22.09.2013 Views

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

tuur. Bij vloeistoffen met een vergelijkbare chemische opbouw (bij voorbeeld koolwaterstoffen)<br />

stijgt de viscositeit met toenemende (gemiddelde) molecuulmassa. Bij<br />

vloeistoffen met een gelijke molecuulmassa leidt een compacte (ringvormige of in<br />

elkaar verstrengelde) molecuulopbouw tot een grotere weerstand tegen vervorming,<br />

dus tot een hogere viscositeit dan een gestrekte, 'draadvormige' molecuulopbouw.<br />

Bij een vloeistof met een gegeven molecuulstructuur hangt de viscositeit in het ideale<br />

geval uitsluitend af van de druk en de temperatuur. Anders gezegd: bij constante druk<br />

en temperatuur is de dynamische viscositeit onafhankelijk van de snelheidsgradiënt:<br />

'1 = 2- = constant (bij p, T = constant) [Pa' sJ<br />

D<br />

V "<br />

(2.7a)<br />

In een 1]-D-diagram ontstaat dus een horizontale, rechte lijn (afb. 2.3a), terwijl in een<br />

r-D-diagram (afb. 2.3b) een rechte lijn onder een hoek cp ontstaat, waarbij:<br />

r<br />

tan qJ = - = constant<br />

D<br />

Vloeistoffen die dit gedrag vertonen worden newton vloeistoffen genoemd. Ook gas- î<br />

sen kunnen in het algemeen tot de newtonmedia worden gerekend. Verder behoren<br />

vele minerale oliën tot deze groep: zij vertonen een newtons stromingsgedrag tot een<br />

snelheidsgradiënt van 10 5 ... 10 6 S-I.<br />

Het punt waar bij een newtonvloeistof de laminaire stroming omslaat in een turbulente<br />

wordt kritische snelheid V kr genoemd. Deze is behalve van de kinematische viscositeit<br />

en de afmetingen van de ruimte (bij een buis bij voorbeeld de buisdiameter) ook<br />

afhankelijk van de kengrootheid van Reynolds Re, een vloeistofeigenschap. Hoe hoger<br />

v en Re, des te hoger kan de stromingssnelheid zijn voordat er turbulente stroming<br />

optreedt. Voor vloeistoffen ligt Re in de buurt van 2300, voor gassen in de buurt van<br />

100.<br />

(2.7b)<br />

Niet -newton vloeis toffen<br />

Er is echter een grote groep vloeistoffen, die niet aan de viscositeitswet van Newton<br />

voldoet. Omdat hun 'viscositeit' geen vloeistofconstante is, maar afhangt van de snelheidsgradiënt<br />

of van de schuifspanning, spreekt men liever van de schijnbare viscositeit<br />

1]" dat is (zie formule 2.7a) de bij een bepaalde, heersende waarde van D optredende<br />

helling die de raaklijn in een bepaald punt van de vloeikromme maakt met<br />

de D-as. Dergelijke niet-newton vloeistoffen worden in de autotechniek steeds belangrijker.<br />

Men deelt ze in op grond van hun viscositeitsgedrag. Men kan namelijk schrijven:<br />

1-11<br />

I/=I(-D.--<br />

S S IJ<br />

[Pa' sJ (2.8)<br />

waarin r/; de schijnbare viscositeit bij D = I çl voorstelt en n een structuur-exponent.<br />

Voor n = 1 is sprake van een newtonvloeistof: dan wordt de breuk gelijk aan 0, dus is<br />

"I -+1 er niet sprake van een schijnbare viscositeit.<br />

Is n-niet gelijk aan 1, dan is sprake van een niet-newtonvloeistof. Veel suspensies en<br />

solen behoren tot deze groep. Een suspensie is een fijne verdeling (of dispersie) van<br />

zeer kleine vastestofdeeltjes (in de orde van grootte van 1...0, 1 flm) in een vloeistof.<br />

Zijn de deeltjes nog kleiner, dan wordt het systeem colloïdaal genoemd. In het eerste<br />

85

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!