5:35<br />

De creative Gegevensmanager<br />

Werken met de bron- en bestemmingsvelden<br />

5:36<br />

in de creative Gegevensmanager 5:37<br />

Werken met een veld in de creative<br />

Gegevensmanager 5:38-5:40<br />

Bestandsformaten 5:40<br />

De borduurringadapter gebruiken 5:40<br />

Automatische borduurringplaatsing 5:40<br />

Gebruik een creative geheugenkaart om op<br />

te slaan 5:41<br />

Borduurmotieven overzetten van uw computer naar<br />

uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 5:41<br />

Het gebruik van de borduursjabloon<br />

Het borduurmotief op de juiste<br />

5:42<br />

plek plaatsen 5:42-5:43<br />

Versteviging 5:44-5:45<br />

Naalden 5:45<br />

Garen 5:46<br />

Applicaties borduren 5:47<br />

Kant borduren 5:47<br />

INGEBOUWDE MOTIEVEN<br />

6<br />

5:49-5:70<br />

ONDERHOUD 6:1-6:11<br />

Steekplaat wisselen 6:2<br />

Reinigen 6:2<br />

Naailampje vervangen 6:3<br />

Wat te doen als...? 6:4-6:5<br />

Index 6:6-6:10<br />

Technische gegevens 6:11


INLEIDING


Inleiding<br />

1:8<br />

Steekoverzicht<br />

Nuttige steken<br />

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.<br />

Steek nr. Beschrijving Toepassing<br />

1 Rechte steek Voor het aan elkaar naaien en doorstikken. Vele naaldposities voor het kort op<br />

de kant naaien of voor het inzetten van ritsen.<br />

2 Versterkte rechte steek Voor versterkte naden zoals kruisnaden, naden in broeken en decoratief<br />

doorstikwerk. Met vele naaldposities.<br />

3 Zigzagsteek Voor het afwerken van stof, zomen, het maken van applicaties en voor het<br />

aanzetten van kant.<br />

4 Genaaide zigzagsteek Sterke steek voor het afwerken van naden, het vastzetten van elastiek, het<br />

repareren van scheuren en patchwork.<br />

5 Rechte steek achteruit Programma voor permanent achteruit naaien met decoratieve reeksen. Ook<br />

geschikt voor zware projecten.<br />

6 Overlocksteek Voor het naaien en afwerken van geweven en elastische stoffen.<br />

7 Honingraatsteek Elastische siersteek voor het decoratief afzomen van elastische stoffen, voor<br />

elastische sierapplicaties en het naaien met elastisch garen op de spoel.<br />

8 Genaaide zigzagsteek Sterke steek voor het afwerken van naden, het vastzetten van elastiek, het<br />

repareren van scheuren en patchwork.<br />

9 Vesterkte rekbare<br />

zigzagsteek<br />

Voor het inzetten van elastisch band in sport- en badkleding.<br />

10 Cordonsteek Voor het afwerken van stof, applicaties en het aanzetten van kant.<br />

11 Fagotsteek Voor het aan elkaar naaien van twee lagen stof, decoratieve ajourranden en<br />

crazy quilting.<br />

12 Elastische decoratieve<br />

fagotsteek of springsteek<br />

Voor het vastnaaien van dikke stoffen zoals leer en badstof.<br />

13 Flanelsteek Geeft een zeer elastische decoratieve zoomafwerking op sport- en<br />

vrijetijdskleding.<br />

14 3-voudige zigzag<br />

stretchsteek<br />

Elastische steek voor decoratieve zoomafwerking en doorstikwerk.<br />

15 Quiltsteek Voor het doorstikken van quiltprojecten met een steek met handgemaakt<br />

uiterlijk.<br />

16 Quiltsteek Voor het doorstikken van quiltprojecten met een steek met handgemaakt<br />

uiterlijk.<br />

17 Quiltsteek Voor het doorstikken van quiltprojecten met een steek met handgemaakt<br />

uiterlijk.


Nuttige steken<br />

18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 47. 48.<br />

Steek nr. Beschrijving Toepassing<br />

18 Quilt, applicatie of<br />

festonsteek<br />

Voor quiltwerk of doorstikwerk met handgemaakt uiterlijk.<br />

19 Gesloten overlocksteek Voor het in een handeling aan elkaar naaien en afwerken van stretchstoffen. De<br />

randdraad voorkomt dat de stof gaat rafelen.<br />

20 Gesloten overlocksteek Voor het in een handeling aan elkaar naaien en afwerken van stretchstoffen. De<br />

randdraad voorkomt dat de stof gaat rafelen.<br />

21 Open overlocksteek Voor het in een handeling aan elkaar naaien en afwerken van stretchstoffen.<br />

22 Zigzagsteek, naaldpositie<br />

rechts of links<br />

Voer appliqueren, het vastzetten van koorden en het naaien van vetergaten.<br />

23 Standaard overlocksteek Voor het in een handeling aan elkaar naaien en afwerken van stretchstoffen.<br />

24 Afgewerkte overlocksteek Voor het in een handeling aan elkaar naaien en afwerken van stretchstoffen.<br />

25 Tricotsteek Voor het repareren van dunne jerseystoffen. Tevens geschikt voor decoratieve<br />

zomen en kraagafwerkingen.<br />

26 Gesloten overlocksteek Voor het in een handeling aan elkaar naaien en afwerken van stretchstoffen. De<br />

randdraad voorkomt dat de stof gaat rafelen.<br />

27 Pulloversteek Voor het aan elkaar naaien en afwerken van grof gebreide stoffen en jersey.<br />

28 Overlocksteek Voor het in een handeling aan elkaar naaien en afwerken van stretchstoffen.<br />

29 Vesterkte overlocksteek Voor het aan elkaar naaien en afwerken van stoffen die snel rafelen. De dichte<br />

rand versterkt het naaiwerk en voorkomt dat onafgewerkte stofranden gaan<br />

rafelen.<br />

30 Blindzoomsteek Voor een onzichtbare zoom in geweven stof.<br />

31 Elastische blindzoom Voor onzichtbare zomen en randafwerking op stretchstoffen.<br />

32 Rijgsteek Voor het aan elkaar rijgen van patroondelen.<br />

47 Knoopsgat voor dunne<br />

stoffen<br />

Knoopsgat voor blouses, overhemden en linnengoed.<br />

48 Standaard knoopsgat Basisknoopsgat voor blouses, overhemden en jassen. Ook voor kussenslopen.<br />

1:9<br />

Inleiding


Inleiding<br />

1:10<br />

Decorative stitches<br />

49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66.<br />

Steek nr. Beschrijving Toepassing<br />

49 Rekbaar knoopgat Knoopsgat voor stretchstoffen.<br />

50 Kruissteekknoopsgat Decoratief knoopsgat voor jasjes en versiering van andere kledingstukken.<br />

51 Rondknoopsgat met<br />

wiggetrens<br />

52 Rondknoopsgat met<br />

lengtetrens<br />

53 Rondknoopsgat met<br />

dwarstrens<br />

54 Mantelknoopsgat met<br />

wiggetrens<br />

55 Mantelknoopsgat met<br />

lengtetrens<br />

56 Mantelknoopsgat met<br />

dwarstrens<br />

Knoopsgaten voor overhemden, jasjes en broeken.<br />

Knoopsgaten voor overhemden, jasjes en broeken.<br />

Knoopsgaten voor overhemden, jasjes en broeken.<br />

Professioneel kleermakersknoopsgat, voor denim jacks en broeken. Of<br />

als siersteek op keuken- of douchegordijnen. Schuif de ringen door de<br />

knoopsgaten om de gordijnen op te hangen.<br />

Professioneel kleermakersknoopsgat, voor denim jacks en broeken. Of<br />

als siersteek op keuken- of douchegordijnen. Schuif de ringen door de<br />

knoopsgaten om de gordijnen op te hangen.<br />

Professioneel kleermakersknoopsgat, voor denim jacks en broeken. Of<br />

als siersteek op keuken- of douchegordijnen. Schuif de ringen door de<br />

knoopsgaten om de gordijnen op te hangen.<br />

57 Rondknoopsgat Voor kledingstukken van dunne stof of jasjes.<br />

58 Sierknoopsgat met<br />

driehoekige trens<br />

Decoratief knoopsgat voor jasjes en versiering van andere kledingstukken.<br />

59 Knoopaanzetprogramma Voor het aanzetten van knopen met twee of vier gaatjes.<br />

60 Trens Voor riemlussen en versterkte zakopeningen.<br />

61 Pantalontrens Decoratieve trens voor broek- en rokzakken.<br />

62 Driehoektrens Decoratieve trens voor broek- en rokzakken.<br />

63 Meandersteek Voor het stoppen van kapotte weefsels. Ook voor quilten geschikt.<br />

64 Programmeerbare stop-/<br />

verstelsteek<br />

65 Programmeerbare uitgebreide<br />

stop-/verstelsteek<br />

Instelbare lengte voor stoppen en herhalen voor grote herstelwerkzaamheden.<br />

Instelbare lengte voor stoppen en herhalen voor grote herstelwerkzaamheden.<br />

Versterkt met horizontale steken.<br />

66 Vetergat Voor vetergaten in kleding en huishoudtextiel eyelets. Ook geschikt voor het<br />

versieren van nostalgische werkstukken.


Siersteken creative 2170<br />

Nuttige steken<br />

30 33 36 39 42 45<br />

31 34 37 40 43 46<br />

32 35 38 41 44<br />

Over de steken 30, 31 en 32 vindt u nadere uitleg in het<br />

stekenoverzicht op pag. 1-9.<br />

Cordonsteken<br />

89 92 95 98 101 104 107 110 113 116<br />

90 93 96 99 102 105 108 111 114<br />

91 94 97 100 103 106 109 112 115<br />

Kruissteken<br />

117 120 123 126 129 132 135<br />

118 121 124 127 130 133 136<br />

119 122 125 128 131 134<br />

Festonbogen<br />

67 70 73 76 79 82 85 88<br />

68 71 74 77 80 83 86<br />

69 72 75 78 81 84 87<br />

Ajoursteken<br />

137 140 143 146<br />

138 141 144<br />

139 142 145<br />

Quiltsteken<br />

15 18 301 304 307 310<br />

16 299 302 305 308 331<br />

17 300 303 306 309<br />

1:11<br />

Inleiding


Inleiding<br />

1:12<br />

Siersteken creative 2170<br />

Bladeren en bloemen<br />

147 150 153 156 159 162 165 332<br />

148 151 154 157 160 163 166<br />

149 152 155 158 161 164 167<br />

Decoratieve steken 1<br />

Decoratieve steken 2<br />

Nostalgische “handgemaakte” borduursteken<br />

311 314 317 320 323 326 329 334<br />

312 315 318 321 324 327 330 335<br />

313 316 319 322 325 328 333<br />

168 171 174 177 180 183 186 189 192 195 337 340 343<br />

169 172 175 178 181 184 187 190 193 196 338 341 344<br />

170 173 176 179 182 185 188 191 194 336 339 342 345<br />

197 200 203 206 209 212 215 218 221 347 350<br />

198 201 204 207 210 213 216 219 222 348<br />

199 202 205 208 211 214 217 220 346 349<br />

Diersteken<br />

223 226 229<br />

224 227 230<br />

225 228 351


Siersteken creative 2170<br />

MAXI-steken<br />

231 236 241 246 251 256<br />

232 237 242 247 252 257<br />

233 238 243 248 253 258<br />

234 239 244 249 254 259<br />

235 240 245 250 255 260<br />

Alfabet<br />

Script Block Outline Comic Cursive MAXI 1 MAXI 2<br />

1:13<br />

Inleiding


Inleiding<br />

1:14<br />

Machineoverzicht<br />

Onderdelen van de creative 2170<br />

1 Klep met steekoverzicht<br />

2 Touch-on kleurenscherm<br />

3 Bodemplaat<br />

4 Schuif om de transporteur te verzinken<br />

5 Aansluiting voor kniehevel<br />

6 Transporteur<br />

7 Vrije arm<br />

8 Naaivoethouder met naaivoet<br />

9 Draadinsteker<br />

10 Naaldhouder met naaldklemschroef<br />

11 Draadafsnijder<br />

12 Toets Achteruitnaaien<br />

13 Waarschuwingslampje<br />

”spoeldraadcontrole”<br />

14 Aansluitpunt voor de borduureenheid<br />

15 Draadhefboom<br />

16 Voorspanningschijf voor inrijgen en<br />

opwinden van de spoel<br />

17 Draadgeleider voor inrijgen en opwinden<br />

van de spoel<br />

18 Garenpen met garenschijf<br />

19 Tweede garenpen<br />

20 Opening voor derde garenpen<br />

21 Regeling voor het opwinden van de spoel<br />

22 Spoelopwinder<br />

23 Handwiel<br />

24 Contrastregeling voor het scherm<br />

25 Voorste- en achterste kaartuitgang<br />

26 Ontgrendelknop voor de kaartuitgang<br />

27 Spanningsomschakelaar<br />

28 Netsnoeraansluiting<br />

29 Aansluiting voetpedaal<br />

30 Hoofdschakelaar<br />

31 Accessoirebox<br />

32 Steekplaat<br />

33 Draadgeleiders, rechts en links<br />

34 Naaimachinelampje (max. 5 W)<br />

35 Inrijggleuf<br />

36 Handvat<br />

37 Toets afhechten<br />

38 Starttoets Motiefbegin<br />

39 Toets Langzaam naaien<br />

40 Toets Naald omhoog/omlaag<br />

41 Persvoetlichter<br />

42 Ingebouwd Dubbel Transport / IDT<br />

7<br />

11<br />

9<br />

15<br />

6<br />

36<br />

35<br />

34<br />

32<br />

31<br />

16 17<br />

8<br />

10<br />

13<br />

12<br />

37 38 39 40<br />

33<br />

18 19<br />

41<br />

42<br />

14<br />

5<br />

4<br />

20 21 22<br />

30 29 28<br />

1<br />

2<br />

3<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27


47<br />

49<br />

48<br />

46<br />

45<br />

50<br />

44<br />

57<br />

54<br />

53<br />

51<br />

55<br />

56<br />

52<br />

Onderdelen van de<br />

borduureenheid<br />

44 Aansluiting voor de naaimachine<br />

45 Nokje voor bevestiging van de borduureenheid<br />

aan de machine<br />

46 Geleider voor het vastklikken van de<br />

borduureenheid aan de machine<br />

47 Knop voor het verwijderen van de<br />

borduureenheid<br />

48 Draaifunctie voor borduurarm<br />

49 Metalen geleider voor het bevestigen van de<br />

borduurring<br />

50 Ontspanner voor het verwijderen van de<br />

borduurring<br />

51 Borduurarm<br />

52 Verzonken Greepmarkering voor het omhoog<br />

brengen en draaien van de borduurarm<br />

Onderdelen van de borduurring<br />

53 Bevestigingsnokje<br />

54 Twee geleidernokjes voor de bevestiging van de<br />

borduurring<br />

55 Ribben voor bevestiging van de clips<br />

56 Uitsteeksels om het sjabloon te bevestigen<br />

57 Klemschroef voor het inspannen van de stof<br />

1:15<br />

Inleiding


Inleiding<br />

1:16<br />

Standaardaccessoires<br />

Standaardnaaivoet<br />

Nr. 0 A<br />

Bestelnr.: 820 244-096<br />

Siersteekvoet met IDT<br />

No. 1 A (voor IDT)<br />

Bestelnr.: 820 254-096<br />

Siersteekvoet No. 2 A<br />

(niet geschikt voor IDT)<br />

Bestelnr.: 820 260-096<br />

Maxi-siersteekvoet No.<br />

8 A (niet geschikt voor<br />

IDT)<br />

Bestelnr.: 820 259-096<br />

Blindzoomvoet met IDT<br />

No. 3<br />

Bestelnr.: 820 256-096<br />

Ritsvoet Nr. 4<br />

Bestelnr.: 820 248-096<br />

Knoopsgatvoet Nr. 5 A<br />

Bestelnr.: 820 299-096<br />

Knoopsgatgeleider<br />

Nr. 10<br />

Bestelnr.: 820 294-096<br />

Stopvoet Nr. 6<br />

Bestelnr.: 820 243-096<br />

Rolzoomvoet Nr. 7<br />

Bestelnr.: 820 249-096


8<br />

1 2 3 4 5<br />

7<br />

6<br />

Creative Fantasy Borduurvoet<br />

Bestelnr.: 820 280-096<br />

Geleider voor doorstikken/ quilten nr. 3<br />

Bestelnr.: 820 251-096<br />

1. Kwastje<br />

Bestelnr.: 93-847-979-91<br />

2. Extra garenpen<br />

3. Tornmesje<br />

Bestelnr.: 99-053-016-91<br />

4. Lampverwijderaar/Steekplaatwisselaar<br />

Bestelnr.: 820 292-096<br />

5. Spoeltjes<br />

6. Vilten ringetje<br />

7. Garenschijven<br />

8. Naalden<br />

Stylus<br />

Bestelnr.: 412 69 34-01<br />

Stitch Card – antieke quiltsteken en nostalgische<br />

steken<br />

Bestelnr.: 412 74 69-06<br />

1:17<br />

Inleiding


Inleiding<br />

1:18<br />

Borduureenheid<br />

Borduurringen<br />

1. Ring 80 x 80 mm<br />

80 x80 mm, met adapter<br />

Bestelnr.: 820 476-096<br />

2. Ring 120 x 115 mm ROND<br />

Bestelnr.: 93-039-343-44-000<br />

3. Clips<br />

Bestelnr.: 412 65 18-03<br />

4. Borduurringadapter<br />

Bestelnr.: 820 477-096<br />

5. De borduursjabloon<br />

Bestelnr.: 412 86 21 01<br />

6. Ring 225 x 149 mm<br />

225x140 mm<br />

Bestelnr.: 93-039-340-44-000<br />

1. File Assistant<br />

File Assistant<br />

Met de File Assistant kunt u direct borduurmotieven<br />

van het internet downloaden en uploaden in uw<br />

creative 2170.<br />

Bestelnr.: 412 84 16-96<br />

2. Creative gallery patronen<br />

3. USB-kabel<br />

4. Snelborduurpakket<br />

5. 300 Embroidery card<br />

6. Borduurgaren<br />

Bestelnr.: 412 85 90-96<br />

Kniehevel<br />

Bestelnr.: 412 70 57 02<br />

1. 2.<br />

3.<br />

4.<br />

5. 6.<br />

1 2<br />

4 5<br />

3<br />

6


VOORBEREIDINGEN


Voorbereidingen<br />

2:2<br />

Instructies voor gebruik<br />

Spanningsschakelaar<br />

220 - 240V / 120V<br />

De naaimachine is ingesteld op de spanning van 220-240V. Om de<br />

spanning naar 120V (US/Canada) te veranderen, moet u de spanning<br />

omschakelen aan de onderzijde van de machine naar 120V.<br />

Als u niet zeker bent over de juiste spanning voor uw land, vraag<br />

dan om informatie bij uw erkende <strong>Pfaff</strong>-dealer of bij de plaatselijke<br />

elektriciteitsaanbieder voordat u uw machine aansluit.<br />

Elektrische aansluiting<br />

Sluit het netsnoer eerst aan op de naaimachine en vervolgens op het<br />

stopcontact.<br />

Het voetpedaal aansluiten<br />

Trek het intrekbare snoer uit het voetpedaal tot comfortabele lengte.<br />

Het voetpedaal heeft een haspel die automatisch terugspoelt als u<br />

de machine wilt opbergen. Steek de stekker van het voetpedaal in de<br />

betreffende aansluiting in de naaimachine.<br />

U regelt de naaisnelheid door het indrukken van het voetpedaal.<br />

Gebruik voetpedaal ATK 0080 voor deze naaimachine.


A<br />

Hoofdschakelaar<br />

Als u de naaimachine aanzet met de hoofdschakelaar (schakelfunctie I)<br />

gaat het naailampje branden en licht het touch-on kleurenscherm op.<br />

U kunt nu met de naaimachine gaan naaien.<br />

”0” = UIT<br />

”I” = AAN<br />

Draadafsnijder<br />

Trek de draad van achteren naar voren door de draadafsnijder.<br />

Schermcontrast<br />

Het contrast van het scherm is instelbaar. De instelling kan worden<br />

aangepast met de contrastscherm draaiknop (A).<br />

2:3<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:4<br />

Beschermkap<br />

Berg het bijgevoegde losse netsnoer, het voetpedaal en de<br />

gebruiksaanwijzing op in het opbergvak van de beschermkap.<br />

Bovenklep<br />

De bovenklep omhoog zetten.<br />

Op de binnenkant van de klep staat een overzicht van de steken die u<br />

met deze naaimachine kunt naaien.<br />

Accessoirebox<br />

Open de accessoirebox door met uw linker wijsvinger op het<br />

geribbelde gedeelte links van de klep te drukken en de klep omhoog<br />

naar u toe te klappen.<br />

Vrije arm<br />

Om met de vrije arm te naaien, draait u de accessoirebox naar links en<br />

tilt u deze uit de opening. Bij het terugplaatsen van de accessoirebox<br />

moet u ervoor zorgen, dat het werkvlak weer precies aansluit op de<br />

vrije arm van de naaimachine.<br />

Let op: In sommige stoffen zit zoveel textielverf dat deze kan afgeven aan andere<br />

stoffen, maar ook aan de naaimachine. Deze verkleuring kan moeilijk of onmogelijk te<br />

verwijderen zijn.<br />

Fleece en spijkerstof (vooral rood en blauw) bevatten vaak een grote hoeveelheid<br />

kleurstof.<br />

Als u vermoedt dat uw stof of confectiekledingstuk uitzonderlijk veel kleurstof bevat,<br />

dient u de stof of het stuk te wassen voordat u begint met naaien of borduren - zo<br />

voorkomt u verkleuring van de machine.


Een naaivoet verwisselen<br />

Klik de naaivoet los<br />

Hoofdschakelaar uitzetten.<br />

Breng gelijktijdig het voorste gedeelte van de naaivoet omhoog en duw<br />

het achterstuk omlaag tot de voet vrij van de naaivoethouder komt.<br />

Naaivoet plaatsen<br />

Zet de naaivoet zodanig onder de naaivoethouder dat bij het omlaag<br />

brengen van de persvoetlichter de pennetjes van de voet in de opening<br />

van de naaivoethouder klikken.<br />

Controle:<br />

Controleer of de naaivoet goed is bevestigd door de naaivoet omhoog<br />

te brengen.<br />

Let op: Als de persvoetlichter is ontkoppeld vanwege het borduurwerk of werk uit de vrije<br />

hand, druk dan op het voetpedaal in een naaisteek of schakel het vrije hand-symbool uit.<br />

2:5<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:6<br />

Ingebouwd Dubbel Transport (IDT)<br />

Voor een soepele verwerking van iedere stofsoort biedt <strong>Pfaff</strong> de ideale<br />

oplossing: het IDT-systeem (Ingebouwd Dubbel Transport). Net als<br />

bij industriële machines zorgt het IDT bij gelijke steeklengte voor een<br />

gelijktijdig stoftransport zowel van onder als van boven. De stof wordt<br />

nauwkeurig getransporteerd. Bij dunne of lastige stoffen zoals zijde of<br />

rayon voorkomt het Ingebouwd Dubbel Transport het rimpelen van de<br />

naad. Ruiten en strepen sluiten perfect aan door het IDT-systeem. Het<br />

IDT zorgt ervoor dat alle lagen van quiltprojecten op één lijn blijven<br />

liggen, zodat de bovenlagen niet worden uitgerekt.<br />

Het IDT inschakelen<br />

Belangrijk: Voor al uw naaiwerk met het IDT kunt u alleen naaivoeten<br />

met een uitsparing aan de achterzijde gebruiken.<br />

Breng de naaivoet omhoog. Druk IDT omlaag totdat deze vastklikt.<br />

Het IDT uitschakelen<br />

Houd het IDT met twee vingers bij de geribbelde greep vast. Druk het<br />

IDT omlaag en trek het vervolgens van u af en laat het IDT langzaam<br />

omhoog komen.


B<br />

A<br />

A<br />

Een naald wisselen<br />

Hoofdschakelaar uitzetten.<br />

De naald verwijderen: Breng de naaivoet naar<br />

beneden en breng de naald naar de hoogste positie.<br />

Draai de naaldschroef los en de naald naar beneden<br />

uit de houder nemen.<br />

Een naald plaatsen: De platte kant A van de naald<br />

moet naar achteren wijzen. Laat de naaivoet zakken<br />

en schuif de naald omhoog tot aan het sluitpunt in<br />

de houder. Houd de naald vast en draai de schroef<br />

stevig vast.<br />

De transporteur<br />

Voor bepaald naaiwerk zoals quilten uit de vrije<br />

hand of stoppen of bij borduurwerk, moet u de<br />

transporteur verzinken. Op de <strong>Pfaff</strong> creative 2170<br />

kunt u de transporteur op twee manieren verzinken:<br />

aan de buitenzijde van de machine, en een aan de<br />

binnenkant van de grijperklep.<br />

Voor beide methoden:<br />

Zet eerst de persvoetlichter omhoog alvorens de<br />

transporteur te laten verzinken. Duw schuif A of B<br />

naar links.<br />

Duw de schuif naar rechts als u de transporteur<br />

weer wilt inschakelen.<br />

2:7<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:8<br />

De spoel opwinden vanaf de garenpen<br />

Kies een garenschijf, in diameter iets groter dan de klos. Gebruik<br />

bijvoorbeeld de grote garenschijf voor een grote garenklos en de<br />

kleinste schijf voor een kleine garenklos. Het naaigaren op de garenpen<br />

schuiven. Schuif de schijf stevig tegen de garenklos.<br />

Draad inrijgen<br />

Plaats de draad in de geleider (A) van voren naar achteren en trek het<br />

linksom TUSSEN de spanningsschijf (B).<br />

Draai het begin van de draad meerdere malen rechtsom rond de spoel.<br />

Let op: Plaats bij het opwinden van de spoel de draad TUSSEN de spanningsschijf (B).<br />

Plaats een spoel op de spoelopwinder met het <strong>Pfaff</strong>-logo omhoog. Controleer of de spoel<br />

op de spoelopwinder vastzit door de kleine pen op de spoelopwinder in de opening van de<br />

spoel te steken.<br />

Hoofdschakelaar aanzetten.<br />

Start het opwinden van de spoel door de hendel voor het opwinden<br />

van de spoel rechts te duwen. Mogelijkerwijs dient u de snelheid voor<br />

het spoelen op het touch-on kleurenscherm zoals uitgelegd op pagina<br />

2:11 in te stellen. Zodra de spoel vol is, zal het opwinden automatisch<br />

stoppen. Knip de draad af en verwijder de spoel van de spoelwinder.<br />

A<br />

B


B<br />

A<br />

1. De spoel opwinden vanaf de tweede<br />

garenpen<br />

Draai de tweede garenpen omhoog en vergrendel. Plaats een<br />

garenklos met een passende garenschijf op de garenpen.<br />

2. De spoel opwinden vanaf de derde<br />

garenpen<br />

Plaats de derde garenpen in de daarvoor bestemde uitsparing.<br />

Plaats de passende garenschijf en vervolgens een klos op de<br />

garenpen.<br />

Draad inrijgen<br />

Plaats de draad in de geleider (A) van voren naar achteren en trek<br />

het linksom tussen de spanningsschijf (B). Draai het begin van de<br />

draad meerdere malen rechtsom rond de spoel.<br />

Start het opwinden van de spoel door de hendel voor het opwinden<br />

van de spoel rechts te duwen. Het opwinden stopt automatisch<br />

zodra de spoel vol is. Knip de draad af en verwijder de spoel van de<br />

spoelwinder<br />

1.<br />

2.<br />

2:9<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:10<br />

Spoelen tijdens het borduren<br />

De creative 2170 is voorzien van een spanningsschijf zodat u tijdens het<br />

borduren de spoel kunt opwinden.<br />

De bovendraad (rood) is in de geleider (A) en tussen de spanningsschijf<br />

(B) geplaatst. Trek de spoeldraad (blauw) naar links en tussen de<br />

spanningsschijf. Draai het begin van de draad meerdere malen<br />

rechtsom rond de spoel.<br />

Spoelen door de naald<br />

Het is mogelijk om spoelen op te winden zelfs als de machine volledig<br />

is ingeregen (zie pagina 2:14 voor inrijginstructies).<br />

Breng de naaivoet omhoog. Leid de bovendraad onder de naaivoet<br />

door en via de rechter inrijggleuf naar boven.<br />

Leg nu de draad van links naar rechts in de draadhefboom (C.)<br />

Let op: De draadhefboom moet daarbij geheel boven, d.w.z. in de hoogste positie staan.<br />

Breng de draad naar rechts. Draai het begin van de draad meerdere<br />

malen rechtsom rond de spoel. Start het opwinden van de spoel door<br />

de hendel voor het opwinden van de spoel rechts te duwen. Het<br />

opwinden stopt automatisch zodra de spoel vol is. Knip de draad af en<br />

verwijder de spoel van de spoelwinder.<br />

Let op: De draadafsnijder bevindt zich naast de spoel en maakt het eenvoudig de draad<br />

na het opwinden af te snijden.<br />

B<br />

C<br />

A


A<br />

Instellen van de opwindsnelheid van de spoel<br />

U kunt de snelheid kiezen waarmee de spoel wordt opgewonden zodra<br />

de machine stopt. In het instellingenmenu (A), ziet u een symbool dat<br />

Spoelsnelheid heet. Als u dit symbool aanraakt, verschijnt er een popup<br />

menu waar u kunt kiezen welke spoelsnelheid u wilt hebben, laag,<br />

medium of snel.<br />

Als u het Dialoog-symbool aanraakt, verschijnt er een menu waarin<br />

voor de snelheid kan worden gekozen telkens als de spoelopwinder<br />

wordt ingeschakeld.<br />

De gekozen snelheid kan te allen tijde worden gehalveerd door op de<br />

halve snelheid-toets te drukken.<br />

Let op: Als u de spoel opwindt terwijl de naaimachine aanstaat, zal de spoelsnelheid<br />

automatisch overgaan op de lage stand.<br />

2:11<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:12<br />

De spoel en het spoelhuis plaatsen<br />

Hoofdschakelaar uitzetten.<br />

Open de grijperklep aan de linkerzijde en open deze naar u toe.<br />

Trek het lipje van het spoelhuis naar u toe en haal het spoelhuis eruit.<br />

Laat het lipje los en neem de lege spoel eruit.<br />

Spoeldraadcontrole<br />

Als de spoeldraad bijna op is, gaat het rode lampje naast de<br />

achteruitnaaitoets automatisch knipperen. Er verschijnt tevens een<br />

melding op uw scherm. Deze functie is alleen geactiveerd indien de<br />

grijperklep is gesloten.<br />

De spoel plaatsen<br />

Plaats de volle spoel (met het <strong>Pfaff</strong>-logo in de richting van het<br />

spoelhuis) in het spoelhuis. Trek daarbij de draad zijdelings in gleuf<br />

A, daarna onder het spanningsplaatje B, tot hij in het gaatje (zie pijltje)<br />

blijft liggen.<br />

Controle: Houd het spoelhuis vast met de spoel naar u toe wijzend. Wanneer u aan de<br />

draad trekt, moet de spoel rechtsom draaien.<br />

Het spoelhuis plaatsen<br />

Pak het lipje E van het spoelhuis vast en schuif het huis tot het<br />

stuitpunt op stift C van de grijper. De opening D van het spoelhuis<br />

moet naar boven wijzen.<br />

Controle: Trek met een rukaan de spoeldraad. Het spoelhuis mag niet uit de grijper<br />

vallen.


A<br />

Correcte bovenspanning - een tip<br />

Bij deze machine wordt de spanning automatisch ingesteld voor<br />

verschillende soorten steken. Afhankelijk van het soort stof en het<br />

garen dat u gebruikt, kan het nodig zijn de spanning iets bij te stellen.<br />

Als u merkt dat de onderdraad boven op de stof te zien is of dat de<br />

bovendraad aan de onderkant van de stof zichtbaar wordt, moet u de<br />

draadspanning bijstellen.<br />

Gebruik de draadspanningstoetsen (A), + en - om de juiste<br />

bovendraadspanning in te stellen. Uw correcties worden opgeheven<br />

wanneer u een nieuwe steek of een nieuw motief kiest. Om de<br />

wijzigingen te bewaren voor de volgende keer dat u weer gaat naaien,<br />

zie hoofdstuk 3:12.<br />

Draadspanning<br />

Voor mooie en duurzame steken moet u goed controleren of de<br />

draadspanning voor de boven- en de onderdraad met elkaar in balans<br />

zijn, dus dat de draden tussen de sto agen verknopen.<br />

Voor algemeen naaiwerk geldt het volgende:<br />

De spoeldraad (onderdraad) is zichtbaar aan de bovenkant van<br />

de stof:<br />

De bovendraadspanning is te strak.<br />

Verminder de bovendraadspanning.<br />

De bovendraad is zichtbaar aan de onderkant van de stof:<br />

De bovendraadspanning is te los.<br />

Verhoog de bovendraadspanning.<br />

Voor decoratieve steken en knoopsgaten moet de bovendraad zichtbaar<br />

zijn aan de onderkant van de stof.<br />

2:13<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:14<br />

De draad inrijgen<br />

Breng de naaivoet omhoog. Schuif het garen op de garenpen en zet<br />

deze vast met een passende garenschijf.<br />

Trek met beide handen de draad van voor naar achter door de eerste<br />

draadgeleider (A). Plaats de draad vanaf de rechterkant onder de<br />

spanningsschijf (B).<br />

Breng hem nu door de linker inrijggleuf naar beneden.<br />

Het garen om nokje C door de rechter inrijggleuf omhoog tot de<br />

draadhefboom leiden (E). De draad moet van links naar rechts geheel<br />

in de draadhefboom worden getrokken. Trek de draad omlaag in de<br />

rechter inrijggleuf.<br />

Tenslotte de draad vanaf de zijkant achter één van de twee<br />

draadgeleiders trekken (D).<br />

Voor het inrijgen van de naald, kijk in het volgende hoofdstuk.<br />

Let op: Plaats bij het opwinden van de spoel de draad tussen de spanningsschijf (B).<br />

Draadinsteker<br />

Om het inrijgen van de naald te vereenvoudigen en te versnellen, is de<br />

<strong>Pfaff</strong> naaldinrijger ingebouwd. De naaldinrijger maakt het u mogelijk<br />

de naald automatisch in te rijgen.<br />

1. Laat de naaivoet zakken. Druk de draadinsteker met het hendeltje<br />

omlaag. De inrijghaak (G) zwenkt door het oog van de naald.<br />

2. De bovendraad van achteren om haak (F) en onder de inrijghaak<br />

(G) leggen en houd het draadeinde iets strak. Verminder de druk<br />

tot de draadinsteker langzaam naar boven beweegt.<br />

3. Gelijktijdig zwenkt de inrijghaak uit het oog van de naald en trekt<br />

het garen er doorheen. Laat het gareneinde voorzichtig iets losser,<br />

zodat er achter de naald een draadlus kan ontstaan. Tegelijkertijd<br />

laat u de draadinsteker los en trekt u de draadlus verder door het<br />

oog van de naald.<br />

1.<br />

F<br />

2.<br />

C<br />

G<br />

3.<br />

B<br />

E<br />

D<br />

A


A<br />

De onderdraad omhoog halen<br />

Breng de naaivoet omhoog. Plaats het spoelhuis en leg de draad<br />

links (zie afbeelding). Sluit de grijper/grijperklep. Leg de stof onder<br />

de naaivoet en begin met naaien. De machine zal zelf de draad<br />

omhoogtrekken.<br />

De tweelingnaald inrijgen<br />

Vervang de normale naald door een tweelingnaald.<br />

Draai de tweede garenpen omhoog en vergrendel. Plaats een garenklos<br />

met een passende garenschijf op de garenpen. Zorg ervoor dat beide<br />

draden aan de onderkant van de spanningsschijf worden bevestigd.<br />

Let er bij het inrijgen in de linker inrijggleuf op dat u één draad links<br />

en één draad rechts van de spanningsschijf (A) steekt. Rijg het garen<br />

verder op de normale manier in, waarbij u ervoor zorgt dat de draden<br />

niet in elkaar draaien..<br />

Trek de rechter draad in de rechter draadgeleider en rijg de rechter<br />

naald in. Trek de linker draad in de linker draadgeleider en rijg de<br />

linker naald in.<br />

Het is niet mogelijk de ingebouwde draadinsteker met een<br />

tweelingnaald te gebruiken.<br />

2:15<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:16<br />

Persvoetlichter<br />

Met de persvoetlichter wordt de naaivoet omhoog of omlaag gebracht.<br />

Elektronische kniehevel<br />

De <strong>Pfaff</strong> performance 2170 is uitgerust met een elektronische kniehevel<br />

waarmee u de hoogte van de naaivoet kunt regelen.<br />

1. Duw de kniehevel helemaal in de daarvoor bedoelde opening in de<br />

naaimachine.<br />

Let op: de platte kant moet omhoog wijzen.<br />

2. Draai de drukplaat tot een comfortabele kniehoogte.<br />

Als u de kniehevel naar rechts drukt, gaat de naaivoet omhoog. Nu<br />

kunt u de stof met beide handen geleiden.<br />

3. Als u de kniehevel wilt verwijderen, trekt u deze voorzichtig uit de<br />

opening.<br />

1. 2.<br />

3.


A<br />

C<br />

B<br />

Algemene aanwijzingen over de werking van<br />

de <strong>Pfaff</strong> creative 2170<br />

In uw naaimachine bevinden zich twee hulpmiddelen die u assisteren<br />

terwijl u naait: de creative Assistant en de Machine Assistant.<br />

Creative Assistant<br />

In uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 bevindt zich een creative Assistant-functie<br />

(A)die u van informatie voorziet hoe de machine te bedienen. Als u op<br />

de creative Assistant drukt terwijl u zich in het hoofdmenu bevindt,<br />

krijgt u algemene informatie over de machine. Als u het symbool<br />

binnen een steek aanraakt, verschijnt de directe helpfunctie. Hier krijgt<br />

u informatie over welke voet u moet gebruiken etc.<br />

Machine Assistant<br />

Als u zich in de creative Assistant bevindt, kunt u de Machine<br />

Assistant-functie gebruiken door de drukken op het Machine Assistantsymbool(B).<br />

De Machine Assistant geeft u informatie over hoe u de<br />

machine kunt gebruiken. U kunt kiezen uit twee menu’s: Naaien en<br />

Borduren. U kunt o.a. ook informatie vinden hoe u de naald moet<br />

inrijgen, spoelen, de naaivoet moet verwisselen, het naailampje moet<br />

vervangen en hoe u een borduurring aan de machine bevestigt.<br />

Druk om de creative Assistant te sluiten op het (C) symbool. De<br />

werkbalk zal van kleur veranderen en de toetsen zullen veranderen in<br />

de normale werkbalk.<br />

2:17<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:18<br />

Gegevensmanager<br />

De Gegevensmanager regelt de steken van uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170. Hier<br />

kunt u steken, stekenreeksen, persoonlijke menu’s en programma’s<br />

zoals het patchworkprogramma regelen.<br />

U heeft toegang tot de volgende functies:<br />

1. Persoonlijke steken kunnen worden opgeslagen, kunnen een<br />

nieuwe naam worden gegeven, worden gekopieerd of verwijderd.<br />

2. Patronen kunnen worden gekopieerd vanaf een kaart naar een<br />

creatieve geheugenkaart.<br />

3. Reeksen/combinaties kunnen een nieuwe naam krijgen, worden<br />

gewijzigd of verwijderd.<br />

4. Persoonlijke menu’s kunnen worden veranderd, een nieuwe naam<br />

krijgen of worden verwijderd.<br />

5. In de machine of op de creatieve geheugenkaart kunnen nieuwe<br />

directories of sub-directories worden aangemaakt.<br />

6. Er is toegang tot gegevens in het geheugen.<br />

7. Er is toegang tot individuele steken of motieven binnen een reeks/<br />

combinatie.<br />

8. Er is toegang tot een volledige directory. Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170<br />

is altijd klaar om te naaien, zelfs wanneer de Gegevensmanager<br />

open is.<br />

In uw Gegevensmanager zijn twee velden beschikbaar. Eén veld is het<br />

bronbestand. Het andere veld is het doelbestand. Het veld kan zowel<br />

als bron als doel worden gebruikt. Om directories, sub-directories/<br />

reeksen/combinaties, persoonlijke menu’s of gegevens te openen, is er<br />

een keuzebalk die u omhoog of omlaag kunt bewegen met de pijlen.<br />

Om de gegevens te kunnen bewerken, moeten deze zijn geselecteerd.


G<br />

H<br />

I<br />

J<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

Gegevensmanager<br />

A. Machinegeheugen-symbool: Gebruik deze functie om toegang te<br />

verkrijgen tot de steken of de borduurmotieven in de machine.<br />

B. Symbool voor de voorste kaartingang, kaart geplaatst: Gebruik<br />

deze functie om toegang te verkrijgen voor de voorste kaartingang.<br />

C. Symbool voor de achterste kaartingang, geen kaart in de machine:<br />

Gebruik deze functie om toegang te verkrijgen voor de achterste<br />

kaartingang.<br />

D. Symbool voor sorteercriterium: Gebruik deze functie om uw<br />

gegevens alfabetisch of volgens de gegevenstypen te ordenen.<br />

E. Begin met naaien: Als u dit symbool aanraakt wanneer u een reeks<br />

heeft gemarkeerd, kunt u het direct naaien. Het bijbehorende<br />

werkmenu voor de stekenreeks of borduurcombinatie verschijnt op<br />

het scherm. Lees meer over de stekenreeks op pag. 4:4-4:5.<br />

Als u dit symbool aanraakt wanneer een steek is gemarkeerd, verschijnt<br />

het werkmenu voor de steek en is de machine klaar om te<br />

naaien.<br />

Als u dit symbool aanraakt wanneer een persoonlijk menu is<br />

gemarkeerd, wordt het persoonlijke menu getoond en kunt u<br />

een steek selecteren en deze naaien. De steek verschijnt op het<br />

bijbehorende werkvenster.<br />

F. Symbool voor informatie uit het geheugen: Gebruik deze functie<br />

om de gegevens in een directory of steek die u heeft gemarkeerd te<br />

raadplegen.<br />

G. Pijltjes die de activiteit aanduiden: Door deze pijltjes te gebruiken,<br />

kunt u door het scherm ”lopen”. De donkere markeerbalk geeft het<br />

gemarkeerde gebied aan.<br />

H. Symbool voor verwijderen: Gebruik dit symbool om een datareeks<br />

te kunnen verwijderen (directory, steek of stekenreeks) die u heeft<br />

gemarkeerd.<br />

I. Symbool voor kopiëren: Dit is een functie voor kopiëren,<br />

herbenoemen, verplaatsen van steken/motieven, reeksen of<br />

combinaties.<br />

Kopiëren van gegevens:<br />

U kunt gegevens dupliceren, zoals steken en stekenreeksen, vanaf de<br />

machine of een creative card en deze opslaan in een ander geheugen of<br />

ze bewaren en op een creative card zetten. Om dit te doen moet u uw<br />

doelbestand markeren, het bronbestand markeren en ”kopieer” aanraken.<br />

Reeks: 1. Markeer bestemming / 2. Markeer bron / 3. Kopieer<br />

Gegevens een andere naam geven:<br />

Om gegevens een andere naam te geven, zoals steken, stekenreeksen of<br />

persoonlijke menu’s, raak het Kopieer-symbool aan en geef een nieuwe<br />

naam. Een venster om een nieuwe naam in te voeren (max. 8 letters)<br />

verschijnt.<br />

Verplaats:<br />

U kunt steken of stekenreeksen verplaatsen van de machine of vanaf<br />

een creative card naar een ander geheugen of op een creative card.<br />

Om dit te doen moet u uw bronbestand markeren, het doelbestand<br />

markeren en het kopieer-symbool aanraken.<br />

Reeks: 1. Markeer bestemming / 2. Markeer bron / 3. Verplaats<br />

2:19<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:20<br />

Hoe u uw machine kunt updaten<br />

Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 is geleverd met een speciaal kabel met USBaansluiting<br />

aan het ene uiteinde en een creative card aan het andere<br />

uiteinde. Gebruik deze kabel bij het updaten van uw naaimachine of bij<br />

het verzenden van gegevens van uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 en de 3D File<br />

Assistant op uw computer.<br />

1. Ga naar de homepage van <strong>Pfaff</strong> op www.pfaff.com en klik op 2170<br />

update.<br />

2. Klik vervolgens op downloaden.<br />

3. Vul het registratieformulier in of voer uw e-mailadres in en start<br />

het zoekproces. Start het downloaden als de registratie is voltooid.<br />

Let op: Afhankelijk van de Windows-versie op uw computer, kan het menu er anders<br />

uitzien dan in het voorbeeld.<br />

4. Kies ”Open bestand vanaf huidige locatie” om het downloadproces<br />

direct vanaf de website te starten.<br />

5. Kies ”Bestand opslaan op vaste schijf” als u het programma naar de<br />

vaste schijf van uw computer wilt downloaden en de machine op<br />

een later tijdstip wilt updaten. Zie ”Het update-programma opslaan<br />

op de vaste schijf”.<br />

6. Klik Ja om verder te gaan.<br />

7. Het update-programma is geactiveerd als scherm (C) verschijnt. U<br />

kunt de internetverbinding vervolgens verbreken.<br />

C


Zet uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 in de update-modus<br />

1. Verbind de kabel aan uw computer en plaats de card in één van de<br />

kaartingangen in uw naaimachine.<br />

2. Zet de naaimachine aan.<br />

3. Raak het symbool Hoofdmenu aan.<br />

4. Kies Instellingenmenu. Raak Update rmware aan. Selecteer ja voor<br />

de gestelde vraag. Een nieuw pop-up menu met update-instructies<br />

verschijnt.<br />

5. Lees de instructies, toets vervolgens OK om uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170<br />

voor te bereiden op de update. Vervolgens verschijnt opnieuw<br />

een pop-up menu met de informatie dat de machine op gegevens<br />

wacht.<br />

6. Klik op het symbool Naaimachine updaten op de computer om de<br />

update te starten. Het updateproces start en na circa 20 minuten<br />

kunt u de naaimachine opnieuw opstarten en uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170<br />

is klaar voor gebruik met de nieuwe programmaversie. Ga naar<br />

”Problemen oplossen” op pagina 2:23 als er problemen ontstaan<br />

tijdens het updaten van de <strong>Pfaff</strong> creative 2170.<br />

Zie ”Het update-programma opslaan op de vaste<br />

schijf”<br />

Let op: Afhankelijk van de Windows-versie op uw computer, kan het menu er anders<br />

uitzien dan in het voorbeeld.<br />

1. Klik op de update-link en het volgende menu verschijnt.<br />

2. Kies ”Bestand opslaan op vaste schijf” door te klikken in het<br />

witte cirkeltje dat voor deze zin staat (als het keuzerondje al is<br />

ingeschakeld, is deze optie al geselecteerd). Klik op OK.<br />

3. Het menu Opslaan als verschijnt. Als u de 2170 al een keer hebt<br />

geüpdatet, blader naar de update-map die u de vorige keer hebt<br />

gemaakt en sla het nieuwe bestand hier op. Maak een nieuwe map<br />

volgens onderstaande instructies als dit de eerste update is.<br />

2:21<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:22<br />

Map voor de update maken<br />

4. Links met de muis klikken op symbool van de pijl-omlaag. De vaste<br />

schijf wordt vaak aangeduid met Lokale schijf en wordt meestal<br />

gevolgd door een C: dit is de naam van de vaste schijf.<br />

5. Zoek de vaste schijf en open deze door met de linker muisknop te<br />

klikken.<br />

6. Klik op het symbool voor nieuwe map (A) om een nieuwe map op<br />

de vaste schijf te maken.<br />

7. De nieuwe map is geselecteerd zodat u een naam voor de nieuwe<br />

map kunt invoeren. Geef de map de naam Update 2170.<br />

8. Dubbelklik op de map om deze te openen.<br />

9. Klik met de linker muisknop op Opslaan om het update-bestand op<br />

te slaan in de map.<br />

A


10. Het bestand wordt vervolgens in de map opgeslagen. De snelheid<br />

van uw internetverbinding bepaalt hoe lang het downloaden duurt.<br />

11. Het downloaden van het bestand ”Update 2170” is nu voltooid.<br />

Klik met de linker muisknop op Map openen om de map te openen<br />

waarin het update-bestand is opgeslagen.<br />

(Afhankelijk van uw computerinstellingen wordt bovenstaand menu eventueel<br />

automatisch afgesloten.) (Volg de instructies onder Update later als dit het geval is).<br />

12. Dubbelklik met de linker muisknop op het symbool Update 2170.<br />

Het update-programma start. Volg de instructies op het scherm en<br />

zet uw 2170 in de update modus.<br />

Update later<br />

Als u de <strong>Pfaff</strong> creative 2170 op een later tijdstip wilt updaten, klik<br />

dan met de linker muisknop op Sluiten. Bovenstaande is niet van<br />

toepassing als het menu Downloaden voltooid automatisch wordt<br />

gesloten.<br />

Dubbelklik, als u de 2170 wilt updaten, met de linker muisknop op het<br />

symbool Deze computer op uw bureaublad (het openingsscherm als u<br />

de computer start). Dubbelklik met de linker muisknop op de C:- schijf.<br />

Dubbelklik met de linker muisknop op de map Update 2170 om deze te<br />

openen.<br />

Dubbelklik op het bestand Update 2170.<br />

Het update-programma start.<br />

Volg de instructies op het scherm en zet uw 2170 in de update modus.<br />

Problemen oplossen<br />

• Het bericht De COM-poort/USB kan niet worden geopend<br />

verschijnt. Controleer of de juiste COM-poort/USB is geselecteerd<br />

in de selectielijst van de seriële poort.<br />

• Het bericht De naaimachinemonitor kan niet worden geïnitialiseerd<br />

verschijnt. Controleer alle aansluitingen tussen de computer en de<br />

naaimachine. Schakel uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 uit. Start opnieuw op en<br />

selecteer de update-modus. Start het update-programma opnieuw.<br />

• Controleer bij een communicatiefout de verbinding met de<br />

computer. Zet de naaimachine uit en weer aan. Er verschijnt een<br />

zwart scherm bij het inschakelen van de computer. Klik op het<br />

symbool Naaimachine updaten op de computer. Binnen enkele<br />

seconden start het update-proces opnieuw.<br />

2:23<br />

Voorbereidingen


Voorbereidingen<br />

2:24


NAAIEN


Naaien<br />

3:2<br />

Functietoetsen<br />

A. Toets afhechten<br />

B. Motief start<br />

C. Toets langzaam naaien<br />

D. Toets naald omhoog/omlaag<br />

E. Spoeldraadcontrole<br />

F. Toets achteruitnaaien<br />

A. Toets Afhechten<br />

Als u op deze toets drukt, snijdt de naaimachine automatisch de<br />

spoeldraad en bovendraad. Als u op de toets drukt terwijl u naait, zal<br />

de naaimachine de steek afwerken, een afhechting maken en de draden<br />

afknippen.<br />

B. Motief start<br />

Deze toets heeft twee functies: Als u op deze toets drukt terwijl u naait,<br />

werkt de naaimachine de steek af en hecht hem af. Als u op de toets<br />

drukt, zodra u de naaimachine heeft gestopt, gaat hij terug naar het<br />

begin van deze steek.<br />

C. Toets langzaam naaien<br />

Als u op deze toets drukt wordt de naaisnelheid verlaagd.<br />

D. Toets naald omhoog/omlaag<br />

Als u op deze toets drukt, daalt de naald automatisch naar een lagere<br />

positie als u met naaien stopt. Als u op deze toets drukt verschijnt het<br />

volgende dialoogvenster (G) op uw scherm. U kunt kiezen hoe hoog u<br />

de naaivoet omhoog wilt laten komen als u uw voet van het voetpedaal<br />

haalt. Wanneer u weer op het voetpedaal drukt, gaat de naaivoet weer<br />

automatisch omlaag. Dit maakt het voor u eenvoudiger een hoek te<br />

draaien, quilten etc.<br />

E. Spoeldraadcontrole<br />

Als de spoeldraad opraakt, gaat de spoeldraadcontrole knipperen.<br />

Let op: De spoeldraadcontrole werkt alleen als de grijperklep gesloten is.<br />

F. Toets achteruitnaaien<br />

De toets achteruitnaaien heeft diverse functies in de naaimodus.<br />

1. Als u tijdens het naaien op de toets drukt, naait de naaimachine<br />

achteruit zolang u de toets ingedrukt houdt.<br />

2. Als u continu achteruit wilt naaien, drukt u op deze toets voordat u<br />

begint te naaien: de naaimachine naait dan achteruit totdat u weer<br />

op deze toets drukt. Als u deze functie hebt geactiveerd, verschijnt<br />

er een pijl voor achteruitnaaien op het touch-on kleurenscherm (H).<br />

3. Als u het afhechtprogramma hebt geactiveerd, start u met deze<br />

toets het afhechten aan het eind. Als afhechten is geselecteerd<br />

wordt dit aangegeven, doordat het symbool voor enkel motief is<br />

geactiveerd.<br />

4. In de programma’s Patchwork, Tapering, programma voor 4<br />

naairichtingen en stopprogramma’s bepaalt u met deze toets de<br />

naadlengte.<br />

5. Als u de lengte van een knoopsgat programmeert, bepaalt u met<br />

deze toets de rupslengte.<br />

F<br />

H<br />

E<br />

G.<br />

A B C D


A<br />

C<br />

B<br />

D<br />

E F<br />

G H<br />

I<br />

J<br />

K<br />

L<br />

M<br />

Naaimodus functies<br />

A. Verticaal spiegelen.<br />

B. Horizontaal spiegelen.<br />

C. Programma 4 naairichtingen<br />

D. Enkel motief<br />

E. Direct afhechten<br />

F. Afhechtprogramma<br />

G. Tapering<br />

H. Balans<br />

I. Naaien uit de vrije hand<br />

J. Tweelingnaald<br />

A. Verticaal spiegelen<br />

Als u op deze toets drukt, spiegelt u de steek verticaal. U zult de<br />

veranderingen op het scherm zien.<br />

B. Horizontaal spiegelen.<br />

Deze functie spiegelt uw steek horizontaal. U zult de veranderingen<br />

van de steek op het scherm zien.<br />

C. Programma 4 naairichtingen<br />

Met deze functie kunt u de lengte en breedte van een rechthoek<br />

programmeren en de geprogrammeerde rechthoek permanent in de<br />

naaimachine opslaan. Deze functie kan nuttig zijn bij het verstellen van<br />

lapjes zonder de stof te moeten draaien.<br />

Als u op de toets voor het programma voor 4 naairichtigen drukt,<br />

verschijnt er een nieuw venster. Raak de programmafunctie (K) aan<br />

voordat u met naaien begint, om een programma voor 4 naairichtingen<br />

te programmeren en permanent te bewaren.<br />

Raak het symbool voor handmatig werken (L) aan om te beslissen waar<br />

een reeds geprogrammeerde zijnaad moet eindigen. De naaimachine<br />

maakt de huidige steek af en stopt. (Lees meer over in verschillende<br />

richtingen naaien op pagina 3:25.)<br />

De pijl bepaalt de naairichting. De machine naait in de richting van de<br />

geselecteerde pijl.<br />

Het symbool voor de Gegevensmanager (M) opent een venster<br />

waarmee een programma kan worden geopend, opgeslagen,<br />

verwijderd en gesloten.<br />

Het programma voor 4 naairichtingen is er voor de steken 2-4, 7, 10, 11,<br />

18, 23 and 25.<br />

3:3<br />

Naaien


Naaien<br />

3:4<br />

Naaimodus functies<br />

A. Verticaal spiegelen.<br />

B. Horizontaal spiegelen.<br />

C. Programma 4 naairichtingen<br />

D. Enkel motief<br />

E. Direct afhechten<br />

F. Afhechtprogramma<br />

G. Tapering<br />

H. Balans<br />

I. Naaien uit de vrije hand<br />

J. Tweelingnaald<br />

D. Enkel motief<br />

U kunt mostekentieven en stekenreeksen naaien als enkel motief.<br />

Door de toets voor enkel motief aan te raken, kunt besluiten hoeveel<br />

motieven u wilt naaien. Als u op deze toets drukt zal er een nieuw<br />

venster verschijnen. Raak de AAN toets (N) aan en u kunt bepalen<br />

hoeveel motiefherhalingen u wilt door + en - .<br />

E. Direct afhechten<br />

Indien u het symbool voor direct afhechten aanraakt, als u aan het<br />

naaien bent of als de machine gestopt is, zal de machine de steek/reeks<br />

niet afmaken maar daarentegen direct gaan afhechten.<br />

Let op: Als u vanaf het begin opnieuw met de reeks wilt beginnen, moet u op de toets<br />

Motief begin drukken.<br />

Nadat u een keer direct hebt afgehecht, zal de machine stoppen. U<br />

kunt pas weer starten als u het voetpedaal heeft losgelaten en deze<br />

vervolgens weer hebt ingedrukt.<br />

Het direct afhechten symbool blijft actief nadat deze is aangeraakt en<br />

wordt pas inactief als het afhechten volledig voltooid is.<br />

N<br />

A<br />

C<br />

B<br />

D<br />

E F<br />

G H<br />

I<br />

J


O<br />

A<br />

C<br />

B<br />

D<br />

E F<br />

G H<br />

I<br />

P<br />

J<br />

Naaimodus functies<br />

A. Verticaal spiegelen.<br />

B. Horizontaal spiegelen.<br />

C. Programma 4 naairichtingen<br />

D. Enkel motief<br />

E. Direct afhechten<br />

F. Afhechtprogramma<br />

G. Tapering<br />

H. Balans<br />

I. Naaien uit de vrije hand<br />

J. Tweelingnaald<br />

F. Afhechtprogramma<br />

Het symbool voor het afhechtprogramma bevat vier functies: begin<br />

afhechten, eind afhechten, draden afknippen en persvoetlichter. Als<br />

het symbool wordt aangeraakt, verschijnt er een nieuw venster, zodat<br />

u een keuze kunt maken uit verschillende functies. Als er een functie<br />

is geselecteerd, wordt het symbool donkergroen en op het scherm zijn<br />

alleen de symbolen voor de geselecteerde functies zichtbaar.<br />

Als u een van deze functies selecteert, blijft deze actief, ook als u<br />

een andere steek selecteert. Ze blijven actief totdat u de machine<br />

uitschakelt.<br />

G. Tapering<br />

Als u het tapering-symbool aanraakt verschijnt er een nieuw venster.<br />

Als u het (0) symbool indrukt wordt de zoom bij 0mm gestart en wordt<br />

breder totdat de eerder gekozen steekbreedte is bereikt. Als u op de<br />

achteruitnaaitoets drukt, wordt de breedte automatisch beperkt tot<br />

0mm.<br />

Als u op het (P)-symbool drukt begint de naad op volle breedte en<br />

indien op de achteruitnaaitoets wordt gedrukt gaat deze wijdte terug<br />

naar 0mm.<br />

De steek zal worden verkleind volgens de hoek die u heeft gekozen (in<br />

dit geval 90° of 60°).<br />

3:5<br />

Naaien


Naaien<br />

3:6<br />

H. Balans<br />

Als u dit symbool aanraakt, verschijnt er een nieuw venster dat het<br />

mogelijk maakt om uw steek te corrigeren. Begin met een naad in een<br />

proe apje te naaien. Verwissel nadat u uw steek hebt gecorrigeerd, de<br />

naad op uw naaimachine, zodat het als uw naaivoorbeeld eruitziet.<br />

Gebruik de + en - symbolen om de balans te veranderen.<br />

I. Vrije hand<br />

Deze functie kan worden gebruikt als u borduurwerk uit de vrije hand<br />

wilt maken of wanneer u gaat quilten. Als u het Vrije hand-symbool<br />

aanraakt verzoekt de naaimachine u om de transporteur te verzinken.<br />

De naaimachine zal de naaivoet omhoog brengen, zodat u uit de vrije<br />

hand kunt naaien.<br />

J. Tweelingnaald<br />

Druk op dit symbool als u met een tweelingnaald naait. Als<br />

u dit symbool aanraakt, verschijnt er een pop up waar u de<br />

tweelingnaaldbreedte kunt instellen. Druk op AAN en gebruik de + en<br />

- toetsen om de breedte in te stellen.<br />

K. Patchwork programma<br />

Het patchwork programma maakt het u mogelijk om een speci eke<br />

naadlengte in te stellen voor het aan elkaar naaien van stoffen van<br />

gelijke lengte en dit permanent op te slaan. Als u op het symbool<br />

patchworkprogramma drukt verschijnt er een nieuw venster.<br />

In het nieuwe dialoogvenster bevindt zich een symbool voor de<br />

Gegevensmanager (waar u reeds opgeslagen programma’s kunt<br />

openen of een een nieuw programma kunt maken) en een AANsymbool<br />

(om het patchworkprogramma te activeren).<br />

Om een patchworkprogramma te maken, moet u het programmma<br />

activeren door de drukken op AAN en OK. Naai uw gewenste lengte<br />

en raak de achteruitnaaitoets aan. De achteruitnaaitoets bepaalt de<br />

lengte van de naad. Lees meer over hoe u de lengte van de naad kunt<br />

wijzigen en hoe u het programma kunt opslaan op pagina 4:16-4:17.


A<br />

B<br />

C<br />

A B C D E<br />

Welkomstscherm<br />

A. Hoofdmenu<br />

B. Laatste steek<br />

C. Informatie<br />

Hoofdmenu<br />

Als u het hoofdmenu-symbool aanraakt, komt u in het hoofdmenu. In<br />

het hoofdmenu vindt u verschillende steekcategorieën en kunt u in de<br />

borduurmodus en de Gegevensmanager komen.<br />

Informatie<br />

Gebruik deze functie voor algemene informatie over het gebruik van de<br />

naaimachine.<br />

Laatste steek<br />

De laatste steek-functie maakt het mogelijk om terug te keren naar de steek<br />

waar u was gebleven, voordat u de machine had uitgezet.<br />

Op het scherm dat verschijnt zodra u de naaimachine aandoet, kunt u de<br />

zogenaamde Laatste steek-functie kiezen. Als u dat symbool aanraakt,<br />

verschijnt er een nieuw menu waar u zowel kunt kiezen uit Laatste steek<br />

of huidige positie. Kies de laatste steek en u kunt direct bij de laatste<br />

steek komen waar u was gebleven, voordat u de naaimachine heeft<br />

uitgeschakeld. De huidige positie brengt u naar de laatste borduursteek.<br />

Als u de huidige positie-functie heeft geactiveerd wanneer u borduurt,<br />

kunt u via deze toets doorgaan met borduren vanaf de positie waar u was<br />

gebleven, voordat u de naaimachine heeft uitgeschakeld.<br />

Werkbalk<br />

A. Hoofdmenu<br />

B. Instellingenmenu<br />

C. Creative Assistant<br />

D. OK<br />

E. Esc<br />

A. Hoofdmenu<br />

Met deze functie kunt u terugkeren naar het hoofdmenu, om alle steken te<br />

kiezen. In deze afbeelding bevindt u zich reeds in het hoofdmenu en het<br />

symbool is vervolgens blauw geworden.<br />

In het Hoofdmenu bevinden zich verschillende keuzemenu’s:<br />

Aaneennaaien, Afwerken, Nuttige steken, Knoopsgaten, 9 mm Siersteken,<br />

MAXI-steken, Persoonlijk menu, Alfabetten, Stekenreeksen, Steken creëren,<br />

Borduren, Selectie op nummer, Laatste steek en Gegevensmanager.<br />

3:7<br />

Naaien


Naaien<br />

3:8<br />

B. Instellingenmenu<br />

Het instellingenmenu verwijst altijd duidelijk naar het menu dat<br />

u heeft geselecteerd. Als u zich in het hoofdmenu bevindt, zijn de<br />

volgende menu’s actief:<br />

1. Kies taal: Met dit symbool kunt u de taal in de naaimachine<br />

wijzigen.<br />

2. Audiosignaal. U kunt het geluid van de toets en het bericht<br />

wijzigen.<br />

3. Creative card. U kunt een creative geheugenkaart indelen of de<br />

naam wijzigen.<br />

4. Welkomstscherm uit: Deze functie schakelt het welkomstscherm<br />

uit, zodat u direct het hoofdmenu binnengaat als u uw naaimachine<br />

aanzet.<br />

5. Terug naar standaardinstelling: Herstelt alle instellingen van<br />

de naaimachine die u eerder heeft veranderd of u kunt de<br />

informatieteksten weer actief maken.<br />

6. Spoelsnelheid; kies tussen langzaam, medium en snel.<br />

7. Breng de naaivoet omhoog: kies tussen in het geheel niet omhoog<br />

brengen, Laag, Medium en Hoog.


8. Verplaats ring: U kunt deze functie gebruiken als u borduurt met<br />

de bevestigde borduureenheid. Om de arm zover mogelijk uit het<br />

werkgebied te verplaatsen, raak het naaipositie-symbool aan.<br />

Om de borduurarm zodanig te verplaatsen, zodat u de borduureenheid<br />

uit de naaimachine kunt halen, moet u het Parkeerpositie-symbool<br />

aanraken.<br />

9. Opties voor meldingen; onder de opties voor meldingen-toets kunt<br />

u diverse meldingen aan- of uitzetten, bijvoorbeeld als u niet wilt<br />

dat de naaimachine stopt als de spoeldraad opraakt.<br />

10. Code: met de code-functie kunt u uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170<br />

vergrendelen. Het hoofdmenu van uw naaimachine zal niet eerder<br />

verschijnen dan dat u uw juiste veiligheidscode heeft ingevoerd. De<br />

code moet minimaal uit drie cijfers bestaan en maximaal uit acht. U<br />

kunt de code wissen door op de Verwijder-toets te drukken of als u<br />

de code wilt wijzigen, drukt u op het Veranderen-symbool.<br />

11. Persoonlijk stekenmenu: In het persoonlijke stekenmenu kunt een<br />

keuze aan steken opslaan. U wilt bijvoorbeeld een persoonlijk<br />

menu creëren voor alle steken die u nodig heeft voor het naaien van<br />

kleding. U kunt diverse persoonlijke menu’s aanmaken (lees meer<br />

over persoonlijke menu’s op pagina 3:27).<br />

12. Demo: met de demofunctie kunt u een demonstratie van de<br />

naaimachine programmeren in uw creative 2170 en telkens<br />

weer herhalen. Programmeer tevens in een oefenreeks, zodat<br />

u later nog de stappen voor een bepaald project weet. Om een<br />

demo te programmeren raakt u de Opname demo-toets aan. Het<br />

openingsscherm verschijnt direct en u kunt beginnen met de<br />

demonstratie. Met de achteruitnaaitoets werkt u de demo af en<br />

slaat u hem op.<br />

Let op: dit is een geweldige eigenschap om in te schakelen als u een nieuwe techniek leert<br />

op een cursus.<br />

13. Versie: de huidige software status van uw machine wordt hier<br />

opgeslagen.<br />

14. Firmware update: druk op deze toets als u uw naaimachine wilt<br />

upgraden. Lees meer over hoe u uw machine kunt upgraden op<br />

pagina 2:20.<br />

3:9<br />

Naaien


Naaien<br />

3:10<br />

C. Creative Assistant<br />

Er bevindt zich een Creative Assistant-functie op uw naaimachine om<br />

u te helpen; u kunt deze functie op elk moment oproepen. De werkbalk<br />

verandert vervolgens van kleur en tevens wijzigen de functies die<br />

bij de toetsen horen. Als u de toets in het hoofdmenu aanraakt, geeft<br />

de Creative Assistant u algemene informatie over het werken met de<br />

naaimachine. Als u de Creative Assistant binnen een steek aanraakt,<br />

wordt de directe helpfunctie geopend. Het pop-up helpmenu geeft<br />

informatie over alle naaifuncties en -symbolen. Raak het scherm aan<br />

waarover u meer informatie wilt. Informatie kan op meerdere pagina’s<br />

staan waar u met de pijltjes doorheen kunt lopen.<br />

D. OK<br />

De OK-toets wordt gebruikt om uw handelingen te bevestigen.<br />

E. Esc<br />

Deze functie maakt het mogelijk om terug te keren uit een menu dat u<br />

heeft gekozen voorafgaand aan het vorige menu. Als u een venster sluit<br />

zullen de instellingen die u heeft aangebracht niet worden bewaard; u<br />

heeft het proces onderbroken.<br />

Let op: Als u de posities van de borduurring wijzigt zullen deze veranderingen bewaard<br />

blijven zelfs als esc wordt aangeraakt.<br />

A B C D E


A<br />

C<br />

D<br />

E<br />

B<br />

Steekkeuze<br />

Er zijn drie verschillende manieren om een steek op uw <strong>Pfaff</strong> creative<br />

2170 te kiezen.<br />

Start door het hoofdmenu te openen. In het hoofdmenu zijn de steken<br />

in verschillende categorieën ingedeeld. U kunt een steek selecteren<br />

door één van de categorieën aan te raken en door vervolgens de steek<br />

te selecteren door op het symbool van de steek te drukken.<br />

De tweede manier om een steek te kiezen is om naar één van de<br />

categorieën te gaan en te bladeren tussen de verschillende menu’s<br />

door gebruikmaking van de schuifbalk. Zo kunt u dan door de<br />

verschillende steekcategorieën lopen.<br />

Als u het hoofdmenu opent is het menu voor aan elkaar naaien altijd<br />

geselecteerd. Als u hier op het voetpedaal trapt, wisselt het scherm<br />

naar de rechte steek en is uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 klaar om te naaien.<br />

Trap nogmaals op het voetpedaal en de machine begint met het naaien<br />

van steek nummer 1; een rechte steek. U kunt elke steek aanraken en de<br />

naaimachine zal een scherm voor de desbetreffende steek openen (A).<br />

De derde manier om een steek te openen is door het symbool Directe<br />

keuze in het hoofdmenu aan te raken. Er verschijnt een pop-up waar<br />

u een steek kunt selecteren door te drukken op het steeknummer. U<br />

kunt steeknummers op de klep van uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 vinden en op<br />

stitch cards of in deze gebruikershandleiding (pagina 1:8-1:13).<br />

Als u een menu heeft geopend en naar het hoofmenu wilt terugkeren,<br />

druk dan op de ESC-toets (B).<br />

Wijzigen van een nuttige steek<br />

Wanneer een scherm opent, worden de belangrijkste instellingen<br />

weergegeven. Om dit te illusteren hebben we voor een zigzagsteek<br />

gekozen.<br />

U kunt de instellingen wijzigen die worden weergegeven, zoals<br />

waarden voor steekbreedtes (dit symbool zorgt voor een verandering<br />

van de naaldpositie voor een rechte steek) (C), steeklengte (D) en<br />

draadspanning (E) voor de steek. Zodra u een waarde verandert, zullen<br />

de nummers rood worden om zo aan te geven dat u een verandering<br />

heeft doorgevoerd. Zodra u een maximum- of minimumwaarde heeft<br />

bereikt, wordt de functie automatisch inactief. Als u het scherm verlaat,<br />

zullen de steekinstellingen weer zo worden als ze waren.<br />

Steekbreedte<br />

Raak het symbool aan voor steekbreedte (C) + en - om de breedte van<br />

de steek te vergroten of te verkleinen.<br />

Steeklengte<br />

Raak het symbool aan voor steeklengte (D) + en - om de lengte van de<br />

steek te vergroten of te verkleinen.<br />

Draadspanning<br />

Raak het symbool aan voor de draadspanning (E) + en - om de<br />

draadspanning te vergroten of te verkleinen.<br />

3:11<br />

Naaien


Naaien<br />

3:12<br />

Wijzigen van een siersteek<br />

Bij de keuze van een siersteek is er een extra symbool dat<br />

motiefverlenging wordt genoemd (A). Met deze functie kunt u de<br />

lengte van een motief wijzigen. Gebruik de + en - symbolen om het<br />

motief langer te maken zonder de dichtheid te wijzigen.<br />

Bewaar parameter<br />

U kunt de instellingen die u heeft aangebracht opslaan door naar het<br />

instellingenmenu te gaan en hier Bewaar parameter aan te klikken.<br />

Zodra u de steek heeft opgeslagen blijft deze zo behouden zelfs als u<br />

naar een ander menu gaat of de naaimachine uitzet. Als u terug wilt<br />

naar de oorspronkelijke instelling, gaat u naar het instellingenmenu en<br />

kiest u voor Herstel parameter.<br />

Afhechten<br />

Op uw creative 2170 zijn er twee verschillende manieren om af te<br />

hechten. U kunt uw naaimachine instellen om aan het begin af te<br />

hechten, aan het eind, de draden af te snijden en de naaivoet omhoog te<br />

zetten. Dit wordt het Afhechtprogramma genoemd.<br />

De tweede manier om af te hechten is met Direct afhechten (B). Als u<br />

op dit symbool drukt, wordt de afhechting direct gemaakt.<br />

Het afhechtprogramma<br />

Als u het afhechtprogramma-symbool (C) aanraakt, verschijnt er een<br />

nieuw venster. Activeer de gewenste functie door de verschillende<br />

symbolen in het pop-up menu aan raken: afhechten begin, afhechten<br />

einde, draadafsnijden en persvoet. Het symbool van de geactiveerde<br />

functie wordt donkergroen (D). Raak OK aan wanneer u de functie/<br />

functies hebt geactiveerd die u wilt gebruiken.<br />

Als u iets in het afhechtprogramma hebt geactiveerd verandert de<br />

kleur van het afhechtprogramma-symbool (C) in donkergroen. Ook<br />

verschijnen de instellingen die u hebt gemaakt.<br />

B<br />

D<br />

C<br />

A


A<br />

Verticaal<br />

Horizontaal<br />

Naaldposities<br />

Bij de steken 1, 2, 5, en 15 kunt u de naaldpositie wijzigen door de<br />

steekbreedte-toets (A) aan te raken. Deze vier steken hebben 19<br />

verschillende naaldposities. Gebruik het + symbool om de steken naar<br />

rechts te verplaatsen in stappen van 0.5 mm. Gebruik het - symbool om<br />

de steken naar links te verplaatsen in stappen van 0.5 mm.<br />

Als u op de klep van uw naaimachine kijkt, ziet u dat de steken<br />

waarvan u de naaldposities kunt wijzigen, zijn gemarkeerd met een<br />

pijl.<br />

Spiegelen<br />

Er zijn twee manieren om een steek te spiegelen: horizontaal en<br />

verticaal.<br />

Met horizontaal spiegelen kunt u een gemarkeerde steek spiegelen of<br />

stekenreeks horizontaal spiegelen. De gespiegelde steek verschijnt op<br />

het scherm voor verdere bewerking.<br />

Met verticaal spiegelen kunt u een gemarkeerde steek spiegelen of<br />

stekenreeks verticaal spiegelen. De gespiegelde steek verschijnt op het<br />

scherm voor verdere bewerking.<br />

3:13<br />

Naaien


Naaien<br />

3:14<br />

Nuttige steken<br />

Rechte steek<br />

Steek nummer 1 is de rechte basissteek met de naaldpositie in het<br />

midden. U kunt de steeklengte vergroten tot 6 mm. Verscheidene<br />

werkzaamheden kunnen door het verstellen van de naaldpositie<br />

gemakkelijker worden uitgevoerd zoals het inzetten van een rits<br />

of doorstikken van een kraag. Uw <strong>Pfaff</strong> performance 2170 heeft 19<br />

verschillende naaldposities, die u kunt instellen met de toetsen + en -.<br />

Tip: Wilt u een hoekje van een kraag doorstikken, gebruik dan de toets Naald<br />

omhoog/omlaag. U kunt ook even op het voetpedaal drukken om de naald<br />

omlaag te zetten.<br />

Genaaide zigzagsteek - Nr. 4<br />

Met steek nr. 4 kunt u onafgewerkte randen afwerken. Zorg ervoor dat<br />

de naald de stof aan de linkerzijde doorboort en aan de rechterrand<br />

afwerkt.<br />

Steek nr. 4 kan ook worden gebruikt als elastische steek om elastiek te<br />

bevestigen in pyjama’s, rokken en sportkleding.<br />

Rijgprogramma<br />

De rijgfunctie wordt vaak gebruikt bij het naaien van kleding om<br />

delen tijdelijk aan elkaar te naaien om deze te kunnen passen zodat<br />

het kledingstuk precies op maat kan worden gemaakt. Gebruik<br />

voor dergelijke technieken lange steken met een lengte van 6 mm of<br />

sprongsteken met een lengte van circa 2 cm.<br />

U kunt met de rijgfunctie markeringen op het werkstuk aanbrengen<br />

door lange rijgsteken te maken die door de stof worden genaaid. Dit<br />

verdient de voorkeur boven het gebruik van markeerpennen, met name<br />

op lichtgekleurde stoffen of materialen met een grove structuur.<br />

Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 beschikt over een rijgprogramma dat kan<br />

worden geselecteerd met steeknummer 32.<br />

Dit programma kan op twee verschillende manieren worden gebruikt<br />

en is gekoppeld aan het in- en uitschakelen van de transporteur.<br />

Als de transporteur is uitgeschakeld, zal de naaimachine slechts één<br />

steek per keer naaien. U moet het voetpedaal elke keer intrappen als u<br />

wilt dat de naaimachine één steek naait. Op die manier kunt u de stof<br />

elke keer verplaatsen, zodat u zelf de steeklengte kunt bepalen.<br />

Door het Persvoetlichter-symbool aan te raken selecteert u op<br />

welke hoogte de naaivoet automatisch moet blijven staan zodra de<br />

naaimachine stopt, zodat u de stof verder kunt doorvoeren.<br />

Als de transporteur is ingeschakeld, naait de machine een steek met<br />

een lengte van 6 mm. 6 mm is de langste steeklengte van de creative<br />

2170. Hiermee kunt u een tijdelijke naad naaien voor het passen van<br />

kleding naaien.


Knoopsgaten<br />

Er zijn 12 verschillende soorten knoopsgaten voor uw Pfaf creative<br />

2170. Elk knoopsgat is speciaal afgestemd op voor een bepaalde<br />

toepassing en een bepaald type stof. U kunt over de verschillende<br />

knoopsgaten lezen in het overzicht in hoofdstuk 1.<br />

Uw performance 2170 is uitgerust met de knoopsgat Sensormatic en<br />

sensor technologie die ervoor zorgt dat ieder knoopsgat exact gelijk<br />

is. U kunt de mooiste knoopsgaten naaien in zelfs de lastigste stoffen,<br />

zoals uweel, pluche, stretchstoffen en heel dikke jerseystoffen.<br />

Plaatsen van de knoopsgat Sensormatic<br />

1. Schuif het metalen gedeelte van de knoopsgat Sensormatic in de<br />

sleuf onder de twee pijlen aan de achterkant van de steekplaat. Het<br />

witte kunststof gedeelte bevindt zich boven de steekplaat en dekt<br />

de transporteur af (zie afbeelding).<br />

2. Schuif de geleider geheel naar voren tot het aansluit tegen de<br />

achterkant van de vrije arm. De geleider zal iets terugveren. Er<br />

dient een kleine afstand te zijn tussen de naaldplaat en de geleider<br />

zoals in de afbeeding wordt getoond.<br />

Als u de knoopsgat Sensormatic plaatst, wordt de sensor geactiveerd.<br />

Bevestigen van knoopsgatvoet nr. 5A<br />

Bevestig knoopsgatvoet nr. 5a om knoopsgaten te kunnen naaien.<br />

Trek,voordat u met naaien gaat beginnen, de schuif van de voet naar u<br />

toe, totdat de rode pijl overeenkomt met de tweede rode markering.<br />

3:15<br />

Naaien


Naaien<br />

3:16<br />

Een knoopsgat maken<br />

Kies knoopsgaten in het hoofdmenu en selecteer het knoopsgat van<br />

uw keuze. Voor dit voorbeeld hebben we knoopsgat nr. 47 gekozen.<br />

De belangrijkste instellingen zijn zichtbaar op het scherm. Er zijn<br />

drie verschillende manieren om knoopsgaten te naaien. automatisch,<br />

geprogrammeerd of handmatig.<br />

Het automatisch naaien van een knoopsgat<br />

Voer de knoopsgatlengte direct in op het scherm door het + en de -<br />

symbool aan te raken op het steeklengtesymbool (A). Voer de lengte<br />

van de sleuf van uw knoopsgat in. Begin uw knoopsgat te naaien door<br />

op het voetpedaal te trappen. Het knoopsgat zal automatisch worden<br />

genaaid.<br />

Geprogrammeerd knoopsgat<br />

U kunt een knoopsgat programmeren terwijl u naait.<br />

1. Activeer het knoopsgatprogramma door het prog-symbool (B) aan<br />

te raken.<br />

2. Naai totdat u de knoopsgatgrootte heeft die u wilt hebben en druk<br />

op de achteruitnaaitoets. De machine naait achteruit en de tweede<br />

trens en snijdt de draden.<br />

3. Het prog-symbool verandert in dit (C)-symbool. U kunt het<br />

geprogrammeerde knoopsgat zo vaak herhalen als u maar wilt.<br />

4. Als u de maat van het knoopsgat wilt wissen, raak dan nogmaals<br />

het prog-symbool aan.<br />

Het handmatig naaien van een knoopsgat<br />

Als u het symbool voor handmatig werken (D) aanraakt, weet u waar<br />

de laatste trens is genaaid.<br />

1. Stel de lengte van het knoopsgat in door het aan<br />

steekverlenginssymbool aan te raken. De naaimachine zal de eerste<br />

kolom naaien, de eerste trens en de tweede kolom.<br />

2. Nadat de helft van de tweede kolom is genaaid, vertraagt de<br />

naaimachine. Raak als het tijd is voor de tweede trens, de toets voor<br />

achteruitnaaien aan en de naaimachine begint met het maken van<br />

de trens.<br />

Let op: De naaimachine zal het handmatige knoopsgat niet bewaren.<br />

Het instellen van de knoopsgatbalans<br />

Begin door een voorbeeld van het knoopsgat te naaien. Indien u meent<br />

dat één van de kolommen langer is dan de andere kunt u de balans<br />

van het knoopsgat wijzigen. Raak het balanssymbool (E) aan en een<br />

pop-up verschijnt. Gebruik de + en - toetsen (F) om het knoopsgat<br />

te wijzigen. U moet uw knoopsgat zodanig wijzigen, dat het op uw<br />

genaaide voorbeeld lijkt. De naaimachine zal vervolgens automatisch<br />

het knoopsgat juist afstellen.<br />

Let op: Als u een knoopsgat groter dan 5A naaivoet (50 mm) wilt naaien, kunt u naaien<br />

zonder de Sensormatic maar met de 1A naaivoet. Voor een perfect resultaat zonder de<br />

Sensormatic is het misschien nodig om het knoopsgat te corrigeren.<br />

A<br />

F<br />

B<br />

D<br />

E<br />

C


Knoopsgat met contourdraad<br />

Knoopsgaten die worden genaaid met contourdraden zijn stabieler,<br />

duurzamer en professioneler van vorm. Gebruik daarvoor parelgaren<br />

of normaal contourdraad.<br />

1. Plaats de knoopsgat Sensormatic.<br />

2. Leg het midden van een stuk contourdraad over de metalen haak<br />

die aan de middenachterkant van de knoopsgatvoet uitsteekt. Leid<br />

de uiteinden van het draad onder de voet en trek die omhoog in de<br />

linker- en rechtergeleider aan de voorkant van de naaivoet.<br />

3. Klik de knoopsgatvoet vast. Voordat u begint met naaien trekt u de<br />

voet naar achteren tot de tweede rode markering.<br />

4. Als u klaar bent met het knoopsgat, trekt u aan de uiteinden van de<br />

contourdraad totdat de lus van de draad verborgen gaat onder de<br />

trens van het knoopsgat.<br />

5. Steek de uiteinden van de contourdraad in een gewone naainaald<br />

en trek ze naar de verkeerde kant van het kledingstuk. Knoop de<br />

uiteinden aan elkaar vast en knip het overtollige draad af.<br />

Mantelknoopsgat met contourdraden<br />

1. Plaats de knoopsgat Sensormatic. Leg het midden van een stuk<br />

contourdraad over de metalen haak die aan de middenvoorkant<br />

van de knoopsgatvoet uitsteekt. Leid de uiteinden van de draad<br />

onder de voet en trek die omhoog in de linker- en rechtergeleider<br />

aan de achterkant van de naaivoet.<br />

3:17<br />

Naaien


Naaien<br />

3:18<br />

2. Klik de knoopsgatvoet vast en trek deze naar achteren tot aan de<br />

tweede rode markering. Druk voordat u begint met naaien op de<br />

toets voor ”naald omlaag”.<br />

3. Naai de rechterkant van het knoopsgat.<br />

4. Als de naaimachine de eerste steken van de bocht heeft genaaid,<br />

trekt u de contourdraden omlaag van de klem met een kopspeld.<br />

Let op: De naaivoet mag in geen geval van de stof worden gehaald!<br />

5. Trek de contourdraad links naar achteren totdat de lus net voor<br />

de naald ligt. Naai de bocht voorzichtig en leidt de contourdraad<br />

onder het stiksel.<br />

6. Houd, na de bocht te hebben genaaid, de contourdraad een beetje<br />

strak en werk het naaien van het knoopsgat af.<br />

7. Steek de uiteinden van de contourdraad in een gewone naainaald<br />

en trek ze naar de verkeerde kant van het kledingstuk. Knoop de<br />

uiteinden aan elkaar vast en knip het overtollige draad af.<br />

Het ronde knoopsgat met contourdraad naait u op dezelfde manier.<br />

Let op: Dit knoopsgat wordt bijzonder mooi wanneer u garen van een zwaardere<br />

kwaliteit gebruikt.<br />

Tips voor knoopsgaten<br />

Knoopsgaten die zeer dicht op een verstevigde kant liggen, worden<br />

met de knoopsgatvoet soms niet optimaal getransporteerd omdat de<br />

voet niet recht op de stof staat. Gebruik in dat geval naaivoet 1A met<br />

het IDT ingeschakeld.<br />

Stoffen die gemakkelijk verschuiven of uitrekken moet u verstevigen<br />

met een uitwasbare of lichte versteviging.<br />

Knoopsgaten worden zeer stevig en duurzaam wanneer u een<br />

contourdraad meenaait (zie ”Knoopsgat met contourdraad”).<br />

U krijgt in linnen stoffen zeer fraaie knoopsgaten wanneer u een<br />

zwaardere kwaliteit garen gebruikt met een doorstiknaald.<br />

Meestal kiest u een knoopsgat dat iets groter is dan de diameter van<br />

de knoop. Naai altijd een proefknoopsgat op dezelfde stof en/of met<br />

dezelfde versteviging.<br />

Knip alle knoopsgaten voorzichtig open. Open het oog van het<br />

mantelknoopsgat met behulp van een gaatjestang of priem.


Knopen aannaaien<br />

Met steek nr. 59 kunt u eenvoudig knopen met twee of vier gaten<br />

aanzetten.<br />

1. Verwijder de naaivoet en verzink de transporteur.<br />

2. Markeer de positie van de knoop op de stof. Leg de knoop op de<br />

markering.<br />

3. Draai het handwiel naar u toe en draai de knoop zo dat de naald<br />

door het linkergat van de knoop steekt. Zet de persvoetlichter<br />

omlaag.<br />

4. De knoop wordt op zijn plaats gehouden door de schacht van<br />

de naaivoethouder. Verzeker u ervan dat de naald ook in het<br />

rechtergat van de knoop komt.<br />

5. Naai de knoop verder aan. De naaimachine zal het programma<br />

voor u afmaken.<br />

Vetergaten<br />

Selecteer steek 66 voor het naaien van oogjes op een riem of op<br />

linnengoed.<br />

1. Zet een kleine markering daar waar u een vetergat wilt naaien.<br />

2. Plaats de stof onder de naaivoet, plaats één van de markeringen in<br />

het midden van de voet.<br />

3. Als de Steekherstart gedurende het naaien wordt aangeraakt, zal de<br />

machine automatisch een oog naaien en de steek afhechten.<br />

4. Maak een gat in het midden van het oog. U kunt kiezen uit vijf<br />

verschillende maten ogen door de steeklengte aan te raken.<br />

Steek nr. 66 kan ook worden gecombineerd in borduursteekcombinaties<br />

voor prachtige versieringen.<br />

3:19<br />

Naaien


Naaien<br />

3:20<br />

Stoppen<br />

U kunt om een klein gaatje of een scheur te repareren, dit zowel<br />

automatisch doen door gebruik te maken van de stopsteken op de<br />

machine of u kunt de scheur stoppen met de hand door gebruik te<br />

maken van het stoppen uit de vrije hand.<br />

Automatisch stoppen<br />

De stopsteken nr. 64 en nr. 65 kunnen worden gebruikt om<br />

beschadigde plekken in stof te verstevigen.<br />

1. Kies steek nr. 64 of nr. 65.<br />

2. Verander de motie engte in de lengte van de scheur door de + en<br />

- aan te raken.<br />

3. Naai over de beschadigde plek.<br />

Programmeerbaar Stoppen<br />

1. Kies steek nr. 64 of nr. 65.<br />

2. Raak programma-symbool aan.<br />

3. Naai tot de gewenste lengte over de kapotte plek.<br />

4. Druk op de achteruitnaaitoets. Het stopprogramma wordt afgerond<br />

en de te stoppen lengte wordt opgeslagen. Nu kunt u de te stoppen<br />

lengte onbeperkt herhalen.<br />

Steek nr. 64 naait alleen in de lengte; steek 65 is voor stoppen in de<br />

lengte en kruislings en is duurzamer.<br />

Let op: Om de stopsteek de beste sterkte te geven moet het enigszins scheef zijn.<br />

De stopsteek afstellen<br />

Afhankelijk van het soort materiaal kan het voorkomen dat het<br />

stopprogramma naar één kant trekt. Met behulp van de balans kunt u<br />

het stopprogramma corrigeren.<br />

Stopwerk met de genaaide zigzagsteek<br />

Steek nr. 4<br />

De genaaide zigzagsteek nr. 4 is zeer geschikt om kleine gaatjes te<br />

repareren en licht beschadigde gebieden. Dit is het meest geschikt voor<br />

lichte stoffen.<br />

Verklein de steeklengte en naai rijen steken over het beschadigde<br />

gebied, totdat het geheel is bedekt. Zorg ervoor dat de rijen steken<br />

elkaar overlappen. Er is geen extra onderlaag nodig voor deze licht<br />

beschadigde gebieden.


Overlocksteken<br />

Voor elastische stoffen, gebreide stoffen, weef- en jerseystoffen biedt<br />

de creative 2170 een ruime keuze aan overlocksteken. Met deze steken<br />

kunt u tegelijkertijd twee delen aan elkaar naaien en afwerken. Deze<br />

steken zijn rekbaarder en duurzamer dan gewone steken.<br />

Tip: Gebruik blindzoomvoet nr. 3 als u overlock naden naait. Deze zorgt voor een<br />

nauwkeurigere stofgeleiding en voorkomt dat de naad plooit bij grotere steekbreedten.<br />

Stel de steekbreedte en de zoomgeleider goed in zodat de steek de onafgewerkte kant<br />

afwerkt.<br />

Gesloten overlocksteek, nr. 26<br />

Deze steek is geschikt voor het maken van zomen. Gebruik hierbij<br />

naaivoet nr. 0A of 3.<br />

Vouw de stof 1 cm om en naai de gesloten overlocksteek aan de goede<br />

zijde van de omgevouwen stof. Als u klaar bent, knipt u de overtollige<br />

stof weg.<br />

Open overlocksteek, nr. 28<br />

De open overlocksteek is zeer geschikt voor het aan elkaar naaien of<br />

afwerken van stoffen die niet erg rafelen. Gebruik hierbij naaivoetjes<br />

nr. 1A of 3.<br />

Gesloten overlocksteek met randdraad, nr. 19<br />

Als u een stof wilt naaien die snel rafelt, kiest u steek nr. 19. Met deze<br />

steek beschermt een extra randdraad de rand van de stof tegen verder<br />

rafelen. Deze naad is geschikt voor weefstoffen.<br />

3:21<br />

Naaien


Naaien<br />

3:22<br />

Blindzoomsteek - nr. 30<br />

U gebruikt de blindzoomsteek voor onzichtbare zomen in rokken,<br />

broeken en woningdecoratie.<br />

• Werk de kant van de zoom af.<br />

• Sla de zoom naar binnen om.<br />

• Vouw de zoom nu zover terug, dat de afgewerkte zoomkant 1 cm<br />

naar buiten steekt. De verkeerde kant van uw naaiwerk moet nu<br />

naar boven liggen.<br />

• Leg de stof vervolgens zo onder de naaivoet, dat de vouw in de<br />

bovenlaag tegen geleider A ligt.<br />

• Bij het insteken in de vouw mag de naald maar één weefseldraad<br />

opnemen. Indien de steken op de goede stofkant zichtbaar zijn,<br />

dient de geleider A met behulp van stelschroef B te worden<br />

verplaatst totdat de steek die de zoom vormt, nog net zichtbaar is.<br />

Elastische blindzoomsteek - nr. 31<br />

De elastische blindzoomsteek is speciaal geschikt voor rekbare<br />

materialen, omdat de zigzag in de steek ervoor zorgt, dat de steek<br />

kan worden uitgerekt. De zoom wordt tegelijkertijd afgewerkt en<br />

genaaid. Bij de meeste gebreide stoffen is het niet nodig om eerst de<br />

onafgewerkte rand af te werken.<br />

Maak de blindzoom zoals hiervoor is beschreven.<br />

A<br />

B


Fagotsteek, nr. 11<br />

Met de fagotsteek maakt u een ajoureffect. Deze steek wordt vaak<br />

gebruikt voor het aan elkaar naaien van twee afgewerkte stofranden.<br />

• Werk de stofranden af en strijk de naadtoeslag naar de achterkant<br />

van de stof.<br />

• Leg de stof onder de naaivoet, met de randen circa 3mm uit<br />

elkaar.<br />

• Naai aan de goede kant van de stof en zorg ervoor dat de naald de<br />

stof aan de linker- en rechterzijde doorboort.<br />

Flanelsteek, nr. 13<br />

Deze elastische steek is geschikt voor sierzomen.<br />

• Vouw de naadtoeslag naar de achterzijde van de stof.<br />

• Naai de zoom vanaf de goede kant van de stof. Knip overtollige<br />

stof weg tot aan de steken.<br />

Rits inzetten, steek nr. 1<br />

Er zijn verschillende manieren om ritsen in te zetten. Volg de<br />

aanwijzingen op uw motief voor het beste resultaat.<br />

Voor elk type rits is het van belang dat u dichtbij de tanden van de<br />

rits naait. U kunt de ritsvoet aan de linker- of rechterkant van de<br />

naaivoethouder vastklikken, afhankelijk van de manier waarop u de<br />

rits inzet. Stel met behulp van een van de 19 naaldposities de naald<br />

zo in dat deze vlak naast de tandjes insteekt. Als u de naaivoet aan de<br />

rechterkant vastklemt, moet u de naald naar rechts verplaatsen. Als u<br />

de naaivoet vastklemt aan de linkerkant, moet u de naald naar links<br />

verplaatsen.<br />

3:23<br />

Naaien


Naaien<br />

3:24<br />

Rolzoom met voet nr. 7<br />

Met de rolzoomvoet kunt u randen van bloezen, sjaals of ruches<br />

afwerken zonder dat u van tevoren de randen hoeft te strijken. Door<br />

het zomen voorkomt u dat de randen gaan rafelen en krijgt u een nette,<br />

duurzame randafwerking.<br />

• Vouw de stofrand tweemaal om (circa 2 mm per vouw).<br />

• Plaats de omgevouwen stof onder de rolzoomvoet en naai enkele<br />

steken om de draad aan te hechten.<br />

• Draai het handwiel naar u toe totdat de naald in de onderste positie<br />

staat. Zet de naaivoet omhoog en schuif de stof in de krul van<br />

de voet.<br />

• Laat de naaivoet zakken en geleid de stof tijdens het naaien<br />

gelijkmatig in de voet. Bij het maken van rolzomen moet u ervoor<br />

zorgen dat de onafgewerkte zijde van de stof tegen de linkerrand<br />

van de rolzoomvoetopening drukt. Zorg ervoor dat de stof niet<br />

onder de rechterkant van de naaivoet loopt.<br />

Let op: Een smalle zigzagsteek is ook een fraaie zoom voor lichte stretchstoffen als<br />

lingerienylon.<br />

Tweelingnaald<br />

Als u het symbool voor de tweelingnaald aanraakt, kunt u de breedte<br />

van de tweelingnaald instellen die u wilt gebruiken. De steekbreedte<br />

wordt automatisch verminderd om te verhinderen dat de naald<br />

breekt en geeft u de mogelijkheid om decoratieve steken met een<br />

tweelingnaald te naaien.<br />

1. Raak het symbool voor de tweelingnaald aan en er verschijnt een<br />

pop-up. Raak AAN aan om het programma te activeren.<br />

2. Raak het +/- symbool aan om de breedte van de tweelingnaald in<br />

te stellen (A). De steek wordt getoond zoals deze wordt genaaid.<br />

3. Raak OK aan om het venster te sluiten en uw instellingen op te<br />

slaan of ESC, om door te gaan zonder enige instellingen op te slaan.<br />

U moet de functie deactiveren wanneer u de naald uit de naaimachine<br />

verwijdert. Deze functie blijft actief, ook nadat u een steek hebt<br />

gewijzigd of als u de naaimachine hebt uitgeschakeld en weer hebt<br />

ingeschakeld.<br />

Raak om de tweelingnaaldfunctie uit te zetten, het symbool van de<br />

tweelingnaald aan, raak AAN aan om de functie uit te schakelen. Het<br />

symbool wordt weer lichtgroen.<br />

Naaien met een tweelingnaald<br />

U kunt prachtige effecten krijgen als u met de tweelingnaald borduurt.<br />

Deze borduurwerken worden het mooist als er een naald met een<br />

breedte van<br />

1.6 - 3 mm wordt gebruikt. Naaien met de tweelingnaald is met name<br />

effectief wanneer u borduurgaren gebruikt in bijpassende kleuren.<br />

Raak als u met de tweelingnaald wilt naaien, het symbool voor de<br />

tweelingnaald aan. De steekbreedte wordt automatisch verminderd en<br />

niet naar rechts of naar links verplaatst als de steek asymmetrisch is.<br />

Op deze manier wordt voorkomen dat de naald de naaivoet raakt.<br />

Zie pagina 2:15 voor het inrijgen van een tweelingnaald.<br />

Maxi-steken naaien met een tweelingnaald<br />

Als het symbool voor het tweelingnaaldprogramma bij het naaien van<br />

maxi-steken zichtbaar is, kunt u de tweelingnaald gebruiken voor een<br />

decoratief effect. Gebruik echter alleen een tweelingnaald met een<br />

breedte van 1,6 mm of 1,8 mm (zelfs als u een tweelingnaald met een<br />

breedte van 6mm kunt selecteren).<br />

A


B<br />

C<br />

D<br />

A<br />

Programma 4 naairichtingen<br />

U kunt de breedte en lengte instellen van een te naaien rechthoek<br />

en deze instellingen bewaren. Deze functie kan nuttig zijn bij het<br />

verstellen van lapjes zonder de stof te moeten draaien.<br />

Het programma voor 4 naairichtingen kan worden gebruikt voor<br />

de steken nr. 2-4, 7, 10, 11, 18, 23 en 25. Zodra u het symbool voor 4<br />

naairichtingen hebt aangeraakt op het scherm, krijgt u het volgende<br />

scherm te zien (A).<br />

1. Naaien in 4 richtingen zonder het programma op te slaan<br />

Als één van de aanwijspijltjes donkergroen (B) is geworden is de<br />

functie actief en is uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 klaar om te naaien. Met de<br />

aanwijspijltjes kunt u de eerste richting bepalen waarin de naaimachine<br />

naait.<br />

Trap op het voetpedaal en de naaimachine naait rechts.<br />

Druk als de gewenste lengte is genaaid, op de achteruitnaaitoets of raak<br />

het symbool voor volgende richting aan. Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 maakt<br />

de huidige steek af, de naald wordt geplaatst in de buitenste hoek van<br />

de rechthoek.<br />

Nu naait de naaimachine in voorwaartse richting totdat u de<br />

achteruitnaaitoets drukt of het symbool voor volgende richting. Uw<br />

<strong>Pfaff</strong> creative 2170 maakt de huidige steek af, de naald wordt geplaatst<br />

in de buitenste hoek van de rechthoek.<br />

De lengte van de andere zijden worden eveneens bepaald door op de<br />

achteruitnaaitoets te drukken of door de aanwijspijltjes aan te raken. De<br />

grootte van de rechthoek wordt niet opgeslagen.<br />

2. Stel het programma 4 richtingen naaien in<br />

Raak prog symbool (C) aan en de gewenste naairichting voordat u<br />

gaat naaien. Sla vervolgens het programma op om het diverse keren te<br />

naaien.<br />

Gebruik de achteruitnaaitoets om van naairichting te veranderen zoals<br />

hierboven beschreven.. De genaaide breedte en lengte van de eerste<br />

twee kanten worden getoond op het scherm.<br />

Ga door met naaien totdat de rechthoek klaar is. Indien alle vier de<br />

richtingen zijn ingesteld, verandert het Prog symbool (D). Nu wordt<br />

het programma opgeslagen en kan het worden herhaald. Het kan ook<br />

worden opgeslagen in de naaimachine.<br />

Let op: Als u slechts één, twee of drie kanten van een rechthoek wilt opslaan, moet u<br />

op het Prog symbool drukken als u de zijden hebt genaaid die u wilt opslaan. Alleen de<br />

kanten die u heeft ingesteld zullen worden opgeslagen. Dit is ideaal voor opgenaaide<br />

zakken die met drie naden worden genaaid.<br />

3:25<br />

Naaien


Naaien<br />

3:26<br />

3. Handmatige beëindiging van een zijnaad<br />

Om een programma enkele malen te herhalen, raak het Prog symbool<br />

aan en de gewenste naairichting voordat u begint met naaien. Als u<br />

ook het ”man”-symbool (E) (handmatig) aanraakt, naait uw <strong>Pfaff</strong> 2170<br />

creative aan één kant en stopt vervolgens. De lengte van de zijden<br />

worden op dezelfde manier bepaald zoals staat beschreven in sectie<br />

1. De machine stopt na elke kant. Druk op het voetpedaal om met de<br />

volgende kant verder te gaan.<br />

4. Handmatige beëndiging van een opgeslagen rechthoek<br />

Zelfs als een rechthoek is ingesteld en het Prog symbool niet meer<br />

op het scherm is aangevinkt, kunt u de lengte van de genaaide naad<br />

bepalen door het ”M”-symbool (E) (handmatig) aan te raken. De<br />

machine vermindert de snelheid aan het eind van de derde en vierde<br />

naad. Werk de naad af door op de achteruittoets te drukken, de<br />

naaimachine maakt de huidige steek af, plaatst de naald in de buitenste<br />

positie en gaat met de volgende kant door.<br />

Meer opties voor 4 naairichtingen<br />

Raak het balanssymbool (F) aan om een scherm te openen om de balans<br />

voor de rechthoek in te stellen. Gebruik om de lengte van de zijden in<br />

te stellen, een genaaid proe apje als sjabloon.<br />

Met de +/- symbolen (G) kunt u de rechthoek op het scherm instellen,<br />

totdat het er als uw genaaide proe apje uitziet. De rechthoek wordt<br />

automatisch ingesteld als u de volgende keer weer gaat naaien.<br />

Raak het symbool voor de Gegevensmanager (H) aan om een<br />

programma te openen, op te slaan, te verwijderen of te sluiten.<br />

Een gedetailleerde beschrijving van de symbolen vindt u aan het begin<br />

van dit hoofdstuk.<br />

Raak Esc (I) aan om terug te keren naar het keuzemenu.<br />

Raak het symbool voor het hoofdmenu (J) aan om terug te keren naar<br />

het hoofdmenu.<br />

J I<br />

G<br />

E<br />

F<br />

H


A<br />

B<br />

D<br />

C<br />

Het persoonlijk menu<br />

Op uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 kunt u één of meerdere persoonlijke menu’s<br />

creëren. Hier kunt u uw persoonlijke steekinstellingen opslaan en een<br />

menu aanmaken waarin u de steken opslaat die u het meest gebruikt.<br />

Maak een persoonlijk menu aan door Persoonlijk menu (A) te kiezen in<br />

het hoofdmenu.<br />

Kies NIEUW (B) en OK.<br />

Selecteer de gewenste steken door naar het subhoofdmenu (C) te gaan.<br />

Raak zodra u de gewenste steken heeft geselecteerd, het symbool voor<br />

de Datamanager (D) aan. Kies in de pop-up die nu verschijnt voor<br />

Bewaren als. Geef uw map een nieuwe naam en kies OK. U hebt nu een<br />

persoonlijk menu aangemaakt.<br />

Als u eenmaal een persoonlijk menu hebt aangemaakt, kunt u dat<br />

via het symbool ‘Persoonlijk menu’ bereiken. Uw persoonlijke menu<br />

verschijnt in het pop-up-venster.<br />

Let op: Als u een steek hebt gewijzigd en u wilt deze instellingen opslaan in het<br />

Persoonlijk menu, dan kunt u naar het instellingenmenu gaan en kiezen voor Kopieer<br />

naar persoonlijke steken. Deze steek wordt dan opgeslagen in het persoonlijke menu.<br />

3:27<br />

Naaien


Naaien<br />

3:28<br />

Demo<br />

U kunt een demonstratie van de naaimachine programmeren in uw<br />

<strong>Pfaff</strong> creative 2170 en telkens weer herhalen.<br />

Het programmeren van een demo<br />

Om een demo te programmeren, ga naar het instellingenmenu en<br />

raak de Opname demo-toets aan. Het scherm zal veranderen in het<br />

welkomstscherm, vanaf waar u kunt beginnen met het maken van uw<br />

demo. Werk op de normale manier met uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 en maak<br />

zo een demonstratie.<br />

Gebruik de achteruitnaaitoets om uw demo af te werken en op te slaan.<br />

Let op: De lengte van de geprogrammeerde demo vermindert de geheugencapaciteit voor<br />

het opslaan van steekmotieven in de naaimachine.<br />

Een demo afspelen<br />

Om uw demo af te spelen moet u het symbool Demo afspelen (G)<br />

aanraken. Sluit deze met de achteruitnaaitoets.<br />

Opties voor meldingen<br />

U kunt de berichten die automatisch worden weergegeven op de<br />

naaimachine uitschakelen. Deze instellingen kunnen afzonderlijk<br />

worden bepaald voor naaien en borduren.<br />

Raak het symbool voor Naaien/Borduren (A) aan om te beslissen of de<br />

instelling voor naaien of voor borduren moet gelden.<br />

Als de functie actief is, bevat het symbool een X (B). Als u het wilt<br />

uitschakelen raakt u de X aan. De X in het symbool verdwijnt. Alle<br />

functies zijn standaard ingeschakeld.<br />

B<br />

G<br />

A


DECORATIEF NAAIEN


Decoratief naaien<br />

4:2<br />

Algemene opmerkingen over decoratief naaien<br />

Voor het verfraaien van uw woningtextiel of kleding biedt uw <strong>Pfaff</strong><br />

creative 2170 een groot aantal fantasie- en siersteken. Combineer<br />

verschillende motieven, kleuren en maten voor nog meer verschillende<br />

verfraaiingen. Gebruik speciaal siergaren voor een nog mooier<br />

resultaat.<br />

Leg bij het naaien van siersteken altijd versteviging onder de stof. Door<br />

de stof goed te verstevigen voorkomt u dat uw siersteken vervormd<br />

raken.<br />

De volgende aanbevelingen zijn van toepassing op al uw decoratieve<br />

naaiwerk:<br />

• Rayon borduurgaren levert een glanzend, gelijkmatig resultaat op<br />

en is in vele kleuren en diktes verkrijgbaar.<br />

• De steeklengte en -breedte kunnen naar wens worden gewijzigd.<br />

• De naairesultaten worden aanzienlijk mooier als de draadspanning<br />

goed is ingesteld.<br />

• Voor decoratief naaiwerk worden naaivoet nr. 1A (voor IDT) en nr.<br />

2A (zonder IDT) aanbevolen. Naaivoet nr. 2A wordt geadviseerd<br />

voor zwaardere stoffen.<br />

Het selecteren van siersteken op uw <strong>Pfaff</strong><br />

creative 2170<br />

1. Ga naar het Hoofdmenu.<br />

2. Druk op 9 mm Siersteken. Hierna verschijnt een nieuw venster waar<br />

de steken in 11 verschillende categorieën worden verdeeld (A).<br />

3. Druk op één van de subcategorieën. In dit voorbeeld hebben we<br />

gekozen voor Schulpranden en steek nr. 70.<br />

A.


A<br />

B<br />

D<br />

C<br />

De steekinstellingen wijzigen<br />

Verklein of vergroot de steekbreedte met de symbolen plus en min<br />

voor steekbreedte (A).<br />

Wijzig de dichtheid van de siersteek met de symbolen plus en min<br />

van de steeklengtesymbolen (B).<br />

U kunt een motief verlengen met de plus- en min-knoppen (C). Bij<br />

het verlengen van het motief verandert de steekdichtheid niet.<br />

De draadspanning kan bij speciale technieken worden veranderd.<br />

De steekinstellingen worden niet permanent opgeslagen. Als de<br />

steek een volgende keer wordt geopend, wordt deze automatisch in<br />

de originele instelling teruggezet.<br />

Om uw veranderde steek te bewaren, moet u naar het<br />

Instellingenmenu (D) gaan en op het symbool Bewaar parameter<br />

drukken. De instellingen blijven opgeslagen zelfs als de<br />

naaimachine wordt uitgeschakeld.<br />

Als u een steek hebt gewijzigd en u wilt deze instellingen opslaan in<br />

het Persoonlijk menu, dan kunt u naar het instellingenmenu gaan en<br />

kiezen voor Kopieer naar persoonlijke steken. Deze steek wordt dan<br />

opgeslagen in het persoonlijke menu.<br />

4:3<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

4:4<br />

Naaireeks<br />

Met uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 kunt u diverse steken combineren en deze<br />

permanent opslaan in het menu Stekenreeksen. U kunt verschillende<br />

9 mm steken en MAXI-steken vanaf de machine, de creative memory<br />

card of creative card combineren en deze als een continue rand naaien.<br />

In het onderstaande voorbeeld hebben we steken van de naaimachine<br />

genomen.<br />

A. Symbool voor direct afhechten<br />

B. Symbool voor de Gegevensmanager<br />

C. Symbool voor afhechtprogramma<br />

D. Subhoofdmenu symbool<br />

E. 8 richtingen naaien<br />

F. Symbool voor inzoomen<br />

G. Symbool voor Steken kiezen<br />

H. Symbool voor uitzoomen<br />

I. Symbool voor verwijderen<br />

J. Symbool voor Meer opties<br />

K. Symbool voor draadspanning<br />

L. Symbool voor invoegen<br />

N<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

I<br />

J<br />

K<br />

L


N<br />

N<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

I<br />

J<br />

K<br />

L<br />

M<br />

Een naaireeks maken<br />

1. Druk op het symbool voor naaireeks in uw Hoofdmenu. Het<br />

venster Naaireeks verschijnt.<br />

2. Druk op het subhoofdmenu (D) om een menu te openen dat alle<br />

verschillende steken in de naaimachine laat zien. Selecteer een<br />

categorie waarvan u een steek wilt hebben.<br />

Let op: U kunt niet alle steken in alle categorieën gebruiken. De grijsgemarkeerde steken<br />

kunnen niet worden gekozen.<br />

3. Nadat u de steek hebt ingevoerd die u in uw stekenreeks wilt<br />

opnemen, verschijnt er een menu waarin u de steek kunt wijzigen<br />

(M). U kunt de steek spiegelen, de dichtheid wijzigen en de<br />

draadspanning aanpassen. In dit voorbeeld hebben wij een steek uit<br />

de 9 mm siersteken gekozen, Bladeren en Bloemen nummer 156.<br />

4. Druk op OK om uw selectie te bevestigen en de steek verschijnt<br />

in het scherm naaireeksen (N). Een cursorlijn laat het eind van een<br />

stekenreeks zien. Om verder te werken met een steek, beweegt u<br />

de cursorlijn over de steek om deze te selecteren. De geselecteerde<br />

steek wordt omkaderd in de stekenreeks. Om de steek te wijzigen,<br />

opent u het symbool Meer opties (J). Druk op OK als u tevreden<br />

bent met de veranderingen die u heeft doorgevoerd.<br />

Let op: Als u de dezelfde steek wilt herhalen, drukt u op het symbool voor Invoegen (L).<br />

5. Raak het subhoofdmenu aan op het scherm naaireeksen om<br />

elke afzonderlijke steek op te roepen die u in de naaireeks wilt<br />

opnemen.<br />

6. Voeg steek nr. 155 toe van de machine (N).<br />

4:5<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

4:6<br />

Rangschik steken binnen een stekenreeks<br />

Voor bredere randen kunt u verbindingssteken opslaan in uw<br />

stekenreeks. Deze verbindingssteken maken het mogelijk om steken in<br />

verschillende richtingen te bewegen. Dit geeft nieuwe vormen en grote<br />

randen. Verbindingssteken zijn rechte steken met een lengte van 1 mm.<br />

Deze kunnen in 16 verschillende richtingen worden gemaakt.<br />

Om steken visueel te laten afsteken van een andere steek is vaak meer<br />

dan één steek nodig. Als u verbindingssteken gebruikt, is het zeer<br />

belangrijk om op te letten, waar de gebruikte steek begint en eindigt.<br />

De steken worden genaaid in de vanaf het eind van de steek gekozen<br />

richting. De volgende steek begint aan het eind van de laatste<br />

sprongsteek.<br />

1. Een steek wordt in het midden van het werkgebied geplaatst.<br />

2. Als u 8 richtingen naaien (E) aanraakt, verschijnt er een scherm<br />

waar u de richting kunt invoeren (gebruik de pijltjes). Bevestig<br />

elke verbindingssteek met het Bevestigingssymbool (O). In dit<br />

voorbeeld geven we 6 steken in de op het scherm getoonde richting.<br />

3 Sla uw ingevoerde gegevens op door OK aan te raken, het venster<br />

wordt vervolgens gesloten. Als u ESC aanraakt wordt het venster<br />

gesloten en zullen veranderingen niet worden opgeslagen.<br />

4. De cursorlijn laat het eind van de verbindingssteken zien op het<br />

punt waar de opeenvolgende steken zullen worden toegevoegd.<br />

5. Druk op het subhoofdmenu om elke afzonderlijke steek op te<br />

roepen die u in de stekenreeks wilt opnemen. We hebben bloem nr.<br />

165 toegevoegd, 4 keer maar in verschillende hoeken.<br />

Meer opties voor het instellen van een stekenreeks kunt u bereiken<br />

door op het Meer opties-symbool (J) te drukken.<br />

De laatste steek in een reeks wordt altijd gemarkeerd en opgevolgd<br />

door een cursorlijn die het punt aangeeft waar de volgende steek zal<br />

worden toegevoegd.<br />

Tip: Randen met verbindingssteken worden het beste als de verbindingssteken worden<br />

bedekt door de huidige steek (in dit geval de bloemen) zelf.<br />

O


A<br />

B<br />

C<br />

Stel een bestaande stekenreeks in<br />

Een bestaande stekenreeks kan worden ingesteld. Door een individuele<br />

steek te selecteren binnen een reeks of een hele reeks, kunt u<br />

instellingen doorvoeren zoals u het wilt.<br />

1. Gebruik voor het selecteren van een individuele steek de<br />

cursorpijltjes (A) om de cursorlijn voor de steek te plaatsen die u<br />

wilt aanpassen. De geselecteerde steek wordt omgeven door een<br />

frame.<br />

2. Druk op het symbool voor geselecteerde steken (B) om een<br />

stekenreeks te selecteren. Als u het symbool lang aanraakt, worden<br />

alle steken geselecteerd.<br />

3. Er verschijnt een cursorlijn. Verplaats de lijn met de cursorpijltjes<br />

over de steken om ze te selecteren. De geselecteerde steken worden<br />

omgeven door een frame.<br />

4. Nadat u één of meer steken hebt geselecteerd, kunt u van al deze<br />

steken de instellingen wijzigen. De te wijzigen instellingen hangen<br />

af van hoeveel steken en welke soort steken er zijn geselecteerd.<br />

Druk op het symbool voor Meer opties (C) om de geselecteerde<br />

steken of stekenreeksen in te stellen. U kunt tevens één of meerdere<br />

steken wissen of zelfs de hele stekenreeks wissen.<br />

5. Als u de cursorlijn over een eerder geselecteerde steek of<br />

stekenreeks beweegt, wordt de selectie geannuleerd. Als u een<br />

andere steek wilt instellen, selecteer deze dan met de cursorpijltjes.<br />

6. Als u tevreden bent met uw instellingen, annuleert u de selectie<br />

met het symbool voor steken selecteren (B).<br />

Plaats een steek in de stekenreeks<br />

1. Indien u een steek in de stekenreeks wilt aanbrengen, kunt u de<br />

cursorpijl gebruiken om de cursorlijn naar het insteekpunt in de<br />

stekenreeks te brengen.<br />

2. De cursor moet op het punt staan waar u de steek wilt inbrengen.<br />

3. Een nieuwe steek selecteren.<br />

4. Als de steek is ingevoerd, gaat de cursor naar het einde van de<br />

ingestoken steek.<br />

Het invoegen van een steek aan het begin van<br />

een stekenreeks<br />

Als u een steek wilt invoeren in het begin van een stekenreeks moet u<br />

de cursorlijn naar het begin van de stekenreeks brengen en een nieuwe<br />

steek selecteren.<br />

De steek wordt automatisch aan het begin van de stekenreeks geplaatst.<br />

4:7<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

4:8<br />

Bewaar een stekenreeks<br />

1. Raak het symbool van de Gegevensmanager aan om de stekenreeks<br />

op te slaan. Het venster voor openen, opslaan, sluiten of wissen van<br />

de stekenreeks wordt geopend (A).<br />

2. Als u Opslaan als aanraakt, verschijnt het menu waar u de naam<br />

kunt invoeren. U kunt uw stekenreeks een naam geven en een pad<br />

selecteren waar de reeks moet worden opgeslagen.<br />

3. Als u het menu opent, wordt het geheugen van de naaimachine<br />

automatisch geselecteerd.<br />

4. Het invoerveld (B) laat een directory zien waar de stekenreeks<br />

automatisch wordt opgeslagen. De standaardmap waarin deze<br />

wordt opgeslagen is de SEQUENCE-map. Het invoerveld<br />

toont de naam NIEUW. U kunt deze naam wissen met het<br />

Verwijderingssymbool (C) en een naam naar uw keuze invoeren.<br />

Een naam mag maximaal uit 8 letters bestaan.<br />

5. Druk op OK om uw invoer te bevestigen. De steek wordt nu<br />

opgeslagen in de directory SEQUENCE in de naaimachine en kan<br />

weer worden geopend door deze directory te kiezen.<br />

Als u het symbool Pijl-omlaag (D) gebruikt, verschijnt er een ander<br />

scherm om een andere directory te kiezen.<br />

U kunt de stekenreeks in een andere directory van de naaimachine<br />

opslaan of op een kaart.<br />

Opslaan in de naaimachine<br />

1. Om de stekenreeks in de naaimachine op te slaan moet u de<br />

directory met de pijlen (E) selecteren en OK drukken.<br />

2. Raak het pijltje-omhoog aan om het venster te sluiten. De<br />

stekenreeks wordt opgeslagen in de geselecteerde directory.<br />

3. Raak ESC aan om het venster te sluiten zonder uw invoer op te<br />

slaan.<br />

Sla op een creative memory card op<br />

Als u uw stekenreeks op een kaart wilt opslaan, dient u de juiste<br />

kaartingang (F) te selecteren. Als u directories op de kaart hebt<br />

aangemaakt, kiest u de juiste directory met de cursorpijltjes.<br />

Raak het pijltje omhoog aan om het venster te sluiten. De stekenreeks<br />

wordt in deze directory opgeslagen.<br />

Raak ESC aan om het venster te sluiten zonder uw invoer op te slaan.<br />

Bevestig de naam die u hebt ingevoerd door op OK te drukken, waarna<br />

het venster wordt gesloten.<br />

B<br />

A<br />

E<br />

F<br />

D<br />

C


E<br />

De stekenreeks blijft zichtbaar op het scherm en kan worden genaaid.<br />

Als u ESC aanraakt verschijnt er een vraag.<br />

Als u met OK bevestigt, keert u terug naar het Stekenmenu.<br />

Sluit een stekenreeks zonder te bewaren<br />

1. Als u het symbool voor de Gegevensmanager aanraakt en sluit,<br />

verlaat u het menu zonder de stekenreeks te hebben opgeslagen.<br />

Een venster met een vraag verschijnt.<br />

Als u OK aanraakt, wordt de reeks gesloten.<br />

Als u ESC aanraakt, wordt het menu gesloten.<br />

2. Als u het symbool voor de Gegevensmanager aanraakt en opent,<br />

verlaat u het menu zonder de stekenreeks te hebben opgeslagen.<br />

Op hetzelfde moment opent u een stekenreeks die reeds eerder was<br />

opgeslagen.<br />

Een venster met een vraag verschijnt.<br />

Als u OK aanraakt, opent een versie van de Gegevensmanager (E),<br />

waar u een opgeslagen stekenreeks kunt openen.<br />

Als u ESC aanraakt, wordt het menu Open gesloten.<br />

3. Raak het symbool voor het Hoofdmenu aan om terug te keren naar<br />

het Hoofdmenu.<br />

Wis een stekenreeks<br />

Als u het symbool voor de Gegevensmanager aanraakt en wist,<br />

verschijnt er een venster met een vraag.<br />

Raak OK aan om de stekenreeks te wissen.<br />

Raak ESC aan als u de stekenreeks niet wilt wissen.<br />

Selecteer en open een opgeslagen reeks<br />

Raak het symbool van de Gegevensmanager aan om een eerder<br />

opgeslagen stekenreeks van een creative memory card of uit het<br />

geheugen van de naaimachine te openen.<br />

Raak Open aan om een variant van de creative Gegevensmanager te<br />

openen.<br />

4:9<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

Openen vanuit het geheugen van de machine<br />

Gebruik de cursorpijltjes (A) om de keuzebalk naar de directory te<br />

verplaatsen waar de stekenreeks is opgeslagen.<br />

Bevestig de directory door OK aan te raken, een lijst van namen in<br />

die directory wordt geopend. Selecteer de stekenreeks direct met de<br />

cursorpijltjes (A).<br />

De geselecteerde stekenreeks verschijnt op het scherm als u het<br />

symbool Opgeslagen steken aanraakt (C).<br />

Openen vanaf een creative memory card<br />

Om een stekenreeks vanaf een kaart te openen, moet u de juiste<br />

kaartingang selecteren (B). Als op de creative memory card mappen<br />

staan, moet u te werk gaan zoals staat beschreven voor mappen openen<br />

vanaf de machine. Als op uw creative memory card geen mappen<br />

staan, moet u de stekenreeks direct met de cursorpijltjes selecteren.<br />

De geselecteerde stekenreeks verschijnt op het scherm als u het<br />

symbool Opgeslagen steken aanraakt (C).<br />

Alle instellingen voor de stekenreeks kunnen nu op uw speci eke<br />

behoeften worden ingesteld.<br />

Als u het symbool voor de Gegevensmanager aanraakt en opslaat,<br />

wordt de ingestelde stekenreeks opgeslagen onder dezelfde naam. De<br />

eerder opgeslagen reeks wordt automatisch gewist.<br />

Om de stekenreeks onder een nieuwe naam op te slaan, raak ”Opslaan<br />

als” aan.<br />

De eerder opgeslagen reeks wordt bewaard.<br />

4:10<br />

A<br />

B<br />

C


Q<br />

R<br />

S<br />

O<br />

P<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

J<br />

I<br />

K<br />

L<br />

M<br />

Op het scherm ziet u hoeveel steken u hebt<br />

toegevoegd, welke steek/steken u hebt geselecteerd<br />

(blauw gemarkeerd) en “huidig” toont u op welke<br />

steek de markering is geplaatst (het rode vierkant).<br />

N<br />

Stitch Creator<br />

Met de functie ”Stitch Creator” kunt u uw eigen steken aanpassen en<br />

ontwerpen. U kunt de steken direct op het scherm toevoegen, wissen,<br />

verplaatsen en combineren. Creëer een stekenreeks van afzonderlijk<br />

ontworpen steken of gebruik de 9 mm-steken, motieven en lettertypen.<br />

Let op: Bij het naaien van een stekenreeks wordt de transporteur ingeschakeld.<br />

Als u ”Stitch Creator” opent, is het werkveld op het scherm leeg.<br />

Het werkveld is voor een steekbreedte van 9 mm. In het midden van<br />

het werkveld bevindt zich een verticale paarse lijn die het midden<br />

van het steekmotief aangeeft met een steekbreedte van 4,5 mm aan<br />

weerszijden (R).<br />

Activeer het raster in het Instellingenmenu om de exacte positie beter te<br />

kunnen bepalen (S).<br />

Beschrijving van de symbolen<br />

A. Verticaal spiegelen: spiegel de steek verticaal.<br />

B. Symbool voor de Gegevensmanager: Gebruik dit symbool voor het<br />

openen van een menu waarin u een stekenreeks op de machine of<br />

een creative card kunt openen, opslaan of verwijderen.<br />

C. Horizontaal spiegelen: spiegel de steek horizontaal.<br />

D. Subhoofdmenu: gebruik deze functie voor het creëren van een<br />

nieuwe stekenreeks. Een variant van het hoofdmenu verschijnt.<br />

Raak de gewenste categorie aan en selecteer direct één van de gesorteerde<br />

steken. Als u de instelling bevestigt, verschijnt de steek afzonderlijk<br />

in het werkveld. Door het symbool voor het selecteren van<br />

steken opnieuw aan te raken, kunt u elke gewenste steek toevoegen.<br />

E. Bevestig symbool: met dit symbool plaatst u afzonderlijke rechte<br />

steken aan het eind van een geselecteerde steek. Als u meer dan één<br />

steek hebt geselecteerd, worden deze gekopieerd en direct achter<br />

de geselecteerde steken geplaatst.<br />

F. Symbool voor inzoomen: u vergroot de weergave in 3 stappen,<br />

150%, 200% en 300%. Hierbij verschijnt een extra horizontale<br />

schuifbalk op het scherm.<br />

G. Symbool voor Steken kiezen: met dit symbool kunt u één of<br />

meerdere steken selecteren. Als u het symbool gedurende enkele<br />

seconden ingedrukt houdt, worden alle steken geselecteerd. De<br />

geselecteerde steken worden blauw gemarkeerd.<br />

H. Symbool voor uitzoomen: dit symbool is alleen actief als u de weergave<br />

hebt vergroot. De functie verkleint de weergave in 3 stappen.<br />

I. Symbool voor drievoudige steken: deze functie verdrievoudigt de<br />

geselecteerde steken.<br />

J. Verwijderen: dit symbool verwijdert alle geselecteerde steken.<br />

K. Symbool voor Meer opties: dit symbool opent een menu met<br />

meer beschikbare functies met te combineren ontwerpfuncties om<br />

nieuwe steekpatronen te verkrijgen.<br />

L. Begin met naaien: met dit symbool wordt een menu geopend<br />

waarin u de gehele stekenreeks kunt zien en kunt naaien. Alleen<br />

via dit menu kan de stekenreeks worden genaaid.<br />

M. Dit symbool toont de horizontale positie van de geselecteerde<br />

steek. De steekbreedte wijzigt automatisch als de positie van een<br />

afzonderlijke steek naar links of rechts wordt gewijzigd. De positie<br />

van de geselecteerde steken of de gehele reeks wordt gewijzigd als<br />

u meer dan één steek selecteert.<br />

Tip: Het symbool toont de nummers 0-9. Hier wordt niet de steekbreedte mee bedoeld,<br />

maar de x-coördinaten van het werkveld.<br />

4:11<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

N. Dit symbool geeft de steeklengte van een geselecteerde steek weer.<br />

U kunt de steeklengte voor de geselecteerde steek wijzigen via + /-<br />

van het symbool. Het symbool is niet actief als meer dan één steek<br />

is geselecteerd.<br />

Tip: Bij selectie van een zigzagsteek wordt niet de steeklengte, maar de richting van de<br />

transporteur weergegeven. Een negatief getal betekent dat de transporteur achteruit<br />

beweegt tijdens het naaien.<br />

4:12<br />

O. Pijltoetsen: met dit symbool loopt u steek voor steek door de<br />

stekenreeks via de selectiecursor. Stap voor stap bekijkt u de<br />

stekenreeks van begin tot eind en weer terug.<br />

P. Schuifbalk: via de schuifbalk tussen de pijltjes kunt u sneller door<br />

de stekenreeks bladeren, steek voor steek.<br />

Q. Schuifbalk: de schuifbalk is alleen actief als de stekenreeks langer<br />

is dan het werkveld. Gebruik de schuifbalk om uw stekenreeks te<br />

bekijken terwijl deze is ingezoomd.<br />

Nieuwe steken creëren via het plaatsen van<br />

afzonderlijke steken<br />

Als u het menu ”Stitch Creator” opent, is het werkveld leeg. Een paarse<br />

lijn geeft het midden van het werkveld aan.<br />

1. Voor het creëren van een nieuwe steek moet u eerst het beginpunt<br />

plaatsen. Dit betekent dat u de positie van de eerste steek moet<br />

instellen in het werkveld.<br />

2. Raak het Bevestigingssymbool (E) aan om het beginpunt en de<br />

eerste steek te plaatsen. De positie van de eerste steek wordt<br />

gemarkeerd met een rood kader.<br />

Q<br />

R<br />

S<br />

O<br />

P<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

J<br />

I<br />

K<br />

L<br />

M<br />

N<br />

E


V<br />

E<br />

T<br />

U<br />

Afzonderlijke steken plaatsen<br />

Voor iedere nieuw te plaatsen steek drukt u op het<br />

Bevestigingssymbool (E).<br />

Afzonderlijke steken verplaatsen<br />

Met de touch-on pen of met uw vinger kunt u geselecteerde steken<br />

direct in het werkveld bewerken of verplaatsen. Voor het verplaatsen<br />

van een steekpunt, raak het op het scherm aan en sleep het naar de<br />

gewenste positie. De steekbreedte en -lengte van de geselecteerde steek<br />

wijzigt hierdoor.<br />

Een andere manier om een steekpunt van een geselecteerde steek te<br />

verplaatsen of voor jnafstelling, is door gebruik te maken van de<br />

symbolen voor steeklengte (T) en steekbreedte (U).<br />

De laatste steek uit de reeks is blauw gemarkeerd en het laatste<br />

steekpunt is gemarkeerd met een rood kader.<br />

De stippellijn, de cursorlijn (V), aan het eind van de laatste steek geeft<br />

aan waar de volgende steek wordt geplaatst (mits de x-coördinaat van<br />

de laatste steek niet gelijk is aan die van de eerste steek). Hierdoor<br />

wordt de stof gelijkmatig door de machine getransporteerd bij het<br />

naaien van de stekenreeks.<br />

Als de laatste steek op exact dezelfde positie (x-coördinaat) wordt<br />

geplaatst als de eerste steek van de stekenreeks, wordt de stippellijn<br />

niet genaaid.<br />

Raak het Begin met naaien (E) aan om het naaimenu te openen.<br />

Hier wordt de hele stekenreeks weergegeven en genaaid. De<br />

stekenreeks kan alleen worden genaaid als dit menu is geopend.<br />

Raak ESC aan om terug te keren naar het menu ”Stitch Creator”, zodat<br />

u de stekenreeks verder kunt bewerken.<br />

4:13<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

Afzonderlijke steken van een motief<br />

combineren<br />

U kunt ”Stitch Creator” ook gebruiken voor het bewerken en<br />

combineren van bestaande steken.<br />

1. Raak het subhoofdmenu aan om het hoofdmenu te openen waar u<br />

steken kunt oproepen die u aan de stekenreeks wilt toevoegen.<br />

2. Raak het 9 mm Siersteken op het menu aan.<br />

3. Raak Cordonsteken aan en kies steek nr. 106.<br />

4. Raak OK aan om uw steekkeuze te bevestigen en terug te keren<br />

naar de bewerkingsfunctie. De gehele steek wordt automatisch<br />

geselecteerd en blauw gemarkeerd als het op het werkveld<br />

verschijnt.<br />

5. Raak het Stekenselectiesymbool (G) aan om de steken te<br />

deselecteren. Nu is alleen de laatste steek van de stekenreeks<br />

geselecteerd.<br />

6. Activeer meervoudige selectie door het Stekenselectiesymbool (G)<br />

aan te raken.<br />

7. Raak de pijl-omhoog meerdere keren aan om de hele cirkel steek<br />

voor steek te selecteren. Gebruik de schuifbalk tussen de pijlen voor<br />

een snellere selectie. De cirkel moet blauw zijn.<br />

8. Raak het symbool voor Verwijderen (X) aan om de steken te<br />

verwijderen die u had geselecteerd. Nu is de laatste steek van het<br />

hart geselecteerd.<br />

9. Raak de pijl-omhoog (Y) aan of de schuifbalk (z) tussen de pijlen<br />

om naar voren te gaan naar de punt van het hart zonder nog meer<br />

steken te selecteren.<br />

10. Activeer meervoudige selectie door het Stekenselectiesymbool (G)<br />

aan te raken.<br />

11. Selecteer de volgende cirkel die moet worden verwijderd via de<br />

pijl-omhoog of met de schuifbalk.<br />

12. Verwijder de geselecteerde cirkel met het symbool voor<br />

Verwijderen (X). Het rode kader bevindt zich nu boven de punt van<br />

het hart en één steek is geselecteerd.<br />

13. Raak het symbool voor Beginnen met naaien (1) aan om het<br />

naaimenu te openen en de hele stekenreeks te zien.<br />

14. Ga terug naar het werkveld van het menu ”Stitch Creator” via ESC.<br />

4:14<br />

1<br />

Z<br />

W<br />

G<br />

Y<br />

X


A<br />

B<br />

G<br />

D<br />

C<br />

E<br />

F<br />

Motiefonderdelen combineren<br />

Het menu ”Stitch Creator” bevat 8 ontwerpfuncties voor het creëren<br />

van nieuwe steekmotieven.<br />

1. Raak het symbool voor Meer opties aan om een menu te openen<br />

met 8 verschillende ontwerpfuncties.<br />

2. Selecteer een symbool (A) en de steek wordt op het werkveld<br />

geplaatst.<br />

3. Het menu blijft open en stelt u in staat andere ontwerpfuncties te<br />

selecteren.<br />

4. Raak (A) opnieuw aan en het onderdeel wordt aan het eind van<br />

de eerst geselecteerde steek geplaatst. Het tweede ontwerp wordt<br />

geselecteerd.<br />

5. Toets OK om het venster te sluiten.<br />

Tip: Na het selecteren van een ontwerpfunctie kan het menu niet worden gesloten via<br />

het ESC-symbool. Sluit het pop-upmenu via OK als u het invoegen van een ontwerp<br />

ongedaan wilt maken. Verwijder het ontwerp vervolgens met gum.<br />

6. Raak horizontaal spiegelen (B) aan om de geselecteerde steek te<br />

spiegelen.<br />

7. Raak Begin met naaien (C) aan om het naaimenu te openen.<br />

Meer opties voor het bewerken van steken<br />

Afzonderlijke steken omzetten in driedubbele steken<br />

Raak het symbool voor drievoudige steken (D) aan on alle<br />

geselecteerde steken om te zetten naar drievoudige steken.<br />

Om de gehele stekenreeks in het naaimenu te kunnen bekijken, drukt u<br />

op Begin met naaien (C).<br />

De positie van de geselecteerde steken wijzigen<br />

Als u meer dan één steek selecteert, kan de stekenreeks horizontaal<br />

worden verplaatst. Verplaats de geselecteerde steek of de stekenreeks<br />

horizontaal via -/+ op het symbool voor Steekbreedte (E).<br />

Om de gehele stekenreeks in het naaimenu te kunnen bekijken, drukt u<br />

op Begin met naaien (C).<br />

Extra steken toevoegen<br />

De laatste steek van de cirkel is geselecteerd.<br />

Raak het Stekenselectiesymbool (G) aan en de pijl-omhoog of de<br />

schuifbalk om de cirkel te selecteren (of het aantal steken dat u weer<br />

wilt invoegen).<br />

Raak het Invoegen-symbool (F) aan om de geselecteerde steken te<br />

kopiëren en te plakken. De steken zullen achter de laatste steek worden<br />

geplaatst.<br />

Om de gehele stekenreeks in het naaimenu te kunnen bekijken, drukt u<br />

op Begin met naaien (C).<br />

4:15<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

4:16<br />

Quilten<br />

Patchwork<br />

Patchwork en quilten zijn traditionele handwerktechnieken om restjes<br />

lap te verwerken. In de loop der tijd zijn deze technieken uitgegroeid<br />

tot een creatieve hobby.<br />

Traditioneel werd patchwork met de hand genaaid. Maar nu kunnen<br />

wij onze creatieve ideeën met de <strong>Pfaff</strong> creative 2170 veel sneller<br />

realiseren.<br />

Een quilt bestaat uit drie lagen: twee lagen stof met een laag<br />

watteermateriaal ertussen.<br />

Patchworkprogramma<br />

Met deze functie kunt een gewenste naadlengte instellen en permanent<br />

bewaren. Dit is ideaal voor het aan elkaar naaien van lappen stof van<br />

gelijke lengte zoals bij patchwork quilten.<br />

Het volgende scherm toont het venster dat verschijnt als u het symbool<br />

hebt aangeraakt.<br />

U kunt een eerder opgeslagen programma opslaan of een nieuw<br />

programma maken. Indien u een eerder opgeslagen patchwork<br />

programma wilt openen hoeft u alleen maar het symbool van de<br />

Gegevensmanager (A) aan te raken.<br />

A


A<br />

D<br />

B C<br />

Maak een nieuw patchwork programma<br />

1. Om een nieuw patchwork programma te maken, moet u het AANsymbool<br />

aanraken om de functie te activeren en op OK drukken.<br />

Het symbool voor Patchwork programma zal veranderen en wordt<br />

Prog-pat (B).<br />

2. Bepaal de naadlengte door eerst een proe apje te naaien en<br />

vervolgens Achteruit naaien aan te raken. De naad wordt afgewerkt<br />

zonder afhechting. Het Prog-pat-symbool zal weer veranderen en<br />

wordt auto pat (C).<br />

Als u een geprogrammeerde naad aan het begin en/of aan het eind<br />

wilt afhechten, let dan op dat het patchwork programma actief is<br />

en raak vervolgens het symbool voor afhechten (D) aan om het<br />

afhechtprogramma te openen. Maak de gewenste functies actief en<br />

druk op OK.<br />

Als u de naad van uw patchwork programma wilt instellen, moet u<br />

het Auto pat icon (C) aanraken. U ziet vervolgens de lengte van uw<br />

patchwork en een + en - symbool. Raak het + symbool aan om de lengte<br />

van de naad te vergroten. De naad wordt stapsgewijs vergroot op de<br />

ingestelde steeklengte. Als de steeklengte op 2 mm is ingesteld, wordt<br />

de geprogrammeerde naad met 2 mm stapjes vergroot. De steeklengte<br />

zelf zal niet wijzigen.<br />

Raak het - symbool aan om de lengte van de naad te verkleinen. De<br />

steeklengte zal niet veranderen. De naad wordt stapsgewijs vergroot<br />

op de ingestelde steeklengte. Als de steeklengte op 2 mm is ingesteld,<br />

wordt de geprogrammeerde naad met 2 mm stapjes verkleind.<br />

De steeklengte zelf zal niet wijzigen. Raak het symbool van de<br />

Gegevensmanager (A) aan. Een venster zal worden geopend waarmee<br />

u een programma kunt openen, opslaan, opslaan als of sluiten. Om<br />

de functie uit te zetten, raakt u het Auto-pat-symbool (C) aan en<br />

vervolgens AAN. Bevestig met OK.<br />

4:17<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

De bovenkant van de quilt in elkaar zetten<br />

Knip de lapjes stof voor de bovenkant van de quilt met een naadtoeslag<br />

van 1/4” (6 mm)uit. Klik de optionele 1/4” quilt- en patchworkvoet<br />

vast. Naai de lapjes voor de bovenkant van de quilt aan elkaar volgens<br />

de instructies in het motief.<br />

De naadtoeslag van quilts wordt meestal naar de donkere stofkant<br />

gevouwen. Rijg de bovenkant van de quilt aan het watteermateriaal en<br />

aan de achterkant vast. Bij traditionele quilts worden deze drie lagen<br />

vervolgens met de hand met kleine steken doorgepit. U doet dat echter<br />

sneller en handiger met de <strong>Pfaff</strong> creative 2170, bijvoorbeeld met steek<br />

nr. 15 met transparant garen als bovendraad en polyester garen of<br />

siergaren als onderdraad.<br />

Wanneer de quilt klaar is, werkt u de zijkanten af of maakt u er een<br />

kussen, artistieke kleding of andere kleinere voorwerpen van.<br />

Doorpitten in de naad<br />

Een van de manieren om de bovenlaag, de wattering en de onderlaag<br />

aan elkaar te naaien is de methode doorpitten in de naad. Met<br />

doorpitten in de naad wordt bedoeld dat u de naden volgt van de<br />

quiltblokken.<br />

• Stel de <strong>Pfaff</strong> creative 2170 in met een rechte steek (nr. 1), steeklengte<br />

2,5, naald in de middenpositie en het IDT ingeschakeld.<br />

• Speld eerst alle lagen aan elkaar - begin in het midden van uw quilt<br />

en werk dan naar buiten. Breng om de 15 tot 20 cm een speld aan.<br />

• Bij het doorpitten begint u weer in het midden en werkt u naar<br />

buiten. Wanneer u in het midden begint, blijven de lagen op<br />

hun plaats. Bedenk eerst welke naden u wilt doorpitten. Door<br />

deze manier van doorpitten wordt niet alleen de quilt bij elkaar<br />

gehouden, maar wordt ook het quiltmotief op de achterkant van<br />

de quilt bepaald. U hoeft niet elke naad in de quilt door te pitten. U<br />

kunt ook elke 7,5 tot 10 cm een naad doorpitten om de quilt op zijn<br />

plaats te houden. U kunt natuurlijk meer naden doorpitten voor<br />

een decoratief motief aan de achterzijde.<br />

Vervang bij dikke quilts de normale naald door een quiltnaald of een<br />

jeansnaald. Naai eerst een proe apje zodat u zeker weet dat u de juiste<br />

steken en instellingen gebruikt voordat u aan de quilt zelf begint.<br />

Tip: Gebruik de authentieke quiltsteek nr. 311-330 in plaats van de rechte steek om aan<br />

uw quilt toe te voegen en kies doorzichtig garen als bovendraad en gekleurd garen als<br />

onderdraad. Uw doorgepitte steek zal er handgemaakt uitzien.<br />

Tip 2: Gebruik de optionele kantstikvoet voor optimale geleiding.<br />

4:18


Meanderen uit de vrije hand<br />

Door te meanderen uit de vrije hand houdt u niet alleen de bovenkant,<br />

de wattering en de achterkant bij elkaar, maar voegt u ook structuur en<br />

karakter toe aan uw quilt.<br />

• Stel uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 in voor meanderen met een rechte steek.<br />

(nr. 1). Raak het symbool voor Naaien uit de vrije hand aan. Volg<br />

de instructies op het scherm en laat de transporteur zakken. Klik de<br />

naaivoet voor quilten uit de vrije hand vast (extra accessoire).<br />

• Speld de quiltlagen aan elkaar vast. Bereid de quilt voor zoals<br />

uitgelegd bij de methode onzichtbaar doorpitten in de naad.<br />

• Oefen het meanderen op lapjes stof met wattering. Verzink de<br />

transporteur, zodat u de stof kunt verplaatsen (u bepaalt zelf de<br />

steeklengte). Door met een constante snelheid te naaien, kunt u de<br />

steken gemakkelijker gelijkmatig houden. Begin in het midden van de<br />

quilt. Naai één steek en trek de onderdraad naar de bovenkant van de<br />

quilt. Maak een aantal steken precies naast elkaar om de draad vast<br />

te zetten. Beweeg nu de quilt zodat allerlei krullen ontstaan. Bij het<br />

meanderquilten mag niet over elkaar heen worden genaaid, maak een<br />

continue golf.<br />

Let op: Gebruik de ring voor quilten uit de vrije hand om uw stof te verplaatsen.<br />

Quiltapplicaties<br />

Applicaties geven een speciaal effect aan uw quilt.<br />

Er zijn veel verschillende manieren waarop u applicaties kunt aanbrengen<br />

op een quilt. Een van de manieren is om de applicatie aan te brengen op de<br />

stof voordat de quilt in elkaar genaaid wordt.<br />

• Stel uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 in op steek nr. 3, steeklengte 0,5,<br />

steekbreedte 4-6 mm en naaivoetje nr. 2A.<br />

• Bevestig het stukje dat u wilt appliqueren, op de ondergrond. Verstevig<br />

de ondergrond en de applicatie. Naai met de cordonsteek rondom de<br />

applicatie. Zorg ervoor dat de steek voor 80% op de applicatie ligt en<br />

de rand daarvan net bedekt.<br />

Een tweede manier om een applicatie toe te voegen aan een quilt is de rand<br />

van de applicatie af te werken en het op de quilt te naaien met steek nr.<br />

299. Hierbij maakt u gebruik van mono lament garen als bovendraad en<br />

een gekleurde spoeldraad. Dit geeft uw quilt een handgemaakt effect.<br />

• Maak eerst de applicatie. Knip de vorm van de applicatie uit een lap<br />

stof en uit dunne strijkbare versteviging.<br />

• Leg de goede kant van de stof en de ruwe (opstrijkbare-) zijde van de<br />

vlieseline tegen elkaar. Gebruik een rechte steek (nr. 1), steeklengte 2.0,<br />

middenpositie voor de naald, en naai de stof en de tussenvoering op<br />

elkaar met een naadbreedte van een 0,6 cm.<br />

• Knip de applicatie rondom af, maar laat een naadtoeslag van 3 mm<br />

over en knip de rondingen in. Maak een snede in de tussenvoering<br />

zodat de applicatie binnenstebuiten kan worden gekeerd. Druk de<br />

applicatie met de vingers aan.<br />

• Leg de applicatie op de quilt. Wanneer u tevreden bent met de positie,<br />

strijkt u de applicatie vast.<br />

• Stik met het rechte deel van steek nr. 299 rond de hele rand van de<br />

applicatie. Laat het horizontale deel van de steek net in de applicatie<br />

vallen. Hiermee wordt de applicatie op zijn plaats gehouden.<br />

Let op: Druk op de functietoets Naald omhoog/omlaag om de naald in de stof te laten staan<br />

wanneer u ophoudt met naaien. Programmeer de persvoetlichter in op de hoogte van de door<br />

u gekozen stof. Zo kunt u met uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 gemakkelijker de stof draaien.<br />

4:19<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

Tapering<br />

Met tapering kunt u aantrekkelijke, driedimensionale steken<br />

creëren, die gemakkelijk te naaien zijn. Bij tapering wordt de breedte<br />

van de zigzagsteek onder het naaien vergroot of verkleind voor<br />

symmetrische of asymmetrische vormen. Op uw creative 2170 kunt u<br />

de taperingsfunctie op 106 steken toepassen.<br />

Met het taperingprogramma kunt u een speci eke hoek voor de vorm<br />

selecteren. De vorm wordt automatisch door de naaimachine genaaid.<br />

In het onderstaande voorbeeld hebben wij de taperingsfunctie op steek<br />

nr. 3 toegepast, de zigzagsteek.<br />

4:20<br />

Symmetrische vorm, Steek nr. 3<br />

De breedte vergroten<br />

1. Selecteer steek nr. 3.<br />

2. Stel de gewenste steekbreedte in.<br />

3. Raak het Taperings-symbool (A) aan en selecteer het symbool<br />

voor Breedtetoename (B) en stel de gewenste hoek in. Raak<br />

het OK-symbool aan. De zigzagsteek begint bij 0 mm en wordt<br />

breder totdat de vooraf ingestelde steekbreedte is bereikt. Naai de<br />

gewenste naadlengte.<br />

Voor symmetrisch taperen zijn er twee hoeken beschikbaar: 90° en 60°.<br />

Als u op een willekeurig moment op de achteruitnaaitoets drukt terwijl<br />

u naait, zal de naaimachine een ”tapering eind”-motief naaien.<br />

De breedte verminderen<br />

Als u het symbool voor Breedtevermindering (C) aanraakt, begint de<br />

taper met de vooraf ingestelde steekbreedte.<br />

1. Selecteer steek nr. 3.<br />

2. Stel de gewenste steekbreedte in.<br />

3. Raak het Taperings-symbool aan en selecteer het symbool voor<br />

Breedtevermindering (C) en stel de gewenste hoek in. Als u op de<br />

achteruitnaaitoets drukt, wordt de breedte van de zigzagsteek tot<br />

0 mm verminderd. Trap het voetpedaal in of activeer het symbool<br />

voor Naald-omlaag, zodat de naaimachine stopt met de naald in<br />

de stof. Op deze manier is het voor u eenvoudiger om de stof te<br />

draaien om de hoek te naaien. Als het pedaal nogmaals wordt<br />

ingetrapt, neemt de steekbreedte toe.<br />

4. Druk op de achteruitnaaitoets en de breedte van de zigzagsteek<br />

wordt verminderd tot 0 mm.<br />

B<br />

C<br />

A


C<br />

Asymmetrische vorm, steek nr. 22<br />

Om een asymmetrische vorm te maken moet u een steek kiezen die<br />

een linkse of rechtse naaldpositie heeft, bijvoorbeeld steek nr. 22. Als<br />

u de spiegelfunctie gebruikt, kunt u de naaldpositie omdraaien. Deze<br />

steek is zeer geschikt voor hoeken en randstrepen. Voor asymmetrisch<br />

taperen zijn er drie hoeken beschikbaar: 90°, 45° en 30°. Selecteer steek<br />

nr. 22 en ga verder zoals hierboven is beschreven.<br />

Gebruik het Horizontaal spiegelen (C) om de naaldpositie om te<br />

draaien.<br />

4:21<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

4:22<br />

Nostalgische/antieke steken<br />

Zwaardnaald<br />

Naaien met een zwaardnaald (een naald met een brede, vleugelvorminge<br />

schacht) geeft het effect van ”ajoursteken” in geweven natuurlijke<br />

stoffen doordat er ”gaten” ontstaan op de plaatsen waar de naald<br />

de stof in- en weer uitgaat.<br />

• Vervang de standaardnaald door een zwaardnaald. Kies een steek<br />

die diverse keren in dezelfde naaldpunten naar achteren en naar<br />

voren gaat (137-144). Gebruik de aanbevolen naaivoet voor die<br />

steek.<br />

• Rijg voor zowel de bovendraad als de onderdraad de naaimachine<br />

in met een dun garen in dezelfde kleur als de stof. (U wilt immers<br />

de gaten zien en niet de draad.)<br />

• Begin te naaien. Gebruik de toets voor Langzaam naaien (A) om<br />

langzamer te naaien met de zwaardnaald.<br />

Let op: Leg voor jne stoffen een dunne scheurbare of wateroplosbare versteviging onder<br />

het naaiwerk.<br />

Ajourwerk<br />

Dit is een techniek waarvan iedereen denkt dat dit handwerk is. Met<br />

uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 kunt u echter veel sneller en makkelijker ajoursteken<br />

maken. U kunt, met 10 speciale ajoursteken en door te variëren<br />

in steeklengte en -breedte, allerlei verschillende ajoureffecten.<br />

Een zwaardnaald is nodig voor ajourwerk. Als de zwaardnaald door<br />

de stof steekt, ontstaan de gaten die zo kenmerkend zijn voor ajoursteken.<br />

Ajoursteken komen het best tot zijn recht op relatief grof linnen<br />

en katoenen stoffen, waaruit makkelijk enkele draden kunnen worden<br />

getrokken.<br />

Als u bovendien draden uit de stof trekt en langs de randjes van de<br />

uitgetrokken draden naait, onstaat door de bundeling van de overgebleven<br />

draden een nog fraaier ajoureffect.<br />

A


Biezen met tweelingnaald<br />

Biezen met een tweelingnaald is heel eenvoudig met de <strong>Pfaff</strong> creative<br />

2170. Markeer de eerste lijn steken met een verblekende of uitwasbare<br />

pen. Markeer alle overige lijnen of gebruik één van de optionele <strong>Pfaff</strong>biezenvoeten<br />

om uw rijen waar nodig te leiden.<br />

• Vervang de normale naald door een 2,0-mm tweelingnaald. Stel de<br />

creative 2170 in voor een normale rechte steek (nr. 1), steeklengte<br />

2,5 tot 3.0, naaivoet 2, IDT ontkoppeld.<br />

• Raak het symbool voor de Tweelingnaald aan en stel in op een 2.0<br />

mm tweelingnaald.<br />

• Gebruik voor zowel de boven- als de onderdraad een garen<br />

in de kleur van de stof. Gebruik de extra garenpen voor de<br />

tweede bovendraad. Leid één bovendraad in één kant van<br />

de spanningsschijf en de andere door de andere kant van de<br />

spanningsschijf.<br />

• Naai langs de eerste rij steken. Ga hiermee door totdat u alle biezen<br />

hebt genaaid.<br />

Kruissteken<br />

Geen enkele borduurtechniek wordt zo sterk geassocieerd met het<br />

begrip handwerk als kruissteken. Met de <strong>Pfaff</strong> creative 2170 en de<br />

kruissteken, nr. 117-136, kunt u deze traditionele techniek opvallend<br />

snel en gemakkelijk imiteren. De voorgeprogrammeerde kruissteken<br />

geven een handgemaakt uiterlijk en zorgen voor bijzonder tafellinnen,<br />

handdoeken of kleding.<br />

Tips voor het borduren van kruissteken:<br />

• Schakel hiervoor altijd de functies Langzaam naaien en naald<br />

omhoog/omlaag in.<br />

• Bevestig siersteekvoet nr. 2A.<br />

Nostalgische borduursteken<br />

Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 heeft 20 verschillende nostalgische<br />

borduursteken. Deze steken zijn speciaal vervaardigd om eruit te zien<br />

alsof zij met de hand zijn gemaakt. De naaimachine naait deze 9 keer<br />

over de steek, zodat het eruit ziet alsof u het met een dik garen hebt<br />

genaaid.<br />

4:23<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

Naaien uit de vrije hand<br />

Door uit de vrije hand te naaien kunt u de prachtigste werkstukken<br />

maken. U kunt net zo naaien alsof u met een potlood zou tekenen, en<br />

daarbij alle verschillende soorten garens en uw creative 2170 gebruiken.<br />

U kunt ook de vleug van uw naaiwerk variëren uit de vrije hand door<br />

in verschillende richtingen of patronen te naaien.<br />

Bovenspanning 2-3<br />

Naaivoet Stopvoet, nr. 6<br />

Transporteur verzinken Verzonken<br />

Naaldgrootte 80-90<br />

Steek Rechte steek/Zigzagsteek<br />

• Raak het symbool voor Naaien uit de vrije hand aan.<br />

• Rijg de naaimachine in met een katoenen of een synthetisch garen<br />

van goede kwaliteit. U kunt hetzelfde garen gebruiken voor de<br />

onderdraad, maar u kunt ook een borduurgaren als spoeldraad<br />

gebruiken.<br />

• Span de stof strak als het vel van een trommel in een ronde<br />

borduurring. U kunt een houten ring omwikkeld met band<br />

gebruiken voor een betere grip.<br />

• Selecteer de rechte steek of de zigzagsteek. Vanaf dit punt stuurt u<br />

de steeklengte. De steeklengte wordt bepaald door de verplaatsing<br />

van de ring en de naaisnelheid. Als u te langzaam naait, kunnen er<br />

kleine knopen aan de achterkant van uw werk ontstaan.<br />

Belangrijk: Gebruik nooit het IDT als u uit de vrije hand borduurt.<br />

MAXI-steken<br />

Uw creative 2170 biedt een keuze aan 86 MAXI-steken. Deze<br />

steken kunnen tot 60 mm breed zijn en kunnen in randen worden<br />

gecombineerd. Als u een MAXI-steek naait, beweegt de machine<br />

zijwaarts en geleidt de stof zelf.<br />

1. De beste manier om ervoor te zorgen dat de stof is uitgelijnd, is<br />

door het tekenen van twee lijnen met een pictogrampen.<br />

2. Als u uw steek naait, vergewis u er dan van dat de naaivoet altijd<br />

parallel loopt aan die twee lijnen.<br />

4:24


Smockwerk met de rechte steek<br />

U kunt een rechte steek gebruiken om mouwen, manchetten, rokken<br />

of volants te rimpelen. Voor nette en gelijkmatige plooien kunt u beter<br />

twee of drie rijen rimpelsteken naaien.<br />

• Stel de steeklengte in op 6 mm. Verlaag de draadspanning van de<br />

bovendraad tot 3.<br />

• Markeer de eerste rimpellijn op de goede kant van de stof. Naai<br />

langs deze lijn. Laat aan het begin en het eind van de naad 10 tot 13<br />

cm garen over.<br />

• Naai nog één of twee rijen steken en gebruik daarbij de naaivoet als<br />

geleider.<br />

• Rimpel de stof door aan de onderdraad te trekken totdat u de<br />

gewenste mate van rimpeling krijgt.<br />

• Verdeel de rimpels gelijkmatig en knoop de gareneinden aan elkaar<br />

om de rimpels vast te zetten.<br />

Tip: Bij smockwerk is het belangrijk sterk garen te gebruiken, anders kan de draad bij het<br />

aantrekken breken.<br />

Schulpranden<br />

Schulpranden zijn een zeer doeltreffende afwerking voor dunne, zachte<br />

stoffen als zijde en kunstzijde. Dergelijke randen worden vaak gebruikt<br />

als zoom voor lingerie.<br />

• Kies blindzoomsteek nr. 5 en spiegel deze met het symbool voor<br />

horizontaal spiegelen.<br />

• Trek de draad strak voor een diepere schulp.<br />

• Werk de stofranden af en strijk de naadtoeslag naar de achterkant<br />

van de stof.<br />

• Zorg ervoor dat tijdens het naaien de stof onder de halve<br />

breedte van de naaivoet door loopt en dat de blindzoom over de<br />

omgevouwen rand heen wordt genaaid.<br />

Tip: U kunt tijdens het maken van de schulprand een gekleurd parelgaren meenaaien op<br />

de omgevouwen rand. Dit geeft een extra mooi effect en verstevigt de zoom.<br />

4:25<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

4:26<br />

Alfabet<br />

U kunt een hele reeks woorden naaien met de ingebouwde lettertypen<br />

en deze reeks permanent in het geheugen van de naaimachine opslaan.<br />

De machine heeft drie verschillende soorten lettertypen;<br />

vijf lettertypen die u gebruikt bij het naaien, twee monogrammen<br />

(Maxi) die als afzonderlijke steken kunnen worden genaaid en twee<br />

borduurlettertypen.<br />

Bij alle alfabetten die u naait, moet de transporteur zijn ingeschakeld.<br />

Het Ingebouwd Dubbel Transport moet zijn uitgeschakeld.<br />

1. Raak het symbool Alfabetten aan in het Hoofdmenu.<br />

2. Selecteer een lettertype.<br />

3. Raak hoofdletters en kleine letters aan, cijfers of symbolen om het<br />

gewenste teken in te voeren. Breng om een reeks te bewerken de<br />

cursor onder het teken door gebruik te maken van de (B) symbolen.<br />

U kunt de lettergrootte wijzigen, letters verwijderen of invoegen.<br />

Als u een teken hebt toegevoegd, wordt deze links van de cursor<br />

ingevoegd.<br />

4. Bevestig de invoer met OK. De stekenreeks wordt getoond op het<br />

scherm en u kunt nu naaien.<br />

5. Zoom uit om de reeks te zien.<br />

B


C<br />

D<br />

Een letterreeks bewerken<br />

Om met een afzonderlijke letter of een letterreeks te kunnen werken,<br />

moeten deze van tevoren worden geselecteerd.<br />

Beweeg om een afzonderlijke letter te selecteren de rode cursor met de<br />

cursorsymbolen naar de letter. De geselecteerde steek wordt omgeven<br />

door een gekleurd frame.<br />

Raak het Selecteer steken-symbool (C) aan om een letterreeks te<br />

selecteren.<br />

Beweeg vervolgens de rode cursor over de te selecteren letterreeks en<br />

maak daarbij gebruik van de cursorsymbolen. De geselecteerde letters<br />

worden omgeven door een gekleurd frame.<br />

• Nadat u één of meer letters hebt geselecteerd, kunt u alle<br />

instellingen van deze letters wijzigen.<br />

• Met het Meer opties-symbool (D) kunnen meer functies voor het<br />

wijzigen van de geselecteerde letters of letterreeksen en voor<br />

andere opties worden geselecteerd.<br />

• U kunt één of meer letters verwijderen of de gehele letterreeks.<br />

Als u over een eerder geselecteerde letter of letterreeks heen gaat,<br />

wordt de selectie weer geannuleerd.<br />

Als u met andere letters wilt werken, kunt u deze selecteren door de<br />

cursorsymbolen te gebruiken.<br />

Als u klaar bent met het bewerken van de letters, annuleert u de<br />

selectie door het symbool voor het selecteren van steken (C) weer aan<br />

te raken.<br />

Het afhechtprogramma wordt automatisch geactiveerd.<br />

Een letterreeks opslaan<br />

Raak het symbool van de Gegevensmanager aan om een stekenreeks<br />

op te slaan. Een venster verschijnt om een borduurmotief te openen, op<br />

te slaan, te sluiten of te verwijderen.<br />

Open<br />

Gebruik deze functie voor toegang tot het geheugen van de<br />

naaimachine en om een bestaande letterreeks te selecteren.<br />

Opslaan<br />

Gebruik deze functie om de reeks onder de bestaande naam op te slaan.<br />

Opslaan als<br />

Gebruik deze functie om de reeks een naam of een andere naam te<br />

geven.<br />

Een naam mag maximaal uit 8 letters bestaan.<br />

Sluiten<br />

Gebruik deze functie om een reeks te sluiten zonder deze op te slaan<br />

(na een vraag).<br />

Verwijderen<br />

Gebruik deze functie om een reeks te verwijderen (na een vraag).<br />

4:27<br />

Decoratief naaien


Decoratief naaien<br />

Monogram<br />

Er zijn twee monogram lettertypen beschikbaar in de naaimachine<br />

(MAXI). Deze worden als afzonderlijke steken genaaid. De transporteur<br />

moet zijn ingeschakeld.<br />

Als u één van de monogramsteken selecteert, verschijnt er automatisch<br />

een scherm met de letter A.<br />

Kies de letter van uw keuze door het + en - symbool met de letter A<br />

erboven aan te raken. (D).<br />

Als u de + en - symbolen aanraakt, verandert de letter erboven alsmede<br />

het monogram in de linkerbovenhoek van het scherm.<br />

Het afhechtprogramma (E) wordt automatisch geactiveerd.<br />

4:28<br />

E<br />

D


BORDUREN<br />

5:1


Borduren<br />

5:2<br />

Het borduurvenster<br />

A. Symbool voor de Gegevensmanager<br />

B. Subhoofdmenu symbool<br />

C. Symbool voor inzoomen<br />

D. Symbool voor Steken selecteren<br />

E. Symbool voor uitzoomen<br />

F. Stekeninformatiesymbool<br />

G. Rijgen in de ring<br />

H. Symbool Verplaatsen<br />

I. Symbool Automatische stekenopbouw<br />

J. Symbool Verwijderen<br />

K. Symbool Meer opties<br />

A Gegegevensmanager symbool<br />

Dit symbool opent het geheugen van de machine of een card. Gebruik<br />

deze functie om een programma te openen, op te slaan, te plakken, te<br />

sluiten of te wissen.<br />

Als u Open aanraakt, wordt er een versie van de creatieve<br />

Gegevensmanager (L) geopend om een eerder opgeslagen programma,<br />

een steek of stekenreeks, motiefcombinatie of een steek op het<br />

bewerkingsscherm van een creative card of uit het geheugen van de<br />

borduurmachine op te roepen. (Steken, stekenreeksen en programma’s<br />

worden in de volgende beschrijving ’programma’s’ genoemd.)<br />

Het invoerveld laat een map zien, waarin het programma automatisch<br />

wordt opgeslagen.<br />

Beweeg de markeerbalk met de pijltjes (M) naar het programma/de<br />

steek, dat/die u wilt openen. Het geselecteerde programma/steek<br />

verschijnt op het bewerkingsscherm als u dit symbool aanraakt.<br />

’Opslaan’-symbool<br />

Als u een programma/steek hebt opgeroepen en bewerkt dat reeds<br />

eerder was opgeslagen, kunt u het weer onder dezelfde naam opslaan.<br />

De vorige programmaversie wordt automatisch vervangen.<br />

L<br />

M<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

I<br />

J<br />

K


O<br />

N<br />

Opslaan als’-symbool:<br />

Als u ”Opslaan als” aanraakt, verschijnt het naaminvoermenu. U kunt<br />

uw programma een naam geven en een map selecteren waarin deze<br />

moet worden opgeslagen. Als u het menu opent, wordt het geheugen<br />

van de borduurmachine automatisch geselecteerd.<br />

Het invoerveld laat een map zien waarin het programma automatisch<br />

wordt opgeslagen. Het invoerveld toont de naam NIEUW. U kunt deze<br />

naam wissen met het Verwijdersymbool (N) en een naam naar keuze<br />

invoeren. Een naam mag maximaal uit acht letters bestaan. Raak het<br />

OK-symbool aan om uw invoer te bevestigen.<br />

De steek wordt nu opgeslagen in deze map in de borduurmachine en<br />

kan weer worden geopend door deze map te kiezen.<br />

Als u de pijl (D) aanraakt, verschijnt er een ander venster om een<br />

andere map te kiezen.<br />

• U kunt het programma op de borduurmachine in een andere map<br />

opslaan<br />

• Als u het programma op een card wilt opslaan, kies dan de juiste<br />

kaartingang (voorste of achterste kaartingang) waar u de kaart in<br />

hebt gestoken.<br />

Kies om het programma op de borduurmachine op te slaan, met de<br />

pijltjes de map. Toets OK om het venster te sluiten. Het programma<br />

wordt in deze map opgeslagen. Raak ESC aan om het venster te sluiten<br />

zonder uw invoer op te slaan.<br />

U kunt alleen in de creative Gegevensmanager een map aanmaken.<br />

Symbool voor ‘Sluiten’<br />

Als u uw instellingen hebt opgeslagen, sluit het symbool voor ‘Sluiten’<br />

het venster. Uw oorspronkelijke instellingen worden opgeslagen in<br />

het geheugen van de machine of op een kaart. Als u uw instellingen<br />

niet hebt opgeslagen, wordt in een venster gevraagd: “Wilt u de<br />

wijzigingen annuleren?”. Als u het OK-symbool aanraakt, worden de<br />

nieuwe instellingen niet opgeslagen.<br />

Symbool voor ‘Verwijderen’:<br />

Als u het symbool voor ‘Verwijderen’ aanraakt, wist u de actieve<br />

borduurcombinatie van uw scherm en ook uit het geheugen van de<br />

machine. Er verschijnt een venster met de vraag: “Reeks verwijderen?”<br />

Als u het OK-symbool aanraakt, wordt het programma verwijderd.<br />

B. Subhoofdmenu symbool<br />

Als u dit symbool aanraakt verschijnt er een variant van het<br />

Hoofdmenu. Door de gewenste categorie en gesorteerde steek en<br />

motiefselectie aan te raken kunt u het motief direct selecteren. De<br />

speci eke instelling die voor elk geselecteerd motief wordt getoond<br />

kan worden veranderd. Als u het motief bevestigt, verschijnt deze<br />

afzonderlijk in het bewerkingsscherm. Door het Subhoofdmenu aan te<br />

raken, kunt u verdere andere motieven toevoegen.<br />

5:3<br />

Borduren


Borduren<br />

5:4<br />

C. Symbool voor inzoomen<br />

Gebruik het symbool voor Inzoomen om de weergave met een aantal<br />

malen te vergroten. De borduurmachine zoomt in op het midden.<br />

D. Kies het stekensymbool<br />

Om een motief te bewerken moet deze zijn gemarkeerd. U kunt een<br />

motief of een borduurcombinatie markeren. Het geselecteerde motief<br />

wordt omgeven door een blauw frame.<br />

E. Symbool voor Uitzoomen<br />

Gebruik het symbool voor Uitzoomen om de weergave met een aantal<br />

malen te verkleinen. De zone rond de gemarkeerde steek of steken is<br />

het gebied dat is verminderd.<br />

F. Stekeninformatiesymbool<br />

Als u het stekeninformatiesymbool aanraakt, opent u een nieuw<br />

venster waar u de huidige positie kunt zien, naar achteren en naar<br />

voren tussen de steken en kleurblokken kunt gaan, kunt zien op welk<br />

kleurblok u zich bevindt en waar u de kruiscursor kunt activeren.<br />

Als u het stekeninformatiesymbool aanraakt, kunt u de tekst Huidige<br />

positie (L) aanraken om te wisselen tussen Huidige positie, Steken<br />

links en Steken rechts, dit blok. U kunt ook zien welk kleurnummer en<br />

kleurblok u momenteel gebruikt (Q).<br />

Om door de steken te ”lopen”, raak het symbool voor Steek voor<br />

steek vooruit/achteruit (N) aan. Dit kan nuttig zijn als u geen onderof<br />

bovendraad meer hebt of als de draad is gebroken en u een paar<br />

steken wilt teruggaan. Raak om door de kleurblokken te ”lopen”, de<br />

kleurblokken-symbolen aan met de pijlen (P).<br />

Als u meerdere motieven in de ring hebt, kunt u door de motieven<br />

bladeren met Motief voor motief vooruit/achteruit (O)<br />

U kunt ook door het steeknummer (Q) aan te raken, een pop-up<br />

openen en de steek kiezen waar u naartoe wilt.<br />

G. Rijgen in de ring.<br />

Raak het symbool voor Rijgen in de ring aan, waarna de machine rond<br />

uw motief rijgt met een 6 mm rechte steek.<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

I<br />

J<br />

K<br />

L<br />

M<br />

N<br />

O<br />

P<br />

Q


U<br />

V<br />

Y<br />

Z<br />

3<br />

1<br />

2<br />

F1: Motief<br />

bewerkingsscherm<br />

5<br />

F3: Steek<br />

bewerkingsscherm<br />

4<br />

T<br />

R<br />

W<br />

X<br />

S<br />

F2: Lettertype<br />

bewerkingsscherm<br />

H. Symbool verplaatsen<br />

Als u het symbool Verplaatsen aanraakt verschijnt ereen nieuw venster,<br />

om het gekozen motief te bewerken.<br />

Als u de pijlen (R) aanraakt, zal het motief in kleine stapjes in de ring<br />

worden geplaatst.<br />

Als u het symbool Centreren (S) aanraakt, gaat het borduurmotief terug<br />

naar het midden van de ring.<br />

Wanneer het symbool voor Motief verplaatsen (V) is geactiveerd,<br />

kunt u het motief met uw stylus verplaatsen en het motief in de ring<br />

plaatsen daar waar u het wilt.<br />

Als u het rotatiesymbool (W) hebt geactiveerd, kunt u uw motief<br />

draaien door het motief te verplaatsen met uw stylus. U kunt uw<br />

motief ook draaien door de + en - symbolen (X) aan te raken.<br />

Als u een motief zo hebt gedraaid dat dit buiten de ring steekt,<br />

verschijnt er een rode lijn in de ring. Deze lijn maakt u erop attent<br />

dat het motief niet in deze positie kan worden geborduurd. Als u<br />

het Positiecorrectiesymbool (U) aanraakt wordt het motief zodanig<br />

verplaatst dat het binnen de ring komt.<br />

Het symbool voor ongedaan maken (T) annuleert de herpositionerings<br />

opdracht en plaatst het motief terug in de ring, zodat u kunt doorgaan<br />

met het te draaien. Als er geen rode lijn zichtbaar is, is er een motief<br />

binnen de ring en kan deze worden geborduurd.<br />

I. Automatisch steken maken<br />

Als u het symbool voor automatisch steken maken aanraakt, wordt er<br />

een nieuw venster geopend, zodat het symbool dat u hebt gemarkeerd<br />

verder kan worden bewerkt. Dit venster kan er verschillend uitzien<br />

afhankelijk van of u een steek, motief of letter hebt. Let er op dat niet<br />

alle functies actief zijn voor alle steken of alle motieven.<br />

Motief bewerkingsscherm<br />

F1) Als u uw motief bewerkt, kunt u de breedte (Y), de<br />

patroonlengte(Z), en de verhoudingen van het motief (1) afstellen,<br />

diverse motieven toevoegen (2) en de draadspanning (3) afstellen.<br />

Lettertype bewerkingsscherm<br />

F2) Als u één of meerdere letters van een borduurlettertype hebt<br />

ingevoegd, is het symbool voor Instellen verhoudingen motief (1)<br />

veranderd in een symbool voor Wijzig letter (4). Raak de plus- en minsymbolen<br />

aan om tussen letters te bewegen.<br />

Steek bewerkingsscherm<br />

F3) Als u een steek in de borduurring hebt aangebracht, kunt u de<br />

steekbreedte, steeklengte (5), patroonlengte, het aantal steken en de<br />

draadspanning veranderen.<br />

5:5<br />

Borduren


Borduren<br />

5:6<br />

J. Wis het symbool<br />

Als u het Verwijdersymbool aanraakt verwijdert u het gemarkeerde<br />

motief/motiefcombinatie of letter/lettercombinatie.<br />

K. Meer opties symbool<br />

Als u het Meer opties symbool aanraakt verschijnt er een nieuw<br />

venster.<br />

L. Symbool voor verticaal spiegelen<br />

Als u dit symbool aanraakt, kunt u het geselecteerde motief verticaal<br />

spiegelen.<br />

M. Symbool voor boogvorm<br />

Als u dit symbool aanraakt roept het boogvormingsvenster op. Lees<br />

meer over boogvormen op pagina 5:31-5:32.<br />

N. Symbool voor exacte plaatsing<br />

De functie voor exacte plaatsing kan worden gebruikt als u twee of<br />

meerdere motieven met elkaar wilt verbinden. Deze functie helpt u de<br />

motieven exact daar te positioneren waar u dat wilt. Lees meer over<br />

exacte plaatsing op pagina 5:23.<br />

O. Vergroot Weergavesymbool<br />

Met deze functie krijgt u een vergrote weergave van het motief op het<br />

scherm en van de motiefselectie. Door nogmaals het scherm aan te<br />

raken kunt u terugkeren naar het vorige scherm.<br />

L<br />

M<br />

N<br />

O<br />

Meer opties pop-up<br />

P<br />

Q<br />

R<br />

S<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

I<br />

J<br />

K


L<br />

M<br />

N<br />

O<br />

Meer opties pop-up<br />

menu<br />

T<br />

P<br />

Q<br />

R<br />

S<br />

P. Raak het symbool voor horizontaal spiegelen aan.<br />

Met deze functie kunt u een motief horizontaal spiegelen. Het<br />

gespiegelde motief verschijnt op het scherm voor verdere bewerking.<br />

Q. Symbool voor borduuurringselectie<br />

Met deze functie kunt u een borduurring kiezen die nog niet aan de<br />

borduurmachine is bevestigd. Voor dit doel verschijnt er een venster<br />

om borduurringmaten te kiezen.<br />

R. Symbool voor kleuren wijzigen<br />

Met het symbool kleuren wijzigen kunt u kleuren van uw<br />

borduurmotief bekijken en de kleuren van uw borduurmotief op het<br />

scherm veranderen. Met deze functie opent u een venster (T) om de<br />

kleurvlakken verder te bewerken.<br />

S. Ongedaan maken motief rangschikken<br />

Deze functie is alleen aanwezig als de creative GrandHoop is<br />

bevestigd. Lees voor meer informatie de bij de creative Grand Hoop<br />

meegeleverde instructiehandleiding goed door.<br />

5:7<br />

Borduren


Borduren<br />

5:8<br />

Instellingenmenu voor borduren<br />

Als u het symbool Meer functies (A) aanraakt, verschijnt er een nieuw<br />

venster. Het instellingenmenu verandert als u naait, borduurt etc. Het<br />

refereert altijd speci ek naar het menu dat u hebt geselecteerd. Als u<br />

zich op de borduurpagina bevindt, zijn de volgende menu’s actief:<br />

Opties voor meldingen<br />

Als u het symbool Opties voor meldingen aanraakt, kunt u diverse<br />

meldingen aan- of uitzetten.<br />

Raster aan<br />

Als u een nauwkeuriger positie van borduurmotieven en steken in de<br />

borduurring wilt hebben, kunt u het raster op het bewerkingsscherm<br />

activeren. Raak het Rastersymbool aan en het raster wordt getoond, en<br />

het symbool wordt getoond als actief geselecteerd (donkerrood).<br />

Huidige positie<br />

Als het borduurproces wordt onderbroken of als u even wilt stoppen,<br />

kunt u het huidige steeknummer en de positie opslaan door het<br />

symbool Huidige positie aan te raken in het Instellingenmenu, voordat<br />

de borduurmodus wordt verlaten. Als het symbool wordt aangeraakt<br />

zal er een pop-up verschijnen (B). Toets Positie opslaan om de huidige<br />

positie in de borduurring op te slaan onder de naam van de huidige<br />

borduurcombinatie. Deze huidige positie wordt opgeslagen zelfs nadat<br />

de machine is uitgeschakeld. Toets Positie herstellen nadat de machine<br />

weer is ingeschakeld om verder te gaan met de opgeslagen positie.<br />

Let op: U kunt slechts één huidige borduurpositie in de machine opslaan.<br />

Verplaats borduurring<br />

Als u het symbool voor borduurring verplaatsen aanraakt, kunt u<br />

de ring in vier verschillende richtingen verplaatsen: Parkeerpositie,<br />

Naaipositie, Wissel spoel en Knippositie. Gebruik de Parkeerpositie als<br />

u de borduureenheid in de draagkoffer wilt stoppen.<br />

De Naaipositie gebruikt u als u, met borduureenheid nog bevestigd,<br />

wilt naaien.<br />

De positie Spoel verwisselen verplaatst de borduurring zo ver<br />

mogelijk naar achteren, zodat het eenvoudiger wordt om de spoel te<br />

verwisselen.<br />

Als u het symbool voor de Knippositie aanraakt zal de borduurring<br />

zich naar u toe bewegen, zodat het voor u eenvoudiger wordt om de<br />

draden af te knippen terwijl u borduurt.<br />

A<br />

B


D<br />

C<br />

Informatie<br />

Als u het informatiesymbool aanraakt, krijgt u informatie over<br />

borduurmotieven op uw scherm (C). “Huidig” geeft het laatst<br />

geselecteerde motief aan. “Geselecteerd” geeft aan welke motieven er<br />

zijn geselecteerd en “Aantal ingevoerd” geeft aan hoeveel motieven er<br />

op uw scherm staan. U zult ook informatie vinden over de lengte en de<br />

breedte van de motieven.<br />

Gegevensmanager<br />

In de Gegevensmanager vindt u uw steken en borduurmotieven<br />

die in de borduurmachine zijn opgeslagen. Lees meer over de<br />

Gegevensmanager op pag. 5:36.<br />

Borduursnelheid<br />

Tijdens het borduren stelt de borduurmachine de snelheid in aan de<br />

hand van de borduurring die u gebruikt en de lengte van de steken.<br />

Als u een kleine borduurring gebruikt, wordt de snelheid op een hoger<br />

niveau ingesteld dan wanneer u borduurt in een grotere borduurring.<br />

Als u borduurt in een borduurring groter dan de 80x80 borduuurring,<br />

kunt u de snelheid verhogen door in het Instellingenmenu te kiezen<br />

voor Borduursnelheid. U zult zien dat Auto geselecteerd is en dat u<br />

kunt kiezen tussen Normaal en Hoog. Stel de borduursnelheid in nadat<br />

de borduurmachine de borduurringdetectie heeft uitgevoerd omdat de<br />

borduurringdetectie de borduursnelheid altijd op Auto zal zetten.<br />

BELANGRIJK! De borduurkwaliteit kan in gevaar komen als er op<br />

een hogere snelheid wordt geborduurd.<br />

Terug naar standaardinstelling<br />

Met deze functie kunt u alle machine-instellingen die u eerder<br />

hebt veranderd, zoals de steekinstellingen of de naaifuncties<br />

weer tot standaardinstellingen terugbrengen. U kunt tevens de<br />

informatieteksten weer actief maken. Alle teksten worden automatisch<br />

getoond. Om te bevestigen moet u OK aanraken.<br />

Draden afsnijden<br />

U kunt de functie Draden afsnijden met deze selectie permanent<br />

uitzetten. Als u het symbool voor Draden afsnijden aanraakt, verschijnt<br />

een scherm (D) waar u kunt kiezen tussen Uit en Auto. Als u Uit<br />

aanraakt en bevestigt met OK, zullen de draden niet langer worden<br />

afgeknipt, zelfs als u het symbool in het Afhechtprogramma hebt<br />

geselecteerd. De standaardinstelling is Auto wat betekent dat de<br />

draden automatisch worden afgesneden.<br />

5:9<br />

Borduren


Borduren<br />

Borduuraccessoires<br />

Bij uw creative 2170 worden accessoires voor borduren<br />

meegeleverd. U ontvangt een borduureenheid,<br />

vier clips, 3 borduurringen (225x140, 120x115<br />

en 80x80 met borduurringadapter), een 300 card en<br />

boekje, een sjabloon, een snelborduurpakket, borduurgaren<br />

en een borduurvoet.<br />

Voordat u met de borduurring gaat borduren moet<br />

u de transporteur verzinken, het IDT uitschakelen<br />

en de borduurvoet bevestigen (zie pag. 5:11).<br />

De borduurvoet plaatsen<br />

1. Verwijder de standaard naaivoet. Draai<br />

voorzichtig schroef (A) los, totdat de opening (B)<br />

zichtbaar is.<br />

2. Druk de naaivoet voorzichtig samen en leid de<br />

pin van de voet zo ver mogelijk in de opening<br />

van de naaivoethouder.<br />

3. Draai de schroef (A) aan. Voor het verwijderen<br />

van de borduurvoet draait u de schroef (A) los,<br />

drukt u de borduurvoet samen en trekt u deze<br />

naar rechts. Draai de schroef (A) aan.<br />

Een card plaatsen<br />

Steek een creative card in de richting van de pijl zover<br />

mogelijk in de voorste of achterste kaartingang.<br />

De ontgrendelknop steekt ongeveer 6 mm uit als de<br />

card op de juiste manier is ingebracht.<br />

5:10<br />

Om de creative card te verwijderen drukt op de<br />

ontgrendelknop (C) die zich naast de betreffende<br />

kaartingang bevindt.<br />

A<br />

1.<br />

B<br />

2. 3.<br />

C<br />

C


D<br />

De transporteur verzinken<br />

Voor borduren met de borduurring moet de transporteur worden<br />

verzonken. Om de transporteur te verzinken, moet de schuif (D) naar<br />

links worden geduwd.<br />

Let op: Zet eerst de persvoetlichter omhoog voordat u de transporteur laat verzinken.<br />

De draadspanning wordt automatisch ingesteld en kan voor speciale<br />

technieken worden aangepast.<br />

Het IDT uitschakelen<br />

Het IDT moet voor borduurmotieven worden uitgeschakeld.<br />

Procedure:<br />

Pak het IDT stevig bij de ribbel tussen duim en wijsvinger vast.<br />

Druk het IDT omlaag en trek het vervolgens van u af en laat het IDT<br />

langzaam omhoog komen, totdat deze ontkoppelt.<br />

Kniehevel monteren<br />

De kniehevel is voor het borduren niet nodig en kan worden<br />

verwijderd. Als u de kniehevel wilt verwijderen, trekt u deze<br />

voorzichtig uit de opening.<br />

5:11<br />

Borduren


Borduren<br />

5:12<br />

De borduureenheid aansluiten<br />

Borduureenheid aansluiting<br />

1. De aansluiting voor de borduureenheid (A) bevindt zich aan<br />

de achterzijde van de machine.<br />

Hoofdschakelaar uitzetten.<br />

2. Plaats de borduureenheid direct achter de machine en schuif<br />

deze in het aansluitpunt.<br />

Controleer of de geleider (B) zover mogelijk tussen de<br />

bodemplaat en de vrije arm is geschoven.<br />

3. Pak de borduurarm vast in het bereik van de<br />

greepmarkering, til deze omhoog en draai de arm naar<br />

achteren.<br />

4. De borduurarm vergrendelt zich in de borduurpositie.<br />

Let op: U kunt de spoel verwisselen met de borduureenheid nog bevestigd,<br />

maar let er op dat de accessoirebox niet teveel naar achteren uitzwenkt. De<br />

hoek van de accessoirebox mag niet meer dan 90° bedragen. Anders zou de<br />

borduureenheid van haar houder kunnen worden geduwd.<br />

A<br />

B


C<br />

D<br />

G<br />

E<br />

H<br />

F<br />

Borduurring<br />

Er worden drie borduurringen bij uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 geleverd. Een<br />

rechthoekige borduurring met een borduuroppervlakte (C) 225 x 140<br />

mm, een ronde borduurring voor borduurmotieven tot 120 x 115 mm<br />

en een vierkante borduurring 80 x 80 met een borduurringadapter.<br />

C: Bevestigingsnokje<br />

D: Geleidingsnokjes voor de bevestiging van de borduurring.<br />

E: Borduuroppervlakte<br />

F: Klemschroef voor het spannen van de stof<br />

De borduurring aan de borduureenheid bevestigen<br />

Haal de borduurring onder de naaivoet door. Zet de de naaivoet zo ver<br />

mogelijk omhoog. De klemschroef (F) van de borduurring moet naar u<br />

toe wijzen en het geleidingsnokje (D) moeten naar rechts wijzen.<br />

Plaats de ring met het geleidingsnokje (D) in de metalen geleider totdat<br />

de geleidingsnok (E) achter de ontspanner (G) van de borduureenheid<br />

vastklikt.<br />

De borduurring verwijderen<br />

Wanneer u de ring wilt verwijderen, duwt u de ontspanner (G) van de<br />

borduureenheid omlaag en trekt u de ring naar voren.<br />

De borduureenheid verwijderen<br />

Hoofdschakelaar uitzetten.<br />

Pak de borduurarm in het bereik van de greepmarkering vast, til het<br />

omhoog en draai de arm naar links, totdat de borduurarm zich in de<br />

uitgangspositie vergrendelt.<br />

Let op: Vóór het draaien van de borduurarm mag de matalen borduurringgeleider<br />

niet aan de voorkant van de borduurarm uitsteken. Indien dat het geval is, moet u<br />

naar het Instellingenmenu gaan en het symbool voor borduurring verplaatsen en het<br />

Parkeerpositiesymbool aanraken.<br />

Druk op de ontgrendelknop (H) aan de linkerkant van de<br />

borduureenheid en verwijder deze.<br />

5:13<br />

Borduren


Borduren<br />

Aan de slag met borduren<br />

1. Maak de borduurvoet vast en rijg de machine in.<br />

2. Bevestig de borduureenheid en zet de naaivoet omhoog. Zet de<br />

borduurmachine aan.<br />

3. Raak het Hoofdmenu-symbool aan en raak het Borduursymbool<br />

aan.<br />

4. Voer de 300 creative card in.<br />

5. Raak het Subhoofdmenu (A) aan en raak het Kaart/<br />

Machinesymbool aan. Een pop-up menu zal verschijnen, zodat u<br />

kunt kiezen of u een motief wilt dat zich op een kaart bevindt of in<br />

de borduurmachine.<br />

6. Kies de kaart en selecteer één van de motieven die verschijnen<br />

zodra u een afbeelding van een motief aanraakt. Raak OK aan om<br />

te bevestigen. Het motief verschijnt nu op het scherm in de ring.<br />

7. Maak deze ring met de ingespannen stof vast aan de<br />

borduureenheid. Als de ring in het venster niet overeenkomt<br />

met de ring die u geplaatst hebt, gaat de machine niet borduren.<br />

Raak het symbool voor Meer opties (B) aan en het symbool voor<br />

Borduurringselectie (C) om de ring te veranderen.<br />

5. Rijg de machine in met kleur nr. 1. (Raadpleeg het borduurboekje<br />

voor meer informatie over de kleuren.)<br />

6. Druk enkele seconden lang op de achteruitnaaitoets om te beginnen<br />

met borduren. De borduurmachine begint de ring te kalibreren<br />

om te controleren of de juiste borduurring is bevestigd. Druk<br />

weer op de achteruitnaaitoets en de borduurmachine begint<br />

met naaien (of trap op het voetpedaal). Na een paar steken stopt<br />

de borduurmachine zodat u het draadeinde kunt afsnijden.<br />

Het symbool voor afsnijden knippert in het venster. Knip de<br />

draadeinden af en druk op de achteruitnaaitoets om door te gaan<br />

met borduren.<br />

7. Als de borduurmachine de eerste kleur heeft genaaid zal deze<br />

stoppen en zal u vragen om kleur nr. 2 in te voeren. Verander de<br />

bovendraad in nr. 2 en ga door met borduren. Herhaal dit voor alle<br />

kleuren.<br />

8. Als u de laatste kleur gebruikt hebt, zal de borduurmachine<br />

terugkeren naar het begin van het motief. Er verschijnt een bericht<br />

waarin u wordt gevraagd of u de borduurring in de Parkeerpositie<br />

wilt plaatsen. Raak OK aan en de borduurring zal naar de<br />

Parkeerpositie worden verplaatst. Raak ESC aan om het motief op<br />

het scherm te verlaten.<br />

9. Verwijder de ring van het borduurmotief en knip de draadeinden<br />

af.<br />

Let op: ga naar het Instellingenmenu (D) en raak het symbool voor borduurring<br />

verplaatsen aan. Druk op de toets voor de Parkeerpositie en zet de machine uit. Zet de<br />

borduurarm weer in de opslagpositie en verwijder de borduureenheid.<br />

5:14<br />

D<br />

C<br />

A<br />

B


E<br />

F<br />

De stof spannen<br />

Voor betere borduurresultaten legt u een laag versteviging onder de<br />

stof en spant u deze met de stof samen in de borduurring.<br />

De stof en de versteviging moeten glad en stevig gespannen<br />

zijn. Rimpels of te los gespannen stof zorgen voor minder fraaie<br />

bordmotieven. Hierdoor ontstaan bijvoorbeeld kleurgebieden die<br />

elkaar overlappen, contourlijnen die elkaar niet raken, plooien in<br />

borduurmotieven of stukken die ongeborduurd blijven.<br />

De stof wordt als volgt in de ring gespannen:<br />

1. Draai de klemschroef (E) los; de binnenring kan nu worden<br />

verwijderd.<br />

2. Leg de buitenring voor u op een stabiele, vlakke ondergrond met<br />

de geleidingsnokjes (F) naar rechts, zodat u de borduureenheid<br />

kunt plaatsen. De klemschroef wijst nu naar u toe.<br />

3. Leg de versteviging en daarna de stof over de buitenring heen, met<br />

de goede kant naar boven. Controleer of de stof over de rand van<br />

de ring heen ligt.<br />

4. Druk de stof met behulp van de binnenring in de buitenring. Draai<br />

de klemschroef iets aan en trek de stof en de versteviging strak<br />

in de ring door de overhangende stof aan te trekken. Zorg ervoor<br />

dat u geen rimpels in de stof of de versteviging maakt. De ringen<br />

moeten parallel aan elkaar liggen.<br />

5. Draai vervolgens de klemschroef stevig aan.<br />

6. Bevestig de clips.<br />

Let op: Als u met uw vinger licht op de ingespannen stof tikt, moet uw vinger<br />

terugveren.<br />

5:15<br />

Borduren


Borduren<br />

5:16<br />

Borduur enkele motieven van een kaart<br />

Een motief selecteren<br />

Als u zich in de borduurmodus bevindt, raakt u het Subhoofdmenu<br />

aan en selecteert u ”Borduren/Kaart”, om een enkel motief te borduren<br />

vanaf een creative card of vanaf de borduurmachine.<br />

De <strong>Pfaff</strong> creative card 300 heeft diverse motieven en lettertypen en<br />

wordt met uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 geleverd.<br />

Let op: De <strong>Pfaff</strong> creative cards van de <strong>Pfaff</strong> creative 7570 kunnen ook voor de <strong>Pfaff</strong><br />

creative 2170 worden gebruikt. Als u de kaarten voor de <strong>Pfaff</strong> creative 7570 gebruikt,<br />

verschijnen de motieven niet in de juiste motiefkleuren op het scherm.<br />

Het kiezen van een motief uit het geheugen van de<br />

borduurmachine of vanaf een creative card<br />

Raak Borduren/Kaart aan en het volgende scherm verschijnt.<br />

In dit menu kunt u borduurmotieven oproepen vanaf een creative card<br />

of vanuit het ingebouwde geheugen van de borduurmachine.<br />

Het geheugen van de machine zou het volgende<br />

kunnen bevatten:<br />

1. De motieven die in de borduurmachine zijn opgeslagen vanaf een<br />

creative card.<br />

2. Borduurmotieven die op een PC zijn gemaakt en zijn opgeslagen in<br />

uw 2170.<br />

3. Eerder gemaakte stekenreeksen die u in uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 hebt<br />

opgeslagen.<br />

4. Ingebouwde borduurmotieven en lettertypen.<br />

Om een motief uit het geheugen van de borduurmachine te selecteren,<br />

moet u het Borduurmachinesymbool (A) aanraken.<br />

Om een motief van een kaart te selecteren moet u het symbool van de<br />

Sleuf (B) voor de voorste kaartingang en het symbool van de sleuf (C)<br />

van de achterste kaartingang aanraken.<br />

De procedure voor het selecteren van een motief uit het geheugen van<br />

de borduurmachine en vanaf een creative card is hetzelfde.<br />

A<br />

B<br />

C


B<br />

A<br />

D<br />

E<br />

C<br />

Het kiezen van een opgeslagen motief op een <strong>Pfaff</strong><br />

creative card en het veranderen van de borduurring:<br />

De inhoud van de creative card verschijnt.<br />

• Motieven verschijnen direct op het scherm.<br />

• Indien motieven op de kaart in verschillende directories staan,<br />

worden deze als mappen (A) getoond. U kunt kolom voor kolom<br />

doorbladeren met de pijlen.<br />

• Raak de Embroid (B) aan om te openen. Het motief verschijnt op<br />

het scherm.<br />

• Raak een willekeurig motief aan en het verschijnt vergroot op het<br />

scherm. Bevestig uw keuze door middel van OK of raak het scherm<br />

aan.<br />

• Kies een borduurring die het meest geschikt voor het<br />

borduurmotieven is door het symbool Meer opties (C) en het<br />

borduurringsymbool (D) aan te raken. Maak de stof vast en<br />

bevestig de borduurring aan de borduureenheid.<br />

Om met borduren te beginnen raak de achteruitnaaitoets aan of trap op<br />

het voetpedaal. Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 gaat vervolgens kalibreren, om<br />

de grootte van de borduurring die aan de borduureenheid is bevestigd<br />

vast te stellen. Dit kan misschien een paar seconden duren. Na het<br />

kalibreren is uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 klaar om te borduren.<br />

Alle instellingen en naaifuncties voor het motief worden op het scherm<br />

getoond en kunnen worden veranderd.<br />

Rijgen in de borduurring<br />

Als u Rijgen in de borduurring (E) aanraakt, activeert u een rijgfunctie.<br />

De borduurmachine begint vervolgens met het naaien van een<br />

6 mm rechte steek met een afstand van 2 mm rond één of meerdere<br />

geselecteerde motieven.<br />

Zo kunt u uw stof vastzetten op een versteviging zonder plaklaag<br />

eronder, vooral wanneer de stof die moet worden geborduurd niet<br />

kan worden ingespannen. Het geeft ook ondersteuning voor rekbare<br />

materialen.<br />

Let op: Als u Borduren/enkele kleursegementen selecteert, zal alleen het geselecteerde<br />

kleurenvlak worden geregen.<br />

Als u op het voetpedaal trapt, wordt de borduurvoet naar de<br />

borduurpositie omlaag gebracht en de borduurmachine begint met<br />

rijgen.<br />

5:17<br />

Borduren


Borduren<br />

5:18<br />

Symbool voor kleuren wijzigen<br />

Met het symbool kleuren wijzigen kunt u de kleuren van uw<br />

borduurmotief bekijken en de kleuren van uw borduurmotief op<br />

het scherm veranderen. Met deze functie opent u een venster om de<br />

kleurvlakken verder te bewerken.<br />

Kleur wijzigen op het scherm<br />

Raak het symbool Andere kleur (A) aan. Het venster heeft drie velden<br />

waarin u wijzigingen kunt aanbrengen.<br />

Als u uw invoer bevestigt, heeft deze opdracht gevolgen voor alle drie<br />

de velden en wordt het venster gesloten.<br />

Bovenste veld/Selecteer kleurvlak<br />

1. Selecteer het kleurvlak dat u wilt veranderen, gebruik daarbij<br />

de pijlen (B). Alleen de geselecteerde kleur in het motief wordt<br />

getoond.<br />

2. Om een enkel kleurvlak te borduren, kiest u deze kleur in het<br />

Bovenste veld. Druk op het voetpedaal nadat u de kleur hebt<br />

gekozen die moet worden genaaid.<br />

3. Als u de cursor op M zet, borduurt de borduurmachine alle<br />

gebieden in dezelfde kleur.<br />

Middenveld/Kleur wijzigen<br />

Gebruik de pijlen om de nieuwe kleur te kiezen, die u aan het<br />

geselecteerde kleurensegment wilt geven.<br />

Onderste veld/Kleurintensiteit<br />

Gebruik de pijlen om de tint van een kleur in een geselecteerd segment<br />

in te stellen.<br />

Sla uw wijziging op door OK aan te raken, het venster wordt<br />

vervolgens gesloten.<br />

Als u ESC aanraakt wordt het venster gesloten en zullen wijzigingen<br />

niet worden opgeslagen.<br />

Let op: Voordat u met borduren begint, moet de pijl op de bovenste positie (C) zijn<br />

geplaatst of op M nadat u de kleurwijzingen hebt doorgevoerd.<br />

Na de eerste steek, kunnen er geen extra wijzigingen aan de parameters worden<br />

doorgevoerd.<br />

A<br />

B


C<br />

Meerkleurig Borduren<br />

Als u een motief borduurt dat uit verschillende kleuren bestaat, kunt u<br />

de kleurvolgorde controleren door het symbool kleuren wijzigen aan<br />

te raken.<br />

Het bovenste veld laat de kleurvolgorde van boven naar beneden zien.<br />

De keuzepijl moet op het symbool kleuren wijzigen zijn (C).<br />

Houd de kleuren gereed in de volgorde waarin zij nodig zijn en rijg de<br />

eerste kleur.<br />

1. Trap op het voetpedaal, de naaivoet wordt omlaag gebracht in de<br />

borduurpositie en uw <strong>Pfaff</strong> creative begint met borduren. Aan het<br />

begin van het motief wordt er afgehecht.<br />

Let op: Als u de achteruitnaaitoets enige seconden ingedrukt houdt, zal het borduren ook<br />

worden gestart.<br />

2. Een venster met het volgende bericht verschijnt: ”Als u wilt<br />

borduren zonder op het voetpedaal te trappen, bevestig dit dan<br />

nu met OK.” U kunt ook starten door op de achteruitnaaitoets te<br />

drukken.<br />

3. Laat na een paar steken het voetpedaal los en knip de draadeinden<br />

af. Het venster met berichten wordt gesloten.<br />

4. Trap nogmaals op het voetpedaal en raak OK aan terwijl u<br />

borduurt. Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 zal doorgaan met borduren. De<br />

creative 2170 stopt na elk kleurvlak en het garen wordt afgehecht<br />

en afgesneden. Een venster met het volgende bericht verschijnt:<br />

”Garen wisselen, de volgende kleur plaatsen”.<br />

5. Rijg nieuw garen op uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170.<br />

6. Trap op het voetpedaal en uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 begint met<br />

borduren. Aan het begin van elke kleur wordt er afgehecht.<br />

7. Een venster met het volgende bericht verschijnt: ”Als u wilt<br />

borduren zonder op het voetpedaal te trappen, bevestig dit dan<br />

nu met OK.” U kunt ook starten door op de achteruitnaaitoets te<br />

drukken.<br />

8. Laat na een paar steken het voetpedaal los en knip de draadeinden<br />

af. Het venster met berichten wordt gesloten.<br />

9. Trap nogmaals op het voetpedaal en raak OK aan terwijl u<br />

borduurt. Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 zal doorgaan met borduren.<br />

Herhaal het bovenstaande proces totdat alle draadkleuren zijn<br />

gebruikt. Als het motief af is, worden de draden afgehecht en<br />

afgesneden, de borduurvoet komt omhoog en de borduurmachine gaat<br />

naar het midden van het motief en komt daar tot stilstand. De melding<br />

”Klaar” verschijnt op het scherm. Als u nog een ander motief wilt<br />

borduren van de kaart moet u de map van de kaart weer openen door<br />

ESC aan te raken en een nieuw motief kiezen.<br />

Raak het Subhoofdmenu aan om terug te keren naar het Hoofdmenu.<br />

5:19<br />

Borduren


Borduren<br />

5:20<br />

In één kleur borduren<br />

Om het complete motief in één kleur te borduren moet u het symbool<br />

voor Andere kleur aanraken en M selecteren voor één kleur (A) in het<br />

bovenste veld.<br />

Raak OK aan, het venster wordt gesloten.<br />

Het motief kan nu worden geborduurd.<br />

Let op: U kunt uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 op elk moment stoppen. Raak het scherm aan of<br />

trap op het voetpedaal. De borduurmachine stopt direct met borduren.<br />

Verplaats het motief binnen de ring<br />

Het motief wordt in het midden van het borduurveld (ring) geplaatst.<br />

Deze positie kan worden ingesteld.<br />

1. Gebruik het symbool Verplaatsen (C) om een venster te openen<br />

waar het borduurmotief of -combinatie binnen de ring kan<br />

worden verplaatst, vergroot en gedraaid in stappen van 1 graad.<br />

Maak gebruik van de pijlen om het geselecteerde motief of<br />

borduurcombinatie binnen de ring te verplaatsen. De nummers<br />

aan de bovenrand van het venster laten u zien hoever (in mm) uw<br />

motief uit het midden van de ring is verplaatst.<br />

2. Sla uw wijziging op door OK aan te raken. Het venster wordt<br />

vervolgens gesloten.<br />

3. Raak ESC aan, het venster sluit en verplaatste motieven gaan terug<br />

naar hun uitgangspositie.<br />

A<br />

Verplaats motief<br />

pop-up<br />

C<br />

B


D<br />

E<br />

Borduur<br />

1. Druk op de achteruitnaaitoets (of het voetpedaal), de<br />

borduurmachine begint met borduren. Aan het begin van het<br />

motief wordt er afgehecht.<br />

Let op: Als u de achteruitnaaitoets enige seconden ingedrukt houdt, zal het borduren ook<br />

worden gestart.<br />

2. Een venster verschijnt met de volgende vraag:<br />

Als u wilt borduren zonder op het voetpedaal te trappen, bevestig<br />

dit dan nu met OK.<br />

3. Laat na een paar steken het voetpedaal los en knip de draadeinden<br />

af. Het venster wordt gesloten.<br />

4. Als u weer op het voetpedaal drukt en dit bericht gedurende het<br />

borduren met OK bevestigt, gaat de borduurmachine door met<br />

borduren.<br />

5. Als een kleurvlak klaar is, stopt de borduurmachine automatisch.<br />

6. Elk kleurvlak wordt aan het einde afgehecht en de draden worden<br />

afgesneden.<br />

7. Raak het symbool van de Gegevensmanager (D) aan om op te slaan.<br />

Een venster verschijnt om een borduurpatroon te openen, op te<br />

slaan, te verwijderen of te sluiten.<br />

Een borduurcombinatie instellen<br />

Om enkele motieven in te stellen binnen de borduurcombinatie of een<br />

gehele borduurcombinatie, moeten deze zijn geselecteerd.<br />

Een motief selecteren<br />

Als u een scherm opent, wordt het laatst ingevoegde motief<br />

automatisch geselecteerd. Om een verschillende motieven te selecteren,<br />

gaat u met de pijlen (E) naar het gewenste motief. Het geselecteerde<br />

motief wordt omgeven door een blauw frame. Als een motief is<br />

geselecteerd kunnen alle instellingen worden aangepast. Raak het<br />

symbool aan voor de gewenste handeling.<br />

5:21<br />

Borduren


Borduren<br />

Vergrote weergave<br />

Als u naar Meer opties gaat en het symbool voor Vergrote weergave<br />

(A) aanraakt, wordt er een vergrote weergave van het gehele touch-on<br />

kleurenscherm geopend.<br />

Door het touch-on kleurenschermaan te raken sluit u deze weergave.<br />

Het plaatsen van motieven in de borduurring<br />

Met het symbool verplaatsen (D) opent u een venster (G) om de<br />

motieven of borduurcombinaties binnen de borduurring te verplaatsen.<br />

U kunt de grootte van de afzonderlijke motieven veranderen, draaien<br />

en verplaatsen op het multi-color touch-on scherm. Klik en sleep op het<br />

scherm of gebruik de symbolen voor verschuiven.<br />

Met de pijlen (E) kunt u uw geselecteerde motief of de combinatie<br />

binnen de borduurring verplaatsen.<br />

De nummers aan de bovenrand van het venster geven aan hoever uw<br />

motief of combinatie van het midden van de ring verschoven is.<br />

Als u het symbool voor Motief verplaatsen (F) aanraakt, kunt u uw<br />

geselecteerde motief of de combinatie in de ring met uw vinger of de<br />

stylus direct op het touch-on kleurenscherm plaatsen.<br />

Raak om uit te schakelen het symbool voor Motief verplaatsen weer<br />

aan of activeer het Rotatiesymbool (G) aan. Beide functie kunnen niet<br />

tegelijkertijd worden geactiveerd.<br />

U kunt uw motief tevens draaien door de + en de - van het<br />

Rotatiesymbool (G) aan te raken om het geselecteerde motief met<br />

stapjes van 0,5° te draaien.<br />

Als u het Rotatiesymbool (G) aanraakt, kunt u uw geselecteerde motief<br />

of de combinatie in de ring met uw vinger of de stylus direct op het<br />

touch-on kleurenscherm draaien.<br />

Raak om uit te schakelen het Rotatiesymbool (G) weer aan of activeer<br />

het symbool voor Motief verplaatsen (F). Beide functie kunnen niet<br />

tegelijkertijd worden geactiveerd.<br />

De geselecteerde functie verschijnt als een rood symbool in de<br />

linkerbovenhoek van het ringgedeelte (B).<br />

5:22<br />

B<br />

A<br />

F G<br />

H<br />

E<br />

C<br />

D


Q<br />

R<br />

I<br />

V<br />

K<br />

L<br />

M<br />

N<br />

O<br />

P<br />

J<br />

F<br />

S<br />

T<br />

U<br />

Als u het Positiecorrectiesymbool (I) aanraakt, gaat het motief of de<br />

combinatie die buiten de ring steekt terug in de ring.<br />

Met het symbool voor Motief verplaatsen (F) kunt u een motief dat is<br />

verplaatst, naar het midden van de borduurring plaatsen.<br />

Als u bevestigt via OK, wordt het venster gesloten en worden de<br />

instellingen opgeslagen.<br />

Als u ESC selecteert, wordt het venster gesloten en het proces<br />

geannuleerd.<br />

Als u het symbool voor ongedaan maken aanraakt (J), wordt de<br />

opdracht die eerder is beschreven geannuleerd.<br />

Als u de invoer bevestigt via OK, wordt het venster gesloten en worden<br />

de instellingen opgeslagen.<br />

Het verplaats motief en de roteerfuncties blijven geactiveerd. Deze<br />

worden uitgeschakeld door het gewenste symbool aan te raken.<br />

Als u ESC aanraakt wordt het venster gesloten, keren het motief of<br />

de combinatie naar de uitgangspositie terug en wordt het proces<br />

onderbroken.<br />

De motief Verplaats- en Roteerfuncties blijven echter geactiveerd. Deze<br />

worden uitgeschakeld door het gewenste symbool aan te raken.<br />

Bepaal exacte positie van een motief<br />

De functie voor het bepalen van de exacte positie kan worden gebruikt<br />

als u twee of meerdere motieven met elkaar wilt verbinden. Deze<br />

functie helpt u de motieven exact daar te positioneren waar u dat wilt.<br />

Exacte plaatsingt<br />

K. Hoekindicatie<br />

L. Slotsymbool, ontgrendeld<br />

M. Pijltjes jnafstelling<br />

N. Zoom-symbolen<br />

O. Rotatiesymbool, ontgrendeld<br />

P. Symbool Motief verplaatsen<br />

Q. Pan mode symbool (actief als u hebt ingezoomd)<br />

R. Kruiscursor, ontgrendeld<br />

S. Pijlen<br />

T. Slotsymbool, vergrendeld<br />

U. Rotatiesymbool, vergrendeld<br />

V. Kruiscursor, vergrendeld<br />

5:23<br />

Borduren


Borduren<br />

5:24<br />

Werkvolgorde<br />

In het onderstaande voorbeeld willen we twee motieven op elkaar laten<br />

aansluiten (zie afbeelding). Het is een motief dat is meegeleverd bij uw<br />

creative 2170.<br />

1. Terwijl de borduurmachine is uitgeschakeld, bevestigt u de<br />

borduureenheid en de borduurvoet.<br />

2. Zet uw naaimachine aan en ga naar het hoofdmenu. Raak het<br />

Borduursymbool aan.<br />

3. Span de te borduren stof in de 225x140 ring en bevestig die<br />

aan de borduureenheid. Selecteer uw eerste motief door het<br />

Subhoofdmenu aan te raken. Selecteer Kaart/machinesymbool<br />

en kies Machine. Ga naar de PALETTE-map en selecteer de map<br />

MEDIUM. Kies in de map MEDIUM motiefnummer M04. Raak OK<br />

aan om het motief in het borduurveld te brengen.<br />

4. Raak het Verplaatsingssymbool (A) aan; er verschijnt een pop-up.<br />

5. Kalibreer de ring door op de achteruitnaaitoets van uw<br />

borduurmachine te drukken.<br />

6. Plaats uw eerste motief waar u het wilt hebben en begin met<br />

borduren.<br />

7. Verplaats de stof naar de volgende gewenste positie en span de stof<br />

opnieuw in. Een deel van het zojuist geborduurde motief moet in<br />

het borduurgebied blijven.<br />

8. Druk op de achteruitnaaitoets om de ring te kalibreren.<br />

9. Raak het symbool Meer opties (B) aan en kies vervolgens het<br />

symbool voor Exacte plaatsing (C). Er verschijnt een nieuw venster<br />

en het kruissymbool (G) is geactiveerd.<br />

10. Plaats de kruiscursor daar waar u wilt dat het invoegpunt in uw<br />

borduurmotief komt. Verplaats de kruiscursor door met uw stylus<br />

over uw scherm te bewegen. Gebruik het symbool voor Inzoomen<br />

(F) om het exacte invoegpunt te bepalen. Gebruik de pijltjestoetsen<br />

(D) voor jnafstemming.<br />

11. Vergrendel het invoegpunt door het Slotsymbool (E) aan te raken.<br />

12. U kunt uitzoomen zodat u uw hele borduurveld te zien krijgt.<br />

C<br />

A<br />

B<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G


G<br />

D<br />

E<br />

F<br />

H<br />

I<br />

13. Met de pijltjes op uw scherm of met uw stylus kunt u uw<br />

borduurmotieven over het scherm verplaatsen, zodat de naald<br />

zich exact boven het invoegpunt van uw, in de borduurring<br />

ingespannen, borduurmotief bevindt.<br />

14. Nadat u de positie hebt vergrendeld, ziet de kruiscursor (G) er<br />

anders uit. Door het kruissymbool aan te raken nadat het is<br />

vergrendeld, kunt u andere posities in uw borduurwerk bekijken<br />

om te controleren of het precies zo is geplaatst als u wilt. Hiervoor<br />

verplaatst u de kruiscursor over het scherm met uw stylus of met<br />

de pijlen die op het scherm staan. De ring beweegt, zodat u kunt<br />

controleren of andere posities in uw motief goed aansluiten.<br />

15. Begin het motief te borduren.<br />

16. Herhaal stappen 7 tot 13 voor extra motieven.<br />

Werkvolgorde met een geroteerd motief<br />

In het volgende voorbeeld willen we vier motieven op elkaar<br />

aansluiten en roteren.<br />

Herhaal de stappen 1-9<br />

10. Spiegel uw motief horizontaal zodanig dat het midden een halve<br />

cirkel vormt. Plaats de kruiscursor daar waar u wilt dat het<br />

invoegpunt in uw borduurmotief komt. Verplaats de kruiscursor<br />

door met uw stylus over uw scherm te bewegen. Gebruik het<br />

symbool voor Inzoomen (F) om het exacte invoegpunt te bepalen.<br />

Gebruik de pijltjestoetsen (D) voor jnafstemming.<br />

11. Vergrendel het invoegpunt door het Slotsymbool (E) aan te raken.<br />

12. U kunt uitzoomen zodat u uw hele borduurveld te zien krijgt.<br />

13. Met de pijltjes op uw scherm of met uw stylus kunt u uw<br />

borduurmotieven over het scherm verplaatsen, zodat de naald<br />

zich exact boven het invoegpunt van uw, in de borduurring<br />

ingespannen, borduurmotief bevindt.<br />

14. Nu kunt u andere aansluitpunten in uw borduurmotief bekijken<br />

om te controleren of het precies zo is geplaatst als u wilt. Raak<br />

het kruissymbool aan en kies een ander aansluitpunt. Als het niet<br />

aansluit waar u dat wilt, drukt u op het rotatiesymbool (H). Roteer<br />

het ontwerp met de symbolen + en - (I). Het motief draait om de<br />

eerste vergrendelde positie.<br />

15. Zodra u tevreden bent met de aansluitpunten, kunt u beginnen te<br />

borduren.<br />

Herhaal stappen 10 tot 15 voor extra motieven.<br />

5:25<br />

Borduren


Borduren<br />

5:26<br />

Schakelen tussen steken<br />

Diverse kleuren borduren<br />

Met het stekeninformatiesymbool (A) kunt u een venster openen om<br />

een bepaalde steek te verplaatsen in een motief of een combinatie van<br />

motieven. Op die manier kunt u eenvoudig naar het begin van een<br />

bepaald gebied of een motief gaan en slechts dat gebied borduren.<br />

Raak het steeknummer (B) aan om een ander venster te openen om een<br />

steeknummer in te voeren. Voer het steeknummer in. Als u uw invoer<br />

met OK bevestigt, wordt de borduurring naar deze steek verplaatst.<br />

Met ESC onderbreekt u het proces.<br />

Met het linker pijltje (C) kunt u steek voor steek omdraaien, ook na<br />

kleurwijzigingen.<br />

Met het rechter pijltje (D) kunt u steek voor steek naaien, ook na<br />

kleurwijzigingen.<br />

Met het symbool Kleur achteruit omdraaien (E) verplaatst u de ring<br />

naar het begin van de vorige kleur in het motief. De kleur wordt in het<br />

symbool aangegeven.<br />

Met het symbool Kleur voorruit naaien (F), verplaatst u de ring naar<br />

het begin van de volgende kleur die in het motief moet worden<br />

geborduurd. De kleur wordt in het symbool aangegeven. Het symbool<br />

is niet actief als de laatste kleur is geselecteerd.<br />

Met het Kruissymbool (G) kunt u een kruiscursor oproepen die de<br />

huidige naaldpositie aangeeft.<br />

Met het kleurenbloksymbool (H) kunt u de naald aan het begin van de<br />

huidige kleur neerzetten.<br />

In een borduurcombinatie kunt u motief na motief achteruit naaien<br />

met het symbool Motief na motief achteruit (I). Als het eerste motief is<br />

geselecteerd of als slechts één motief in de ring wordt gebracht, is dit<br />

symbool niet actief.<br />

Met het symbool Motief na motief voorruit (J) laat u de ring motief na<br />

motief voorruit gaan. Als het laatste symbool is geselecteerd of als<br />

slechts één motief in de ring wordt gebracht, is dit symbool niet actief.<br />

In het venster Huidige positie, kunt u de tekst Huidige positie<br />

(K) aanraken om tussen de Huidige positie, Resterende steken en<br />

Resterende steken, dit blok te schakelen. U kunt ook zien welk<br />

kleurnummer en kleurblok u momenteel gebruikt.<br />

Let op: Als u boogvormige of automatische steekopbouw heeft gebruikt om een motief te<br />

maken kunt u het symbool voor Achteruit/Motief voor motief gebruiken om tussen de<br />

steken in de combinatie te ”lopen”.<br />

A.<br />

K<br />

B<br />

C<br />

D<br />

I<br />

J<br />

E<br />

F<br />

H<br />

G


A<br />

Borduur monogrammen en letters<br />

Op de creative card 300 vindt u een enkel monogram en twee<br />

borduurlettertypen, om combinaties te maken. U hebt ook twee<br />

ingebouwde alfabetten: Pouty en Times New Roman.<br />

Zowel enkele monogrammen als borduurlettertypen die in een<br />

combinatie kunnen worden geprogrammeerd, kunnen worden<br />

opgeslagen op een creative card/creative memory card of in uw<br />

machine.<br />

Het monogram bevindt zich in de map Framed en de<br />

borduurlettertypen staan in de map Alphabets op de 300 card. De<br />

ingebouwde lettertypen Pouty en Times New Roman staan in de map<br />

PALETTE onder de map ALFABETTEN.<br />

Borduur een monogram dat op een kaart staat<br />

De monogrammen worden geborduurd en kunnen op dezelfde manier<br />

worden ingesteld als beschreven in Borduren enkele motieven vanaf<br />

een kaart (pagina 5:16-5:17).<br />

Open de map Framed op de creative card 300.<br />

Gebruik de pijlen (A) om één voor één door de kolommen te ”lopen”<br />

om de gewenste letter te selecteren.<br />

Raak een monogram aan en het verschijnt vergroot op het scherm.<br />

Bevestig het monogram door middel van OK of raak het scherm aan.<br />

Uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 kalibreert, om de grootte van de borduurring<br />

die aan de borduureenheid is bevestigd, vast te stellen.<br />

Alle instellingen en naaifuncties worden op het scherm getoond en<br />

kunnen op uw speci eke behoeften worden ingesteld.<br />

5:27<br />

Borduren


Borduren<br />

5:28<br />

Maak een woordcombinatie of borduurlettertypen.<br />

1. Raak het Borduursymbool in het Hoofdmenu aan.<br />

2. Raak het Subhoofdmenu aan en raak het Kaart/Machinesymbool<br />

(B) aan.<br />

3. Om een borduurlettertype te selecteren uit het geheugen van<br />

de borduurmachine, moet u het Borduurmachinesymbool (C)<br />

aanraken.<br />

Let op: Om een borduurlettertype van een kaart te selecteren moet u het symbool van de<br />

Sleuf (D) voor de voorste kaartingang en het symbool van de Sleuf (E) van de achterste<br />

kaartingang aanraken.<br />

4. Open de map PALETTE en kies dan ALPHABET.<br />

5. Raak het lettertype van uw keuze aan en het lettertype invoermenu<br />

(F) verschijnt. U kunt de gewenste letters invoeren.<br />

6. Raak OK aan om uw invoer te bevestigen, het verschijnt op het<br />

scherm.<br />

7. Alle instellingen en naaifuncties die op het scherm voor zowel<br />

enkele monogrammen en lettertypecombinaties worden getoond,<br />

kunnen op uw speci eke behoeften worden afgestemd.<br />

8. De machine is klaar om te borduren.<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F


A<br />

B<br />

Een borduurlettertypecombinatie instellen<br />

Als u een letter of een lettercombinatie wilt wijzigen, moeten deze zijn<br />

geselecteerd.<br />

1. Ga met de cursor naar de gewenste letter door gebruikmaking van<br />

de pijltjes (A). De geselecteerde letter wordt omgeven door een<br />

blauw frame.<br />

2. Druk op het symbool voor geselecteerde steken (B) om<br />

een lettercombinatie te selecteren. Selecteer de letters die<br />

u wilt veranderen, gebruik daarbij de pijlen (A). Als u het<br />

Stekenselectiesymbool lang aanraakt, worden alle motieven<br />

geselecteerd.<br />

Let op: De letters worden geselecteerd in de volgorde waarin zij zijn ingevoerd.<br />

Afzonderlijke letters kunnen niet worden overgeslagen of weggelaten wanneer u een<br />

combinatie kiest. Wanneer u meerdere letters in een combinatie aanpast, moet u ze<br />

selecteren en één voor één aanpassen.<br />

3. De geselecteerde motieven worden omgeven door een blauw<br />

frame. Nadat u één of meer letters hebt geselecteerd, kunt u van<br />

al deze steken de instellingen wijzigen. U kunt één of meer letters<br />

wissen of de hele combinatie wissen.<br />

Als u over een eerder geselecteerde letter of combinatie met de Pijlen<br />

heen gaat, wordt de selectie weer geannuleerd. Als u een andere letter<br />

wilt selecteren, selecteer deze dan met de Cursorpijltjes.<br />

Als u klaar met het bewerken van de letters, annuleert u de selectie<br />

door het Stekenselectiesymbool (B) weer aan te raken.<br />

5:29<br />

Borduren


Borduren<br />

5:30<br />

Een afzonderlijk karakter wijzigen in de letterreeks<br />

Een afzonderlijk karakter dat per ongeluk is ingevoerd, kan worden<br />

geselecteerd en gewijzigd.<br />

1. Om dit te doen, selecteer het karakter dat u met het pijltjeomhoog<br />

(A) wilt wijzigen en raak het symbool voor automatisch<br />

steken maken aan. Het lettertypewijzigingsscherm zal worden<br />

geopend (F).<br />

2. Raak het symbool voor Wijzig letter (E) aan om terug of vooruit te<br />

bladeren door het lettertype.<br />

Als u uw invoer bevestigt via OK, wordt het venster gesloten en<br />

worden uw instellingen bewaard.<br />

Als u ESC aanraakt, wordt het venster gesloten en het proces<br />

geannuleerd.<br />

E<br />

F<br />

A<br />

D


L<br />

N<br />

A<br />

B<br />

D<br />

F<br />

H<br />

J<br />

L<br />

M O<br />

C<br />

E<br />

G<br />

I<br />

K<br />

Boogvorming: Borduurcombinaties<br />

Bogen maken van letters of een stekenreeks<br />

De functie ”boogvorming” stelt u in staat woorden, namen en zinnen<br />

in vier verschillende vormen te borduren. Creëer ze direct op het<br />

kleurenscherm. De functie is ook te gebruiken bij alle 9 mm en MAXIsteken.<br />

Letterreeksen in verschillende vormen<br />

In het lettertypemenu kunt u een letterreeks selecteren die u wilt<br />

borduren in een bepaalde vorm.<br />

Voer de afzonderlijke opdrachten uit door met uw vinger of de stylus<br />

het kleurenscherm aan te raken. Kleine wijzigingen worden via -/+<br />

uitgevoerd.<br />

Beschrijving van de symbolen<br />

A. Raak dit symbool aan om een menu te openen waarmee u de vorm<br />

kunt wijzigen. Zowel mogelijk in het invoermenu als in het Meer<br />

opties menu.<br />

B. Raak dit symbool aan om de tekst rechtsdraaiend uit te lijnen (de<br />

tekst wordt rechtsdraaiend in een cirkel geplaatst).<br />

C. Raak dit symbool aan om de tekst linksdraaiend (hol) uit te lijnen<br />

(de tekst wordt linksdraaiend in een cirkel geplaatst).<br />

D. Met dit symbool wordt de tekst diagonaal of verticaal geplaatst,<br />

van beneden naar boven.<br />

E. Met dit symbool wordt de tekst in een S-bocht geplaatst.<br />

F. De algemene steekinstellingen wijzigen. Een menu verschijnt voor<br />

het wijzigen van de letterafstand, de lengte en breedte van de Svorm<br />

of voor het roteren van de letterreeks.<br />

G. Roteer de tekst door het rotatiesymbool aan te raken met uw stylus.<br />

H. Als u dit symbool aanraakt vergroot of verkleind u de ruimte<br />

tussen de letters.<br />

I. Verplaats de tekst met het Pan mode-symbool tijdens het inzoomen.<br />

J. Gebruik het symbool voor Inzoomen om de weergave in diverse<br />

stappen te vergroten. De machine zoomt in naar het midden toe.<br />

K. Gebruik het symbool voor Uitzoomen om de weergave in diverse<br />

stappen te verkleinen. De zone rond de gemarkeerde steek of<br />

steken is het gebied dat is verkleind.<br />

Deze functies zijn onafhankelijk van de geselecteerde vorm. Deze zijn<br />

niet tegelijkertijd allemaal actief.<br />

L. De afstand tussen alle letters kan worden gewijzigd via -/+.<br />

M. Wijzig de lengte van de S-vorm via -/+.<br />

N. Wijzig de breedte van de S-vorm via -/+.<br />

O. Via -/+ kunt u de lettercombinatie in 0,5° stappen draaien.<br />

5:31<br />

Borduren


Borduren<br />

5:32<br />

Werkvolgorde<br />

In het lettertypemenu kunt u tekst selecteren die u in een bepaalde<br />

vorm wilt borduren.<br />

1. Raak het symbool voor boogvorming (A) aan nadat u de<br />

letterreeks hebt ingevoerd. Het menu voor het wijzigen van de<br />

vorm verschijnt. De letterreeks wordt in het midden van de ring<br />

geplaatst. Elke letter wordt geselecteerd.<br />

2. Raak het symbool voor boogvorming rechtsom (B) aan en raak OK<br />

aan.<br />

3. De cirkelomtrek van de tekstcirkel kan worden gewijzigd door<br />

met uw vinger of met de stylus het scherm aan te raken. Als u<br />

uw stylus omhoog beweegt zal de cirkel kleiner worden en als u<br />

uw stylus naar beneden beweegt zal de cirkel groter worden. De<br />

geselecteerde vorm wordt weergegeven linksboven in het scherm.<br />

4. Raak het symbool voor Letterafstand (L) om de afstand tussen de<br />

afzonderlijke tekens te wijzigen.<br />

5. Als u het symbool Motief verplaatsen (G) aanraakt kunt u de<br />

positie van de geselecteerde steekpatronen in de borduurring met<br />

uw vinger of stylus wijzigen.<br />

Bevestig de instellingen met OK en het menu wordt vervolgens<br />

gesloten. Druk nogmaals op OK. Het werkveld van de<br />

borduurcombinatie verschijnt.<br />

Met ESC wordt de handeling geannuleerd en het lettertypeinvoermenu<br />

verschijnt opnieuw.<br />

In het bewerkingsscherm van de borduurcombinatie kunt u tevens<br />

instellen dat ingevoerde tekst in een bepaalde vorm moet worden<br />

geborduurd.<br />

1. Raak om dit te doen het symbool Meer opties aan en vervolgens het<br />

symbool voor boogvorming (A) en (B) aan.<br />

Let op: Als u dezelfde vorm weer in dit venster selecteert, wordt de eerder doorgevoerde<br />

wijziging altijd geannuleerd.<br />

2. Raak het symbool Motief verplaatsen (G) aan om de geselecteerde<br />

steken in de borduurring met uw vinger of stylus te wijzigen.<br />

Als u het menu sluit via OK, worden de instellingen opgeslagen.<br />

3. Als u het venster weer opent en een vorm selecteert, worden deze<br />

instellingen weer geannuleerd en vervangen door de<br />

standaardinstellingen.<br />

A<br />

B<br />

G<br />

L


A<br />

B<br />

Automatische steken opbouw<br />

Kleine steekmotieven zoals 9 mm steken of MAXI-steken uit de<br />

naaimachine of motieven die met de creative software of een creative<br />

card zijn gemaakt, kunnen worden gecombineerd om randen met<br />

verschillende hoekvormen te maken.<br />

Hiervoor worden een aantal steekmotiefranden verdubbeld,<br />

verdriedubbeld (of meer) en vervolgens in de borduurring geplaatst.<br />

Om de afzonderlijke steekrandmotieven met elkaar te verbinden, dient<br />

het raster te worden geactiveerd. Natuurlijk kunnen alle beschikbare<br />

programma’s en functies van de borduurcombinatie met deze functie<br />

worden gebruikt.<br />

Beschrijving van symbolen<br />

A. Symbool voor automatisch steken maken: Gebruik dit symbool om<br />

de algemene steekinstellingen te wijzigen.<br />

B. Gebruik - + symbolen om de herhalingsfrequentie van het<br />

steekmotief in te stellen.<br />

Werkvolgorde<br />

Dit programma voor het creëren van steekrandmotieven kan op<br />

verschillende manieren worden gebruikt. Hieronder wordt een manier<br />

beschreven waarbij de 9mm-decoratieve steek wordt gebruikt.<br />

1. Klik op het Subhoofdmenu, raak de 9 mm siersteken aan en raak<br />

vervolgens het Bloemenmotievensymbool aan. Kies steek nr. 161.<br />

2. Plaats de steek in het midden van de borduurring.<br />

3. Raak het symbool voor Automatische steekopbouw (A)aan om het<br />

stekeninstellingsvenster te openen.<br />

4. Gebruik -/+ (B) om de herhalingsfrequentie van de stekenreeks in<br />

te stellen. Voer 5 steekmotieven in.<br />

Als de lengte of breedte van de stekenreeks is gewijzigd, wijzigt de<br />

lengte van elke afzonderlijke steek.<br />

5. Als u bevestigt via OK wordt het menu gesloten en worden de<br />

instellingen opgeslagen. Met ESC wordt het menu gesloten en de<br />

bewerking geannuleerd.<br />

5:33<br />

Borduren


Borduren<br />

5:34<br />

7. Raak het symbool Verplaatsen (C) en symbool Motief verplaatsen<br />

(E) aan om de eerste stekenreeks naar een positie in de ring te<br />

verplaatsen.<br />

8. Raak OK aan om het venster te sluiten en de instellingen op<br />

te slaan. Het symbool Motief verplaatsen blijft actief indien<br />

geselecteerd.<br />

9. Raak het Invoegen-symbool (D) aan om de steekrand te<br />

verdubbelen.<br />

10. Plaats de rand in de gewenste positie in de ring door met uw vinger<br />

of de stylus het scherm aan te raken.<br />

11. Raak Invoegen aan om nog een steekrand toe te voegen. Het<br />

aantal steekherhalingen wordt verminderd door het symbool voor<br />

automatisch steken maken aan te raken en vervolgens -/+. Voeg in<br />

dit voorbeeld 4 steekreeks in.<br />

12. Raak OK aan om het venster te sluiten en de instellingen op te<br />

slaan.<br />

13. Raak het symbool Verplaatsen en symbool Motief verplaatsen (E)/<br />

Rotatiesymbool (F) aan om de derde stekenreeks naar een positie in<br />

de ring te verplaatsen.<br />

14. Raak symbool voor Inzoomen (G) aan om de afbeelding te<br />

vergroten.<br />

Het symbool Motief verplaatsen blijft actief indien geselecteerd.<br />

Raak OK aan om het venster te sluiten en de instellingen op te slaan.<br />

Toets OK om ook het multifunctiescherm te sluiten.<br />

E<br />

F<br />

C<br />

D<br />

G


G<br />

H<br />

Inzoomen<br />

Om de motieven binnen een combinatie eenvoudiger te kunnen<br />

plaatsen, kunt u de zoomfunctie gebruiken om de motieven op het<br />

scherm te vergroten. Raak het symbool voor Inzoomen (G) aan om in<br />

de afgebeelde motieven met stapjes tot 800% in te zoomen.<br />

Als u een ander motief wilt selecteren in de combinatie kunt u dat doen<br />

met de selectiepijltjes.<br />

Verplaats het ingezoomde gebied<br />

Als u hebt ingezoomd, kunt u niet de hele combinatie zien. Op het<br />

scherm kunt u twee schuifbalken vinden. Gebruik de schuifbalken<br />

om de vergrote combinatie te ”verplaatsen” binnen het zichtbare<br />

ringgedeelte.<br />

Raak een schuifbalk met uw vingers aan en sleep omhoog of omlaag<br />

afhankelijk welk deel van de combinatie u wilt zien. Sleep naar<br />

beneden om het onderste gedeelte van de combinatie te zien en<br />

omhoog om het bovenste gedeelte te zien.<br />

Als u de onderste schuifbalk naar rechts schuift, kunt u het rechter<br />

gedeelte van de combinatie zien, het tegenovergestelde gebeurt als<br />

u het naar links sleept. Als u het symbool Motief verplaatsen hebt<br />

geactiveerd of het Rotatiesymbool, kunt u uw motief of combinatie<br />

verplaatsen of draaien ook wanneer er wordt ingezoomd.<br />

Met het symbool voor Uitzoomen (H) zoomt u stapsgewijs weer<br />

uit. Voordat u gaat borduren, moet de combinatie weer in haar<br />

oorspronkelijke afmeting worden getoond.<br />

5:35<br />

Borduren


Borduren<br />

De creative Gegevensmanager<br />

De creative Gegevensmanager regelt de steken/motieven van uw <strong>Pfaff</strong><br />

creative 2170. Hier kunt u werken met steken/motieven, stekenreeksen,<br />

borduurcombinaties, peroonlijke menu’s en het patchworkprogramma.<br />

Steken/motieven, stekenreeksen, borduurcombinatiesen programma’s<br />

die ’gegevens’ of ’gegevensbestanden’ worden genoemd.<br />

Twee velden zijn beschikbaar. Eén veld bevat de brongegevens (A)<br />

en het andere veld bevat de bestemmingsgegevens (B). Het veld kan<br />

zowel als bron als doel worden gebruikt.<br />

Om langs directories, sub-directories, reeksen/combinaties,<br />

persoonlijke menu’s of gegevens te ”lopen”, is er een schuifbalk (C) die<br />

u omhoog of omlaag kunt bewegen met de pijlen.<br />

Om de gegevens te kunnen bewerken, moeten deze zijn geselecteerd.<br />

De geselecteerde gegevens worden voor een donkere achtergrond<br />

getoond. Als er een map is geselecteerd druk op OK of op het symbool<br />

voor Selecteer gegevens (D) om toegang tot gegevens te krijgen. Om<br />

een geselecteerde map of andere gegevens te verlaten, gebruik de pijlen<br />

om te gaan naar [ .. ] en druk dan op OK.<br />

Als u meer dan één venster hebt geopend om verschillende functies<br />

in stellen, raakt u ESC aan om terug te keren naar de vorige, zonder<br />

uw instellingen daarbij op te slaan (dat wil zeggen u hebt de invoer<br />

onderbroken). Als u ESC in het hoofdvenster aanraakt, sluit u de<br />

creative Gegevensmanager. Raak het symbool voor het Hoofdmenu<br />

aan om terug te keren naar het Hoofdmenu van de borduurmachine.<br />

5:36<br />

Functies in de creative Gegevensmanager<br />

1. Steken/motieven kunnen worden opgeslagen; opgeslagen steken/<br />

motieven kunnen een nieuwe naam krijgen, worden gekopieerd en<br />

verwijderd.<br />

2. Borduurmotieven van creative cards kunnen worden gekopieerd<br />

naar een creative memory card.<br />

3. Reeksen/combinaties kunnen worden aangemaakt, een nieuwe<br />

naam krijgen, worden gewijzigd of verwijderd.<br />

4. Persoonlijke menu’s kunnen worden veranderd, een nieuwe naam<br />

krijgen of worden verwijderd.<br />

5. Nieuwe directories en sub-directories kunnen zowel in de<br />

naaimachine als op een creative memory card worden gemaakt.<br />

6. Eigenschappen van gegevens, individuele steken/motieven in een<br />

reeks/combinatie of gehele directories kunnen worden bekeken.<br />

7. Afzonderlijke steken binnen een reeks kunnen worden bekeken.<br />

8. Een complete reeks/combinatie kan worden bekeken.<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D


A<br />

Werken met de bron- en bestemmingsvelden<br />

in de creative Gegevensmanager.<br />

Het bovenste veld wordt gebruikt als bron, het onderste veld wordt<br />

gebruikt als bestemming. U kunt gegevens uit de bron kopiëren en<br />

naar de bestemming verplaatsen.<br />

1. Als het onderste veld de bestemming is, moet de eerste stap in<br />

het onderste veld worden gedaan. In dit voorbeeld hebben we de<br />

schuifbalk naar de reeksen map van het menu verplaatst.<br />

2. Als het bovenste veld de bestemming is, moet de tweede stap<br />

in het bovenste veld worden gedaan. EMBR werd geselecteerd<br />

met de cursortoetsen en bevestigd met OK. Vervolgens wordt de<br />

schuifbalk op het 03 motief geplaatst.<br />

3. Met het Kopieer-symbool (A) opent u het venster om gegevens<br />

te kopiëren, een nieuwe naam te geven en te verplaatsen zoals<br />

stekenreeksen.<br />

Kopiëren van gegevens<br />

Algemeen: U kunt gegevens dupliceren uit de borduurmachine, een<br />

creative memory card of een creative card en deze opslaan op een<br />

ander geheugen of een creative memory card.<br />

4. Raak Kopiëren aan, het 03 motief wordt gekopieerd naar de map<br />

stekenreeks.<br />

Gegevens een andere naam geven<br />

4. Om gegevens een andere naam geven, ”Een andere naam geven”<br />

aan. Een venster om een nieuwe naam in te voeren verschijnt. Een<br />

naam mag maximaal uit 8 letters bestaan.<br />

5. Druk op OK om uw invoer te bevestigen.<br />

6. Raak ESC aan om het venster te sluiten zonder uw invoer op te<br />

slaan. Om een geselecteerde map of andere gegevens te verlaten,<br />

gebruik de pijlen om te gaan naar [ ..] en raak OK aan.<br />

7. Raak ESC aan om de creative Gegevensmanager te sluiten.<br />

8. Raak Hoofdmenu aan om terug te keren naar het Hoofdmenu.<br />

Gegevens verplaatsen<br />

Algemeen: U kunt gegevens verplaatsen van de machine of vanaf een<br />

creative card naar een ander geheugen of op een creative memory card.<br />

4. Raak Verplaatsen aan, het 03 motief wordt verplaatst naar de map<br />

EMBR.<br />

5:37<br />

Borduren


Borduren<br />

5:38<br />

Werken met een veld in de creative<br />

Gegevensmanager<br />

De volgende symbolen verwijzen naar de aanwezige functies in de<br />

creative Gegevensmanager.<br />

Verwijder (B)<br />

Gebruik deze functie om een geselecteerde steek/motief, stekenreeks of<br />

borduurcombinatie te verwijderen.<br />

Het volgende vragen verschijnen:<br />

”Wilt u deze gegevens werkelijk verwijderen?”<br />

of<br />

De map is niet leeg!<br />

Wilt u het nog steeds verwijderen?<br />

Raak OK aan om het verwijderen te bevestigen. Raak ESC aan om het<br />

verwijderen te annuleren. Deze functie kan in beide velden worden<br />

uitgevoerd.<br />

Map aanmaken (C)<br />

Gebruik deze functie om een nieuwe map aan te maken voor uw<br />

steken/motieven.<br />

• U kunt dit zowel in de hoofdmap doen als in de submappen die u<br />

al hebt gemaakt.<br />

• U kunt uw eigen mappen en submappen maken voor uw steken/<br />

motieven/reeksen/combinaties/programma’s en persoonlijke<br />

menu’s.<br />

• Dit is mogelijk in de machine en op creative cards.<br />

Een venster om de map naam in te voeren verschijnt (D). U kunt<br />

maximaal 8 letters invoeren.<br />

Druk op OK om uw invoer te bevestigen.<br />

Raak ESC aan om het venster te sluiten zonder uw invoer op te slaan.<br />

B<br />

C<br />

D


A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

Geheugen informatie<br />

Raak het symbool van de Geheugen informatie (B) aan om<br />

eigenschappen te kunnen bekijken van de gegevens die zich in de map<br />

bevinden of steken/motieven die u hebt geselecteerd.<br />

Gegevens kunnen alleen in het bovenste veld worden geselecteerd (A).<br />

In het onderste veld wordt de inhoud van het geheugen getoond.<br />

Om het venster te sluiten, moet u het symbool voor Geheugen<br />

informatie (B) weer aanraken of ESC.<br />

Sorteercriterium<br />

Raak het symbool voor sorteercriterium (C) aan om uw gegevens<br />

alfabetisch of op gegevenstype te sorteren.<br />

Als u het symbool aanraakt wanneer het sorteercriterium op<br />

alfabetisch is ingesteld, springt deze naar gegevenstype en omgekeerd.<br />

Deze functie kan in beide velden worden uitgevoerd.<br />

Selecteer gegevens<br />

• Als u het symbool voor Selecteer gegevens (D) aanraakt als u<br />

een reeks hebt geselecteerd, kunt u de reeks direct zien. Het<br />

bijbehorende werkmenu voor de stekenreeks of borduurcombinatie<br />

verschijnt op het scherm.<br />

• Als u dit symbool aanraakt wanneer een persoonlijk menu is<br />

gemarkeerd, wordt het persoonlijke menu getoond en kunt u<br />

een steek selecteren en deze naaien. De steek verschijnt op het<br />

bijbehorende werkveld.<br />

• Als u een steek selecteert, verschijnt het werkmenu voor de steek<br />

en is de machine klaar om te naaien.<br />

• Als u het patchworkprogramma selecteert, verschijnt het<br />

werkmenu voor het programma en is de machine klaar om te<br />

naaien. Deze functie kan in beide velden worden uitgevoerd.<br />

• Raak ESC aan om het venster te sluiten en automatisch terug te<br />

keren naar de creative Gegevensmanager.<br />

5:39<br />

Borduren


Borduren<br />

De borduurringadapter gebruiken<br />

Onderstaande borduurringen vereisen een borduurringadapter:<br />

• de creative cap hoop<br />

• de vierkante borduurring voor een borduuroppervlak van 80 x<br />

80 mm<br />

De borduurringadapter moet aan de borduureenheid worden<br />

bevestigd zodat de aangegeven borduurringen kunnen worden<br />

vergroot.<br />

Bij het identi ceren van de borduurring wordt alleen de<br />

borduurringadapter herkend. De extra bevestigde borduurring moet<br />

worden geselecteerd.<br />

Zodra de borduurringadapter aan de borduureenheid is bevestigd,<br />

wordt onderstaand venster geopend na identi catie van de<br />

borduurring.<br />

Raak het gewenste symbool aan om aan te geven welke borduurring<br />

aan de borduurringadapter is bevestigd.<br />

Na het selecteren van de juiste borduurring verschijnt het bijbehorende<br />

borduurveld op het scherm.<br />

5:40<br />

Bestandsformaten<br />

In de creative 2170 worden verschillende bestandsformaten gebruikt.<br />

9 mm steken - .9MM<br />

De 9mm steken maken onderdeel uit van de machine of worden<br />

gemaakt met ”Stitch Creator”. De steken kunnen worden overgezet van<br />

de borduurmachine naar uw computer en vice versa.<br />

Maxi-steken - .MAX<br />

De Maxi-steken kunnen worden overgezet van de borduurmachine<br />

naar uw computer.<br />

Stekenreeksbestanden - .SSQ<br />

Bevat een reeks steken. Het bevat informatie over steekinstellingen<br />

zoals spiegelen, steeklengte, enz. De werkelijke steken zelf zijn hierin<br />

niet opgenomen, maar er wordt wel verwezen naar de in de reeks<br />

gebruikte 9mm en Maxi-steken.<br />

Patchwork Programmabestanden - .PAT<br />

De patchwork programmabestanden worden opgeslagen als PATbestanden.<br />

Persoonlijk menu bestanden - .PER<br />

De bestanden van het persoonlijk menu worden opgeslagn asl PERbestanden.<br />

Automatische borduurringplaatsing<br />

Als u of op het voetpedaal of op de achteruitnaaitoets drukt om met<br />

borduren te beginnen, kalibreert uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 nog een keer<br />

om de borduurring juist te plaatsen. Tijdens het kalibreren moet de<br />

borduurringmaat die aan de borduureenheid is bevestigd hetzelfde zijn<br />

als de borduurringmaat die op het scherm zichtbaar is.<br />

Demo bestanden - .TXT<br />

De demobestanden worden opgeslagen als<br />

TXT-bestanden.<br />

Vier richtingen naaien bestanden - .REC<br />

De bestanden voor vier richtingen naaien worden<br />

opgeslagen als REC-bestanden.<br />

Borduurreeksbestanden - .ESQ<br />

De ESQ-bestanden bevatten gegevens over de<br />

meegeleverde motieven, zoals plaatsing in de<br />

borduurring, spiegelen en andere parameters. Het<br />

bestand bevat niet het motief zelf, maar er wordt<br />

verwezen naar de locatie van alle onderdelen<br />

van het motief. Maak altijd gebruik van de ESQbestanden<br />

omdat u daarmee geheugenruimte op<br />

uw borduurmachine bespaart. De ESQ-bestanden<br />

kunnen worden overgezet van de borduurmachine<br />

naar uw computer en vice versa.<br />

Borduurbestanden - .EMB<br />

De borduurbestanden worden opgeslagen als EMBbestanden.<br />

Een borduurbestand bevat de informatie<br />

van het motief.


A.<br />

Gebruik een creative geheugenkaart om op te<br />

slaan<br />

Voordat motieven/combinaties/reeksen kunnen worden opgeslagen<br />

op een creative memory card, moeten deze zijn geformatteerd.<br />

1. Om een creative memory card te formatteren moet een lege,<br />

ongeformatteerde kaart in de kaartingang steken.<br />

2. Vervolgens verschijnt er een bericht (A): (Onbekend kaarttype!)<br />

3. Raak OK aan, het venster om de naam in te voeren verschijnt. (Max.<br />

8 letters)<br />

4. Raak ESC aan om het proces te onderbreken.<br />

5. U hebt een kaart geformatteerd als u deze een naam hebt gegeven!<br />

Borduurmotieven overzetten van uw PC naar<br />

uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170<br />

Met de 3D File Assistant kunt direct vanaf uw PC borduurpatronen<br />

overbrengen naar uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170 of naar een kaart in uw<br />

creative Smart-cardstation.<br />

1. Installeer de 3D File Assistant die met uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170<br />

wordt meegeleverd op uw PC en volg de instructie van de 3D File<br />

Assistant.<br />

2. Plaats de platte USB stekker in uw computer. De stekker kan<br />

slechts op één manier worden ingestoken, u mag de stekker niet<br />

forceren als u hem in de USB-poort steekt.<br />

3. Plaats de kaart, die aan de andere kant van de kabel is bevestigd,<br />

in één van de twee kaartingangen op uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170. Duw<br />

de kaart helemaal in totdat de zwarte knop uit de borduurmachine<br />

steekt. Indien aangesloten kunt u via deze kabel motieven<br />

verplaatsen (met de 3D File Assistant) of uw <strong>Pfaff</strong> creative 2170<br />

updaten.<br />

5:41<br />

Borduren


Borduren<br />

Het gebruik van de<br />

borduursjabloon<br />

Bij uw 2170 krijgt u een borduursjabloon, waarmee<br />

u markeerlijnen kunt tekenen, om motieven<br />

gemakkelijker te kunnen positioneren op de stof die<br />

u wilt gaan borduren. Bij gebruik van de sjabloon<br />

moet u erop letten dat de tekst <strong>Pfaff</strong> rechtsboven<br />

staat en dat de twee inkepingen links zitten.<br />

De sjabloon heeft aan de zijkanten een<br />

schaalverdeling in millimeters en inches. Het<br />

borduurveld wordt aangegeven met sleuven.<br />

5:42<br />

Het borduurmotief op de juiste<br />

plek plaatsen<br />

Voordat u de stof inspant, moet u het borduurmotief<br />

en de juiste ring kiezen. Plaats de sjabloon in de ring.<br />

Schuif de ring op de borduurarm. Raak het symbool<br />

voor Meer opties aan en het Positioneringssymbool.<br />

Druk op de Hoekindicatietoets en markeer de<br />

hoeken van het borduurmotief met uitgumbaar<br />

potlood. Neem uw sjabloon en plaats de sjabloon<br />

op het werk of het kledingstuk dat u wilt gaan<br />

borduren. Wanneer de sjabloon op de juiste plek ligt,<br />

markeert u de ringplaatsingslijnen op het project<br />

met een pictogrampen. Zorg er bij het inspannen<br />

van de stof in de ring voor dat de gemarkeerde lijn<br />

op de geleidingsnokjes in de ring komt te liggen.<br />

Meerdere borduurmotieven na elkaar maken<br />

1. Als u meerdere borduurmotieven na elkaar wilt<br />

maken, zult u veel pro jt hebben van uw <strong>Pfaff</strong><br />

sjabloon. Borduur het eerste borduurmotief<br />

helemaal af en verwijder de ring van de<br />

borduureenheid. Leg de sjabloon in de ring en<br />

teken de omtrekken van het motief.


2. Wanneer u het borduurmotief op de sjabloon hebt getekend,<br />

plaatst u de sjabloon op de stof. Markeer met een pictogrampen de<br />

ringplaatsingslijnen op het werk.<br />

3. Wanneer u de stof inspant in de ring, zorgt u ervoor dat de<br />

gemarkeerde lijn op de geleidingsnokjes in de ring komt te liggen.<br />

4. Verwijder de sjabloon en plaats de ring weer in de machine; begin<br />

nu met borduren.<br />

Let op: Uu kunt de sjabloon ook gebruiken als u het motief eerst op proe apjes borduurt<br />

voordat u aan het echte werk begint. U hoeft niet het hele motief te borduren: stap door<br />

de verschillende kleuren heen en borduur de omtrek. (Meestal is dat alleen de laatste<br />

kleur.) Wanneer u op een proe apje hebt geborduurd, plaatst u de sjabloon over het<br />

geborduurde motief heen en tekent u de omtrekken daarvan.<br />

5:43<br />

Borduren


Borduren<br />

5:44<br />

Versteviging<br />

Versteviging is het toverwoord voor goed borduurmotief. Bij het<br />

borduren, het naaien van siersteken, cordonsteken bij appliqueren of<br />

ajoursteken dient u onder de stof verstevigingsmateriaal te plaatsen. Er<br />

zijn verschillende soorten versteviging.<br />

Tear-away versteviging<br />

Tear-away versteviging wordt weggescheurd nadat het motief is<br />

genaaid; dit soort versteviging wordt gebruikt voor stevige weefstoffen<br />

als denim, geweven katoen of katoenmengsels, linnen enz. Wanneer u<br />

de versteviging wegscheurt van het borduurmotief dient u de steken<br />

altijd te ondersteunen.<br />

Strijkbare versteviging<br />

Strijkbare versteviging wordt tijdelijk op de achterkant van de stof<br />

gestreken. Wanneer het borduurmotief klaar is, wordt de versteviging<br />

voorzichtig weggetrokken. Strijkbare versteviging wordt gebruikt op<br />

zachte en gemakkelijk verschuivende stoffen en instabiele weef- of<br />

jerseystoffen.<br />

Versteviging die weggeknipt moet worden<br />

Cut-away versteviging wordt na het borduren rond het borduurmotief<br />

weggeknipt. Dit soort versteviging wordt vaak gebruikt bij<br />

jerseystoffen.<br />

Uitwasbare versteviging<br />

Uitwasbare versteviging is versteviging die oplosbaar is in water. Dit<br />

soort versteviging kan op of onder de stof worden geplaatst. Deze<br />

versteviging wordt vaak gebruikt boven op pluizige stof als badstof,<br />

eece, joggingstof en andere stoffen waarbij de steken in de stof<br />

kunnen wegzinken en onzichtbaar kunnen worden. Ook kan deze<br />

versteviging worden gebruikt op speciale losstaande, gedigitaliseerde<br />

kantmotieven.<br />

Zorg ervoor dat de stof waarop u de uitwasbare versteviging gebruikt,<br />

waterbestendig is en dat u de versteviging opbergt in een gesloten<br />

plastic zak; het materiaal is namelijk gevoelig voor vocht.


Versteviging met plaklaag<br />

Klevende versteviging heeft een plakzijde. Dit soort versteviging is<br />

uitermate geschikt voor borduurmotieven die moeilijk in de ring te<br />

spannen zijn. In plaats van de stof in de ring te spannen, spant u de<br />

versteviging met de papierzijde omhoog in de ring. Daarna krabt<br />

u licht over het oppervlak en verwijdert u het papier. U hebt nu<br />

een kleefzijde waarop u de te borduren stof kunt plaatsen. Met de<br />

rijgfunctie kunt u ervoor zorgen dat de stof goed blijft liggen. Wanneer<br />

het borduurmotief klaar is, kunt u de versteviging wegtrekken.<br />

Afstrijkbare versteviging<br />

Dit soort versteviging wordt gebruikt bij stoffen waar scheur- of<br />

in water oplosbare versteviging de steken of de stof zelf zouden<br />

beschadigen. U spant deze samen met de stof op voordat u gaat<br />

borduren, en u verwijdert het materiaal met een droog strijkijzer op de<br />

stand voor katoen of linnen.<br />

Let op: laat deze versteviging nooit nat worden, want vocht activeert een chemische stof<br />

in de versteviging die de kledingstof uit elkaar kan doen vallen.<br />

Naalden<br />

De naald speelt een belangrijke rol bij het borduren. Het uiteindelijke<br />

borduurresultaat hangt af van de vraag of u de juiste naald gebruikt,<br />

en of de naald schoon, onbeschadigd en scherp is. De normale<br />

naaldgrootte voor borduren is 80.<br />

Verwissel de naalden vaak en zorg ervoor dat u de naald op de juiste<br />

wijze in de machine plaatst, met de vlakke zijde naar achteren.<br />

Borduurnaalden<br />

De borduurnaald is een dunne balpuntnaald met een extra groot oog in<br />

verhouding tot het naaldoog. Dankzij het grotere oog is er meer ruimte<br />

voor het garen wanneer u gaat borduren en wanneer u zwaardere<br />

siergarens gebruikt.<br />

Metallic-naalden<br />

De metallic-naald wordt gebruikt voor metaalgarens en andere<br />

bijzondere garensoorten. De naald heeft een groot, langgerekt oog en<br />

een bredere groef om te voorkomen dat zware en vlakke metallic garen<br />

kapot gaan tijdens het vormen van de steken.<br />

5:45<br />

Borduren


Borduren<br />

5:46<br />

Garen<br />

De dikte van het garen wordt aangegeven met een<br />

cijfer: hoe lager het cijfer, des te dikker de draad.<br />

De meeste borduurmotieven zijn ontwikkeld voor<br />

garen dikte 40.<br />

Rayon<br />

Rayongaren is een zacht en duurzaam soort garen<br />

met een glans, dat vaak gebruikt wordt voor<br />

borduurmotieven.<br />

Metallic-garen<br />

Speciaal garen als metallic-garen is kwetsbaarder<br />

dan acryl-borduurgaren. Om breken van de draad<br />

te voorkomen dient u de snelheid te verlagen en de<br />

verticale garenpen te gebruiken. Plaats het garen<br />

met behulp van een viltkussen op een garenpen en<br />

gebruik een speciale naald voor metallic-garen.<br />

Onderdraad<br />

Bij borduurmotieven dient u een speciale<br />

onderdraad te gebruiken. Deze onderdraad is<br />

dunner dan normaal naaigaren en voorkomt dat het<br />

borduurmotief ‘ophoopt’ aan de verkeerde kant van<br />

de stof.


Applicaties borduren<br />

Alle applicatie borduurmotieven zijn met een A gemarkeerd in de <strong>Pfaff</strong><br />

creative cards/cds boekjes.<br />

Wanneer u een applicatie wilt borduren, plaatst u versteviging onder<br />

de stof en spant u alle lagen in de ring. Begin met borduren. Rond de<br />

applicatie wordt een omtrek met rechte steken gestikt. Plaats als de<br />

borduurmachine stopt de applicatiestof er bovenop.<br />

Start de machine opnieuw; er wordt nu een omtrek in rechte steken<br />

rond het te appliqueren gedeelte van het motief genaaid. Wanneer de<br />

machine voor de tweede maal stopt, schuift u de ring weg maar laat u<br />

de stof in de ring zitten. Knip voorzichtig buiten de rechte stekenlijn<br />

rond de geappliqueerde stof.<br />

Schuif de ring terug op de borduureenheid en ga verder met borduren;<br />

maak de applicatie-randen en de rest van de borduurmotieven af.<br />

Kant borduren<br />

Alle kantborduurmotieven zijn met een A gemarkeerd in de <strong>Pfaff</strong><br />

creative cards/cd-boekjes.<br />

Wanneer u een kantmotief wilt borduren, plaatst u versteviging onder<br />

de stof en spant u alle lagen in de ring. Begin met borduren. Rond<br />

het kantmotief wordt een omtrek met rechte steken gestikt. Wanneer<br />

de machine stopt, schuift u de ring weg maar laat u de stof in de ring<br />

zitten. Knip voorzichtig de stof binnen de omtreklijn van rechte steken<br />

weg en zorg dat u de versteviging niet wegknipt. Schuif tenslotte de<br />

ring terug op de borduureenheid en ga verder met borduren.<br />

5:47<br />

Borduren


INGEBOUWDE<br />

MOTIEVEN


5:50<br />

Motief L01<br />

Breedte: 238.8 mm<br />

Hoogte: 213,9 mm<br />

A - Kleur 1<br />

B - Kleur 1<br />

L01B<br />

L01A<br />

Steken: 2237<br />

Geschatte borduurtijd


75%<br />

5:51


5:52<br />

Motief L02<br />

Breedte: 111,8 mm<br />

Hoogte: 145,5 mm<br />

Steken: 13690<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Kleur<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5


Motief L03<br />

Breedte: 72,9 mm<br />

Hoogte: 219,6 mm<br />

Steken: 9741<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Kleur<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5:53


5:54<br />

Motief L04<br />

Breedte: 78,3 mm<br />

Hoogte: 221,1 mm<br />

Steken: 8781<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Kleur<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5


Motief L05<br />

Breedte: 135,4 mm<br />

Hoogte: 141,1 mm<br />

Steken: 4607<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Kleur<br />

1<br />

5:55


5:56<br />

Motief L06<br />

Breedte: 122,3 mm<br />

Hoogte: 188,6 mm<br />

Steken: 11575<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Kleur<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

<br />

<br />

<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8


Motief L07<br />

Breedte: 30,4 mm<br />

Hoogte: 173,1 mm<br />

Steken: 18285<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Kleur<br />

1<br />

2<br />

5:57


5:58<br />

Motief M01<br />

Breedte: 127,3 mm<br />

Hoogte: 127,3 mm<br />

Kleur 1 2 3 4<br />

Steken: 9062<br />

Geschatte borduurtijd


Motief M02<br />

Breedte: 127,0 mm<br />

Hoogte: 116,5 mm<br />

Kleur 1 2 3 4<br />

Steken: 8106<br />

Geschatte borduurtijd<br />

5:59


* Gebruik garen dikte 30.<br />

5:60<br />

Motief M03<br />

Breedte: 115,7 mm<br />

Hoogte: 125,7 mm<br />

Steken: 10465<br />

Geschatte borduurtijd<br />

Kleur 1 2 3 4 5 6 7<br />

* * * * * * *


Motief M04<br />

Breedte: 107,0 mm<br />

Hoogte: 107,0 mm<br />

Kleur 1<br />

Steken: 1280<br />

Geschatte borduurtijd<br />

5:61


5:62<br />

Motief M05<br />

Breedte: 124,8 mm<br />

Hoogte: 124,2 mm<br />

Kleur 1<br />

Steken: 1961<br />

Geschatte borduurtijd


Motief M06<br />

Breedte: 63,4 mm<br />

Hoogte: 102,9 mm<br />

Kleur 1 2 3 4<br />

<br />

Steken: 7565<br />

Geschatte borduurtijd<br />

5:63


5:64<br />

Motief M07<br />

Breedte: 108,4 mm<br />

Hoogte: 112,3 mm<br />

Steken: 14061<br />

Geschatte borduurtijd<br />

Kleur 1 2 3 4 5 6 7


Motief S01<br />

Breedte: 55,4 mm<br />

Hoogte: 37,0 mm<br />

Kleur 1 2 3 4<br />

Steken: 2722<br />

Geschatte borduurtijd<br />

5:65


5:66<br />

<br />

Motief S02<br />

Breedte: 28,9 mm<br />

Hoogte: 33,4 mm<br />

Steken: 2191<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Motief S03<br />

Breedte: 75,9 mm<br />

Hoogte: 64,4 mm<br />

Steken: 5917<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Kleur<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Kleur<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4


Motief S04<br />

Breedte: 18,1 mm<br />

Hoogte: 29,5 mm<br />

Steken: 1452<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Motief S05<br />

Breedte: 56,8 mm<br />

Hoogte: 67,8 mm<br />

Steken: 5835<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Kleur<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Kleur<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

<br />

5:67


5:68<br />

<br />

Motief S06<br />

Breedte: 30,2 mm<br />

Hoogte: 33,6 mm<br />

Steken: 3174<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Motief S07<br />

Breedte: 21,2 mm<br />

Hoogte: 4,2 mm<br />

Steken: 161<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Motief S08<br />

Breedte: 29,5 mm<br />

Hoogte: 4,8 mm<br />

Steken: 225<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

<br />

Kleur<br />

1<br />

2<br />

Kleur<br />

1<br />

*<br />

* Gebruik voor duurzame<br />

knoopsgaten gewoon<br />

naaigaren als<br />

boven- en onderdraad.<br />

Kleur<br />

1<br />

*<br />

* Gebruik voor duurzame<br />

knoopsgaten gewoon<br />

naaigaren als<br />

boven- en onderdraad.


Motief S09<br />

Breedte: 52,4 mm<br />

Hoogte: 11,3 mm<br />

Steken: 318<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Motief S10<br />

Breedte: 41,7 mm<br />

Hoogte: 26,0 mm<br />

Steken: 731<br />

Geschatte<br />

borduurtijd<br />

Kleur<br />

1<br />

Kleur<br />

1<br />

2 *<br />

* Gebruik voor duurzame<br />

knoopsgaten gewoon<br />

naaigaren als<br />

boven- en onderdraad.<br />

5:69


1<br />

2<br />

3<br />

5:70<br />

Monogrammen<br />

1. Hoogte: 17 mm<br />

Pouty<br />

2. Hoogte: 28 mm 3. Hoogte: 42 mm<br />

Times New Roman


ONDERHOUD


Onderhoud<br />

6:2<br />

Steekplaat wisselen<br />

Hoofdschakelaar uitzetten<br />

Verwijderen<br />

• Zet de naaivoet omhoog. Plaats de steekplaatwisselaar<br />

(lampverwijderaar) zoals afgebeeld en druk de steekplaat<br />

eerst rechts en dan links naar boven. U kunt de steekplaat nu<br />

gemakkelijk verwijderen.<br />

Terugplaatsen<br />

• De steekplaat aan de achterkant vlak tegen de uitsparing leggen<br />

en aan de voorkant aandrukken, tot u hoort dat deze vastklikt.<br />

Controleer voor het naaien of de steekplaat goed ligt.<br />

Let op: Het wisselen van de steekplaat is met verzonken transporteur nog eenvoudiger.<br />

Reinigen<br />

Hoofdschakelaar uitzetten<br />

• Verzink de transporteur en verwijder de steekplaat. Reinig de<br />

transporteur en de grijperruimte met een stofkwast.<br />

• Reinig de naaimachine na elke 10 tot 15 uur gebruik.<br />

Het scherm reinigen<br />

Neem het scherm af met een zachte pluisvrije doek. Gebruik GEEN<br />

agressieve reinigingsproducten of oplosmiddelen!


Naailampje vervangen<br />

Hoofdschakelaar uitzetten<br />

• Trek het netsnoer en de stekker van het voetpedaal uit de machine.<br />

• Verwijder de accessoirebox. Het lampje bevindt zich in de<br />

naaimachine in de buurt van het naaldhoofdgedeelte.<br />

Naailampje verwijderen<br />

Druk de lampverwijderaar zover omhoog als mogelijk is. Draai het<br />

lampje nu een halve slag tegen de wijzers van de klok in en verwijder<br />

het lampje.<br />

Naailampje plaatsen<br />

Belangrijk: Gebruik alleen een naailampje zoals links op de machine<br />

vermeld, 12 V max 5 W.<br />

Plaats het lampje in de lampverwijderaar. Het lampje in de tting<br />

plaatsen en zo lang draaien tot de bajonetnokjes van de tting<br />

vastklikken. Druk het lampje daarna tot aan het stuitpunt in de<br />

tting en draai het een halve slag met de klok mee. Verwijder<br />

de lampverwijderaar van het lampje. Het lampje wordt stevig<br />

vastgehouden, zodat u het veilig kunt verwijderen.<br />

Reservelampjes zijn verkrijgbaar bij uw <strong>Pfaff</strong>-dealer.<br />

6:3<br />

Onderhoud


Onderhoud<br />

6:4<br />

Wat te doen als...?<br />

In dit hoofdstuk vindt u oplossingen voor mogelijke problemen met uw creative 2170 heeft. Voor meer informatie adviseren<br />

wij u contact op te nemen met uw <strong>Pfaff</strong> dealer.<br />

Naaien<br />

Probleem/Oorzaak Oplossing<br />

De naaimachine slaat steken over<br />

Heeft u de naald op de juiste wijze ingezet? Duw de naald geheel omhoog waarbij de platte kant naar<br />

achteren moet wijzen.<br />

Heeft u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/705 H.<br />

Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.<br />

Heeft u de naald op de juiste wijze ingeregen? Inrijgpad controleren.<br />

Is de naald te dun voor de draad? Vervang de naald.<br />

De bovendraad breekt<br />

Heeft u de naald op de juiste wijze ingezet? Duw de naald geheel omhoog waarbij de platte kant naar<br />

achteren moet wijzen.<br />

Heeft u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/705 H.<br />

Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.<br />

Heeft u de draad op de juiste wijze ingeregem? Inrijgpad controleren.<br />

Is de naald te dun voor de draad? Vervang de naald.<br />

Gebruikt u naaigaren van slechte kwaliteit of draad dat droog<br />

is geworden door langdurige opslag?<br />

De spoeldraad breekt<br />

Vervang de naald.<br />

Heeft u de spoel op de juiste wijze geplaatst? Controleer de spoeldraad.<br />

De naad is ongelijkmatig<br />

Is de draadspanning niet goed afgesteld? Controleer de boven- en onderdraadspanning.<br />

Gebruikt u te dik draad of naaigaren van slechte kwaliteit? Vervang het garen.<br />

Is de spoeldraad gelijkmatig opgewonden? Controleer het opwinden van de spoel<br />

De naaimachine transporteert niet of<br />

onregelmatig<br />

Heeft u de draad op de juiste wijze ingeregen? Inrijgpad controleren.<br />

Zijn er pluisjes opgehoopt tussen de tanden van de<br />

transporteur?<br />

De naaimachine loopt zwaar<br />

Is de transporteur verzonken? De transporteur verzinken.<br />

Onjuist of geen scherm<br />

Zitten er garenresten in de grijperbaan? Verwijder de garenresten.<br />

Verwijder de steekplaat en maak de transporteur met een<br />

borsteltje schoon.<br />

Is de contrastregeling voor het scherm niet goed afgesteld? Stel de contrastregeling voor het scherm in.


Borduren<br />

Probleem/Oorzaak Oplossing<br />

Het borduurmotief is vervormd<br />

Heeft u de stof stevig genoeg in de borduurring vastgezet? De stof moet stevig worden vastgezet, zodanig dat er geen<br />

rimpels ontstaan.<br />

Is de binnenste borduurring geheel aan de buitenste<br />

borduurring vastgemaakt?<br />

Span de stof zodanig in dat de binnenste borduurring altijd<br />

precies op de buitenste borduurring aansluit.<br />

Het borduurmotief is samengetrokken<br />

Heeft u uw stof voldoende verstevigd? Plaats een vel met aan de achterkant een plaklaag<br />

(Filmoplast)/versteviging en/of wateroplosbare versteviging<br />

op de stof (Avalon).<br />

De bovendraad breekt<br />

Heeft u de juiste naald gebruikt? Plaats een naald met een groter oogje<br />

(Systeem 130N).<br />

Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.<br />

Is de naald te dun voor de draad? Gebruik de juiste naaldgrootte.<br />

Heeft u de naald op de juiste wijze geplaatst? Duw de naald geheel omhoog waarbij de platte kant naar<br />

achteren moet wijzen.<br />

Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Inrijgpad controleren.<br />

Gebruikt u garen van slechte kwaliteit of draad dat droog is<br />

geworden door langdurige opslag?<br />

Vervang het garen.<br />

Niet-originele Onderdelen en Accessoires<br />

De garantie geldt niet voor storingen of schade als gevolg van het gebruik van niet-originele<br />

accessoires of onderdelen.<br />

6:5<br />

Onderhoud


Index<br />

6:6<br />

Index<br />

A<br />

Accessoires<br />

borduuraccessoires 5:10<br />

standaardaccessoires 1:16<br />

Accessoirebox 2:4<br />

Afhechten 3:12<br />

Afhechten direct 3:4<br />

Afhechtprogramma 3:5, 3:12<br />

Ajourwerk 4:22<br />

Ajoursteken 1:11<br />

Algemene opmerkingen 2:17<br />

Applicaties borduren 5:47<br />

Automatisch steken maken 5:5, 5:33<br />

B<br />

Balans 3:6<br />

Beschermkap 2:4<br />

Bestandsformaten<br />

Biezen<br />

5:40<br />

biezen met tweelingnaald 4:23<br />

Biezen met tweelingnaald 4:23<br />

Bladeren en bloemen. 1:12<br />

Blindzoomsteek 3:22<br />

elastische blindzoomsteek 3:22<br />

Bogen vormen 5:6, 5:31-5:32<br />

Borduren 5:21<br />

Borduren 5:1-5:70<br />

accessoires 5:10<br />

Applicaties borduren 5:47<br />

de borduurvoet vastklikken 5:10<br />

de ring vastmaken 5:13<br />

rijgen in de ring 5:17<br />

open borduurwerk 5:47<br />

borduurcombinaties 5:31<br />

borduur enkele motieven van een kaart 5:16<br />

aan de slag met borduren 5:14<br />

ring 5:13<br />

plaats een card 5:10<br />

verplaats het motief binnen de ring 5:20<br />

borduren meerkleurig 5:19<br />

borduren één kleur<br />

het plaatsen van motieven in de<br />

5:20<br />

borduurring 5:22-5:23<br />

de borduurring verwijderen 5:13<br />

een afzonderlijk motief selecteren 5:16-5:17<br />

snelheid 5:9<br />

venster 5:2<br />

Borduren één kleur 5:20<br />

Borduren meerkleurig<br />

Borduursjabloon<br />

5:19<br />

hoe te gebruiken<br />

Borduureenheid<br />

5:42-5:43<br />

aansluiten 5:12<br />

verwijderen 5:13<br />

Borduur monogrammen en letters 5:27-5:30<br />

Borduurring 5:13<br />

de ring vastmaken 5:13<br />

de borduurring verwijderen 5:13<br />

selectie 5:7<br />

Borduurringadapter 5:40<br />

Bovenklep 2:4<br />

C<br />

Cordonsteken 1:11<br />

Correcte bovenspanning 2:13<br />

Creative Assistant 2:17, 3:10<br />

creative Gegevensmanager 2:18-2:19, 5:36-5:40<br />

creative memory card<br />

voorbereiden om op te slaan 5:41


D<br />

Decoratief naaien 4:1-4:28<br />

algemene opmerkingen 4:2<br />

Decoratieve steken 1:11, 1:12, 1:13<br />

wijzigen van een decoratieve steek 3:12<br />

selecteren 4:2<br />

Demo 3:28<br />

afspelen 3:28<br />

programmeren 3:28<br />

Diersteken 1:12<br />

Diverse kleuren borduren 5:26<br />

Doorpitten in de naad<br />

Draad inrijgen<br />

4:18<br />

naald 2:14<br />

tweelingnaald 2:15<br />

Draadafsnijder 2:3<br />

Draadspanning 2:13, 3:11<br />

Draden afsnijden 5:9<br />

E<br />

Een steek selecteren 3:11<br />

Elektrische aansluiting 2:2<br />

Elektronische kniehevel 2:16<br />

Enkele steek 3:4<br />

Esc 3:10<br />

Exact plaatsen van een motief 5:6, 5:23-5:25<br />

F<br />

Fagotsteek 3:23<br />

Festonbogen 1:11<br />

Flanelsteek 3:23<br />

Functietoetsen 3:2<br />

G<br />

Garen 5:46<br />

Gegevensmanager 5:2, 5:9, 5:36-5:40<br />

H<br />

Hoofdmenu 3:7<br />

Hoofdschakelaar 2:3<br />

Horizontaal spiegelen 3:3<br />

I<br />

Informatie 3:7, 5:9<br />

Ingebouwd Dubbel Transport (IDT)<br />

uitschakelen 2:6, 5:11<br />

inschakelen 2:6<br />

Ingebouwde motieven 5:49-5:70<br />

Inhoudsopgave 1:4-1:6<br />

Inleiding 1:7-1:18<br />

Instellingenmenu 3:8-3:9<br />

in borduurwerk 5:8<br />

Instructies voor gebruik 2:2<br />

6:7<br />

Index


Index<br />

6:8<br />

K<br />

Kleur wijzigen 5:7, 5:18<br />

Kniehevel 2:16<br />

verwijderen 5:11<br />

Knoopsgat 3:15-3:18<br />

de naaivoet plaatsen 3:15<br />

knoopsgat automatisch naaien 3:16<br />

Mantelknoopsgat met contourdraden 3:17-3:18<br />

het instellen van de knoopsgatbalans 3:16<br />

hoe naait u 3:16<br />

een handmatig knoopsgat 3:16<br />

een geprogrammeerd knoopsgat 3:16<br />

de knoopsgat Sensormatic 3:15<br />

tips 3:18<br />

met contourdraad 3:17<br />

Kruissteek 4:23<br />

Kruissteken 1:11<br />

L<br />

Laatste steek 3:7<br />

Lampje<br />

vervangen<br />

Letterreeks<br />

6:3<br />

bewerken 4:27<br />

opslaan 4:27<br />

Lettertypen 1:13, 4:26-4:27, 5:27-5:30<br />

M<br />

Machine Assistant 2:17<br />

Machineoverzicht 1:14<br />

MAXI-steken 1:13, 4:24<br />

Meanderen uit de vrije hand 4:19<br />

Meer opties 5:6<br />

Meldingen<br />

opties voor meldingen 3:28<br />

opties voor meldingen 5:8<br />

Monogram 4:28, 5:70<br />

Monogrammen en letters<br />

borduur monogrammen en letters 5:27-5:30<br />

Motiefbegin 3:2<br />

Motieven<br />

ingebouwde motieven 5:49-5:70<br />

motieven overzetten 5:41<br />

N<br />

Naaien 3:1-3:28<br />

Naaien uit de vrije hand 3:6, 4:24<br />

Naaimodus functies<br />

Naaivoet<br />

3:3-3:6<br />

vervangen 2:5<br />

losklikken 2:5<br />

vastklikken<br />

Naald<br />

2:5<br />

vervangen 2:7<br />

draad insteken 2:14<br />

Naalden 5:45<br />

Naaldinstekerr 2:14<br />

Naaldposities 3:13<br />

Nostalgische/antieke steken 4:22<br />

Nostalgische borduursteken 1:12<br />

Nostalgische “handgemaakte” borduursteken 4:23<br />

Nuttige steek<br />

wijzigen van een nuttige steek 3:11<br />

Nuttige steken 1:8-1:11<br />

O<br />

OK 3:10<br />

Onderhoud 6:1-6:5


Onderdelen van de creative 2170 1:14<br />

Onderdelen van de borduurring 1:15<br />

Onderdelen van de borduureenheid 1:15<br />

Onderdraad 2:15<br />

Ongedaan maken motief rangschikken 5:7<br />

Open borduurwerk 5:47<br />

Opslaan parameter 3:12<br />

Overlocksteken 3:21<br />

gesloten overlocksteek 3:21<br />

gesloten met randdraad 3:21<br />

open overlocksteek 3:21<br />

P<br />

Patchwork 4:16<br />

Patchworkprogramma 3:6, 4:16<br />

een nieuw programma aanmaken 4:17<br />

Persoonlijk menu 3:27<br />

Persvoetlichter 2:16<br />

Positie huidig 5:8<br />

Programma 4 naairichtingen 3:3, 3:25-3:26<br />

Q<br />

Quiltapplicaties 4:19<br />

Quilten 4:16<br />

Quilten, de bovenkant in elkaar zetten 4:18<br />

Quiltsteken 1:11<br />

R<br />

Raster 5:8<br />

Rechte steek 3:14<br />

Reinigen 6:2<br />

Rijgen in de borduurring 5:4, 5:17<br />

Rijgprogramma 3:14<br />

Ritsen<br />

ritsen inzetten 3:23<br />

Rolzoom 3:24<br />

S<br />

Schermcontrast 2:3<br />

Schulpranden 4:25<br />

Sensormatic knoopsgatgeleider 3:15<br />

Smokwerk met de rechte steek<br />

Snelheid<br />

4:25<br />

borduursnelheid 5:9<br />

Spiegelen 3:13<br />

Spiegelen verticaal 3:3, 5:6<br />

Spiegelen horizontaal<br />

Spoel en spoelhuis<br />

5:7<br />

plaatsen 2:12<br />

Spoeldraadcontrole<br />

Spoelen<br />

2:12, 3:2<br />

vanaf de tweede garenpen 2:9<br />

vanaf de garenpen 2:8<br />

vanaf de derde garenpen 2:9<br />

de snelheid instellen 2:11<br />

door de naald 2:10<br />

tijdens het borduren 2:10<br />

Steekbreedte 3:11<br />

Steeklengte<br />

Steekopbouw<br />

3:11<br />

automatisch 5:5, 5:33-5:34<br />

Steekoverzicht<br />

Steekplaat<br />

1:8<br />

vervangen 6:2<br />

Steken, schakelen tussen 5:26<br />

Steken selecteren 5:4<br />

Stekeninformatie<br />

Steekinstellingen<br />

5:4<br />

de steekinstellingen veranderen 4:3<br />

6:9<br />

Index


Index<br />

6:10<br />

Stekenreeks 4:4-4:10<br />

stekenreeks bestaand instellen 4:7<br />

steken organiseren 4:6<br />

sluiten zonder opslaan 4:9<br />

aanmaken 4:5<br />

wissen 4:9<br />

een steek plaatsen 4:7<br />

plaats een steek aan het begin 4:7<br />

openen vanaf een creative memory card 4:10<br />

openen vanuit geheugen 4:10<br />

opslaan 4:8<br />

opgeslagen selecteren en openen 4:9<br />

Stitch Creator 4:11-4:15<br />

Stoppen 3:20<br />

automatisch stoppen 3:20<br />

de stopsteek afstellen 3:20<br />

programmeerbaar stoppen 3:20<br />

met de elastische steek 3:20<br />

Stof inspannen 5:15<br />

Subhoofdmenu 5:3<br />

Symbool Verplaatsen 5:5<br />

TTapering 3:5, 4:20-4:21<br />

asymmetrische vorm 4:21<br />

symmetrische vorm 4:20<br />

Technische gegevens 6:11<br />

Toets achteruitnaaien 3:2<br />

Toets afhechten 3:2<br />

Toets langzaam naaien 3:2<br />

Toets naald omhoog/omlaag<br />

Toetsen<br />

3:2<br />

knopen aannaaien 3:19<br />

Transporteur 2:7<br />

verzinken 5:11<br />

Tweelingnaald 3:6, 3:24<br />

naaien 3:24<br />

Maxi-steken naaien 3:24<br />

Tweelingnaald, inrijgen 2:15<br />

U<br />

Update uw machine 2:20-2:23<br />

V<br />

Verplaats borduurring 5:8<br />

Verplaats het motief binnen de ring 5:20<br />

Versteviging 5:44-5:45<br />

Verwijderen 5:6<br />

Vetergaten 3:19<br />

Voetpedaal, aansluiten 2:2<br />

Voorbereidingen 2:1-2:24<br />

Vrije arm 2:4<br />

W<br />

Weergave vergroot 5:6, 5:22<br />

Welkomstscherm 3:7<br />

Werkbalk 3:7<br />

Z<br />

Zigzagsteek genaaid 3:14<br />

Zoomen<br />

verplaats het ingezoomde gebied 5:35<br />

inzoomen 5:4, 5:35<br />

uitzoomen 5:4<br />

Zwaardnaald 4:22


Wij behouden ons het recht voor zonder aankondiging vooraf<br />

veranderingen aan te brengen aan de machine, in het accessoiresassortiment<br />

of aanpassingen te doen in functies of in design.<br />

Dergelijke veranderingen zijn echter altijd ten gunste van de<br />

gebruiker van het product.<br />

Afmetingen (b x h x d) b = 187mm x h=290mm x<br />

lengte=408mm)<br />

Gewicht = ~9.5kg<br />

Netspanning (omschakelbaar) = verwisselbaar 120V/230V<br />

Energieverbruik = 75W<br />

Naailampje = 12V/5W<br />

Naaisnelheid (max en min) = max. 1100rpm / min. 60rpm<br />

Steekbreedte = 9mm<br />

Steek lengte = -6mm (achteruit)... 0 ... 6mm<br />

Persvoetlichter = 8mm<br />

Max. hoogte van de persvoet = 8.3 mm (ongeveer)<br />

Naaldsysteem = 130/705H<br />

Intellectueel eigendom<br />

De octrooien die op dit product rusten, staan vermeld op een etiket<br />

onder de naaimachine.<br />

PFAFF, CREATIVE, IDT (afbeelding) zijn geregistreerde handelsmerken<br />

of handelsmerken van VSM Group AB.


VSM Group AB • SE-561 84 Huskvarna • SWEDEN<br />

www.pfaff.com<br />

413 04 79-36C • Dutch • Inhouse • © 2006-2008 VSM Group AB • Printed in Sweden on environmental-friendly paper

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!