jaarverslag 2011 MLSO(1).pdf - Maatschappij Linkerscheldeoever

Belangrijke stappen in planprocessen
Voorafgaand procesverloop
Voor de Waaslandhaven zijn op 25 mei 1999 de ‘Principes met betrekking tot het Strategisch Plan linker-
Scheldeoevergebied’ goedgekeurd door de Vlaamse regering, waarna op 19 mei 2000 de Vlaamse regering
opdracht gaf tot de opmaak van een strategisch plan.
Vervolgens zijn talrijke studies uitgevoerd. Op basis daarvan zijn de principes bijgesteld tot de zogenaamde
‘Geactualiseerde principes’, die op 26 april 2004 ondertekend werden door het Gemeentelijk Havenbedrijf
Antwerpen, de Maatschappij Linkerscheldeoever, de gemeenten Beveren en Zwijndrecht en de provincie
Oost-Vlaanderen. Deze beginselen hebben mee de onderbouwing geleverd voor het GRUP ‘Waaslandhaven
fase 1 en omgeving’, dat werd vastgesteld door de Vlaamse regering op 16 december 2005 en waarin
al een deel van deze principes vervat zit. Dit GRUP (Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan) hield geen begrenzing
van de haven in.
Ondertussen werd in 2001 ook op rechteroever gestart met de uitvoering van enkele studies, die in juni
2004 leidden tot een ontwerp strategisch plan. Dit is in 2005 gedeeltelijk verder geconcretiseerd in het
zogenaamde ‘Combinatievoorstel’ over de noordoostelijke randzone van de haven.
Strategisch plan
Sinds het najaar van 2003 is er gewerkt aan een stapsgewijze integratie van de planningsprocessen op
rechter- en linkeroever. Verschillende deelonderzoeken zijn uitgevoerd. In 2006 is het ‘Tussentijds strategisch
plan haven van Antwerpen’ afgewerkt, waarvan de Vlaamse regering op 3 april 2009 kennis nam.
In het strategisch plan wordt een geïntegreerd streefbeeld voor de beide Scheldeoevers opgesteld waarin
de gewenste economische, ruimtelijke en ‘natuurlijke’ ontwikkelingen op elkaar zijn afgestemd. Het streefbeeld
is gebaseerd op verschillende uitgangspunten. Het is vooral de bedoeling dat de haven verder ontwikkelt
tot een ruimtelijk en functioneel samenhangend geheel. Op de rechteroever staat economische
versterking door inbreiding en verdichting voorop, al dan niet gepaard gaande met herstructurering van
bedrijven, bedrijfsterreinen of infrastructuren. Op de linkeroever wordt uitgegaan van economische versterking
door de opvang van een sterk groeiende containertrafiek en de uitbouw van logistiek en productie.
Een basisvoorwaarde voor de havenontwikkeling is volwaardige natuurontwikkeling zodat een gunstige
staat van instandhouding van speciale beschermingszones gegarandeerd wordt. Daarnaast werden ook
zes randvoorwaarden geformuleerd: leefbaarheid van de woonkernen, een aanvaardbaar niveau van mobiliteit,
een economisch leefbare landbouw, ruimte voor verwerking van baggerspecie, respecteren van
milieugebruiksruimte en integraal waterbeheer. Verder werden ook enkele ruimtelijke uitgangspunten en
inrichtingsprincipes voor het gebied vastgelegd (bv. zuinig ruimtegebruik). De verschillende randvoorwaarden
zorgen ervoor dat conflicten over ruimtegebruik kunnen worden voorkomen, economische projecten
doelmatig kunnen worden uitgevoerd en op effectieve wijze maatregelen kunnen worden getroffen
om het leef- en woonmilieu en de natuurlijke waarden te verbeteren en zo de omgevingsbelasting te
verminderen. In de mate van het mogelijke zijn de inzichten ook afgestemd op de vele andere planningsprocessen
die een impact hebben op het Antwerpse havengebied (zoals gemeentelijke structuurplannen,
Masterplan mobiliteit, Globaal Geactualiseerd Sigmaplan en Langetermijnvisie Schelde-estuarium).
Het strategisch plan schetst een toekomstbeeld op lange termijn voor het hele studiegebied met een planhorizon
die reikt tot omstreeks 2030. Belangrijk is echter dat het strategisch plan van de haven van Antwer-
29
Jaarverslag 2011