GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Meestal wordt de slip in procent uitgedrukt. Dan moet uitdrukking 2.47 met 100<br />
worden vermenigvuldigd.<br />
Is V b gelijk aan nul, dan treedt geen slip op en geldt: v: = v" zodat Àd = 0. Dan is dus<br />
sprake van zuiver rollen. Bij V b = Vv komt het voertuig niet in beweging: dan geldt<br />
immers: v~ = 0, zodat À d = 1. Daarmee verandert uitdrukking 2.46 in:<br />
(2.47a)<br />
Omdat we in deze subparagraaf op zoek zijn naar de beschikbare aandrijfprestaties,<br />
dus naar wat de motor via de aandrijftijn kan leveren, moet nw in deze formule nog<br />
worden uitgedrukt in de motorrotatiejrequentie n m • Noemt men ia de overbrengingsverhouding<br />
van de gehele aandrijjiijn, dan geldt:<br />
. I1m<br />
1=a<br />
Ilw<br />
[-J (2.48)<br />
Nemen we aan, dat in de aandrijflijn een mechanische slipkoppeling is opgenomen en<br />
geen vloeistofkoppeling of vloeistofkoppelomvormer (zie band B) en gaan we er tevens<br />
van uit, dat in de wissel bak een willekeurige overbrengingstrap i, is ingeschakeld,<br />
dan kan ia geschreven worden als:<br />
[-J (2.48a)<br />
waarin ie het vaste overbrengingsgetal van de eindreductie voorstelt. Combineert men<br />
de uitdrukkingen 2.48 en 2.48a met elkaar en vult men deze combinatie in formule<br />
2.47a in, dan ontstaat:<br />
(2.49)<br />
De voertuigsnelheid is dus rechtevenredig met de motorrotatiejrequentie.<br />
Voor een gegeven voertuig is ieconstant. r dyn neemt boven een voertuigsnelheid van 60<br />
km/h met ongeveer 0,1 % per snelheidstoename van 10 km/h toe (zie deel 4 van deze<br />
serie); verwaarloost men deze toename, dan is ook rdyn constant voor een gegeven<br />
voertuig. Isoleert men nu n m uit vergelijking 2.49, dan ontstaat dus:<br />
iJ,' \\<br />
Il m= C'--.<br />
1 - I'd<br />
(2.49a)<br />
waarin c een constante is die gelijk is aan i/2nrdyn•<br />
De grafiek die de lineaire relatie tussen n m en Vv in beeld brengt is dus een parametrische<br />
grafiek (afb. 2.42a): er ontstaat een waaier van x rechte lijnen, vertrekkend uit de<br />
oorsprong (0,0), waarvan de helling afhankelijk is van de waarde van de ix en de<br />
bijbehorende waarde van À d • De rechten lopen steeds vlakker, naarmate de waarde<br />
van i x afneemt, dus naarmate een 'hogere versnelling' is ingeschakeld. ix is dus de<br />
parameter (spreek uit: parámetér), dat is een variabele, die voor het opstellen van één<br />
curve telkens even constant wordt gehouden.<br />
De grafiek wordt aan de bovenzijde begrensd door de maximale rotatiejrequentie<br />
n m max'Het snijpunt van de ix-lijnen met de nm max-lijngeeft kennelijk de maximale<br />
voertuigsnelheid die in de betreffende overbrengingstrap kan worden bereikt. Vanaf<br />
139