22.09.2013 Views

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

perbool de aandrijfkracht weer die bij de betreffende voertuigsnelheid in het beste<br />

geval beschikbaar kan worden gesteld. Vandaar dat men in dat geval spreekt van de<br />

ideale aandrijfkrachthyperbool. ~ ~<br />

Uit bovenstaande redenering volgt, dat de aandrijfkrachthyperbool tevens"een lijn<br />

van constant motorvermogen voorstelt: in dit geval de maximaal-vermofenlijn. Anders<br />

gezegd: de voertuigkarakteristiek is alleen dan een hyperbool, als men ervan<br />

uitgaat dat bij elke snelheid steeds het maximale motorvermogen kan worden ontwikkeld.<br />

In afbeelding 2.42b is ook een hyperbool met een lager constant vermogen<br />

I (28 kW) ingetekend. Dat is de maximaal-koppellijn, dat is de hyperbool waarbij de<br />

beschikbare aandrijfkracht, dus het door de motor geleverde koppel, maximaal is.<br />

UitlIet bovenstaande volgt ook, dat het ideaal van de vollasthyperbool alleen kan<br />

worden bereikt, als ia continu variabel zou zijn. In de praktijk wordt ook dan dit ideaal<br />

~( niet bereikt (zie band B), maar in het algemeen kan men stellen, dat een aandrijff<br />

concept meer geslaagd is, naarmate de aandrijfkrachthyperbool dichter wordt benaderd.<br />

€~I«'tlq-:tr:{l'< l~~ f "<br />

Er kan nóg een belangrijke conclusie uit formule 2.51b getrokken worden: zou namelijk<br />

het motorvermogen constant zijn (onafhankelijk van de motorrotatiefrequentie),<br />

dan is een continu variabele overbrenging niet nodig en kan de ideale hyperbool zelfs<br />

bij een vaste (, worden bereikt.<br />

Wordt echter een wisselbak met getrapte overbrengingen gebruikt, dan kan met behulp<br />

van formule 2.51a een aandrijfkrachtkarakteristiek worden geconstrueerd. Daarbij<br />

moet voor Tm steeds het motorkoppel worden ingevuld dat overeenkomt met de<br />

voertuigsnelheid in de betreffende overbrengingstrap. Er zijn dus evenveel aandrijfkrachtkrommen<br />

als er overbrengingstrappen zijn. Afbeelding 2.42b laat zien, hoe<br />

deze constructie met behulp van de vermelde formule en het zaagtanddiagram mogelijk<br />

is. Daarbij moet natuurlijk wel het potorkoppel als functie van de voertuigsnel,;<br />

heid bekend zijn. MCl' ~ r ,<br />

tI I ct<br />

Alle aandrijfkrachtkrommen moeten de ideale hyperbool raken, en wel bij de voertuigsnelheid<br />

die overeenkomt met de motorrotatiefrequentie waarbij het motorvermogen<br />

maximaal is.<br />

Raakt een kromme deze hyperbool niet, dan kan dat veroorzaakt worden door een<br />

Jaag rendement of een hoge aandrijfslip in de betreffende overbrengingstrap. Bij een<br />

nauwkeurige constructie van het diagram kan men aldus onmiddellijk zien, of één van<br />

de trappen een prise-directe is, want de prise-directe heeft een iets hoger rendement.<br />

Door de autofabrikant wordt de aandrijfkrachtkarakteristiek echter dikwijls zonder<br />

de invloed van de aandrijfslip getekend (in alle bovenstaande formules geldt dan: Àd =<br />

0), waardoor overigens wel de voertuigsnelheden in de verschillende overbrengingstrappen<br />

niet meer exact zijn. Andere fabrikanten geven er de voorkeur aan, de aandrijfkrachthyperbool<br />

niet weer te geven waardoor de ,beoordeling van het aandrijfconcept<br />

wordt bemoeilijkt. " , ..jl. ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!