Drs. R.A. Kist - Nederlandse Officieren Vereniging
Drs. R.A. Kist - Nederlandse Officieren Vereniging
Drs. R.A. Kist - Nederlandse Officieren Vereniging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nungesser’s Nieuport<br />
met de extra<br />
herkenningsbanden op<br />
de vleugel<br />
<strong>Drs</strong>. Richard.A. KIST<br />
Carré 1 - 2009 pagina 10<br />
O PI N I E<br />
Combat Identif<br />
in het luchtrui<br />
Voor wat betreft Close Air Support (CAS) is herkenning van<br />
vriend en vijand de laatste tientallen jaren moeilijker geworden<br />
door de steeds vaker vergelijkbare voertuigen gebruikt door<br />
vriend, vijand en neutralen. Van een frontlijn is meestal geen<br />
sprake meer, en de irreguliere tegenstanders zijn moeilijk van<br />
burgers te onderscheiden.<br />
Herkenning in het luchtruim in de vroege<br />
historie<br />
Toen in de Eerste Wereldoorlog de eerste vliegtuigen in militaire<br />
dienst begonnen met vuren op elkaar en het beschieten<br />
van doelen op de grond kwam het spook van het beschieten<br />
van de eigen troepen om de hoek kijken. Hoewel de statische<br />
loopgraven wel enig houvast boden, bleek al snel dat herkennen<br />
van de vijand vanuit de lucht niet eenvoudig was in een tijd<br />
van camouflage-uniformen.<br />
Kokardes (roundels, nationale merktekens) verschenen zowel op<br />
tanks als op de vliegtuigen, en ook andere herkenningstekens<br />
als wit-rood-witte vlakken. Al snel werd het duidelijk dat zelfs<br />
het deels opofferen van de camouflage voor deze tekens toch<br />
de moeite waard was. In het heetst van de strijd was een goed<br />
zichtbare kokarde een goed laatste redmiddel om het afschieten<br />
van bevriende eenheden, de fratricide, te voorkomen.<br />
Zelfs die kokarde was niet altijd afdoende: de Franse luchtaas<br />
Charles Nungesser werd tijdens een missie herhaaldelijk<br />
beschoten door een Brits vliegtuig, en uiteindelijk was hij
ication<br />
m Herkenning<br />
gedwongen dit neer te schieten. Naar aanleiding van dat incident<br />
liet hij een rood-wit-blauwe band over de vleugel schilderen<br />
naast de al aanwezige kokarde.<br />
Sinds die vroege luchtvaartdagen zijn de afstanden bij het bestoken<br />
van doelen sterk toegenomen. Vele wapensystemen werken<br />
met sensoren die in andere frequenties dan het zichtbare licht<br />
werken en puur visuele identificatie van de doelen aan de herkenningstekens<br />
is daarom regelmatig niet meer realistisch.<br />
Net zoals dat bij de strijd tussen grondeenheden het geval is, is<br />
er ook vanuit de lucht behoefte aan een betrouwbaar systeem,<br />
of systeem van systemen (meer technieken die samen de kans op<br />
misverstanden heel klein maken) om de kans op fratricide zo klein<br />
mogelijk te maken tijdens lucht-lucht en lucht-grond acties.<br />
van vrienden en vijanden is<br />
bij militair optreden in het luchtruim van<br />
groot belang, net als bij grondoperaties.<br />
Zowel bij vliegende doelwitten als<br />
bij doelen op de grond is er in de fog<br />
of war altijd in mindere of meerdere<br />
mate de vraag of het daadwerkelijk de<br />
tegenstander is die beschoten wordt.<br />
Vanwege het toenemende effectief bereik<br />
van de wapens is dit een steeds grotere<br />
uitdaging.<br />
Herkenning van vrienden en vijanden is bij militair optreden in het luchtruim van groot<br />
belang. (Bovenste foto: Enzo Angelucci, The Rand McNally Encyclopedia of Military<br />
Aircraft 1914 - 1980, uitgegeven door The Military Press, New York in 1983.)<br />
Airborne IFF<br />
Voor lucht-lucht confrontaties is al in de Tweede Wereldoorlog<br />
de Identification Friend or Foe (IFF) ingevoerd. Dit systeem<br />
bestaat uit een antwoorder (transponder) in een vliegtuig, die<br />
reageert op een vraag van een ondervrager (interrogator) in het<br />
aanvallende vliegtuig.<br />
Deze ondervrager is meestal deel van het radarsysteem, en<br />
de ondervraging is feitelijk een datatransmissie, die vervolgens<br />
wordt beantwoord met informatie over de ondervraagde, en<br />
natuurlijk dat deze bevriend is.<br />
Om het systeem te beveiligen zijn beide boodschappen gecodeerd,<br />
met een regelmatig veranderend wachtwoord om te<br />
voorkomen dat vijanden de boodschappen kunnen imiteren of<br />
Carré 1 - 2009 pagina 11
Carré 1 - 2009 pagina 12<br />
een gestolen transponder kunnen inzetten om vervolgens nagenoeg<br />
onkwetsbaar te worden.<br />
De beslissing om te vuren kan, afhankelijk van de Rules Of Engagement<br />
(ROE), gewoonlijk pas genomen worden na een positieve<br />
identificatie van het doel als vijandig; alleen geen of een<br />
incorrect antwoord krijgen op een IFF-ondervraging is niet voldoende.<br />
Het is dus een hulpmiddel die een niet-vuur beslissing<br />
kan opleveren en daarmee een fratricide kan voorkomen.<br />
Imitatie en diefstal van de herkenningsmiddelen is door de<br />
geschiedenis heen vaak een probleem geweest; kokardes en<br />
andere merktekens kunnen eenvoudig worden overgenomen.<br />
Bij systemen als de IFF geldt dat de codering goed beveiligd<br />
moet zijn, anders is het al snel waardeloos om fratricide te voorkomen.<br />
Probleem is daarbij wel dat coalities kunnen bestaan uit<br />
troepen uit vele landen en allen zullen hetzelfde systeem moeten<br />
gebruiken om veilig te zijn. Dit is soms lastig door exportbeperking<br />
of door politieke overwegingen.<br />
Situational Awareness<br />
Van groot belang om vergissingen te voorkomen en ook om<br />
efficiënter te opereren is het hebben van goede Situational<br />
Awareness (SA). In het lucht-lucht domein wordt al veel informatie<br />
digitaal gedeeld, zodat de vlieger SA heeft van meer<br />
vliegende objecten dan alleen degene die hij met de eigen sensoren<br />
ziet.<br />
Het hebben van SA over de situatie op de grond bij CAS is van<br />
even groot belang, maar een grote uitdaging door de vele entiteiten.<br />
Tegenwoordig gebeurt dat door met de Forward Air Controller<br />
(FAC) te praten, maar in de toekomst kan deze informatie<br />
via tactische netwerken snel kunnen worden verspreid onder<br />
alle offensieve platforms, waaronder vliegtuigen.<br />
In demonstraties is aangetoond dat dit technisch zeker mogelijk<br />
is, maar afhankelijk blijft van de netwerkcapaciteit voor up<br />
to date houden van positiegegevens van alle relevante bevriende<br />
eenheden.<br />
Aspecten waaraan de combat identification (CID) informatie in<br />
de cockpit zou moeten voldoen om echt effectief te zijn, kunnen<br />
als volgt samengevat worden:<br />
• Het beeld moet compleet zijn, zeker alle relevante bevriende<br />
eenheden tonen, en bij voorkeur ook neutralen en vijanden<br />
weergeven.<br />
• De doorgegeven posities moeten accuraat zijn.<br />
• Verder moet de informatie actueel genoeg zijn, want oude<br />
informatie is ook qua positie inaccuraat geworden.<br />
• Het beeld moet op een heldere wijze gepresenteerd worden,<br />
waarbij CID-technieken die echt bedoeld zijn voor de laatste<br />
doelherkenningsfase (het moment van de vuren of niet<br />
vuren beslissing) bij voorkeur ook via de doelzoeksensor de<br />
bevriende eenheden laat zien.<br />
Uitdagingen bij herkenning van doelen<br />
op de grond<br />
In de lucht is het fratricide-probleem met IFF redelijk afgedekt,<br />
hoewel apparatuur altijd kan falen, en in sommige omstandigheden<br />
de transponder uit moet wegens mogelijke detectie<br />
door de tegenstander. Het voordeel van het luchtdomein is dat<br />
daar minder verschillende entiteiten dan op de grond aanwezig<br />
zijn, en daardoor een meer overzichtelijke situatie bestaat.<br />
Het gebruik van transponders is normaal voor zowel civiele als<br />
militaire vliegtuigen.<br />
De aanwezigheid van neutrale of eigen vliegtuigen vlakbij een<br />
mogelijk vijandig doel komt minder vaak voor. Bovendien kan<br />
met radar ook eenvoudiger gecontroleerd worden of er niemand<br />
in de directe buurt is van het doel.<br />
Op de grond zijn doelen eerder als regel dan als uitzondering<br />
in de buurt van bevriende of neutrale eenheden, inclusief burgers<br />
en gebouwen. Het vinden van het beoogde doel, meestal<br />
op aangeven van een FAC of volgens planning, is daarmee lastiger<br />
dan bij luchtdoelen, en de gevolgen van een fout vaak groter<br />
in termen van mensenlevens.<br />
Daar komt bij dat veel vijandige voertuigen en de strijders in<br />
de huidige conflicten als in Irak en Afghanistan niet meer te<br />
onderscheiden zijn van burgers en hun voertuigen. Soms worden<br />
in coalities zelfs identieke voertuigen gebruikt als bij de<br />
tegenstander.<br />
Technieken voor CID van gronddoelen<br />
Er zijn enkele filosofieën te herkennen in de huidige en nieuw<br />
ontwikkelde CID-technieken voor toepassing van lucht naar<br />
grond. De eerste is Target Identification (doelherkenning), waarbinnen<br />
coöperatief en non-coöperatief te onderscheiden zijn.<br />
Bij coöperatief werken de grondtroepen actief mee aan de<br />
herkenning, en hebben daar dus ook apparatuur voor nodig.<br />
Bij non-coöperatief is dit niet het geval. Daarnaast zijn er de<br />
SA-verbeteringstechnieken.<br />
Coöperatieve doelherkenning: Visuele /<br />
Infrarood-markeringen<br />
Hierbij wordt gebruik gemaakt van optische herkenningstekens,<br />
zoals kokardes, vlaggen, maar ook de nieuwere infrarood panelen<br />
en doeken, genaamd Combat Identification Panels (CIPs) en<br />
Thermal Identification Panels (TIPs), en infrarood bakens. Meestal<br />
zijn deze goedkoop te introduceren, bedrijfszeker (indien goed<br />
gemonteerd en onderhouden) en vaak op het moment van<br />
schieten door de doelsensor te zien.<br />
Nadelen zijn onder meer de eenvoudige imitatie en diefstalgevoeligheid,<br />
gebrek aan wachtwoord en de mogelijk verhoogde<br />
zichtbaarheid voor de tegenstander. Bovendien zijn bij de huidige<br />
grote afstanden bij CAS de prestaties van deze methoden<br />
op zijn best marginaal, zeker in slecht weer.<br />
De nieuwste ontwikkelingen zijn doorontwikkelingen van de<br />
huidige infrarood bakens, die niet meer continu uitstralen, maar<br />
slechts als deze door een bevriende laser worden aangestraald.<br />
Daarmee is het gevaar kleiner dat de vijand de bakens ziet, en<br />
bovendien is er dan weer een mogelijkheid om een wachtwoord<br />
in te bouwen via de gecodeerde laser, zodat er bij verlies<br />
slechts kort misbruik van gemaakt kan worden.<br />
Coöperatieve doelherkenning:<br />
Elektronische Vraag en Antwoord-<br />
Systemen<br />
Deze groep is gebaseerd op hetzelfde principe als de lucht-lucht<br />
IFF; het vliegtuig ondervraagt en (vele) entiteiten op de grond<br />
antwoorden met wat ze zijn en waar zij zich bevinden.<br />
Voordelen zijn het op het moment van de aanval directe feedback<br />
krijgen over dat een systeem vriendelijk is (en daarmee<br />
een fratricide voorkomend), de geschiktheid voor bijna alle<br />
weertypen, de encryptie en analogie aan lucht-lucht IFF van<br />
het concept.<br />
Nadelen zijn de benodigde aanpassingen in lucht- en grondeenheden,<br />
trainingseisen en mogelijke gevoeligheid voor elektronische<br />
oorlogvoering bij technologisch goed uitgeruste<br />
tegenstanders.
Non-coöperatieve doelherkenning:<br />
Herkenning van objecten via<br />
geavanceerde sensors<br />
Deze groep technieken is feitelijk een verlengstuk van de normale<br />
visuele herkenning van het object (niet door merktekens<br />
maar door zijn vorm). Met radar of laser kan een object op<br />
grotere afstand en ook in slecht weer worden gescand, waarna<br />
eventueel met een automatische herkenning of gewoon door de<br />
mens bepaald wordt of het het juiste, vijandige object is.<br />
Voordeel is dat de eenheden op de grond geen apparatuur nodig<br />
hebben en de techniek ook vijandige troepen van burgers en<br />
niet apart gemarkeerde bondgenoten kan onderscheiden, zolang<br />
die verschillende soorten voertuigen gebruiken.<br />
Echter, als tegenstanders, neutralen en bondgenoten dezelfde<br />
apparatuur gebruiken, zal deze techniek geen enkel soelaas bieden<br />
om vriend en vijand te onderscheiden. Voor sommige scenario’s<br />
is het dus zeer waardevol, en bij andere minder.<br />
Situational Awareness verbeteraars<br />
Het vergroten van SA kan bijvoorbeeld door de data van landnetwerken<br />
door te spelen naar het vliegtuig. Voordelen zijn<br />
lage integratiekosten (als de bestaande datalinks worden benut)<br />
en de uniformiteit met bestaande symbologie.<br />
Nadeel is dat koppelen van netwerken een langere keten van<br />
verbindingen betekent dan bij vraag en antwoord-systemen.<br />
De kans op hapering in de keten is dan ook groter. De uitzendingen<br />
kunnen ook hier eventueel gestoord worden. Verder<br />
is het afhankelijk van de kwaliteit van de landnetwerk-data, en<br />
die is vaak minder actueel en volledig dan de data die met een<br />
IFF-achtig systeem kan worden gegenereerd.<br />
Overigens is er voor de toekomst wel veel aan te doen om dit<br />
nadeel weg te werken, als de bandbreedte vergroot wordt en<br />
daarmee de verversingssnelheid omhoog kan. Voor volledigheid<br />
kan via een kleiner netwerk de data verzameld worden om deze<br />
dan in één keer naar het hoofdnetwerk door te sturen.<br />
Procedures en Training<br />
Extra hulpmiddelen voor het krijgen van SA van de grondsituatie<br />
en doelherkenning zijn in ontwikkeling of al operationeel. In<br />
principe zal elk extra hulpmiddel dat volgens de correcte procedures<br />
wordt ingezet de kans op een fratricide af doen nemen.<br />
In de operationele wereld zijn er echter altijd momenten dat<br />
de werklast, stress of vermoeidheid een extra rol gaan spelen,<br />
en de procedures niet volledig gevolgd worden. Deze menselijke<br />
factoren spelen meestal een grote rol bij fratricide-gevallen,<br />
vooral in een dynamisch strijdtoneel.<br />
Als één van de eigen eenheden niet wordt herkend via de<br />
gebruikte Combat ID-techniek, kan dit leiden tot een overtuiging<br />
dat het een vijandelijk systeem betreft. Een voorbeeld in het<br />
grond-lucht domein is dat een Britse Tornado in 2003 in Irak,<br />
waarvan de IFF niet goed werkte, met een Patriot luchtdoelraket<br />
uitgeschakeld werd. Er zijn dus omstandigheden mogelijk<br />
waar een niet werkende of inaccurate Combat ID-techniek<br />
juist tot een verhoging van de kans op fratricide leidt.<br />
Juist daarom blijft het van belang dat, naast het reduceren van<br />
fouten in de techniek, ook de militair zich te allen tijde bewust<br />
blijft dat, hoewel een positieve reactie (normaal gesproken)<br />
betekent dat het een bondgenoot is, geen reactie zeker niet<br />
hoeft te betekenen dat het dus een tegenstander is.<br />
De militair die zich aan de correcte Technieken, Tactieken en<br />
Procedures (TTP’s) houdt zal geen groter risico op fratricides<br />
krijgen van een extra hulpmiddel. Dat betekent wel dat andere<br />
vormen van identificatie ook van belang blijven, zoals herkenning<br />
van het voertuig, observeren van het gedrag van mensen<br />
en voertuigen, verifiëren met mensen op de grond of het correcte<br />
doel is gevonden, enzovoort. Dit zal in het opleidingstraject<br />
mee moeten worden genomen, zoals training in het herkennen<br />
van de verschillende voertuigen op het strijdtoneel.<br />
Mix van CID-systemen<br />
Om fratricide-risico’s onder verschillende omstandigheden en<br />
met verschillende soorten doelen te beperken is het gebruik<br />
van meerdere CID-technieken een mogelijkheid. Het is wel<br />
van belang dat deze op verschillende basisprincipes zijn gebaseerd,<br />
zodat ze niet tegelijk falen bij slecht zicht of als er een<br />
stoorzender actief is bijvoorbeeld.<br />
Bij meer soorten technieken en ook nog de oude TTP’s is het<br />
gevaar aanwezig dat de hele identificatie zo lang duurt, dat de<br />
vijand kan ontsnappen of bedreigde eigen troepen op de grond<br />
aan kan vallen. De totale effectiviteit gaat dan naar beneden, en<br />
het aantal slachtoffers bij de eigen troepen omhoog. Er moet<br />
dus een mix worden gevonden die voldoende tegen fratricide<br />
beschermt, zonder effectief opereren onmogelijk te maken.<br />
Een andere beperking in het aantal technieken dat naast elkaar<br />
operationeel gebruikt kan worden bij luchtplatforms zijn de kosten<br />
van integratie en bijbehorende certificatie. Bovendien moeten<br />
alle militairen die er mee moeten werken op elke techniek<br />
getraind worden, zowel in het gebruik als ook in de beperkingen<br />
van de systemen. In de praktijk zal dus een of twee extra<br />
technieken het maximaal haalbare zijn, bijvoorbeeld een SAverbeteraar<br />
en een doelherkenningstechniek.<br />
CID-technieken in verschillende scenario’s<br />
Technieken die nu bruikbaar zijn door de asymmetrische oorlogsvoering<br />
zijn niet inzetbaar in alle scenario’s. Als diefstal/imitatie<br />
een realistische dreiging is, of een techniek kan worden<br />
gestoord zullen veel van de huidige of voorgestelde technieken<br />
operationeel minder of niet effectief kunnen zijn.<br />
Een andere beperking kan in het inzetgebied zelf zitten; de<br />
omgeving en weersomstandigheden hebben vaak invloed op<br />
de inzetbaarheid, net als het soort tegenstander. Als de introductie<br />
relatief goedkoop is, hoeft een beperking in inzetbaarheid<br />
in toekomstige conflicten het gebruik in het huidige niet<br />
uit te sluiten, maar voor lange termijn moet het pakket Combat<br />
ID-middelen robuust zijn voor verschillende omstandigheden<br />
in andere scenario’s.<br />
Onderzoek naar CID<br />
Het onderzoek dat de laatste jaren in Nederland door Defensie<br />
wordt uitgevoerd, met steun van NLR, is er op gericht om<br />
in coalitieverband een pragmatische, financieel en operationeel<br />
haalbare oplossing te vinden om fratricide tegen te gaan.<br />
Het onderzoek richt zich op de prestaties van de aangeboden<br />
Combat ID-technieken onder operationele omstandigheden.<br />
Een belangrijk deel van het onderzoek zijn de menselijke factoren,<br />
zowel voor de mens-machine interface als het effect op<br />
de operatie van een nieuwe soort techniek. Daarbij worden<br />
ook de aanpassingen aan training en TTP’s meegenomen die<br />
nodig zijn om de middelen optimaal te benutten.<br />
Dit onderzoek wordt deels samen met die coalitiepartners<br />
gedaan, want het probleem van fratricide moet binnen de coalitie<br />
opgelost worden. Er zijn zeker uitdagingen, maar een overwogen<br />
keuze zal de kans op verliezen door eigen vuur verkleinen,<br />
en daar is iedereen bij gebaat!<br />
Carré 1 - 2009 pagina 13