22.09.2013 Views

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

van de daardoor opgewekte wrijving wordt in warmte omgezet (zie hoofdstuk 3).<br />

< ) Voor de mechanische slip koppeling geldt onder gunstige voorwaarden (dus niet bij<br />

(." het rijden in een file met veel slip!) een rendement van ongeveer 99%, voor een<br />

vloeistofkoppeling (zie band B) geldt een lager maximaal rendement: 97 %.<br />

De lVisselbakverliezen ontstaan door wrijving tussen assen en lagers, door wrijving<br />

tussen de tandftanken van de tandwielen en door de zogenaamde karnarbeid van de<br />

onderste tandwielen in de wisselbakolie (zie ook 2.3.6). Het rendement is het laagst in<br />

de laagste 'versnelling' en het hoogst in de prise-directe (in dit geval zijn er immers<br />

geen aangedreven tandwielen in het spel). Het gemiddeld rendement van de wisselbak<br />

ligt tussen 92 en 98 %, waarbij deze variatie niet alleen voortkomt uit de vraag, of de<br />

eerste overbrengingstrap of de prise-directe is ingeschakeld, maar ook uit het kwaliteitsverschil<br />

tussen de wisselbakken onderling en uit de vraag, of sprake is van een<br />

wisselbak met handbediening (zie hoofdstuk 4) of een automatische transmissie (zie<br />

7 band B).<br />

" De aandrijfasverliezen ontstaan door de schuifmofwrijving, de wrijving in de steunlagers<br />

en in de kruis- of homokinetische kOppelingen (zie hoofdstuk 5). Per aandrijfas<br />

geldt een rendement van ongeveer 98 %, waarbij de koppelingen en de lagers elk<br />

ongeveer de helft van de verliezen voor hun rekening nemen.<br />

1.. Ook de eindaandrijving kent verliezen. Bij de oude lVormoverbrenging (zie hoofdstuk<br />

\ 6) waar immers een toestand van zuiver glijden heerst, zijn die verliezen hoog: het<br />

rendement bedraagt amper 80 %. Maar ook in de moderne eindaandrijving spelen<br />

? kegelwielen (en dus verhoogde wrijving) een belangrijke rol: in het differentieel en in<br />

de eindreductie met pignon en kroonwiel. Maar terwijl het differentieel slechts in een<br />

bocht in werking is, is de eindreductie dat constant, en wel steeds onder de totale<br />

belasting. In het algemeen wordt voor het rendement van de eindaandrijving een<br />

waarde gehanteerd van ongeveer .?5,5 % (bij een eindreductie met kegelwielen) tot<br />

97,5 % (bij een reductie met cilindrische tandwielen), waarbij men ervan uitgaat dat<br />

de auto rechtuit rijdt en er dus geen sprake is van eventuele kunstmatig verhoogde<br />

inwendige wrijving in het differentieel.<br />

Voor het totale aandrijjlijnrendement geldt dan:<br />

'Ia = '1k' 'Iwb . 'Ias' '1. [-J (2.61)<br />

waarin de indices 'k', 'wb', 'as' en 'e' respectievelijk betekenen: 'koppeling', 'wisselbak'<br />

, 'aandrijfas' en 'eindaandrijving' . Neemt men de gunstigste waarden, dan bedraagt<br />

dit totaalrendement nog altijd zo'n 89 %, waaruit gemakkelijk kan worden<br />

geconcludeerd dat er dus zeer zuinige motoren worden ingebouwd, gezien het betrekkelijk<br />

gunstige brandstofverbruik van vele auto's. Toch betekent dit, dat bij een<br />

totaal motorrendement tussen 25 à 30 % (ottomotoren) en 35 à 43 % (dieselmotoren)<br />

er slechts 22 ... 38 % van de in de brandstof opgeslagen energie aan de aangedreven<br />

wielen kan worden benut om de voertuigweerstanden te overwinnen.<br />

Wordt het totale inwendige koppel T inw dat nodig is om alle wrijvingsverlieskoppels te<br />

overwinnen constant verondersteld, dan is het inwendige vermogensverlies Pinw evenredig<br />

met de motorrotatiefrequentie en met de voertuigsnelheid (afb. 2.46), want:<br />

148<br />

[WJ<br />

(2.62)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!