22.09.2013 Views

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Er zijn ook niet-newtonmaterialen die toch een lineair verband kennen tussen ren D,<br />

zij het nadat eerst een bepaalde drempelwaarde van de schuifspanning, de zwichtspanning<br />

of vloeigrens, is overschreden. Dergelijke materialen worden bingham-lichamen<br />

of (omdat de grens tussen vaste en vloeibare toestand moeilijk te trekken<br />

valt) bingham-media genoemd. Het zijn in het algemeen plastisch blijvende materia- {<br />

Jen, zoals smeervet, waarvan de schijnbare viscositeit onder druk zelfs lager kan worden<br />

dan van veel newtonvloeistoffen, zoals in afbeelding 2.3a en b te zien is. Binghammedia<br />

met een niet-lineair gedrag worden pseudo-plastisch genoemd. Daartoe behoren<br />

stopverf, boetseerklei en margarine.<br />

De meeste niet-newtonvloeistoffen vertonen bovendien een viscositeitsgedrag dat<br />

verandert met de duur van de schuifbelasting. Sommige colloïdale vloeistoffen zoals<br />

yoghurt vertonen bij voorbeeld in rusttoestand een grotere weerstand tegen vervorming<br />

dan wanneer zij in beweging zijn. Paraffinehoudende olie stolt tot een halfvaste I<br />

massa en kan daardoor leidingen verstoppen, maar na roeren is de stof tamelijk vloei- \<br />

baar.<br />

Neemt de schijnbare viscositeit toe met de belastingsduur , dan spreekt men van reopexie,<br />

neemt zij af, dan is sprake van thixotropie (afb. 2.3c). In het r-D-diagram vertonen<br />

zowel reopectische als thixotropische materialen een hysteresislus (afb. 2.3d):<br />

in het eerste geval neemt de schuifspanning trager af bij afnemende snelheidsgradiënt,<br />

in het tweede geval juist sneller. Voorbeelden van thixotropische materialen<br />

zijn siliconen, smeervetten, gels, zalven en lippenstift. Een gel is een sol waarin de<br />

concentratie van de colloïdale deeltjes zo groot is, dat een vloeigrens (dus een scheidingslijn<br />

tussen een vaste en een vloeibare toestand) aanwezig is.<br />

In de termen van de elasticiteitsleer is hier dikwijls tevens sprake van visco-elastisch<br />

gedrag: de omkeerbare opstijving van het materiaal wordt veroorzaakt doordat de<br />

vloeistofmoleculen zich na het wegvallen of verminderen van de belasting als elastische<br />

materialen gedragen. Het weissenberg-effect (het 'opkruipen' van een vloeistof in<br />

een roterende verticale buis) en het merrington-ejject (het samentrekken van een<br />

'vloeistof na het verlagen van de schuifspanning) zijn voorbeelden van deze viscoelasticiteit,<br />

die behalve bij rubber, sommige kunststoffen, asfaltbitumen, en metalen<br />

bij hoge temperaturen ook bij oliën met polymeertoevoegingen optreedt.<br />

Afb. 2.4 Hel slrllClUlIrviscells<br />

gedrag Viln een l/llllii-grade-o/ie<br />

~--<br />

o 4 8 S-1 9<br />

----. log D<br />

87

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!