GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
deze snijpunten moet worden 'opgeschakeld': bij constante voertuigsnelheid daalt de<br />
motorrotatiefrequentie totdat de volgende ix-lijn wordt bereikt en dit gaat zo door<br />
totdat in de laatste overbrengingstrap de door de maximale motorrotatiefrequentie<br />
gedicteerde maximale voertuigsnelheid V m wordt bereikt. Vanwege zijn vorm wordt<br />
deze grafiek het zaagtanddiagram genoemd.<br />
Het verband tussen de beschikbare aandrijfkracht en het motorkoppel<br />
Ook de onder de aangedreven wielen beschikbare aandrijfkracht kan uit de motorprestaties<br />
worden afgeleid. Het koppel Tw aan de wielas veroorzaakt immers tussen<br />
band en wegdek op een afstand r dyn een aandrijfkracht ter grootte van:<br />
[N] (2.50)<br />
Dit koppel kan naar het motorkoppel Tm worden teruggerekend via het overbrengingsgetal<br />
van de aandrijflijn:<br />
. Tw ••<br />
1 =-=1'1<br />
a Tm .l: e [-] (2.51)<br />
Deze koppeloverdracht gebeurt echter niet verliesvrij , zodat het aandrijjlijnrendement<br />
'7. bij het motorkoppel in mindering moet worden gebracht. Omdat '7. kleiner is<br />
dan 1, moet dus Tm vermenigvuldigd worden met dit getal, zodat:<br />
Ingevuld in formule 2.51 levert dat:<br />
[Nrn]<br />
[N]<br />
(2.51a)<br />
De aan de wielen beschikbare aandrijfkracht is dus rechtevenredig met het motorkoppel.<br />
Bij een bepaalde ingeschakelde overbrengingstrap i, is de breuk in deze vergelijking<br />
constant, als men tenminste aanneemt dat het aandrijflijnrendement dan<br />
constant is (zie echter 2.4.3). In dat geval kan dus de aandrijfkracht direct uit de<br />
koppelgrafiek van de motor worden afgelezen.<br />
Isoleert men ix'ie = i. uit formule 2.49 en vult men het resultaat in formule 2.51a in,<br />
dan ontstaat:<br />
F -<br />
d -<br />
(1<br />
-<br />
').<br />
t'd<br />
/1.' 21tllm'<br />
-----<br />
Uv<br />
Tm<br />
en omdat het motorvermogen Pm gelijk is aan 2rrn m ' Tm ontstaat hieruit:<br />
[N] (2.51b)<br />
Bij een gegeven motorvermogen is dus de beschikbare aandrijfkracht omgekeerd<br />
evenredig met de voertuigsnelheid. Wiskundig wordt zo'n relatie voorgesteld door<br />
een hyperbool, zodat de karakteristiek die de aandrijfkracht als functie van de voertuigsnelheid<br />
weergeeft een aandrijfkrachthyperbool wordt genoemd (afb. 2.42b).<br />
Gaat men uit van het maximale motorvermogen P m maxo dan geeft de betreffende hy-<br />
141