22.09.2013 Views

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

mogensrechte en de ideale koppelhyperbool heeft deze energiebron een koppelkromme<br />

en een vermogenskromme , zoals in afbeelding 2.43 aan de hand van een voorbeeld<br />

van een ottomotor is weergegeven (zie voor een uitgebreide behandeling van de motorkarakteristieken<br />

deel 6 van de Steinbuch-serie). Deze kloof tussen ideaal en<br />

werkelijkheid van de verbrandingsmotor is de reden, dat in de aandrijflijn tussen<br />

motor en wielen een rotatiefrequentie-koppelomzetter oftewel een wissel bak moet<br />

worden opgenomen (zie hoofdstuk 4).<br />

Meestal geeft de fabrikant beide motorkrommen op, maar in principe is één voldoende,<br />

want de ene kan met behulp van formule 2.55 uit het verloop van de andere<br />

worden berekend.<br />

Omdat dergelijke krommen dikwijls nogal onnauwkeurig worden getekend, loont het<br />

dan ook de moeite met behulp van genoemde formule hun onderlinge relatie te controleren.<br />

Een vluchtige controle is echter ook grafisch mogelijk. Uit afbeelding 2.43<br />

blijkt immers, dat P m/nm = tancp. Is nu het koppel maximaal, dan is ook het quotiënt<br />

maximaal, want Tm = (c.p m)/nm. Het quotiënt is maximaal als tancp maximaal is en dat<br />

is het geval, als de lijn uit de oorsprong de vermogenskromme juist raakt. Dit raakpunt<br />

moet dus precies boven het punt liggen, waar het motorkoppel maximaal is.<br />

In de eerder gegeven aandrijfkracht- en aandrijfvermogensdiagrammen zijn de con-<br />

, touren van beide krommen zichtbaar, al zijn zij vervormd door de omrekening naar<br />

Î de voertuigsnelheid en door de invloed van het rendement van de overbrenging en de<br />

~ aandrijfslip.<br />

l<br />

Afbeelding 2.44 geeft de koppelkrommen van een tweetal typen elektromotoren (zie<br />

ook Steinbuch deelS), waaruit blijkt dat deze gemakkelijker aansluiten op een ideale<br />

aandrijfkrachthyperbool. Ook de automatische transmissie met getrapte overbrengingen<br />

komt door de aanwezigheid van een vloeistofkoppelomvormer dichter in de<br />

buurt, zij het vooral bij een lage voertuigsnelheid (zie band B).<br />

ai<br />

~ Nm<br />

.f<br />

E oE<br />

ç} dl<br />

I ~.,..<br />

rfr<br />

motorrot atiefr equentie<br />

2.4.3 De vereiste aandrijfkracht<br />

Afb. 2.44. Vergelijking van de<br />

koppelkrommen van een<br />

verbrandingsmotor en twee typen<br />

elektromotoren<br />

1. shuntmotor<br />

2. seriemotor<br />

3. verbrandingsmotor<br />

Nu bekend is, wat er aan aandrijfkracht en aandrijfvermogen door de motor via de<br />

aandrijflijn aan de wielen kan worden geleverd, dringt zich de vraag op, wat er vanuit<br />

de rijsituatie van het voertuig aan aandrijfkracht en aandrijfvermogen gewenst is.<br />

144

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!